Wiskundig op weg naar het modernisme Jr Juweel Jeroen Krielaart, winnaar van de Buning Brongers Prijs ui 0 ui 0 j a 'Het 2 Z Z George Vantongerloo krijgt eindelijk een expositie in Antwerpen DE STEM b ee elpend e kunstDONDERDAG 9 JANUARI 1997 D6 I dB STEM Ambitieus lil h I/I 3 Ui Ui Museum Leefomgeving Oppervlakte Meningsverschil Utopie Identiek 'Je streeft als kunstenaar naar onsterfelijkheid' Door Hans Rooseboom „Ik denk dat ik met mijn schilderijen in deze tijd sta." Dat is de overtuiging van de schilder Jeroen Krielaart uit Raamsdonkveer. Hij is winnaar van de Buning Brongers Prijs, de belang rijkste particuliere kunstprijs van Nederland. Ter gelegenheid van die prijs heeft Jeroen Krielaart momenteel twee tentoonstellin gen, één in Breda en één in Amsterdam. Daar kan het publiek - nog nét - de met genereuze hand neergezette doeken van Krielaart bewonderen. Overigens werden tijdens een vorige ten toonstelling, zijn eerste, alle schilderijen van Krielaart verkocht - wellicht omdat ze inderdaad in deze tijd staan. De schil der lijkt te beginnen aan een succesvolle loopbaan. Jeroen Krielaart studeerde in juli 1996 cum laude af aan de academie Sint Joost in Breda. De academie nomineerde hem vervolgens voor de Buning Brongers Prijs, een aanmoedigingsprijs ingesteld door een gefortuneerd kunstenaarsechtpaar in Amsterdam in de eerste helft van deze eeuw. Krielaart werd geboren in Hel mond in 1966 en groeide op in Raamsdonksveer, waar hij nog woont. Zijn atelier is gevestigd in een loods in Bavel. Daar maakt hij zijn opmerkelijke schilderijen, waarin steevast een kinder hoofdje figureert - symbool voor de herin nering van waaruit de schilder zegt te werken. „Tekenen deed ik altijd al," ver telt Krielaart. „Mijn eerste echte schilde rij maakte ik toen ik 13 was. Mijn grote voorbeeld was Jeroen Bosch. Verder werd mijn fantasie gestimuleerd door science fiction en door de Griekse mythologie. In mijn eerste schilderij kwamen al die ele menten samen, een kakafonie van beel den." Toen hij 17 was ging Jeroen Krie laart naar de dagopleiding van Sint Joost. „Maar dat bleek te jong te zijn. Na een jaar ben ik gestopt. Ik heb toen in Breda de heao gevolgd en daarna nog een paar jaar economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarna meldde ik me alsnog bij Sint Joost, voor de avond-opleiding, die trou wens hetzelfde programma biedt als de dag-opleiding. Overdag werkte ik als monteur bij een keukenfirma." Is dat niet een wereld van verschil, kunst en ecomonie? „Nee, want in beide gevallen gaat het er om dat je moet leren problemen op te los sen, analyses te maken. Ik maak van mijn Jeroen Krielaart met twee van zijn schilderijen uit de serie 'Populatie'. „Mijn grote voorbeeld was Jeroen Bosch. Verder werd mijn fantasie gestimuleerd door science fiction endoor de Griekse mythologie.foto de stem/johan van gurp schilderijen altijd een rationele analyse achteraf. Ook de aanleiding voor een schilderij is vaak rationeel. Ik-sta wan trouwend tegenover kunstenaars die emotie aanvoeren als drijfveer." Toch zeg je dat elk schilderij vanuit een herinnering begint. „Herinnering is de eerste aanleiding voor een schilderij, maar tijdens het schilderen komen er de abstracte eigenschappen van het schilderij bij." De abstracte eigenschappen? „Dat zijn dingen die niet te maken heb ben met het onderwerp of de afbeelding, maar met het schilderen zelf. Je hebt eerst een beeld nodig, een algemene sfeer, dat is genoeg als aanleiding, en dan ga je schil deren. Vanaf dat moment draait alles om het schilderen zelf, om het materiaal, de verf die door je vingers loopt, de geur die je ruikt." „Ifcdenk dat- ik met mijn werk in deze tijd sta. In de jaren '70 is het schilderen dood verklaard,' Titt is het helemaal terug. Voor veel kunstenaars is tegenwoordig het werken met de materie, met de verf zelf, het belangrijkste." Betekent dat ook een hernieuwde nadruk op het leren van schildertechnieken op de academie? „Nee. Technieken moet je zelf leren. Al schilderend en experimenterend kom je problemen tegen. Bij de oplossing van die problemen word je geholpen door de lera ren, maar die stellen zich meer op als toe komstig vakbroeder dan als leermeester." Wat leer je op de academie dan wel? „Je leert het ontwikkelen van je eigen idi oom. Je leert om je voortdurend af te vra gen: wat ben ik aan het doen? Waar gaat dit over? Schilderen is een wisselwerking tussen intuïtie en ratio. Tussen die twee bestaat in de kunst geen onderscheid. Ge voel en verstand: dat is een kunstmatige scheiding. Schilder ben je voortdurend en helemaal. Het neemt je volledig in beslag. Het zit voortdurend in je hoofd, je zit er middenin. Het is je leven." Houdt dat in datje eigenlijk fulltime kun stenaar zou moeten zijn? Jij zelf hebt er een baan in het bedrijfsleven bij. „Kunstenaars moeten zichzelf onderhou den, vind ik. De bijstand is niet voor hen bedoeld. Die is bedoeld voor mensen die niets anders hebben, niet om kunstenaars op de been te houden. Je kunt als kunste naar zelf initiatieven onwikkelen. je moet galeries, verzamelaars en bedrijven bena deren die in jouw werk geïnteresseerd zijn. Je kunt heel goed commercieel om gaan met kunst die niet commercieel is. Als dat allemaal niet lukt, dan moet je zorgen dat je op een andere manier brood op de plank krijgt." Aan de weg timmeren met zijn werk doet Jeroen Krielaart. „Na mijn eindexamen afgelopen juli reageerde de eerste de bes te galerie die ik benaderde. Dat was De la Tour in Amsterdam. Die gaven mij een expositie. Binnen de kortste keren was al les verkocht. In één keer was ik al mijn werk kwijt. Daar schrok ik wel van." Onverwijld toog de schilder opnieuw aan het werk. De schilderijen die nu te zijn te zien in Amsterdam en in Breda dateren allemaal van september en oktober 1996. „Kunstenaars zijn ambitieus, héél ambi tieus," zo verklaart Krielaart zijn gedre venheid. „Ambitieuzer dan de president directeur van Shell. Je streeft Ms kunste naar naar een stukje onsterfelijkheid. Kijk maar naar Rembrandt. Iedereen kent zijn naam, maar de hoogste baas van de Verenigde Oostindische Compagnie is iedereen vergeten." Heeft Jeroen Krielaart niet het idee dat er tegenwoordig te veel kunstenaars zijn? „Er zijn niet te veel kunstenaars. Er zijn er wel te veel die zich kunstenaar noemen. Toen indertijd de BKR werd opgeheven, zijn een hoop van die kunstenaars er ge woon mee gestopt. Want er was geen geld meer te verdienen zonder iets uit te voeren. En op de kunst academie zitten veel studenten met een negatieve motivatie. Die zitten daar al leen maar omdat ze niet weten wat ze an ders moeten doen." Jeroen Krielaart heeft een levensbeschou welijk motto dat is ontleend aan de Ro meinse filosoof Seneca: „Onze vergissing bestaat hierin dat wij de dood als iets in de toekomst beschouwen. Een groot deel ervan behoort al tot het verleden. Alles wat van ons leven achter ons ligt is in de handen van de dood." Krielaart: „Ik schilder vanuit een gevoel van vergankelijkheid, van doodsbesef. Het leven bestaat uit herinneringen, uit dingen die geweest zijn, die dood zijn. Herinneringen hebben iets magisch, zo iets als een kind ervaart dat de wereld in kijkt." De expositie van Jeroen Krielaart in het ar tiestencafé van het Chassé Theater is nog te zien op zaterdag 11 januari van 16.30- 18.00 uur. In Amsterdam zijn in gebouw De Zaaier aan de Keizersgracht 22 schilde rijen van Krielaart te zien tot en met zon dag 12 januari. I AMSTELVEEN Cobra Museum voor Moderne Kunst - overzichtstentoonstel, ling van Carl-Henning Pedersen - 200 kunstwerken - periode 193c. 1996 (t/m 19 jan) AMSTERDAM Rijksmuseum Stadhouderskade 42 - Jan Steen, schilder en vertel Ier - ma t/m zo 10.00-19.00 uur (t/m 12 jan) Van Gogh-museum, Paulus Potterstraat 7: overzichtstentoonstel, ling van Lawrence Alma-Tadema (2 mrt). Di-za 10-17, zo 13-17 uur Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13: Twintig jaar beelden de kunst in Suriname 1975-1995 (16 febr). Ma-zo 11-17 uur. ANTWERPEN Museum voor Schone Kunsten - 'Het volk ten voeten uit' - Natu. ralisme in België en Europa 1875 - 1915 -di t/m zo - 10.00-17.00 uur (tot 16 feb) Museum voor Fotografie - 'Working it out' - fotografie van Jero me de Perlinghi - dagelijks (behalve ma) tot 2 febr. - Pioniers in beeld - Belgische fotografen 1839-1905 - dagelijks (behalvema). 10.00-16.45 uur (tot 16 feb) BERGEN OP ZOOM Het Markiezenhof Steenbergsestraat 8 - Reindert Homan ore- fiek - di t/m zo 14.00-17.00 uur (t/m 19 jan) BREDA Chassé Galerie - Claudius Prinsenlaan 8 - Ton Zwerver/fotowerken (t/m 16 jan) - Leonne Hendriksen/textiele werken (vanaf 11 jan) Galerie Artiestencafé - Claudius Prinsenlaan 8 - Jeroen Krie- laart/schilderijen - Alexandra Rouppe van der Voort/levensbelever za 16.00-18.00 uur (t/m 16 jan) Centrum Voor Beeldende Kunst De Beijerd - Boschstraat 22 - 'De vorm van Ahrend 1896-1996' - (t/m 19 jan) - '50 beste boeken'- i.s.m. Stedelijk museum Amsterdam en de Stichting CPNB (t/m 19 jan) - '25 x Sal Meijer' - de privecollectie Vecht (t/m 19 jan) Galerie Molenaars Ginnekenweg 79 - Salon d'Hiver - terugblik en vooruitkijken - diverse kunstenaars (t/m 31 jan) Lokaal 01 Kloosterlaan 138 - Project A Cumulus - Kunstenaars van Lokaal (t/m 12 jan) - werken van Reinaart Vanhoe en Dagmarde Pooter(t/m 12 jan) NBKS Nieuwe Brabantse Kunst Stichting Reigerstraat 16 - Jan Merx/openingen, Jan Goossen/objecten en Theresa Ferket/schilde- rijen (12 jan t/m 16 feb) BRUGGE Mey's Art Gallery - werk van Rik Slabbinck - ma t/m za 9.00-12.00 uur en 13.30-18.30 (t/m 15 feb) DEN BOSCH Noordbrabants Museum - De muze achterna - tien grafische kun stenaars over Brabant 200 (t/m 12 jan) - Joods leven in Brabant (t/m 9 mrt) EINDHOVEN Van Abbemuseum - Vonderweg 1 - ID - Een internationale ver kenning naar het begrip identiteit in de hedendaagse kunst - diver se internationale kunstenaars- di t/m zo 11.00-17.00 uur (t/m 9 feb) GENT Museum van Hedendaagse Kunst - 'De Rode Poort' - kunst van 40 internationale 20e eeuwse kunstenaars - dagelijks behalve ma- 09.30-17.00 uur (tot 3 feb) HULST Galerie van Geyt - Wintertentoonstelling - werken van Berserik, Horman, Szikra, Verwey, Wouters e.a. - ma, wo t/m vr 09.00-12.00 en 14.00-18.00 uur, za 09.00-17.00 uur, zo 14.00-18.00 uur (tot 26 jan) OTTERLO Kröller-Müller Museum - Franz West Proforma - sculpturen, in stallaties en collages (t/m 19 jan) i:L 1 mm JJ9SÜ ,j ROOSENDAAL Tongerlohuys Molenstraat 2 - door stichting Int Heyderadey Theo Koster/gemengde techniek (tot 13 jan) TILBURG Scryption Spoorlaan 434a - Calligrafie in Drievoud - overzicht Westen, Verre Oosten en Arabische wereld (t/m 13 apr) di t/m vr 10.00-17.00 uur - za en zo 13.00-17.00 uur De Pont stichting voor Hedendaagse Kunst, Wilhelminapark I - installatie van Christian Boltanski (14 apr). Di-zo 11-17 uur. Door Frits de Coninck Georges Vantongerloo is terug in zijn geboortestad. Geboren in 1886 in Antwerpen en daar en in Brussel opgeleid aan de kunstacademie, heeft hij zich opgehouden op die plaatsen waar in de eerste helft van de twintigste eeuw de abstract- moderne kunst zich heeft ont wikkeld. Vantongerloo heeft daaraan met zijn ideeën en met zijn werk en heel actieve bijdrage geleverd die in België maar ook in Nederland ten onrechte zeer onderbelicht is gebleven. Als gevolg van de Eer ste Wereldoorlog zocht hij, net als zoveel andere Belgische kun stenaars, zijn toevlucht in Ne derland en raakte daar nauw be trokken bij de groep rond De Stijl. Het was Theo van Does burg die hem in 1917 ontdelcte en hem bij De Stijl betrok. Ook na zijn vestiging in Parijs, in 1927, bleef hij contact houden met Mondriaan met wie hij ove rigens ook zeer van mening ver schilde. Maar dat was deel van de intellectuele discussie die in de eerste decennia van deze eeuw op diverse plaatsen in Europa gevoerd werd op weg naar een zuivere, abstracte kunst. Georges Vantongerloo is een van de weinige Belgische kunste naars die meetellen in de ge schiedenis van de moderne kunst en het is daarom zo merkwaardig dat er juist in België vrijwel geen museale aandacht voor hem is geweest. In Nederland zijn er in ieder geval de laatste jaren, mede onder invloed van de Mond- riaanbelangstelling, enkele be langrijke studies verschenen waarin Vantongerloo een duide lijk plaats krijgt. Maar de Neder landse musea bezitten ook vrij wel geen werk van hem. In het beeld van De Stijl mag Vantongerloo niet ontbreken, al leen al niet om zijn rol als aan- scherper van theorieën. Een functie die hij zijns ondanks had. Het corresponderen over zijn ar tistieke betekenis droeg wel bij aan het preciseren van de Stijl- theorieën. Daarom en natuurlijk ook om de eigen weg die Vanton gerloo gegaan is in het modernis me, is de tentoonstelling die ga lerie Ronny Van de Velde aan hem wijdt, zo de moeite waard. Het begrip galerie is in het geval Van de Velde weliswaar duide lijk iets anders, ik bedoel groot ser, dan wat wij daar in Neder land gewoonlijk onder verstaan, toch is het buitengewoon merk waardig dat een particuliere on derneming als Van de Velde deze museale presentatie van een be langrijke Belgische kunstenaar uit de twintigste eeuw voor haar rekening neemt en niet het een paar honderd meter verderop ge legen Museum van Schone Kun sten. Terwijl het grote museum sinds 1995 (Antwerpen culturele hoofdstad van Europa) van de echte kunstagenda verdwenen lijkt, heeft Van de Velde de afge lopen jaren overzichten ingericht van invloedrijke kunstenaars als James Ensor, Magritte en Féli- cien Rops uit de eerste helft van onze eeuw en van een eigentijds kunstenaar als Panamarenko. Zo eert België zijn grote zonen. De tentoonstelling beslaat de drie verdiepingen van de galerie en bevat naast tekeningen en schilderijen ook beelden (die al lemaal opvallend klein zijn), ma quettes, gebruiksvoorwerpen en meubels. We zien dat ook bij de andere Stijlkunstenaars: kunst mocht zich niet beperken tot het klassieke domein van de schone kunsten, de artistieke opvattin gen strekten zich ook uit tot de dagelijkse leefomgeving van de nieuwe mens. Met name Rietveld en Mondriaan hadden daar uit gesproken ideeën over. De tentoonstelling is chronolo gisch opgebouwd. Ze begint, ty pisch, met een schilderij van een meisje in Volendammer dracht uit 1915. Vantongerloo is gewond de Eerste Wereldoorlog ont vlucht en heeft een goed heenko men gezocht in Nederland, in Den Haag. Dat Haagse werk heeft nog niks van het modernis me. De geest van Cézanne is na tuurlijk wel overduidelijk aan wezig. Een analyse van de zicht bare werkelijkheid in losse ele menten, losse penseeltoetsen, transparante verf, het negeren van het licht als een illusie van de naturalistische werkelijkheid en in plaats daarvan het gebruik van de open plekken van het schilderslinnen. Het was Cézanne die aan het be gin stond van de moderne kunst met zijn strijd tegen het valse idee als zou een plat schilderij een drie-dimensionale werke lijkheid kunnen verbeelden. Een schilderij speelde zich voor hem af aan de oppervlakte van het ge schilderde doek, zonder de illusie van iets anders. In de kring van De Stijl werd die theoretische discussie voortgezet waarbij Vantongerloo in de ogen van Van Doesburg en Mondriaan niet zui ver genoeg was. Maar de echte verwijdering werd pas definitief rond 1925. Eerst werd hij ont dekt door Theo van Doesburg die Mondriaan wist te interesseren voor de Belg. Op grond waarvan wordt goed duidelijk in een drietal kleine studies uit 1918, Vantongerloo verblijft dan nog altijd in Den Haag. Het zijn studies op papier, twee in aquarel, een in gouache techniek. De eerste toont een vrouw in leunstoel in een interi eur, uiteraard niet naturalistisch meer geschilderd maar in min of meer losse lijnen en penseelstre ken. In de tweede studie worden de lijnen en toetsen gesloten, ge ometrische vlakken in rood, blauw, groen, geel en bruin. De nog herkenbare vorm van de vrouw is gereduceerd tot een ab stractie in kleur en vlak. De schaal is nog dezelfde. In de derde studie is de schaal vergroot en zijn de niet-primaire kleuren groen en bruin verdwe nen. In het bestek van enkele tientallen vierkante centimeters een samenvatting van wat zich tussen Cézanne en Mondrian vol trok: een ontwikkeling van zui vere abstractie, de geboorte van de moderne kunst dus. Rond 1917 krijgt hij contact met De Stijl, waarschijnlijk via Van Doesburg. In september 1918 on dertekent hij het manifest van De Stijl, en wordt meteen ook de jongste medewerker aan het blad. Tussen 1918 en 1920 publi ceert hij een aantal artikelen on der de titel Réflexions. Het was een deelname aan het artistiek-intellectuele proces, op zoek naar een zuivere beelding. Het was duidelijk dat Vanton gerloo daar andere ideeën over had dan de anderen. Meer nog wellicht dan in het wel of niet ge bruiken van louter primaire kleuren, manifesteerde zich het meningsverschil in de tegenstel ling intuïtie versus wetenschap. Voor Vantongerloo was kunst wetenschap, en hij bedoelde vooral wiskunde. Zijn Construction dans la sphere uit 1918 is van die opvatting het resultaat. Een verrassend klein beeld dat opgebouwd is uit drie- en rechthoeken en een bol. De te keningen die aan het beeld voor afgaan, laten zien hoe volkomen doordacht de constructie is. Alles staat in verhouding tot elkaar. Het centrum is de bol, maar ook de buitenvorm is in wezen bol vormig. Om de buitenste grenzen van de constructie kun je een cirkel te kenen waarin het beeld van elke kant uit gezien perfect past. Hij heeft vier versies van het beeld gemaakt. De eerste is de vol maakt geometrische, elke vol gende is opener en plastischer. Zijn interesse voor de wiskunde als grondslag voor de kunst oogt toch ook wel als een flirt. Op de tentoonstelling zijn een aantal schetsen te zien van composities in het Stijlidioom met een hele boel berekeningen in potlood, als zouden al die getalletjes ten grondslag liggen aan dat ene schilderij. Dat gekoketteer met weten schap, het gebruik van de zeven kleuren van het spectrum en zijn werken naar de natuur verwij derden hem van Mondriaan die een veel intuïtiever soort kunste naarschap voorstond. Mondriaan was ook veel meer schilder dan Vantongerloo. Ook door zijn vertrek naar Frankrijk verwaterde het con tact met De Stijl. Vantongerloo hield zich voortaan bezig met het ontwerpen van een brug over de Schelde bij Antwerpen, gebou wen als blokkendozen, luchtha vens en meubels. De brug en de luchthavens waren volstrekte utopie, bouwfysisch absoluut niet doordacht. Maar interessant zijn ze wel omdat ze 70 jaar gele den gedroomd werden en ons nu zo vertrouwd toeschijnen. Rond 1937 voltrok zich in Van- tongerloos werk een verandering die voor De Stijl een absolute doodzonde zou zijn geweest. Het strenge schema van de horizon talen en verticalen wordt door broken door krommen. Niet lan ger meer de wiskunde als inspi ratiebron maar zoals hij zelf for muleerde de grootsheid van wat men ruimte noemt. Als hij na de Tweede Wereldoor log in zijn beelden kunststoffen gaat toepassen, waaronder plexi glas, ontstaan de decoratieve ob- 1 'Construction dans la sphere' van Georges Vantongerloo jecten die hangen en liggen op de bovenverdieping van de galerie. Een klein universum waarin na genoeg geen rechte lijn meer te bekennen valt en waarin de zwaarte van de meubels en de strengheid van de schilderijen vervangen zijn door een elegante en ongrijpbare lichtheid die en kel nog de zinnen streelt, staat dat veraf van de droom het modernisme, het beeld van nieuwe mens. Georges Vantongerloo is tot 3' maart te zien bij 9aler'® rtkaai Van de Velde, Uze,r?"P°° pend 3, Antwerpen. Dagelijks geop van 10 tot 6 uur. Door Johan Diepstraten $as de debuutroman Het meesterstuk van Anna Enquist ibaseerd op de opera Don Giovanni van Mozart, ook haar nieuwe roman Het ge heim staat in het teken van de klassieke muziek. Hoofdper soon Wanda is de briljante concertpianiste die van haar leraar Biermans heeft begre pen wat de essentie van het spelen is. 'Alles wat je voelt moet je vertalen in techniek. Als je speelt moet dat tweeta lig zijn. Wie alleen in de tech nische taal kan spelen, is mis schien virtuoos, maar saai. Wie alleen de gevoelstaal ipreekt, is expressief, maar onbeheerst. Het geheim is de tweetaligheid.' Wat voor de muziek geldt, gaat eveneens op voor het schrijven van een roman. In feite geeft An na Enquist met dit geheim van ïiermans haar literaire credo af. h literatuur gaat het om een loortgelijke tweetaligheid, na melijk het evenwicht tussen het ioofd en het hart, tussen het verstand en het gevoel, iet als in haar vorige roman ba- anceert Anna Enquist op de >rens van het sentimentele en jathetische. In Het meesterstuk jorrelen de emoties hoog op met 6e verwikkelingen van het kun stenaarsgezin Steenkamp en de dood van de tienjarige Saar. Het geheim bestaat eveneens uit een aaneenschakeling van dramati- iche gebeurtenissen. De lezer die van veel verhaallijnen, subplqtg :n emotionele ontwikkelingen loudt, heeft met Het geheim een roman in handen die hij in één ruk uitleest. Het zal wel toeval zijn dat er on geveer tegelijkertijd twee ro mans verschijnen die qua intrige identiek zijn. Het geheim is in veel opzichten haast een kopie van Mijn Peepee van Annie van Keymeulen waarin dochter Er nestine achter de ware identiteit van haar vader komt. De con certpianiste Wanda Wiericke ontdekt aan het einde van Het geheim wie haar echte vader is. Het zal ook wel toeval zijn dat in heide boeken de psychiatrische inrichting zo'n belangrijke rol speelt. In Mijn Peepee wordt daar de vermoedelijke vader verpleegd, in Het geheim is het de locatie waar broer Frankie is ondergebracht. Dat Wanda een relatie aangaat met de behande lende arts Bouw Kraggenburg, is de rode draad door de roman. "et geheim lijkt in het begin een warrige compositie te hebben vanwege het wisselende per spectief. De roman opent met de verhuizing van de ongeveer zes tigjarige Wanda naar Frankrijk &oor Petra Quadvlieg Wee nieuwe boeken over Cesare y®se' waaronder een juweel van wcgrafie van Hein Aalders en v winder. En een vertaling van ses roman Het huis op de heu -een van de hartstochtelijk nederigste en minst cynische mer e ooit op aarde hebben geleefd.' ver^/661^ over een bewonderde scl naar '6, ln ziin voetsporen treedl Werkt 6 p aatsen gaat waar hij heeft sehrm,8n |ew°ond, en waar hij over en Jan? üft?"' schrijven Hein Aal, Jelfmn Ihwinder in Een man alleen Een van Cesare Pavese. liefrWeii °"een bewijst dat jarenl. schriive u omgang met het werk vai een bn? leiden tot een juweeltj, Z W°Vrdie schrijver Het ver Waar P„ pelgrimage naar de piel sen M TtóinW°0nde 6n Werkte pl Santo stT1 ®n m Z13n geboorte, aanse stree'"1- in de Noord-i dig literair tel1öJSn?KoStwinder hebben het Beven en Jsn.aPPin9skunstenaar tl. Sn'd die l!ftlen^rachtigenaa.m een voorb me 'ei De *"uiucl neDDenn Beven en f^Vpmgskunstenaar 'emand Hi» n Pracbhge na mad wist r? leven eigeahjk daardoor Llü wist hoe te leve: 'even te onto nd beziS was aal voor de a fnappen> Totdat hij tens t0en hij op °"tsnaPPing 2-jarige leeftijd in een

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 28