Vudjaars-bijlage
ER
22
Hoe een kleine gemeente met pijn in het hart
afscheid neemt van haar zelfstandigheid
iral
toe
m
>t B.V.
\e
KEIJZER
E5
ïn en
familie
bromfiets.
1993,
4.000.-
roede
73028
Auó i
bekenden
la
594564
DE STEM
Buurman
Herinrichting
Biljart
Uitje
Paspoort
X 54
AR!
|k,,V;4ï
DINSDAG 31 DECEMBER 1996
Adieu Vosmeer
JanHii 4-L; vs.:.- 2 Ls* - mmM
De gemeentelijke herindeling haalt voorgoed een streep door de zelfstandigheid van Nieuw-Vossemeer.
foto dick de boer
Zoals zoveel kleine gemeenten in Brabant
bestaat de gemeente Nieuw-Vossemeer
vanaf morgen niet meer. Voortaan moet
de bevolking voor gemeentelijke zaken
naar Steenbergen. Met het sluiten van
het gemeentehuis verdwijnt min of meer
het hart uit de gemeenschap, want de
dorpspolitiek leefde in Nieuw-Vosse
meer. Het ging er niet over abstracte be
leidsnota's, maar over een opgebroken
weg, omgekapte bomen of de aanschaf
van een biljart. Voor velen waren de
raadsvergaderingen een maandelijks uit
je. Logisch dus dat in Vosmeer met pijn
in het hart afscheid wordt genomen van
de zelfstandigheid.
Door Jan Jansen
ADieu Vosmeer! De pastor
van Nieuw-Vossemeer
draagt het kruis losjes op
de schouder. „Ach me
neer, de hoofdzaak is hoe
wij thuiskomen bij God.
De weg naar Steenbergen
is veel makkelijker te vin
den." Inderdaad, aan de herindeling tilt-ie
evenmin zwaar. Integendeel, hij wordt er,
krachtens een van de laatste besluiten van
Vosmeer-op-eigen-benen nog wijzer van.
Dus komt pastor van Schaik op de laatste
werkdag ter secretarie het kruis uit de raad
zaal in beslag nemen. „De goddelijke dingen
gaan terug naar de kerk, dat hebben B en W
zo besloten," grijnst de zielenherder.
Hij blijft, gelukkig. Tenminste nog één auto
riteit over.
Het is natuurlijk onzin om te doen alsof met
de herindeling Vosmeer tegen de vlakte gaat.
Dan was 1953, toen de watersnood echte ver
woestingen aanrichtte en vijftig mensenle
vens kostte, een veel dramatischer jaar in de
geschiedenis van het dorp. Deze keer blijven
de elementen erbuiten, deze keer gaat het om
een papieren ingreep van hogerhand. Nieuw-
Vossemeer is met minder dan drieduizend in
woners en twaalf ambtenaren te klein om het
op eigen benen te doen en wordt ingedeeld bij
Steenbergen. Simpel. „En toch geeft het mij
het gevoel alsof het hart eruit gerukt wordt,"
zegt Truus Bosters, getogen Vosmeerse en ja
renlang actief op het roerige politieke toneel
in haar woonplaats. „Misschien denken veel
mensen er anders over, maar dat bestuurlijke
element, dat is voor mij toch het kloppend
hart van zo'n gemeenschap. En dat raak je
dus kwijt." Alleen al in de archieven van deze
krant valt moeiteloos te achterhalen hoe het
hart klopte, in een ritme dat door overdoses
andrenaline maar al te vaak stevig werd op
geklopt. Vooral in de dagen van de nu al le
gendarische burgemeester Rijstenbil kon het
er hard aan toe gaan in het raadzaaltje. Voor
persoonlijke beledigingen gingen de dames en
heren niet opzij en niemand keek ervan op als
de toeschouwers op de overvolle publieke tri
bune zich gewoon in de discussie mengden.
Het komt allemaal, denkt Truus Bosters, om
dat een bestuurder op zo'n dorp geen abstract
soort notabel is, maar de buurman, een man
van vlees en bloed. „Iedereen kent iedereen,
dan wordt er al gauw op de persoon gespeeld.
En zijn een paar partijen eenmaal aan het kif
ten, dan kan dat heel lang doorwoekeren."
„Ach," relativeert ze ook, „zo gaat het toch
eigenlijk overal ter wereld. Meningsverschil
len horen bij het leven. Dan worden er altijd
en overal weer wegen gezocht om te zorgen
dat de zaken niet escaleren, ook in zo'n kleine
hou
je
mekaar aan de
gemeenschap. Zo
praat."
De term 'politieke folklore' hoort ze met be
trekking tot Vosmeer dan ook liever niet. Dat
doet al die mensen tekort die zich serieus in
zetten voor het bestuur van het dorp. Zelfs de
'dorpspausen' met hun populistische praatjes
deden dat op hun manier ook. „Een probleem
was wel dat die mensen het voor het zeggen
hadden, waardoor anderen te weinig uit de
verf kwamen. Maar dan nog hebben sommi
gen wel degelijk hard getrokken aan de mo
dernisering van het bestuur, en nog met rede
lijk succes ook."
Deels schrijft ze dat ook op het conto van
Rijstenbils opvolger Lukkassen, die na afloop
in het café even vrolijk meedeed maar tijdens
de raadsvergaderingen wel de orde aan
scherpte.
Het is even zoeken, die avond van de novem-
bervergadering. Vosmeer ligt duister in de
polder en aan de rand van het dorp wijzen
bordjes op opgebroken wegen en omleidin
gen. Het is een signaal van de herindeling,
blijkt later. Zoals in zoveel kleinere, met op
heffing bedreigde gemeenten, is ook hier de
bodem van de schatkist blootgelegd om ten
afscheid nog een paar leuke dingen te kunnen
doen voor de mensen.
Daarom is de dorpskom opnieuw ingericht.
En het moet gezegd: nieuwe bestrating en an
der straatmeubilair geven Vosmeer een knus
aanzien, alsof Anton Pieck het getekend
heeft, Dan moet je tijdelijk ongemak voor lief
nemen, zegt caféhouder/wethouder Herman
Buys streng tegen het onafhankelijke raadslid
De Koning. Deze klaagt over verkeer dat de
pas neergezette eenrichtingsborden in de
Voorstraat negeert; en waarom zijn de bomen
in de Achterstraat eigenlijk niet teruggeko
men?
„Omdat kabels en leidingen in de weg zaten,"
geeft Buys terug. „Wij vinden het ook jam
mer. Daarom zijn we nog aan het onderzoe
ken of we boombakken kunnen neerzetten,
maar dat is wellicht te duur. We zijn nu wel
aan het opsouperen, maar het moet financieel
wel kunnen." En hij kijkt zijn rechterbuur
man aan, die hier nog even over de centen
Afgezien daarvan moet de wethouder ook nog
maar eens het verslag raadplegen van een
commissievergadering waarin nog niet zo
lang geleden eenzelfde plan op tafel kwam.
'Bomen in bakken werkt vandalisme in de
hand', vond toen de commissie, want 'in
Nieuw-Vossemeer wonen hele sterke mensen
die deze bakken zo omver kunnen werpen'.
Van zulk machtsvertoon is vanavond in het
onopvallende witgestucte raadzaaltje geen
sprake. Het gaat er gemoedelijk aan toe. Bur
gemeester Lukkassen weet dan natuurlijk al
dat hij een heel goede kans maakt op een be
noeming in de Betuwe en is het zonnetje in
huis. Ginnegappend preludeert hij op de on
vermijdelijke nazit in het café en op het pre
sentje dat de raadsleden straks krijgen als
aandenken aan de zelfstandige gemeente.
Kun je het eten, vraagt nestor Dekkers. Maar
nee, het is een horloge met bescheiden op
druk: het gemeentewapen, een vos die zich uit
het water opricht.
De tribune mag nog wel meedoen, maar dat is
nu netjes geregeld. Zij het dat de inbreng van
inspreker Van Loenhout namens de biljart
en ouderenclub minder goed valt. Net heeft
de raad hem een biljart geschonken, maar hij
is niet tevreden. Straks hebben we een oud en
een nieuw biljart, maar wil iedereen natuur
lijk spelen op dat nieuwe, voert Van Loenhout
aan. Geef ons er twee...
Een verbijsterde Lukkassen heeft er geen
woorden voor. De wethouder wel. „Ik had ge
rekend op een bedankje. We hebben op de
valreep gedaan wat we konden." Maar van
Loenhout versaagt niet. „Kunnen we op 7 ja
nuari toch de competitie beginnen op het
nieuwe biljart?," wil hij nog weten. „Het geld
is gevoteerd, u kunt bestellen," zegt de burge
meester, kort en kribbig.
Deze avond toont aan waarom het dorpsbe
stuur leeft. Het gaat hier niet over abstracte
beleidsnota's, maar over een opgebroken weg,
omgekapte bomen en de aanschaf van een bil
jart. Wat in grotere gemeenten door ambtena
ren wordt bedisseld, kan in een plaats als
Nieuw-Vossemeer opbloeien tot twistpunt in
de raad.
Vaste tribuneklant Verbagen zal het 'maan-
delijke uitje' missen. Al tien jaar lang is hij er
praktisch iedere vergadering bij. „In zo'n
kleine gemeenschap gaat het er gemoedelijk
aan toe, hè. Al moet ik zeggen dat het ook wei
eens kon stormen, vooral met Herman Buys in
de oppositie. Die haalde rare streken uit hoor.
Toen was het ook altijd heel druk op de tribu
ne. Daar kwamen de mensen op af."
De publieke tribune tijdens een van de laatste raadsvergaderingen, 'een maandelijks uitje'.
foto de stem/dick de boer
Op de laatste werkdag ter secretarie: vlnr Beppie Tiberius, Marian
ne Jogchems, Toos van Geel, Tony Bouwmans en op de voorgrond Ad
de Krom. foto gerrit de heus
Dat was toen. De teneur nu is: Lief zijn voor
mekaar, en dat heeft niet alleen te maken met
de donkere dagen rond Kerst. Vosmeer wil
zich kennelijk zo pal voor de herindeling nog
even wentelen in de dorpse gemoedelijkheid,
die er ook bij hoort. „We zijn een beetje jolig
omdat Vosmeer op z'n einde loopt, hè," zegt
Lukkassen.
Zo'n sfeertje hangt er de laatste werkdag ook
op de secretarie. Voor de laatste keer rekent
Beppie Tiberius af met koffiejuffrouw Toos.
Ze hebben de traditie ontwikkeld dat Toos
overdag, tussen de bedrijven door, voor Jan
en alleman wat boodschappen haalt. „27 gul
den 40, ik heb het weer eens van een hele
week laten staan," zegt Beppie.
Officieel is ze van de afdeling financiën, maar
zo nauw kun je natuurlijk niet kijken op een
secretarie met twaalf mensen. Soms is ze ook
telefoniste, net als iedereen die wel eens de te
lefoon aanneemt, vaak ook baliemedewerk
ster, net als iedereen die in het kantoortje
achter de balie werkt.
„Het is zo klein, je moet het wel samen doen.
Aan de balie komen ze ook met van alles,
moet je dus een beetje van alle markten thuis
zijn. Straks in Steenbergen ben je specialisti-
scher bezig, heb je je eigen tokootje. Ik ga be
lastingen doen. Nou ja, het zal wel lukken
hoor. Iedereen vindt het jammer dat hier op
houdt, maar weet ook dat er geen ontsnappen
aan is. We hebben al kennisgemaakt met de
collega's van Steenbergen en de'meesten zijn
ook heel behoorlijk ingedeeld, dus..."
Jan Bosters komt op de valreep nog gauw
even twee luchtfoto's van het dorp kopen en
heeft geen problemen met de herindeling. De
geboren en getogen Vosmeerder maakt korte
metten met plaatselijke sentimenten. „Prima
toch. Zo'n grote gemeente is beter dan al die
kleine zelfstandige durpkes."
Terwijl Alain Nièpce, nog maar vijf jaar gele
den vanuit Bergen op Zoom neergestreken in
Vosmeer, nou juist van de kleinschaligheid
houdt die hij er aantrof. Hij zal het paspoort
koesteren nu er een van de laatste stempels
van burgemeester Lukkassen in staat. „In
zo'n stad als Bergen zeggen ze: kom vanmid
dag nog maar eens terug. Hier is het overzich
telijk, ken je de mensen, wordt je meteen goed
geholpen. Nee, mij krijgen ze hier niet meer
weg."
Die nostalgie kan Marianne Jogchems (bur
gerzaken/telefoniste/receptioniste) wel plaat
sen. „Van de week was ik een ochtend vrij ge
weest. Kom ik hier 's middags, is het archief
leeg, zijn de planten weg. Ik denk dat het al
lemaal wel goed komt hoor, maar dan schrik
je toch even, denk je: het is dus zover."
Een openbaar gebouw. Roken mag hier niet,
maar moet kunnen. Het voordeel van een bur
gemeester die het doet als een schoorsteen,
het voordeel van een tolerant gezelschap als
dit ambtenarenkorps. Terwijl Tony Bouw
mans er dus nog maar eentje opsteekt, is Ad
de Krom druk in de weer met de twee mannen
van openbare werken om de verhuizing voor
te bereiden; vooral ook om spullen te redden
waar ze in Steenbergen toch niks mee kun
nen, maar die echt niet verloren mogen gaan.
Een kruis voor de pastor.
Op vrijdagmiddag 20 december om 13.00 uur,
gaat de balie onherroepelijk dicht, gaat de
stekker er onverbiddelijk uit.
Vanaf de dakrand bijna bescheten door een
koppeltje Vosmeerse duiven, wenst uw ver
slaggever de twee mannen van openbare wer
ken 'succes in Steenbergen'. „Ja," geeft er een
terug, en hij legt er alvast de toon in van het
voorbehoud dat volgt: „we zullen maar af
wachten."