Weekend ggeving Op het laatst deed 90 procent van de gezinshoofden mee aan piramidespel Naakt DE V E3 „Het was een schone droom en we hebben er allemaal in geloofd. Eindelijk leken ook wij welvarend te worden. In plaats daarvan zijn wij nu ons geld en ons huis kwijt en weten we niet of er morgen nog brood op de plank komt. Mijn enige troost is dat bijna al mijn landgenoten er net zo voor staan." FEBRUARI 1997 E2 en' s. Journalist. 0 AD Naarden. 8, fax 035 - 6952528. „Hij ging zéér amicaal met die om. Heeft ze, toen ze op Sint n, zelfs geholpen uit handen van Ise politie te blijven." Van Zuuren daar bij geweest 1: De Vries zou al tijden contact de spoorloze Heineken-ontvoer- ijer. Pas toen het, zoals Moszko- oemt, 'publicitair interessant' de De Vries de verblijfplaats, lui," verzekert De Vries, ucht dat hij zijn informanten bij oals oud-rechercheur Martin H., >rdenaar van Bruinsma - betaal- Vries pas echt boos. kwalijke bewering. Als iemand onen, treed ik morgen terug uit ïek. Weet je: als er iets compro- ver mij te melden viel, was dat in1 aar heus wel boven water geko te uitglijders? Ik kan eigenlijk en waarvan ik zeg: 'Oh jee, daar iimeld." „De Vries heeft een beetje last ed. Binnenkort gaat hij nog wel rijn bek." >lot, is er ook op de vorm waarin irs worden gepresenteerd. 3ij de tv mag niet meer gezapt Dus moet je beelden hebben die vreet. En wat willen de mensen, nen." f „De Vries wil alles romantise- jord sec beschrijven is niet goed .oeten plassen bloed bij. Het gaat ie kijkcijfers. Ze zullen het altijd Vlaar het was bij Crime Time wel aar ze elke maandagmorgen op ir keken." verzucht De Vries, al het in ieder geval nog lang met doen, kondigt hij aan. „Ik ben Ik weet dat ik dit werk over vier Ik ben er goed in, kan ook niks itiek? Ach, jalousie de métier, hè- gewend, het doet me niets meer. is niet voor niets: zonder strijd ining." pESTEM ZATERDAG 1 FEBRUARI 1997 Huilen is geen kunst en toch streeft kunst naar huilen. Geen recensent is meer bewogen dan als hij schrijven kan dat de tranen hem bij Ma- Sier vier over de wangen drupten. Geen Kinder- totenlieder of Letzte Lieder van niveau of er moet een vochtig oog bereikt zijn. Ontroering is nat. Voor Puccini's Madama Butterfly is dat evident. De tragiek van het meedogenloos in de steek gelaten naieve bruidje vraagt om een schone zakdoek. Maar ook een goede Don Giovanni, Kabucco en zelfs Parsifal mikken op de traan klier. Niet alleen, of zelfs minder, door het ver haal, maar vooral door het massieve muzikale decor. Wie zonder snif Va, pensiero, sull'ali do rste, het Slavenkoor dat zingt over de zoete her innering die op gouden vleugels terugvliegt naar het verloren vaderland, kan aanhoren heeft de droeve pech een mislukte voorstelling bij te wonen. Maar het is niet alleen muziek, die tot snikken brengt. Zelfs grauwe, eentonige kunst met kwa liteit ieidt tot het droogwrijven van de ooghoek. Van het Reves De avonden - en een klassieker hameren op één aambeeld is moeilijk voorstel baar - eindigt met een traan. Als Frits van Egters na dagen in eenzelfde dreun en tweehonderd- vijfendertig pagina's dofheid op een en dezelfde toonhoogte tenslotte zijn speelgoedkonijn ter hand neemt en vrijwel in gebed vergeving vraagt voor zijn doodgeschimpte ouders, raakt zelfs de hardvochtïgste lezer week. En dan is het niet uitsluitend Frits die het even te kwaad krijgt. Kunst met een echte k ontroert. De ene vorm wat makkelijker dan de ander. Rudi van Dant- zigs Monument voor een gestorven jongeling weet alleen de in ballet geschoolde mee te sle pen, Mike Leighs vorig jaar te Cannes bekroon de Secrets and Lies sleept iedereen mee. Film brengt de kijker in het decor van een echt leven, herkenning dus. Ook al is de intrige on waarschijnlijk en dat is het verhaal van Leigh, fen ongehuwde moeder met twee uit verschil lende relaties gesproten bastaarddochters. Een tje is meteen afgestaan en met de volgende, die van het bestaan van haar zuster nimmer ge hoord heeft, leeft ze in Brits armoedige arbei- dersómstandigheden. De oudste dochter heeft een keurige middle class opvoeding genoten en zodoende een dito beroep. Ze is echter zwart. Moeder beseft dat niet, want het meisje is on middellijk na de bevalling bij haar weggeno men. Zij ontdekt pas dat ze zwanger geraakt moet zijn van een donkere Amerikaanse vakan tieliefde, als het oudste kind op zoek gaat naar haar wortels. De. andere hoofdpersoon is de broer van de moeder. Een typisch geval van opklimmen. Een onappetijtelijk puffend dikke man die dankzij de moederlijke zorgen van zijn zuster een behoor lijk vak heeft kunnen leren. Hij is eigenaar van een studio voor bruidsreportages en verdient daardoor een behoorlijke boterham. Zijn echt genote consumeert die met genoegen en pre tentie. Schoonzus en geaccepteerde dochter vallen daarom, hoe zeer haar man ook om bei den geeft, buiten haar wereld. Armoe heeft ze immers achter zich gelaten. Voor de buitenwacht leeft het echtpaar in wel gestelde, traditionele harmonie. Hij slooft zich af en zij richt volgens glossy-voorbeelden zelf werkzaam de nieuwe woning in. Toch heerst er in de modelbehuizing ook een onbespreekbaar geheim. Eega heeft een klein gebrek, ze weet niet vrucht te dragen. Met alle geëtaleerde leu gens komt het goed in de film. Op een familie barbecue worden de geheimen onverwacht onthuld. Of dat verhaal de herkenning is, die de kijker rechtstreeks bij de film betrekt, is zeer de vraag. Zonder verzachtende leugen leeft immers nie mand. Het is ook niet de identificatie met de be langrijkste figuren, want als het daar om moet draaien zou driekwart van alle films niet te prui men zijn. Wie staat bijvoorbeeld zo dicht bij een omgekomen societycomponist die zich tegelij kertijd koesterde in de rijkdom van een zichzelf wegcijferende echtgenoot en van een liefheb bende maitresse om op die manier Krzysztof Kieslowski's veel geprezen Trois couleurs: Blue te kunnen waarderen. Het is niet de simpele rechttoe rechtaan vertel ling die trekt en ontroert. Goede tijden, slechte lijden of Goudkust zouden dan niemand kun nen boeien. Evenmin het tegendeel van het on geloofwaardige. Want dan wordt elk sterk ver haal automatisch 'holde Kunst'. Het is het goed verwerkte thema, het zijn de paar kleine, het tipje van de sluier oplichtende scènes in een stroom van minstens acceptabele beelden of klanken die naar de zakdoek doen grijpen. Het zijn niet de leugens en nog minder de ont- tiullende waarheid die in Secrets and lies het pu bliek tot een onderdrukte snik brengen. Dat zijn wie andere dingen, en per se samen. De dood normale voor ieder dagelijks te bezoeken omge- Vln9. de droeve verzuchting van de portretfoto graaf dat het hem niét lukt het drietal drie men sen om wie hij buitengewoon veel geeft in vre de met elkaar te laten leven en het laatste niet verklapte geheim, wie de vader van de tweede natuurlijke dochter is. De suggestie die Leigh z')n kijker onbedwingbaar opdringt dat zij het Product van een incestueuze liefde tussen broer en zus moet zijn, is te zwaar en ondraaglijk om onthuld te worden. ™ie huilt, beseft dat hij in mooie, maar toegan kelijke fotografie twee levenslessen leert. Hoe 'eereerlijkheid ook oplucht, met harmonie wordt het niks en met naakte waarheid nog minder. De Albanese illusie Bardhyl Gosnishti samen met zijn ouders voor hun huis in Sukht. Door onze correspondent Aart Heering Bardhyl Gosnishti, journalist bij het linkse dagblad Zeri i Popullit (De Stem des Volks) is een van de honderdduizenden Albanezen die het slacht offer zijn geworden van de speculatiewoede die het land tot voor twee weken in haar greep hield. Aangelokt door de zinsbegooche ling van een snel arbeidsloos gewin heeft ook hij zijn huis verkocht om te kunnen investe ren in de 'piramides', bedriegelijke beleg gingsfondsen die onwaarschijnlijk hoge ren tes in het vooruitzicht stelden. Nu het bedrog is uitgekomen en de meeste pi ramides bankroet zijn is hij gedwongen om met zijn vrouw en zevenjarige dochter in te trekken bij zijn bejaarde ouders in een twee kamerwoning op het platteland. In het ge hucht Sukht, halverwege Tirana en de haven stad Dürres gelegen te midden van ezels, schapen, autowrakken en miniatuurbunkers uit de tijd van de paranoïde communistische dictator Enver Hoxha, doet de 41-jarige Go snishti, een zwaargebouwde, vroeg oude man, zijn verhaal, dat typerend is voor de ellende en de illusies van zijn hele volk. „Ook ik was vol verwachting in de jaren 1990/1991 toen er na een halve eeuw eindelijk een einde kwam aan de dictatuur. Iedereen geloofde dat de democratie nieuwe energieën zou losmaken die het land voorspoed en wel vaart zouden brengen. Maar toen dat minder vlot bleek te gaan dan we hadden gehoopt, heerste er al snel een gevoel van teleurstelling waar de piramides op in hébben gespeeld. De eersten van die fondsen kwamen al in 1992 op de markt, maar aanvankelijk deden maar weinig mensen mee. Zelf had ik evenmin ver trouwen in de fondsen, totdat ik zag dat vrienden en kennissen die hun geld daarin hadden belegd elke maand keurig een riant bedrag aan rente kregen uitgekeerd. Daarom ben ik zelf in de zomer van 1995 ook mee gaan doen." Sindsdien heeft Gosnishti circa 25.000 gulden - honderd maandsalarissen! - geïn vesteerd in drie van de fondsen die meestal de naam van hun directeur dragen. Vefa en Gjal- lica keerden acht procent per maand uit en de derde Xhaferri, beloofde een verdriedubbe ling van het ingelegde bedrag in zeven maan den. Urenlange programma's op de staatste levisie, gratis concerten en gastoptredens van Zuid-Amerikaanse voetballers zetten de heilsboodschap van deze nieuwe magnaten kracht bij. Gouden tijd Voor de journalist en zijn gezin die van zijn karige loon nauwelijks rond konden komen, brak een gouden tijd aan. Voor 22.000 gulden verkochten zij hun woning in Tirana, een één- kamerflat uit de communistische periode, aan een van de plattelandsfamilies die sinds de ondergang van het oude regime naar de stad zijn getrokken. Van de maandelijkse rente konden ze zich eindelijk, naast de huur van een nieuwe wo ning, ook de nieuwe kleren en de luxe artike len veroorloven die er voor die tijd niet aan zaten. En tenslotte kon er nog voldoende geld opnieuw worden belegd om binnen korte tijd voor Albanese begrippen een riant tweeka mer-appartement van 40.000 gulden bijeen te sparen. Ruim een jaar duurde de illusie. Vorige herfst waarschuwde het Internationaal Monetair Fonds, dat voor die tijd de Albanese regering al informeel had ingelicht, dat de fondsen hun hoge rentes bekostigden met nieuwe in- leggelden en dat een instorting daarom on vermijdelijk was. Ook Gosnishti voelde nat tigheid, maar toen was het al te laat. Om het IMF te weerspreken en ook de laatste Albanezen nog te overtuigen verhoogden in november de piramides en bloc hun rentes tot 20 procent per maand en meer. Het gevolg was een massahysterie, waarbij werkelijk ie dereen - gesproken wordt van 90 procent van alle gezinshoofden - geld bijeen schraapte om mee te profiteren. „Het was waanzinnig, bankrekeningen werden geplunderd, indus trieën lagen stil en boeren verkochten hun vee om te kunnen investeren. Zelfs de allerarm sten deden mee in de race, toen het fonds Sudja, van de zigeunerin Sude, uitsluitend voor gepensioneerden een maandelijke rente van 170 procent beloofde!" Rage „Het was een rage geworden waaraan nie mand kon ontkomen. Als jij hier toen was ge weest, had je ook mee gedaan," beaamt foto graaf Armando, die zelf voor 8000 gulden het schip in is gegaan, en even later wordt hij bij gevallen door de taxichauffeur die 12.000 gulden heeft verloren. Begin januari maakte Sude bekend, dat zij niet meer aan haar verplichtingen kon vol doen. De eerste demonstraties werden gehou den, beleggers eisten hun geld terug dat er niet meer was, en andere faillissementen volgden. Sude, en twee van de drie financiers aan wie Gosnishti zijn geld had toever trouwd, Gjallica en Xhaferri, werden gear resteerd. „De agenten die hen aanhielden, de rechter voor wie zij werden geleid, de cipier die hen nu bewaakt, en de journalist die er verslag van doet, allemaal hebben ze aan hun handel meegewerkt," schreef hij vervolgens met galgenhumor in zijn krant. Circa 18.000 gulden heeft de speculatie hem gekost, een fortuin naar Alabanese begrippen. Weg geld, weg huis, weg welvaart. Gosnishti en zijn gezin werden terug gewor pen op 250 gulden per maand. In plaats van een ruime flat moesten ze hun intrek nemen in een miezerig vertrek in het huis van zijn ouders. Voor zijn werk moet hij nu elke dag anderhalf uur heen en anderhalf uur terug reizen, maar om kosten uit te sparen blijft hij meestal slapen op een bank op de redactie. „Een busretour van Tirana naar Sukht kost 140 lek (een rijksdaalder), bijna een derde van mijn dagelijkse verdiensten. En dat kan ik me niet veroorloven." Gosnishti gelooft ook niet dat hij zijn geld ooit terug zal zien, ondanks de fraaie beloften die president Sali Berisha daarover heeft ge daan. „Ik ben sceptisch. Misschien krijgen we een klein deel terug, maar het meeste is toch verdwenen, naar het buitenland of gewoon opgemaakt door ons zelf, toen we dachten dat het nog allemaal niet op kon." Verlangen Maar hoe is het in godsnaam mogelijk dat ook geletterde en geïnformeerde personen als Go snishti zo massaal in de fuik zijn gezwom men? „Wij hebben onszelf bedrogen in het verlan gen om koste wat kost snel net zo welvarend te worden als de rest van Europa. Maar we zijn ook om de tuin geleid. Zo wist ik zelf pas tegen het einde dat het om windhandel ging. Het eerste fonds waarin ik belegde, Vefa, is ook een industriële holding, die supermark ten, hotels en fabrieken van bier en worst om vat. Ik dacht daarom dan eerst dat de uitge keerde rente uit die activiteiten afkomstig was, maar later bleken die schromelijk over gewaardeerd te zijn. Bovendien opereerden al die zogenaamde beleggingsmaatschappijen met toestemming van de overheid, en hebben veel mensen, waaronder ik, dat gezien als een garantie die er achteraf helemaal niet bleek te Albanese betogers reageren woedend op de afschaffing van het piramidespel, foto reuter foto armando babani zijn. Als aanhanger van de oppositie heeft Go snishti uiteraard fikse kritiek op de regering (net als overigens de internationale financiële gemeenschap): „de regering heeft niets tegen de piramides willen ondernemen omdat dat haar niet paste. Berisha heeft voor zijn ver kiezing in 1993 de hemel op aarde beloofd, maar de werkelijkheid was anders. De men sen wilden snel geld zien, en toen de economie niet onmiddellijk bleek aan te trekken, kwam de illusie van rijkdom die de piramides lever den, hem goed uit. Ze waren voor hem een middel om de mensen zoet te houden. Deson danks nam het verzet tegen Berisha en zijn bewind toe, zodat er vorig jaar bij de parle mentsverkiezingen van mei en de regionale verkiezingen van oktober op grote schaal be drog is gepleegd. Bij die laatste campagnes hebben financiers als Vefa en Xhaferri de De mocratische Partij ook rechtstreeks gesteund met folders en affiches die van hun merkte kens waren voorzien. Omgekeerd verklaarde Berisha dat de fondsen volstrekt legitiem wa ren en dat de socialisten die ze wilden verbie den zo de bevolking zouden verarmen." Gastarbeiders Een ernstig gevolg van de piramidecrisis vindt Gosnishti dat de mensen de lust tot werken is vergaan. In Tirana zijn daar veel voorbeelden van te vinden, van het gloed nieuwe hotel dat gebouwd is door arbeiders uit het veel rijkere Slovenië, omdat de Alba nezen hogere lonen verlangden - ze hadden immers al een gegarandeerd rente-inkomen - tot aan de taxichauffeurs die vorig jaar hun tarieven verdriedubbelden omdat werken hun anders niet meer aanstond. „Het leek zo gemakkelijk, geld innen zonder te werken. In produktieve arbeid werd niets geïnvesteerd, maar het geld rolde en de cafés en restaurants hier in Tirana zaten de ganse dag vol met lanterfanters die alleen maar wachtten op hun maandelijkse rente. Maar nu er geen geld meer is, zijn de bars plotseling meer dan half leeg en vliegen de prijzen om hoog. We zijn weer terug in dezelfde wanho pige situatie als in 1991, toen we in een ver woest land volkomen van voorafaan moesten beginnen." „Mijn eigen situatie is nu tamelijk hopeloos. Met mijn salaris kan ik mijn gezin ternauwer nood onderhouden en het zal wel heel lang duren voor we weer een eigen huis hebben," zegt mijn collega met een wrange glimlach, terwij] hij ons een glas door zijn zwijgzame vader gestookte raki (druivenjenever) in schenkt. „Maar ik ben tenminste niet de enige en ik heb ook de hoop niet opgegeven dat Albanië ooit nog eens modern land wordt. In dat op zicht kan deze crisis op de lange duur ook po sitieve gevolgen hebben. De mensen hebben nu eindelijk begrepen dat ook in het kapita lisme het geld niet aan de bomen groeit. Maar de prijs voor dat besef is wel erg hoog ge weest. Te hoog, wat mij betreft." v.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 43