Wiskundig op weg naar het modernisme
Jr
Juweel
Jeroen Krielaart, winnaar van de Buning Brongers Prijs
ui
0
ui
0
j
a
'Het
2
Z
Z
George Vantongerloo krijgt eindelijk een expositie in Antwerpen
DE STEM b ee elpend e kunstDONDERDAG 9 JANUARI 1997 D6 I dB STEM
Ambitieus
lil
h
I/I
3
Ui
Ui
Museum
Leefomgeving
Oppervlakte
Meningsverschil
Utopie
Identiek
'Je streeft als kunstenaar
naar onsterfelijkheid'
Door Hans Rooseboom
„Ik denk dat ik met mijn schilderijen
in deze tijd sta." Dat is de overtuiging
van de schilder Jeroen Krielaart uit
Raamsdonkveer. Hij is winnaar van
de Buning Brongers Prijs, de belang
rijkste particuliere kunstprijs van
Nederland.
Ter gelegenheid van die prijs heeft Jeroen
Krielaart momenteel twee tentoonstellin
gen, één in Breda en één in Amsterdam.
Daar kan het publiek - nog nét - de met
genereuze hand neergezette doeken van
Krielaart bewonderen.
Overigens werden tijdens een vorige ten
toonstelling, zijn eerste, alle schilderijen
van Krielaart verkocht - wellicht omdat
ze inderdaad in deze tijd staan. De schil
der lijkt te beginnen aan een succesvolle
loopbaan.
Jeroen Krielaart studeerde in juli 1996
cum laude af aan de academie Sint Joost
in Breda. De academie nomineerde hem
vervolgens voor de Buning Brongers Prijs,
een aanmoedigingsprijs ingesteld door
een gefortuneerd kunstenaarsechtpaar in
Amsterdam in de eerste helft van deze
eeuw. Krielaart werd geboren in Hel
mond in 1966 en groeide op in
Raamsdonksveer, waar hij nog woont.
Zijn atelier is gevestigd in een loods in
Bavel. Daar maakt hij zijn opmerkelijke
schilderijen, waarin steevast een kinder
hoofdje figureert - symbool voor de herin
nering van waaruit de schilder zegt te
werken. „Tekenen deed ik altijd al," ver
telt Krielaart. „Mijn eerste echte schilde
rij maakte ik toen ik 13 was. Mijn grote
voorbeeld was Jeroen Bosch. Verder werd
mijn fantasie gestimuleerd door science
fiction en door de Griekse mythologie. In
mijn eerste schilderij kwamen al die ele
menten samen, een kakafonie van beel
den." Toen hij 17 was ging Jeroen Krie
laart naar de dagopleiding van Sint Joost.
„Maar dat bleek te jong te zijn. Na een
jaar ben ik gestopt. Ik heb toen in Breda
de heao gevolgd en daarna nog een paar
jaar economie gestudeerd aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam.
Daarna meldde ik me alsnog bij Sint
Joost, voor de avond-opleiding, die trou
wens hetzelfde programma biedt als de
dag-opleiding. Overdag werkte ik als
monteur bij een keukenfirma."
Is dat niet een wereld van verschil, kunst
en ecomonie?
„Nee, want in beide gevallen gaat het er
om dat je moet leren problemen op te los
sen, analyses te maken. Ik maak van mijn
Jeroen Krielaart met twee van zijn schilderijen uit de serie 'Populatie'. „Mijn grote voorbeeld was Jeroen Bosch. Verder
werd mijn fantasie gestimuleerd door science fiction endoor de Griekse mythologie.foto de stem/johan van gurp
schilderijen altijd een rationele analyse
achteraf. Ook de aanleiding voor een
schilderij is vaak rationeel. Ik-sta wan
trouwend tegenover kunstenaars die
emotie aanvoeren als drijfveer."
Toch zeg je dat elk schilderij vanuit een
herinnering begint.
„Herinnering is de eerste aanleiding voor
een schilderij, maar tijdens het schilderen
komen er de abstracte eigenschappen van
het schilderij bij."
De abstracte eigenschappen?
„Dat zijn dingen die niet te maken heb
ben met het onderwerp of de afbeelding,
maar met het schilderen zelf. Je hebt eerst
een beeld nodig, een algemene sfeer, dat is
genoeg als aanleiding, en dan ga je schil
deren. Vanaf dat moment draait alles om
het schilderen zelf, om het materiaal, de
verf die door je vingers loopt, de geur die
je ruikt."
„Ifcdenk dat- ik met mijn werk in deze tijd
sta. In de jaren '70 is het schilderen dood
verklaard,' Titt is het helemaal terug. Voor
veel kunstenaars is tegenwoordig het
werken met de materie, met de verf zelf,
het belangrijkste."
Betekent dat ook een hernieuwde nadruk
op het leren van schildertechnieken op de
academie?
„Nee. Technieken moet je zelf leren. Al
schilderend en experimenterend kom je
problemen tegen. Bij de oplossing van die
problemen word je geholpen door de lera
ren, maar die stellen zich meer op als toe
komstig vakbroeder dan als leermeester."
Wat leer je op de academie dan wel?
„Je leert het ontwikkelen van je eigen idi
oom. Je leert om je voortdurend af te vra
gen: wat ben ik aan het doen? Waar gaat
dit over? Schilderen is een wisselwerking
tussen intuïtie en ratio. Tussen die twee
bestaat in de kunst geen onderscheid. Ge
voel en verstand: dat is een kunstmatige
scheiding. Schilder ben je voortdurend en
helemaal. Het neemt je volledig in beslag.
Het zit voortdurend in je hoofd, je zit er
middenin. Het is je leven."
Houdt dat in datje eigenlijk fulltime kun
stenaar zou moeten zijn? Jij zelf hebt er
een baan in het bedrijfsleven bij.
„Kunstenaars moeten zichzelf onderhou
den, vind ik. De bijstand is niet voor hen
bedoeld. Die is bedoeld voor mensen die
niets anders hebben, niet om kunstenaars
op de been te houden. Je kunt als kunste
naar zelf initiatieven onwikkelen. je moet
galeries, verzamelaars en bedrijven bena
deren die in jouw werk geïnteresseerd
zijn. Je kunt heel goed commercieel om
gaan met kunst die niet commercieel is.
Als dat allemaal niet lukt, dan moet je
zorgen dat je op een andere manier brood
op de plank krijgt."
Aan de weg timmeren met zijn werk doet
Jeroen Krielaart. „Na mijn eindexamen
afgelopen juli reageerde de eerste de bes
te galerie die ik benaderde. Dat was De la
Tour in Amsterdam. Die gaven mij een
expositie. Binnen de kortste keren was al
les verkocht. In één keer was ik al mijn
werk kwijt. Daar schrok ik wel van."
Onverwijld toog de schilder opnieuw aan
het werk. De schilderijen die nu te zijn te
zien in Amsterdam en in Breda dateren
allemaal van september en oktober 1996.
„Kunstenaars zijn ambitieus, héél ambi
tieus," zo verklaart Krielaart zijn gedre
venheid. „Ambitieuzer dan de president
directeur van Shell. Je streeft Ms kunste
naar naar een stukje onsterfelijkheid.
Kijk maar naar Rembrandt. Iedereen
kent zijn naam, maar de hoogste baas van
de Verenigde Oostindische Compagnie is
iedereen vergeten."
Heeft Jeroen Krielaart niet het idee dat er
tegenwoordig te veel kunstenaars zijn?
„Er zijn niet te veel kunstenaars. Er zijn
er wel te veel die zich kunstenaar noemen.
Toen indertijd de BKR werd opgeheven,
zijn een hoop van die kunstenaars er ge
woon mee gestopt.
Want er was geen geld meer te verdienen
zonder iets uit te voeren. En op de kunst
academie zitten veel studenten met een
negatieve motivatie. Die zitten daar al
leen maar omdat ze niet weten wat ze an
ders moeten doen."
Jeroen Krielaart heeft een levensbeschou
welijk motto dat is ontleend aan de Ro
meinse filosoof Seneca: „Onze vergissing
bestaat hierin dat wij de dood als iets in
de toekomst beschouwen. Een groot deel
ervan behoort al tot het verleden. Alles
wat van ons leven achter ons ligt is in de
handen van de dood."
Krielaart: „Ik schilder vanuit een gevoel
van vergankelijkheid, van doodsbesef.
Het leven bestaat uit herinneringen, uit
dingen die geweest zijn, die dood zijn.
Herinneringen hebben iets magisch, zo
iets als een kind ervaart dat de wereld in
kijkt."
De expositie van Jeroen Krielaart in het ar
tiestencafé van het Chassé Theater is nog
te zien op zaterdag 11 januari van 16.30-
18.00 uur. In Amsterdam zijn in gebouw
De Zaaier aan de Keizersgracht 22 schilde
rijen van Krielaart te zien tot en met zon
dag 12 januari.
I
AMSTELVEEN
Cobra Museum voor Moderne Kunst - overzichtstentoonstel,
ling van Carl-Henning Pedersen - 200 kunstwerken - periode 193c.
1996 (t/m 19 jan)
AMSTERDAM
Rijksmuseum Stadhouderskade 42 - Jan Steen, schilder en vertel
Ier - ma t/m zo 10.00-19.00 uur (t/m 12 jan)
Van Gogh-museum, Paulus Potterstraat 7: overzichtstentoonstel,
ling van Lawrence Alma-Tadema (2 mrt). Di-za 10-17, zo 13-17 uur
Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13: Twintig jaar beelden
de kunst in Suriname 1975-1995 (16 febr). Ma-zo 11-17 uur.
ANTWERPEN
Museum voor Schone Kunsten - 'Het volk ten voeten uit' - Natu.
ralisme in België en Europa 1875 - 1915 -di t/m zo - 10.00-17.00 uur
(tot 16 feb)
Museum voor Fotografie - 'Working it out' - fotografie van Jero
me de Perlinghi - dagelijks (behalve ma) tot 2 febr. - Pioniers in
beeld - Belgische fotografen 1839-1905 - dagelijks (behalvema).
10.00-16.45 uur (tot 16 feb)
BERGEN OP ZOOM
Het Markiezenhof Steenbergsestraat 8 - Reindert Homan ore-
fiek - di t/m zo 14.00-17.00 uur (t/m 19 jan)
BREDA
Chassé Galerie - Claudius Prinsenlaan 8 - Ton Zwerver/fotowerken
(t/m 16 jan) - Leonne Hendriksen/textiele werken (vanaf 11 jan)
Galerie Artiestencafé - Claudius Prinsenlaan 8 - Jeroen Krie-
laart/schilderijen - Alexandra Rouppe van der Voort/levensbelever
za 16.00-18.00 uur (t/m 16 jan)
Centrum Voor Beeldende Kunst De Beijerd - Boschstraat 22 -
'De vorm van Ahrend 1896-1996' - (t/m 19 jan) - '50 beste boeken'-
i.s.m. Stedelijk museum Amsterdam en de Stichting CPNB (t/m 19
jan) - '25 x Sal Meijer' - de privecollectie Vecht (t/m 19 jan)
Galerie Molenaars Ginnekenweg 79 - Salon d'Hiver - terugblik en
vooruitkijken - diverse kunstenaars (t/m 31 jan)
Lokaal 01 Kloosterlaan 138 - Project A Cumulus - Kunstenaars van
Lokaal (t/m 12 jan) - werken van Reinaart Vanhoe en Dagmarde
Pooter(t/m 12 jan)
NBKS Nieuwe Brabantse Kunst Stichting Reigerstraat 16 - Jan
Merx/openingen, Jan Goossen/objecten en Theresa Ferket/schilde-
rijen (12 jan t/m 16 feb)
BRUGGE
Mey's Art Gallery - werk van Rik Slabbinck - ma t/m za 9.00-12.00
uur en 13.30-18.30 (t/m 15 feb)
DEN BOSCH
Noordbrabants Museum - De muze achterna - tien grafische kun
stenaars over Brabant 200 (t/m 12 jan) - Joods leven in Brabant (t/m
9 mrt)
EINDHOVEN
Van Abbemuseum - Vonderweg 1 - ID - Een internationale ver
kenning naar het begrip identiteit in de hedendaagse kunst - diver
se internationale kunstenaars- di t/m zo 11.00-17.00 uur (t/m 9 feb)
GENT
Museum van Hedendaagse Kunst - 'De Rode Poort' - kunst van
40 internationale 20e eeuwse kunstenaars - dagelijks behalve ma-
09.30-17.00 uur (tot 3 feb)
HULST
Galerie van Geyt - Wintertentoonstelling - werken van Berserik,
Horman, Szikra, Verwey, Wouters e.a. - ma, wo t/m vr 09.00-12.00
en 14.00-18.00 uur, za 09.00-17.00 uur, zo 14.00-18.00 uur (tot 26
jan)
OTTERLO
Kröller-Müller Museum - Franz West Proforma - sculpturen, in
stallaties en collages (t/m 19 jan)
i:L 1 mm JJ9SÜ ,j
ROOSENDAAL
Tongerlohuys Molenstraat 2 - door stichting Int Heyderadey
Theo Koster/gemengde techniek (tot 13 jan)
TILBURG
Scryption Spoorlaan 434a - Calligrafie in Drievoud - overzicht
Westen, Verre Oosten en Arabische wereld (t/m 13 apr) di t/m vr
10.00-17.00 uur - za en zo 13.00-17.00 uur
De Pont stichting voor Hedendaagse Kunst, Wilhelminapark I
- installatie van Christian Boltanski (14 apr). Di-zo 11-17 uur.
Door Frits de Coninck
Georges Vantongerloo is terug
in zijn geboortestad. Geboren
in 1886 in Antwerpen en daar
en in Brussel opgeleid aan de
kunstacademie, heeft hij zich
opgehouden op die plaatsen
waar in de eerste helft van de
twintigste eeuw de abstract-
moderne kunst zich heeft ont
wikkeld.
Vantongerloo heeft daaraan met
zijn ideeën en met zijn werk en
heel actieve bijdrage geleverd die
in België maar ook in Nederland
ten onrechte zeer onderbelicht is
gebleven. Als gevolg van de Eer
ste Wereldoorlog zocht hij, net
als zoveel andere Belgische kun
stenaars, zijn toevlucht in Ne
derland en raakte daar nauw be
trokken bij de groep rond De
Stijl. Het was Theo van Does
burg die hem in 1917 ontdelcte en
hem bij De Stijl betrok.
Ook na zijn vestiging in Parijs, in
1927, bleef hij contact houden
met Mondriaan met wie hij ove
rigens ook zeer van mening ver
schilde. Maar dat was deel van
de intellectuele discussie die in
de eerste decennia van deze eeuw
op diverse plaatsen in Europa
gevoerd werd op weg naar een
zuivere, abstracte kunst.
Georges Vantongerloo is een van
de weinige Belgische kunste
naars die meetellen in de ge
schiedenis van de moderne kunst
en het is daarom zo merkwaardig
dat er juist in België vrijwel geen
museale aandacht voor hem is
geweest. In Nederland zijn er in
ieder geval de laatste jaren, mede
onder invloed van de Mond-
riaanbelangstelling, enkele be
langrijke studies verschenen
waarin Vantongerloo een duide
lijk plaats krijgt. Maar de Neder
landse musea bezitten ook vrij
wel geen werk van hem.
In het beeld van De Stijl mag
Vantongerloo niet ontbreken, al
leen al niet om zijn rol als aan-
scherper van theorieën. Een
functie die hij zijns ondanks had.
Het corresponderen over zijn ar
tistieke betekenis droeg wel bij
aan het preciseren van de Stijl-
theorieën. Daarom en natuurlijk
ook om de eigen weg die Vanton
gerloo gegaan is in het modernis
me, is de tentoonstelling die ga
lerie Ronny Van de Velde aan
hem wijdt, zo de moeite waard.
Het begrip galerie is in het geval
Van de Velde weliswaar duide
lijk iets anders, ik bedoel groot
ser, dan wat wij daar in Neder
land gewoonlijk onder verstaan,
toch is het buitengewoon merk
waardig dat een particuliere on
derneming als Van de Velde deze
museale presentatie van een be
langrijke Belgische kunstenaar
uit de twintigste eeuw voor haar
rekening neemt en niet het een
paar honderd meter verderop ge
legen Museum van Schone Kun
sten.
Terwijl het grote museum sinds
1995 (Antwerpen culturele
hoofdstad van Europa) van de
echte kunstagenda verdwenen
lijkt, heeft Van de Velde de afge
lopen jaren overzichten ingericht
van invloedrijke kunstenaars als
James Ensor, Magritte en Féli-
cien Rops uit de eerste helft van
onze eeuw en van een eigentijds
kunstenaar als Panamarenko. Zo
eert België zijn grote zonen.
De tentoonstelling beslaat de
drie verdiepingen van de galerie
en bevat naast tekeningen en
schilderijen ook beelden (die al
lemaal opvallend klein zijn), ma
quettes, gebruiksvoorwerpen en
meubels. We zien dat ook bij de
andere Stijlkunstenaars: kunst
mocht zich niet beperken tot het
klassieke domein van de schone
kunsten, de artistieke opvattin
gen strekten zich ook uit tot de
dagelijkse leefomgeving van de
nieuwe mens. Met name Rietveld
en Mondriaan hadden daar uit
gesproken ideeën over.
De tentoonstelling is chronolo
gisch opgebouwd. Ze begint, ty
pisch, met een schilderij van een
meisje in Volendammer dracht
uit 1915. Vantongerloo is gewond
de Eerste Wereldoorlog ont
vlucht en heeft een goed heenko
men gezocht in Nederland, in
Den Haag. Dat Haagse werk
heeft nog niks van het modernis
me. De geest van Cézanne is na
tuurlijk wel overduidelijk aan
wezig. Een analyse van de zicht
bare werkelijkheid in losse ele
menten, losse penseeltoetsen,
transparante verf, het negeren
van het licht als een illusie van
de naturalistische werkelijkheid
en in plaats daarvan het gebruik
van de open plekken van het
schilderslinnen.
Het was Cézanne die aan het be
gin stond van de moderne kunst
met zijn strijd tegen het valse
idee als zou een plat schilderij
een drie-dimensionale werke
lijkheid kunnen verbeelden. Een
schilderij speelde zich voor hem
af aan de oppervlakte van het ge
schilderde doek, zonder de illusie
van iets anders. In de kring van
De Stijl werd die theoretische
discussie voortgezet waarbij
Vantongerloo in de ogen van Van
Doesburg en Mondriaan niet zui
ver genoeg was. Maar de echte
verwijdering werd pas definitief
rond 1925. Eerst werd hij ont
dekt door Theo van Doesburg die
Mondriaan wist te interesseren
voor de Belg.
Op grond waarvan wordt goed
duidelijk in een drietal kleine
studies uit 1918, Vantongerloo
verblijft dan nog altijd in Den
Haag. Het zijn studies op papier,
twee in aquarel, een in gouache
techniek. De eerste toont een
vrouw in leunstoel in een interi
eur, uiteraard niet naturalistisch
meer geschilderd maar in min of
meer losse lijnen en penseelstre
ken. In de tweede studie worden
de lijnen en toetsen gesloten, ge
ometrische vlakken in rood,
blauw, groen, geel en bruin. De
nog herkenbare vorm van de
vrouw is gereduceerd tot een ab
stractie in kleur en vlak. De
schaal is nog dezelfde.
In de derde studie is de schaal
vergroot en zijn de niet-primaire
kleuren groen en bruin verdwe
nen. In het bestek van enkele
tientallen vierkante centimeters
een samenvatting van wat zich
tussen Cézanne en Mondrian vol
trok: een ontwikkeling van zui
vere abstractie, de geboorte van
de moderne kunst dus. Rond
1917 krijgt hij contact met De
Stijl, waarschijnlijk via Van
Doesburg. In september 1918 on
dertekent hij het manifest van
De Stijl, en wordt meteen ook de
jongste medewerker aan het
blad. Tussen 1918 en 1920 publi
ceert hij een aantal artikelen on
der de titel Réflexions.
Het was een deelname aan het
artistiek-intellectuele proces, op
zoek naar een zuivere beelding.
Het was duidelijk dat Vanton
gerloo daar andere ideeën over
had dan de anderen. Meer nog
wellicht dan in het wel of niet ge
bruiken van louter primaire
kleuren, manifesteerde zich het
meningsverschil in de tegenstel
ling intuïtie versus wetenschap.
Voor Vantongerloo was kunst
wetenschap, en hij bedoelde
vooral wiskunde.
Zijn Construction dans la sphere
uit 1918 is van die opvatting het
resultaat. Een verrassend klein
beeld dat opgebouwd is uit drie-
en rechthoeken en een bol. De te
keningen die aan het beeld voor
afgaan, laten zien hoe volkomen
doordacht de constructie is. Alles
staat in verhouding tot elkaar.
Het centrum is de bol, maar ook
de buitenvorm is in wezen bol
vormig.
Om de buitenste grenzen van de
constructie kun je een cirkel te
kenen waarin het beeld van elke
kant uit gezien perfect past. Hij
heeft vier versies van het beeld
gemaakt. De eerste is de vol
maakt geometrische, elke vol
gende is opener en plastischer.
Zijn interesse voor de wiskunde
als grondslag voor de kunst oogt
toch ook wel als een flirt. Op de
tentoonstelling zijn een aantal
schetsen te zien van composities
in het Stijlidioom met een hele
boel berekeningen in potlood, als
zouden al die getalletjes ten
grondslag liggen aan dat ene
schilderij.
Dat gekoketteer met weten
schap, het gebruik van de zeven
kleuren van het spectrum en zijn
werken naar de natuur verwij
derden hem van Mondriaan die
een veel intuïtiever soort kunste
naarschap voorstond. Mondriaan
was ook veel meer schilder dan
Vantongerloo.
Ook door zijn vertrek naar
Frankrijk verwaterde het con
tact met De Stijl. Vantongerloo
hield zich voortaan bezig met het
ontwerpen van een brug over de
Schelde bij Antwerpen, gebou
wen als blokkendozen, luchtha
vens en meubels. De brug en de
luchthavens waren volstrekte
utopie, bouwfysisch absoluut
niet doordacht. Maar interessant
zijn ze wel omdat ze 70 jaar gele
den gedroomd werden en ons nu
zo vertrouwd toeschijnen.
Rond 1937 voltrok zich in Van-
tongerloos werk een verandering
die voor De Stijl een absolute
doodzonde zou zijn geweest. Het
strenge schema van de horizon
talen en verticalen wordt door
broken door krommen. Niet lan
ger meer de wiskunde als inspi
ratiebron maar zoals hij zelf for
muleerde de grootsheid van wat
men ruimte noemt.
Als hij na de Tweede Wereldoor
log in zijn beelden kunststoffen
gaat toepassen, waaronder plexi
glas, ontstaan de decoratieve ob-
1 'Construction dans la sphere' van Georges Vantongerloo
jecten die hangen en liggen op de
bovenverdieping van de galerie.
Een klein universum waarin na
genoeg geen rechte lijn meer te
bekennen valt en waarin de
zwaarte van de meubels en de
strengheid van de schilderijen
vervangen zijn door een elegante
en ongrijpbare lichtheid die en
kel nog de zinnen streelt,
staat dat veraf van de droom
het modernisme, het beeld van
nieuwe mens.
Georges Vantongerloo is tot 3'
maart te zien bij 9aler'® rtkaai
Van de Velde, Uze,r?"P°° pend
3, Antwerpen. Dagelijks geop
van 10 tot 6 uur.
Door Johan Diepstraten
$as de debuutroman Het
meesterstuk van Anna Enquist
ibaseerd op de opera Don
Giovanni van Mozart, ook
haar nieuwe roman Het ge
heim staat in het teken van de
klassieke muziek. Hoofdper
soon Wanda is de briljante
concertpianiste die van haar
leraar Biermans heeft begre
pen wat de essentie van het
spelen is. 'Alles wat je voelt
moet je vertalen in techniek.
Als je speelt moet dat tweeta
lig zijn. Wie alleen in de tech
nische taal kan spelen, is mis
schien virtuoos, maar saai.
Wie alleen de gevoelstaal
ipreekt, is expressief, maar
onbeheerst. Het geheim is de
tweetaligheid.'
Wat voor de muziek geldt, gaat
eveneens op voor het schrijven
van een roman. In feite geeft An
na Enquist met dit geheim van
ïiermans haar literaire credo af.
h literatuur gaat het om een
loortgelijke tweetaligheid, na
melijk het evenwicht tussen het
ioofd en het hart, tussen het
verstand en het gevoel,
iet als in haar vorige roman ba-
anceert Anna Enquist op de
>rens van het sentimentele en
jathetische. In Het meesterstuk
jorrelen de emoties hoog op met
6e verwikkelingen van het kun
stenaarsgezin Steenkamp en de
dood van de tienjarige Saar. Het
geheim bestaat eveneens uit een
aaneenschakeling van dramati-
iche gebeurtenissen. De lezer die
van veel verhaallijnen, subplqtg
:n emotionele ontwikkelingen
loudt, heeft met Het geheim een
roman in handen die hij in één
ruk uitleest.
Het zal wel toeval zijn dat er on
geveer tegelijkertijd twee ro
mans verschijnen die qua intrige
identiek zijn. Het geheim is in
veel opzichten haast een kopie
van Mijn Peepee van Annie van
Keymeulen waarin dochter Er
nestine achter de ware identiteit
van haar vader komt. De con
certpianiste Wanda Wiericke
ontdekt aan het einde van Het
geheim wie haar echte vader is.
Het zal ook wel toeval zijn dat in
heide boeken de psychiatrische
inrichting zo'n belangrijke rol
speelt. In Mijn Peepee wordt
daar de vermoedelijke vader
verpleegd, in Het geheim is het
de locatie waar broer Frankie is
ondergebracht. Dat Wanda een
relatie aangaat met de behande
lende arts Bouw Kraggenburg, is
de rode draad door de roman.
"et geheim lijkt in het begin een
warrige compositie te hebben
vanwege het wisselende per
spectief. De roman opent met de
verhuizing van de ongeveer zes
tigjarige Wanda naar Frankrijk
&oor Petra Quadvlieg
Wee nieuwe boeken over Cesare
y®se' waaronder een juweel van
wcgrafie van Hein Aalders en
v winder. En een vertaling van
ses roman Het huis op de heu
-een van de hartstochtelijk
nederigste en minst cynische mer
e ooit op aarde hebben geleefd.'
ver^/661^ over een bewonderde scl
naar '6, ln ziin voetsporen treedl
Werkt 6 p aatsen gaat waar hij heeft
sehrm,8n |ew°ond, en waar hij over
en Jan? üft?"' schrijven Hein Aal,
Jelfmn Ihwinder in Een man alleen
Een van Cesare
Pavese.
liefrWeii °"een bewijst dat jarenl.
schriive u omgang met het werk vai
een bn? leiden tot een juweeltj,
Z W°Vrdie schrijver Het ver
Waar P„ pelgrimage naar de piel
sen M TtóinW°0nde 6n Werkte pl
Santo stT1 ®n m Z13n geboorte,
aanse stree'"1- in de Noord-i
dig literair
tel1öJSn?KoStwinder hebben het
Beven en Jsn.aPPin9skunstenaar tl.
Sn'd die l!ftlen^rachtigenaa.m
een voorb
me
'ei De *"uiucl neDDenn
Beven en f^Vpmgskunstenaar
'emand Hi» n Pracbhge na
mad wist r? leven eigeahjk
daardoor Llü wist hoe te leve:
'even te onto nd beziS was aal
voor de a fnappen> Totdat hij tens
t0en hij op °"tsnaPPing
2-jarige leeftijd in een