Weekend Rouw Justitie laat verpleger die psychiatrische patiënte verkrachtte gaan DESTBM Ooit wps. Yera (20) een opgewek te, vrolijke meid. Een dramati sche gebeurtenis in 1993 zorgde voor een radicale verandering. Vera werd depressief, psycho tisch en zelfs suïcidaal, waar door ze ruim anderhalf jaar gele den uiteindelijk terecht kwam op de gesloten afdeling van het Psychiatrisch Centrum Nijmegen (PCN). Al die tijd geloofden haar ouders dat Vera daar in goede handen was. Totdat Vera drie maanden geleden met het schok kende verhaal naar buiten kwam herhaalde malen te zijn ver kracht door Remco (41), nacht- verpleegkundige in het PCN. Remco werd gearresteerd en bekende prompt. Nadat er pro- ces-verbaal was opgemaakt wegens 'ontucht binnen een gezagsafhankelijke verhouding' stond Remco een dag later al weer op straat. Volgens justitie was er namelijk 'geen gevaar voor herhaling'. Vera's ouders zijn verbijsterd: „Hoe is het mogelijk dat ze de verkrachter van ons kind zo maar laten lopen?" Lang opblijven Signaal Ergste leed Tweestrijd Zware kluif Verbitterd 'Rotte appel' Schadeclaim Spoor ARI 1997 E2 ZATERDAG 4 JANUARI 1997 roepen: 'Laat ik maar e drinken'. Iedereen 'sico's oplevert voor ij normaal gebruik eer, heeft koffie juist ffect. Bovendien ver prestaties, het geheu- intuigen (zien, horen, ermoeidheid.' 'Wie matig drinkt - ag - loopt minder ri ekten dan geheelont- ode wijn betreft. So- t van de matige alco- doorgaans een beter ijker in, zijn ereatie- uden, gefrustreerd of dat ze zichzelf af en n, en niet verkrampt mdat ze voortdurend zondheid in de waag- ositieve effecten wor- zodra men meer dan kt.' 1: 'Er heerst een chole- eent dat het verlagen iveau (normaal: 5,2 aatziekten voorkomt, kers hebben ontdekt lwaarde onder de 4,8 elfdoding drie keer zo ega's hebben aange- rolspiegels samengaan lfmoordneigingen. Bij hoogt het de kans op Bovendien heeft het ig te maken met onze en weinig effect. Laat en aanmerkelijk ver- atie wordt helaas niet 'n plaats van te genie mensen zich voortdu- 1: 'Een heikel onder seer ik niemand om te aar wie met plezier vijf r dag rookt, hoeft ook en overal wordt geha- idsrisico's van -roken, het effect van roken op ief als ook rekening andere factoren, zoals: onlijkheid, woon- en olesterolniveau, eerde- n voeding. Negatieve 'e, is vele malen belas- eid dan roken.' wijzen uit dat nicotine teren, rust geeft of juist teit, de effecten van ne- "ert, de concentratie en erbetert,' beweert Snel sen die met plezier ro ttig, harmonieus, ont- oed omgaan met stress, akt de mens weerbaar- er als het roken gecom- doende groente en fruit atige hoeveelheden ni- rhol zijn van grote waar- ■an het leven.' :oek dan het waarschu- sdici, overheid en de an- ortdurend voorhouden, n Snel soms gesponsord r- en tabaksindustrie? ,s door de vraag meteen er, geen pr-man. Het feit :h bent over mijn bewe- een commerciële link k u geïndoctrineerd bent s en de fatsoensrakkers re effecten van roken en n. Iemand die het lef er ook positieve kanten jaar per definitie ver- rd, een beetje humeurig ig drinken en roken? roken nooit." Mag!, uitgeverij Kosmos, trekking in de NieW»e FOTO ANP [te leeftijd heeft zijn charme, troost de brre- ventherapeut van de wekelijkse damesbijbel. Het zal best, maar het feit dat zo'n verzeke- nng nooit aangetroffen wordt in blaadjes voor de jeugd, maakt de volkswijsheid ver dacht. Het gaat altijd over de onvermoede aantrekkelijkheid van rimpels, hangbillen en door het leven getekende kojjpen. Het is geen imp, antwoordt de Lieve Lita dat snelheid, energie en uithoudingsvermogen teruglopen, «staat meer dan genoeg tegenover. Na veer tig jaren onzeker oefenen zijn de angsten weg. Eindelijk gewoon jezelf zijn. Geen ge dachte aan buren, vrienden of collegae die je pog tegenhoudt. De namaak leren broek loeit weliswaar om bovenbenen en drukt de opgezette oude mannenmaag omhoog, maar halverwege de af te leggen weg is tenslotte loth het moment gekomen om geestelijk vrij enjong te zijn. Het is allemaal quatsch. Onafhankelijkheid verschijnt niet met de jaren, mentale jeugd evenmin. Wie ouder wordt, ontmoet de dood. Onherroepelijk en met regelmaat. Overlijdensadvertenties zijn het eerste en be langrijkste nieuws. Het begrafenispak hangt voorin de klerenkast en er ontstaat een nooit gewilde ervaring in meelevende condoleance- teven. Uit het oog verloren neven, studie- énden en oudcollegae worden nog slechts ontmoet in crematoria, in stemmige aula's met slappe koffie en vochtige cake. Dierbaren ben nog uitsluitend voort in gedragen woor den van waardering en herinnering. Herden ken is gewoon en de taal en stijl van het in memoriam is vertrouwder voor de middelbare dan het ritme en de beat van de top veertig. Het is niet altijd zo geweest. Ook vroeger werd er natuurlijk overleden, eerder zelfs en dus smartelijker. Hele dorpen liepen uit, weg getrokken en uitgehuwlijkte achternichten kwamen terug voor de laatste gang. In stem mig zwart en op gedragen orgeltonen schreed de kist naar de open groeve. Achterin de rij werd de laatste nieuwtjes uitgewisseld en ontstond reeds het begin van het nakerk- hofse begrafenismaal. Dood was een weliswaar treurige, maar ver wachte onderbreking van het vastliggende patroon. Er waren er zoveel. Elke familiege schiedenis had zijn jaarlijkse momenten van samenkomst. De vijftigjarige bruilöft van opa en oma, het zilveren huwelijksfeest der derde dochter en de doop van de eerste stamhouder van de vierde generatie. Er werd gerecipieerd worm van majesteitelijk eremetaal bij bet veertigjarig magazijnmeestersjubileum van de buurman, de boerenbond bestond een halve eeuw en het was dus feest, de pastoor voelde zich vijftig jaar gehuwd met god en elk schaapje en voormalige parochiaan leverden een bijdrage en hieven het glas. Erwordt niet meer getrouwd, gedoopt en ko ninklijk onderscheiden. Waar het nog wel ge tart, geschiedt het en familie. Een tafel on der het teken van de toekan of een weekend je buitenlucht. Drie bungalowtjes worden ge huurd en het gezin inclusief aangetrouwde annexen trekt zich terug voor open haard en in het golfslagbad. Veertig jaar bij een baas is niet langer een ver dienste. Het heet dat de werknemer over te weinig intiatief en durf beschikte om zijn ge luk en promotiekansen elders te beproeven. Gouden en zilveren bruiloften worden tot zeldzaamheid in de scheidingsstatistieken, reünies van studiegenoten zijn geofferd in het didactisch fusiegeweld en de jaarlijkse uitstap jes met ou d bed rijf sgenoten blijken geschrapt bij de eerste tegenvallende concernresuitaten. Alleen de uitvaart is nog over. Bij veertig be slot het leven, beweert de scheurkalender. Maar ook dat blijkt een vergissing. Of min stens een onvolledigheid. Leven met de dood begint op dat moment. Bij elke postbestelling bestaat de kans op een enveloppe met grijze 'and. In feite niets bijzonders, zo was het voor de vorige generaties ook. Alleen hadden die de dierbare afgestorvene en alle andere be- S'afenisgastenTrie maanden geleden nog ontmoet bij het afstuderen van de oudste neef of bij de eerste communie van het jong ste kleinkind. Nu moeten alle nieuwtjes en laatste ontwik kelingen wel uitgewisseld worden na de wel gemeende afscheidswoorden in de kille, te We hal van het gebouw voor iijkverbran- «g. Maar niemand durft het echt, want er werst onwennigheid onder de aanwezigen. Dp zachte toon wordt er gegroet, er is immers Soon vast patroon van familiegeschiedenis "teer. Rouw verbindt dit moment met het vo- maar bedrukt tegelijkertijd. Want ook de v%nde ontmoeting, beseft iedereen, zal van hetzelfde karakter zijn. Alles went. Zeker na verloop van tijd. Maar o°k dat dood het enige doorlopende verband Het trieste dossier van Vera Met Vera gaat het ondertussen slechter dan ooit. Ze zit weer op de gesloten afdeling en is dus terug bij af. Door Dorine Steenbergen De gebeurtenis in 1993 waardoor alles anders wordt, vindt plaats in de Belgische Ardennen, waar de toen zestienjarige Vera met haar klas op schoolkamp is. Tijdens een tochtje wildwater varen, slaat Vera's kano om en komt zij er on dersteboven in vast te zitten. De anderen staan vanaf de kant toe te kijken hoe zij wan hopig worstelt om boven te komen. Het is een andere Vera die van dat kamp thuiskomt. Haar ouders: „Ze verkeerde in een shocktoestand. Ze was alle vertrouwen kwijt in de mensheid." Op aanraden van de huis arts gaat ze onder behandeling bij een psy chiater, maar die lukt het niet om de oude Vera weer terug te halen. En wanneer ze in het voorjaar van 1995 suïcidaal wordt, rest enkel nog opname in een psychiatrische in richting. Vera komt terecht op de gesloten afdeling van het Psychiatrisch Centrum Nijmegen (PCN) waar ze tot op heden verblijft. Ze zit dan al onder de medicijnen: alleen met behulp van antidepressiva en kalmerende middelen kan ze het leven enigszins aan. Haar ziektebeeld wordt omschreven als een borderline per soonlijkheidssyndroom: een psychische stoornis als gevolg van de traumatische ge beurtenis op het schoolkamp. In het PCN krijgt ze al gauw te maken met Remco, die er een van de vier nachtverpleeg kundigen is. Bij toerbeurt heeft hij van elf uur 's avonds tot acht uur 's ochtends de touwtjes in handen in de inrichting die met circa tweehonderd patiënten tot de middel grote behoort. Remco's kantoortje bevindt zich op de afdeling van Vera en de directie van het PCN omschrijft zijn functie als 'zeer verantwoordelijk en zelfstandig'. De lange opblijvers onder de patiënten, en Vera is er een van, kennen hem allemaal. Vera stelt het moment van slapen gaan zo lang mo gelijk uit, panisch benauwd als ze is voor de dromen die haar telkens opnieuw mee terug voeren naar dat riviertje in de Ardennen. Lo gisch dus dat de patiënte het gezelschap zoekt van de nachtverpleegkundige, met wie ze het aanvankelijk goed kan vinden. Ook Remco mag haar, zelfs zó graag dat hij de noodzakelijke afstand die het contact tus sen hulpverlener en patiënt vereist, finaal uit het oog verliest. Als Vera eindelijk naar bed toe is, dringt hij haar kamer binnen, spreekt op haar in, vleit haar en haalt haar over om met hem te vrijen. De labiele Vera, murw door de medicijnen en in de war door de spe ciale aandacht van de verpleegkundige die in wezen 'de baas' over haar is, laat dat gebeu ren. Van geweld in fysieke zin is daarom geen sprake en het zou later precies dat aspect zijn dat Remco tegenover politie en justitie bena drukt als het 'bewijs' dat Vera en hij 'een re latie' hadden. Aan de buitenwereld is Vera niet in staat dui delijk te maken dat er 's nachts dingen gebeu ren die zij niet wil. Al laat ze aan de dagverpleging wel door schemeren het niet prettig te vinden dat Rem co 's nachts plompverloren haar kamer bin nenkomt die, om begrijpelijke redenen, niet op slot kan. Maar Remco's collega's lijken daar niets achter te zoeken; er wordt in elk geval niet hardop over gesproken noch wordt Remco om opheldering gevraagd. Ondertussen baart het Vera's ouders zorgen dat haar toestand, zonder dat daar een aan wijsbare reden voor is; zienderogen achteruit gaat. Die zomer ziet ze kans om op een onbe waakt ogenblik haar arm in brand te steken. Haar ouders: „Nu weten we dat Remco in die tijd volop bezig was met zijn smerige spelle tjes. Dat verwonden van zichzelf was voor Vera de manier om te zeggen dat er iets heel ergs aan de hand was. Alleen heeft niemand dat signaal begrepen." In augustus 1995, wanneer Vera zo'n drie maanden in het PCN verblijft, komt er een einde aan de heimelijke bezoekjes van Remco aan haar kamer. Hij neemt ontslag, omdat hij gaat emigreren naar Nieuw-Zeeland. Honds brutaal wil de man bij zijn afscheid Vera een aandenken geven in de vorm van een cadeau tje, maar als de leiding dat 'niet te tolereren' noemt, legt Remco zich daarbij neer. Al zou ook toen niemand hebben vermoed dat Rem co's gevoelens voor Vera verder gingen dan wat oorbaar is tussen verpleegkundige en patiënt. Pas nadat ze dit najaar met haar verhaal naar buiten is gekomen, vertelt Vera tegen haar ouders 'verschrikkelijk opgelucht' te zijn ge weest toen ze veronderstelde dat Remco voor goed uit haar leven was verdwenen. Al duurt het toch nog lang voordat het bergopwaarts met haar gaat. Pas tegen de zomer van dit jaar is ze zo ver gevorderd dat ze naar de open afdeling kan. Wat inhoudt dat ze in het ver volg in haar eentje het terrein af mag, voor een wandelingetje, een boodschap of om het weekend thuis door te brengen. Haar ouders zijn vol goede moed dat het ergste leed nu ge leden is. Maar dan ineens is Remco daar weer, even te rug uit Nieuw-Zeeland, die haar als 'een ge wone gast' komt opzoeken in het psychia trisch centrum waar hij nu geen dienstver band meer mee heeft. Of hij belt net zo lang naar de huiskamer van Vera's afdeling, totdat hij haar aan de lijn krijgt. Zo weet hij haar te overreden hem op straat te ontmoeten, even buiten de muren van het PCN. Daar treffen ze elkaar in zijn auto, in de buurt van de sauna. Remco probeert haar er dan van te overtuigen 'alleen maar vriendschap' te willen, maar even later begint hij weer te vleien en op haar in te spreken. Dit keer is Vera sterk genoeg om zijn mooipraterij te doorzien en ten lan gen leste deelt ze haar geheim met haar psy choloog. Die neemt haar verhaal uiterst se rieus en probeert haar ervan te overtuigen aangifte te doen bij de politie, zodat Remco gestraft kan worden. Vera komt dan in een hevige tweestrijd te recht. Enerzijds schrikt het haar af om haar verhaal naar buiten te brengen. Ze heeft haar handen immers nog vol aan het verwerken van dat andere trauma. Ook is er, ondanks de steun van de psycholoog, de angst om niet ge loofd te worden. Het dilemma waar ze in zit, ontlaadt zich in een tweede keer dat ze haar arm in brand steekt. Anderzijds, en dat geeft uiteindelijk de door slag, komt ze tot de conclusie dat het haar plicht is om aangifte te doen. „Mam," legt ze later aan haar moeder uit, „ik moet toch voorkomen dat hij nog meer slachtoffers maakt?" Het is dinsdag 10 september als Vera de moed bij elkaar heeft geraapt om bij de politie aan gifte te doen van verkrachting. De politie komt, na overleg met justitie, tot de slotsom dat er razendsnel gehandeld moet worden. De verdachte is namelijk van plan om binnen een week terug te keren naar Nieuw-Zeeland. En daarom is er, teneinde justitie zo goed moge lijk beslagen ten ijs te laten komen met een maximum aan bevWjslast, geen tijd voor het horen van Remco's collega's, de leiding van het PCN en inzage in Vera's psychologische dossier. Uitsluitend op basis van Vera's verklaring wordt Remco op donderdag 12 september van zijn bed gelicht in zijn woning in het Noord- Limburgse Horst en overgebracht naar het politiebureau aan de Muntweg in Nijmegen. Daar maken de politiemensen die hem zullen verhoren, hun borst nat. Ze verwachten aan Remco, die ongetwijfeld alles zal ontkennen, een hele zware kluif te krijgen. Tot hun stom me verbazing komt de man in een ommezien tot een volledige bekentenis. Alleen noemt hij het geen verkrachting, datgene wat heeft plaatsgehad binnen de muren van het PCN. Remco beweert dat Vera en hij een relatie hadden. Dan gaat alles ineens heel snel. Tegen Remco wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 249 van het wetboek van straf recht, wegens 'ontucht binnen een gezagsaf hankelijke verhouding'. Een aanklacht die, door de afhankelijkheidspositie van het slachtoffer, zwaarder is dan een 'gewone' verkrachting. De straf die erop staat is maxi maal zes jaar cel. Al op vrijdag 13 september is Remco weer een vrij man. Een wanhopige fax aan justitie van Vera's advocate met het verzoek de man ach ter slot en grendel te houden of op z'n minst diens paspoort in beslag te nemen, is gene geerd. „Er bestaat geen gevaar voor herha ling", heet het en daarom wordt ook Remco's nieuwe werkgever in Nieuw-Zeeland niet in kennis gesteld van 's mans antecedenten. En hoewel justitie drommels goed weet dat Rem co drie dagen later zal vertrekken naar de an dere kant van de wereld, mag hij zijn pas poort gewoon houden. „Dat vertrek stond al langer gepland, dus dit is geen vluchtpo ging," verklaart justitie die coulante geste. En: „Als hij bij verstek veroordeeld wordt, kan hij zijn straf uitzitten op het moment dat hij weer in Nederland opduikt." Vera's ouders zijn geschokt over die handel wijze. Ze zijn ervan overtuigd dat Remco zich wel tien keer zal bedenken alvorens terug te keren naar Nederland als hem daar een straf boven het hoofd hangt. Verbitterd stellen ze vast dat de rechtvaardigheid zoek is in het Nederlandse rechtssysteem. Want moest Ver a's vader vorig jaar niet zijn pas inleveren, toen hij als zelfstandig ondernemer failliet ging? En was hij niet verplicht, als hij de stad uit wilde, toestemming te vragen aan de cura tor? „Hoe is het dan mogelijk dat ze een ver krachter zo maar laten vertrekken?" Ook de directie van het PCN begrijpt de mo tieven van justitie niet. Volgens G. Gerssen, directeur patiëntenzorg van het PCN, was Remco op staande voet ontslagen indien hij nog werkzaam was geweest in de inrichting. Hij noemt hetgeen met Vera is gebeurd 'het ergste wat je als psychiatrisch centrum kan overkomen'. Tevens vindt hij het 'onbegrijpe lijk' dat Remco in de gelegenheid is gesteld om in een ander werelddeel zijn vak gewoon te blijven uitoefenen. De hulpverlener, aldus de directeur, verkeert per definitie in een machtspositie ten opzich FOTO GER LOEFFEN te van de cliënt die van hem afhankelijk is. „Juist daarom moéten psychiatrische patiën ten volledig kunnen rekenen op veiligheid, bescherming en professionaliteit. Het zijn die aspecten, waarin zowel psychiaters als ver pleegkundigen diepgaand worden geschoold, die Remco met voeten heeft getreden." Anderzijds is de directeur van mening dat het onmogelijk is om een tragisch voorval als dit voor honderd procent uit te sluiten binnen de muren van een inrichting. „Het is ondoenlijk om achter ieder personeelslid een tweede te zetten, dat de ander in de gaten moet hou den." Een intern onderzoek onder de circa twintig psychiaters, psychologen en verpleegkundi gen van Vera's afdeling en een doorlichting van de werkwijze in het PCN, heeft de direc teur geleerd 'dat ons systeem goed en deugde lijk is'. „Ik zie geen reden om het te verande ren." Opmerkelijk genoeg zijn ook Vera's ouders hun geloof niet kwijt in het PCN. „Remco was een rotte appel in de mand." Niettemin willen ze dat Vera wordt overgeplaatst naar de psy chiatrische inrichting in Wolfheze. Daar staat ze al op de wachtlijst. „Want in het PCN," aldus haar moeder, „wordt ze voortdurend herinnerd aan die er varing met Remco. We weten niet of ze ooit nog beter wordt, maar vast staat dat dat daar in elk geval niet meer zal lukken." Inmiddels is Vera's advocate, mr. A. Nien- huis, in afwachting van de strafzaak een ci viele procedure tegen Remco begonnen. Per brief van 9 december heeft zij hem aanspra kelijk gesteld voor de immateriële schade die Vera heeft opgelopen door zijn toedoen. Zij vraagt hem vijftienduizend gulden te betalen als voorschot op een totale schadeclaim van veertigduizend gulden. „Zo'n stukje financië le genoegdoening helpt bij de verwerking van het aangerichte leed," meent de advocate. Blijft een antwoord uit, dan zal zij hem in kort geding dagvaarden. Als spoedeisend be lang noemt zij het feit dat Remco momenteel een baan heeft, 'en dus geld'. Maar er is nog een ander, uiterst wrang argument. „Een schadeclaim kan alleen worden gevorderd door het slachtoffer, oftewel zo lang Vera nog leeft. Aangezien mijn cliënte suïcidale nei gingen heeft, is er grote haast geboden," al dus de advocate. Met Vera gaat het ondertussen slechter dan ooit. Ze zit weer op de gesloten afdeling en is dus terug bij af. Na de onverkwikkelijke af wikkeling van haar aangifte door justitie, vraagt ze zich vertwijfeld af waarom ze haar nek heeft uitgestoken. Recent heeft ze voor de derde maal haar arm beschadigd. En ook heeft ze al een paar maal de benen genomen en is ze teruggevonden bij het spoor. Haar ouders vragen zich af hoe lang het nog duurt voordat het definitief mis gaat. „Eerst was ze zo opgelucht dat hij was opge pakt en gestraft zou worden. Nu heeft ze er opnieuw een ervaring bij waaruit blijkt dat de buitenwereld niet te vertrouwen is. En dat was nu juist de reden waarom ze is opgeno men."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 11