Jeep Wrangier 4.0: peperdure nostalgie Opgewonden Japanners Nuenens bedrijfje levert cilinders voor Greenpeace-auto Nieuw autoblad richt zich op management bevroren? IdeStem surplus i Door Nico Koolsbergen Nicasil Betere basis V8-motor BOEKHOUDER ad mee! Aquarium Verbruik Ingenieurs van Toyota bedenken technische grollen Idea Olympics Afname Bal Sinds eind 1996 is er weer een nieuw auto blad bij. Temidden van de tientallen magazines die al aan ons blikken troetelkind gewijd zijn. Automotive heet het. „Maar dit blad voegt wat toe. We bezigen klare taal en richten ons maar zijdelings op nieuwe auto's," meldt hoofdredacteur Gert Enklaar. Door Rien van der Steen Automotive, vakblad voor de automobielbranche. De ge boorte had wat van een soort stuitligging, maar het kind ziet er gezond uit. Gert Enklaar (49) heeft er een paar jaar voor geknokt, bekent hij. Uitgever is Rai-Langfords. De Rai geeft bladen uit als een soort ver lengstuk van de beurzen en tentoonstellingen die in Am sterdam op touw gezet worden. „We werken trouwens onaf hankelijk van de Rai-vereni ging, de importeurs van auto's en motorfietsen," haast En klaar zich. „Ik wilde een vol strekt onafhankelijk blad op zetten, gericht op alles en ie dereen die met de automobiel branche te maken heeft. Gara ges, importeurs, overheid, lea sebedrijven, toeleveranciers, noem maar op. We mikken op het-midden en hoger manage ment van de autobedrijven. En diegenen die daar bij willen horen. We willen ook aandacht besteden aan de menselijke factor in de branche." Maar, meneer Enklaar, er zijn toch al meer dan genoeg auto bladen? En of die nou schrijven voor management of monteur, is er nog ruimte voor een nieuw periodiek? „Zeker wel," her neemt Enklaar. „In de auto branche is nic/ie-marketing een bekende formule. Kleine series maken voor een speci fiek, klein publiek. Modellen maken voor kleine gaten in de markt. Dat is nou precies wat we met dit nieuwe blad beogen. Kluwer geeft iets dergelijks uit, Automobiel Management. En de Bovag geeft zijn eigen krant uit. Wij bewegen ons in dezelf de sector, maar dan op een ho ger niveau. Helemaal full-color met goed papier en een aan trekkelijk uiterlijk. Een heus magazine dus. We hebben een speciale rubriek over personen in de branche. We stellen bij voorbeeld vast, dat de kans heel groot is dat Geert Ver meer, tot 31 januari 1997 direc teur bij Mitsubishi-importeur HNG, spoedig terug zal keren als topman van de fabrieksim- port van dat automerk. Want wij denken dat Mitsubishi be sluit de Nederlandse importeur de rug toe te keren." „We slaan de markt nauwgezet gade. Daar hebben we een heel net van free-lance medewer kers voor. En we hebben bui tenlandse correspondenten. Met introducties van nieuwe auto's zullen we ons niet zoveel bemoeien. Daar wordt in de Nederlandse pers al genoeg aandacht aan besteed, daar kunnen we ons niet in onder scheiden. Maar we hebben bij voorbeeld een Automotive Pa nel met mensen als Jan Kuiten brouwer, Monique Rosier en Tineke Vermeer die hun me ning over bepaalde auto's ge ven. Verder houden we inter views met leidende of spraak makende figuren". In het eerste nummer is dat Volvo-directeur Kees Rolda- nus. Ook de waardedaling van december-auto's, de commer ciële gevolgen van de roetme ting bij diesels en de plannen voor de komende AutoRai ko men uitvoerig aan bod. En klaar werkte als redacteur bij het blad AutoVisie en was der tien jaar pr-manager van Fiat in Amsterdam. Die baan hing hij twee jaar geleden aan de wilgen om een eigen bureau te starten dat zich bezighield met public relations en journalis tiek. Automotive zal vanaf 8 januari elke twee weken een minimale omvang van 32 pagi na's hebben, de oplage schom melt rond 17.000 exemplaren en de abonnementsprijs be draagt 150 gulden per jaar. „Inderdaad duurder dan soort gelijke bladen, maar we bieden dan ook heel wat meer", meent Enklaar. VRIJDAG 3 JANUARI 1996 e3 Het geheim van PowerSeal I Greenpeace heeft een auto la- I ten maken die zuiniger en mi- I lieuvriendelijker is dan wat er I verder aan gewone auto's rond j rijdt. De motor is van Wenko, I een Zwitserse specialist op het I gebied van Formule-l-moto- I ren. Maar de cilinders in die I motor zijn van Nederlandse I makelij. I Een motor is een wonder. Onafgebroken I exploderen in de cilinders een soort gas- I bommen. Assen en tandwielen draaien als razenden rond. Kleppen gaan open en I dicht. Dat alles duizenden keren per mi nuut. Na een nachtje vriezen plakken je I banden aan het motorblok. Is de boel I eenmaal in beweging dan wordt dat zelf- I de metaal hels heet. Hoe is het mogelijk I dat een motor meer dan een kilometer mee gaat? Waarom vliegen de bouten en moeren je niet om oren? Een deel van het antwoord is te vinden in Nuenen. Daar zit het bedrijfje Power Seal dat zich bezig houdt met het hart van de motor, de cilinders. Met succes. Toen Greenpeace onlangs de zuinigste gewone auto ter wereld (de SmILE) pre senteerde, zat daar ook Brabantse tech niek in. Het boxermotortje van slechts 358 cc levert zijn 55 pk mede dankzij de doorRené Kunzler ontwikkelde slijtlaag aan de binnenkant van de beide cilin ders. Dankzij mensen als Kunzler blijven onze auto's en motoren probleemloos rijden. Het gezonde verstand zegt dus dat een motor snel in de gort zou moeten draaien. Dat dit niet gebeurt, komt on der meer door die slijtlaag. Honderd jaar geleden was die laag van staal. Later werd het chroom. De levens duur van de motor ging pas echt omhoog toen zo'n dertig jaar geleden een legering van nikkel en silicium werd gevonden, die niet gauw brak en uitstekend tegen het extreme 'klimaat' binnen de cilinders bestand bleek. Nicasil heette het en het heeft goede 'loopeigenschappen', vertelt Kunzler. In de racewereld werd het al snel een begrip. Belangrijke technische vondsten worden daar het eerst gepro beerd en toegepast. De nieuwe slijtlaag was zwaar gepatenteerd, maar in het be gin van de jaren tachtig liepen de paten- René Kunzler met een van PowerSeal-slijtlagen voorzien cilinderblok. foto marc bolsius ten af. Zou het toeval zijn dat sinds die tijd de garanties op motoren zijn ver lengd en de onderhoudsbeurten steeds verder uit elkaar zijn komen te liggen? „Toen begon iedereen ermee," zegt René Kunzler. „Zo'n zeven, acht jaar geleden ben ik gaan studeren," aldus de baas van Po werSeal. „Ik heb oude recepten bekeken. En daar een betere basis uitgehaald." De nieuwe laag is harder en loopt beter. TNO werd erbij gehaald en kwam tot de zelfde conclusie. En PowerSeal - ook het product heet zo - werd geboren. In de gewone auto tref je het niet aan. Maar in de wedstrijdsport is het overbe kend, vooral bij motorfietsen. Een se rieuze racer rijdt met powerseal in zijn cilinders. Sommige andere motorfanaten trouwens ook. Is de zuiger vastgelopen of de cilinder gebroken dan laten rijders het dikwijls alsnog aanbrengen. „Ik durf te zeggen dat 'onze' motoren beter zijn dan nieuwe," aldus Kunzler. Zelfs kopers van een nieuwe motorfiets geven de dealer vaak opdracht de meege leverde cilinders nog voor aflevering aan te passen. Het Nuenense bedrijfje wil geen particuliere klanten en werkt uit sluitend via de motordealer. Wat er ver der met de cilinders gebeurt, weet Kunz ler meestal niet. De moeilijkste opdracht tot dusver was de aanpassing van V8-motor voor een BMW. René Kunzler wijst op foto's aan de muur die het gigantische blok laten zien. In ontwikkeling is een nieuwe slijt laag, ferroseal, die de vervanging van uitgesleten bussen in oude motorblokken overbodig kan maken. „Maar we moeten de mensen nog overtuigen dat het echt kan." Dat de cilinders voor de Green- peace-auto van PowerSeal zijn, ontdekte Kunzler bij toeval. Bij een bezoek aan het Zwitserse bedrijf Wenko - net als Po werSeal gespecialiseerd in de racerij - stuitte hij op een werkplaats waar drie ingenieurs onder een merkwaardig au tootje lagen. „We wisten niet wat het was, maar de kap stond open. Toen zei ik: 'die cilinders ken ik!'." Dat was dus de SmILE van Greenpeace. pht. pan lom Inet f Iers ken. Ivan lieu- ken. Lari png Ir adm. en aang.biljet- lboom, Marijke Meustr. Breda, Tel. 5214282, Een Kleintje plaatsen: resultaten boeken. 7 9 6 6 Door Rien van der Steen Hij roept herinneringen op aan D-Day, het Ardennenoffensief en het Marshallplan. De afstam meling van de oer-Jeep doet nog steeds een beetje denken aan Truman en Eisenhower. Terwijl alle auto's luxer, veiliger, stiller en groter moeten, trekt Chrysler zich schijnbaar nergens wat van aan. Want de Jeep is peperdure nostalgie. Hij rijdt niet eens slecht trou wens. Wel rumoerig. De motor is stil, maar de aandrijving knis pert en de carrosserie zoemt en suist. Het sluit- en alarmsys teem werkt afgrijselijk omslach tig. Centrale vergrendeling ont breekt. En dit moet zo'n beetje de enige auto zijn waarin een sticker meldt dat dak noch por tieren verstevigd zijn. Verwacht geen verlicht asbakje. Of centra le vergrendeling. Of lekkere zit tingen. Of een slot op de benzi- netankdop. Het is allemaal mondjesmaat in de Wrangier. Behalve de aan drijving. Mensen die na enig ge- wurm een plaatsje achterin vin den, voelen zich alsof ze in een aquarium zitten. De ruiten daar lopen door tot op heuphoogte. De bagagemogelijkheid is mi niem, al kan de verwijderbare achterbank daar wat aan doen. Ook de verwarming werkt ma- «g; Zo'n ding koop je echt niet, om dat hij beter rijdt dan een ande re 4WD. Hoewel hij wel wat goedkoper is dan de meeste cracks op dat gebied. Zo'n Jeep wil je vanwege de uitstraling. Het uiterlijk vertoon dus. Want zelfs de raampjes moet je om laag slingeren. Niks abs, airco of meer van dat moois. Het enige dat aan de moderne tijd doet denken, zijn de twee airbags. De auto met zijn provisorisch aan doende achterbank is hartstikke Spartaans, hoewel het veercom- fort er veel op vooruit gegaan is ou de bladveren op de schroot- hoop liggen. De starre assen zijn gebleven, maar worden nu door schroefveren en gasdempers bediend. Een diesel is er niet. Bij Chrysler denken ze op z'n Amerikaans. De Wrangler is in het terrein veel beter thuis dan op de weg. Dus in vriendelijke benzineprij zen. Zo'n dikke vierliter kan na tuurlijk vanalles, maar slurpt wel schaamteloos. Want je rijdt in Nederland toch een beetje raar rond met een op zichzelf kleine auto, die ook echt niet hard gaat, maar wel eventjes een liter benzine wil op elke zeven kilometer. En dan hoef je echt niet zenuwachtig te doen met je rechtervoet. Zo'n ding kan op z'n sokken een dikke trailer sle pen, maar wie een wat minder aan drank verslaafde versie wil moet toch eens met de tammere 2,5 liter rijden. Want die weert zich die sporadische keer dat hij het terrein in moet ook wel. Al met al een tamelijk eenvou dig in elkaar gezette auto met grote terreincapaciteiten, maar foto van assendelft minder charmant weggedrag. Hij blijft voor een klein publiek. Motor 4.0i, zes cilinders, 130 kW/177 pk. Gewicht 1470 kilo gram. Verbruik 1:7. De Wrangier viercilinder 2.5i/118 pk Soft Top kost 49.990,-, met hard top een kleine vier mille meer. De 4.0i hard top kost 59.360,-. Twee airbags zijn standaard, evenals tijdens het rijden inschakelbare vierwielaandrijving. Kosten rij- klaarmaken 950,-. Door Rien van der Steen Rare jongens, die Japanners. Ze hebben daarginds Willy Wortels die uitvindingen doen waar je op het eerste gezicht alleen maar het etiket krankjorem aan wilt han gen. Want wat denkt u van een surf plank op vier wielen, aangedre ven door een motor die opgewon den wordt via de bewegingen van de surfer? Of van een auto, waarvan de stoel vijf meter hoog gezet kan worden om de bestuurder een leuk pano rama te bieden? En een motor fiets waar je mee moet trappen als je nog geen rijbewijs hebt. Zo dra je dat wel hebt kan er binnen één minuut een motorblok in ge hangen worden. Bizarre bedenksels, afkomstig van automobielconstructeurs. Bij Toyota in Japan doen ze het al ja ren: een clubje ingenieurs in de baas zijn tijd rare ideeën laten uitwerken. Er zijn al bromfietsen met vier voeten in plaats van wie len uit ontstaan. En een soort roeiboot voor op de weg. De autofabriek biedt haar con structeurs elk jaar de mogelijk heid hun dromen te verwezenlij ken. In weekends en op spaarza me vrije avonden schroeven de techneuten opvallende vehikels in elkaar. En wie weet lévert het nog een keer een heus voertuig van de toekomst op. Futuristisch zien ze er in elk geval allemaal wel uit. De 21e Toyota Idea Olympics le verde vorig jaar weer een bonte serie vreemdsoortige voertuigen op. Gek eigenlijk: Toyota blinkt nog steeds uit door kwaliteit, maar aantrekkelijke vormgeving is niet iets waar de Japanse gi gant prijzen voor in de wacht sleept. Terwijl er blijkbaar ge noeg mensen werken die er op zijn minst onconventionele ideeën op na houden. Ze zullen geen van allen lijnrecht naar de auto van morgen leiden, maar Toyota meent dat er altijd wat bruikbaars bij zit voor de alle daagse produkten. in '95 had ingenieur Y. Hirao een amfibische motorfiets met drie wielen bedacht. In het water klapten de twee achterwielen op om te veranderen in achtbladige propellers. De Japanse creativiteit schijnt overigens af te nemen. Bij de De strijdwagen van de moderne tijd kreeg de tweede prijs in de reeks Japanse bedenksels. twintigste ideeënwedstrijd in 1995 kwamen er niet minder dan zesduizend inzendingen binnen. Nu waren het er 'slechts' 1322. De inzendingen worden telkens beoordeeld op originaliteit, crea tiviteit en het gehalte aan grap pigheid. Niet zozeer op prakti sche toepasbaarheid. De eerste prijs was dit keer voor de surf plank. De bedenkers noemen de op- windmotor 'de laatste nieuwe manier van voortbewegen die voor het einde van deze eeuw ontwikkeld wordt'. De tweede prijs ging naar een soort Ben Hur-strijdwagen, twee stoelen tussen twee enorme wie len, aangedreven door iets wat op een Daf-motortje met continu va riabele transmissie. Om interi eurruimte te winnen is de aan drijving in de wielen opgehan gen. Een wel heel vreemd ding kreeg de derde prijs: artistiek, mobiel en vermakelijk: de bestuurder zit op een bal die hij met de voeten aantrapt. De bal loopt tussen rails en drijft op zijn beurt weer wielen aan. Vernuftig? Grappig in elk geval. Jammer, dat die ingenieurs hun technische kronkels niet een klein beetje mogen botvieren op de gewone voertuigen van Toyo ta. Ze zouden er misschien een beet je spannender van worden. Door de bewegingen van de surfer wordt de motor van dit 'voer tuig' opgewonden. De technologische surfplank kreeg de eerste prijs bij de Toyota ideeënwedstrijd in Japan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 27