Kareltje,
een kerstboom
en een Kawai
erst-bijlage
wwd t r "Ir"'
■ZBZIZIZB_«IZ
Ktf
■ZBUZBZBZBZBJ
Win 250 gulden met
de Stem-kerstcrypto
e
en
RIJF
JSTSTOF
iAEN EN
REN
DE STEM
mm
llis
E6
XBkcns"
Breskens
26
0851
5
101321
pleet met isola-
nieuwbouw
enovatie
i onderhoud
i schilderwerk
i montage
r
Door Marijke van Hooff
Kareltje is vijf jaar en reuze bijdehand. Hij is enig kind en zijn
ouders zijn apetrots op hem. Zij vinden hun zoon briljant, ei
genlijk een wonderkind, al zeggen ze dat niet hardop. Volgens
zijn moeder kon hij de krant lezen toen hij drie was, speelde hij
op zijn vierde piano en nu schildert hij ook al net zo mooi als
zijn naamgenoot, Karei Appel.
Kareltjes moeder is voorlichtster bij een politieke partij die zich
vooral met het milieu bezighoudt en Kareltjes vader is plastisch
chirurg, hij maakt mensen die bij een ongeluk verminkingen
hebben opgelopen weer mooi en af en toe maakt hij - als tussen
doortje - mooie mevrouwen nog mooier dan ze al waren.
Ze hebben Kareltje pas laat gekregen, nee, niet midden in de
nacht, maar toen ze zelf al wat ouder waren. Ze hebben heel
lang nagedacht of ze wel kinderen wilden. Maar Kareltjes va
der, die belangrijke beslissingen nogal eens aan zijn vrouw
overliet, wist het zeker: hij wou per se een kind. Nu ging dat na
tuurlijk niet zonder Kareltjes moeder en die wilde er toch nog
wel een paar nachtjes over slapen. Was de wereld nou wel mooi
genoeg om er een kind op te zetten? Er gebeurden zoveel nare
dingen:, oorlog, armoede, milieuvervuiling.
Maar Kareltjes vader zei: 'Als iedereen nou zo somber gaat pra
ten, dan wil straks niemand meer een kind en worden er ook
geen milieudeskundigen meer geboren die de wereld mooi en
schoon kunnen houden.'
Dat was heel slim van Kareltjes vader, want daar had zijn
vrouw natuurlijk niet van terug en ze hoefde er meteen niet
meer over te slapen.
Ongeveer negen maanden later werd Kareltje geboren, nog wel
op tweede kerstdag. Zijn ouders hadden geen kerstboom opge
zet, niet omdat ze het te druk hadden met de naderende geboor
te en het kopen van katoenen luiers, maar omdat ze principieel
tegen het idee waren bomen uit.de natuur te halen en ze opge
tuigd in huis te zetten.
Principiële mensen hebben het erg moeilijk, ze moeten over al
les héél goed nadenken en kunnen eigenlijk nooit eens meteen
spontaan 'ja' of 'nee' zeggen.
Bijvoorbeeld als iemand Kareltjes moeder vraagt: 'Hou je van
appelmoes?' Dan zal zij eerst vragen van welke appels hij ge
maakt is, zijn ze bespoten of niet, stond de boom op vervuilde
grond, enzovoort.
Kareltje is een snoeper, hij houdt vooral van snoepgoed met on
gemeen felle kleurtjes. Nee, dat krijgt hij thuis natuurlijk niet,
dat is logisch. Maar op school wordt er nogal eens getracteerd
en dan kan Kareltje zijn hart ophalen: kauwgom, dropslierten,
zakjes M M's, spekkies. Snoephorloges vindt ie helemaal het
einde. Zijn moeder is natuurlijk al bij de directeur geweest om
daar bezwaar tegen te maken. Maar, ja, het heeft niet zo veel
geholpen, want de gezond-snoepen-golf hadden ze daar al weer
achter de rug.
Kareltje moet op zijn moeders zelfgemaakte suiker- en kleur-
stofvrije koekjes tracteren. Ze probeert er altijd gezichtjes van
te maken. Nou, dat mislukt grandioos want een smoeltje zonder
suikeroogjes en een lekkere grote mond van smarties, zeg nou
zelf, wat is daar nou aan? De kinderen gooien de koekjes in de
prullenbak, stiekem, want ze willen Kareltje geen verdriet
doen. Zijn moeder vindt dat ze met haar hoofd zeer creatief is,
maar niet met haar handen. Nou, daar heeft ze gelijk in.
Maar nu is het dus bijna Kerstmis en Kareltje bewondert de
mooie kerstbomen bij zijn vriendjes, ademloos kijkt hij naar de
zilveren en gekleurde ballen, de vrolijke lichtjes, het engelen
haar, en vooral de chocoladekransjes, kransjes van fondant, ge
spikkelde kransjes en de kransjes van koek met nootjes of sui
ker erop.
De boom bij zijn vriendin Kiki vindt hij nog het mooist, die
hangt zó vol en is zó kleurig en je mag zonder te vragen alle
kerstkransjes opeten, want Kiki's moeder hangt er meteen weer
nieuwe in en ze hebben een prachtige piek in de vorm van een
kerstman. Toen Kareltje dat thuis vertelde, noemde zijn moeder
dat een 'kitschkereltje'. Onder de boom staat ook een stalletje
met houten figuurtjes die Kiki's vader, die timmerman is, zelf
heeft gemaakt. Toen Kareltje zei dat Maria een beetje op Ma
donna leek, moesten ze daar hard om lachen.
Kiki is niet zomaar een vriendin, ze is Kareltjes beste vriendin.
Kiki's moeder is gewoon huisvrouw, nou, zo gewoon is dat niet,
vooral in de kersttijd moet je als huisvrouw aardig stressbe
stendig zijn, hoor.
Kareltjes ouders vinden het prima dat hun zoon bij Kiki speelt.
Ze zijn heel ruimdenkend en al behoren de ouders van Kiki niet
tot de kringen waarin zijzelf verkeren, ze vinden het toch bij
zonder aardige mensen.
De vader van Kiki knapt nogal eens een klusje voor hen op,
haar moeder is altijd thuis en zo hoeven Kareltjes ouders nooit
een oppas te vragen, want hij mag uit school meteen meekomen
en ook blijven slapen als het nodig is. Kiki woont in een klein
huisje aan de dijk, vijf minuten lopen van het huis van Kareltje:
een verbouwde boerderij met paardenstallen. Kareltjes ouders
kunnen de auto laten staan wanneer ze hun zoon komen opha
len, dat is toch weer mooi milieuvriendelijk meegenomen. Ze
noemen zichzelf 'gezond opportunistisch'. Opportunisme wil
zeggen dat je overal een voordeeltje voor jezelf uit probeert te
slepen en omdat de ouders van Kareltje dat een beetje te egoïs
tisch vinden klinken, zetten ze er het woordje 'gezond' voor.
Dat klopt natuurlijk net zo min als bij sommige broodjes ge
zond waarbij de schijfjes komkommer en tomaat in een dikke
laag mayonaise zwemmen.
Maar goed, wat heeft dat nu met Kerstmis te maken? Kareltje
moet op kerstavond bij Kiki logeren omdat zijn ouders naar een
kerstconcert gaan, de opbrengst is voor een goed doel, de prijs
van één kaartje is honderdvijftig gulden.
Kiki's moeder heeft voor honderdvijftig gulden al haar kerstin
kopen gedaan, allerlei soorten kerstkransjes en ook nog ca
deautjes waaronder een verjaardagscadeau voor Kareltje: een
pianoboek met kerstliedjes voor de beginner. Dat Kareltje al
lang niet meer tot de beginners gerekend mag worden, weet Ki
ki's moeder niet. 'Kerstliedjes voor een jongetje van bijna zes,'
heeft ze in de muziekhandel gezegd en die vragen natuurlijk
niet of het om een wonderkind gaat.
Van zijn ouders krijgt Kareltje een zwartglanzende spiksplin
ternieuwe vleugel, een Kawai, die kun je moeilijk laten inpak
ken en omdat er met de kerstdagen niets aan huis wordt be
- m
zorgd, staat het instrument al in de muziekkamer. Kareltje
heeft moeten beloven dat hij niet zal gaan kijken, hij is immers
al een grote jongen? Nu zijn wonderkinderen gelukkig vaak he
le gewone kinderen en toen Kareltjes ouders even naar de poe
lier waren om hertenbiefstukjes te bestellen (tegen hun princi
pes, maar ja, principes worden nu eenmaal vaak opzij gezet,
daar zijn ze voor) is hij meteen naar de muziekkamer gegaan.
Zijn teleurstelling was net zo groot als de vleugel. Hij had ge
hoopt dat er een kerstboom stond, zo'n mooie als bij Kiki, maar,
nee, zoiets zou zijn moeder nooit doen.
En nu ligt hij op kerstavond bij Kiki in haar kamertje op een
kermisbed en huilt zachtjes voor zich uit. Hij is ook een beetje
misselijk van het snoepen en er kleeft een half gesmolten choco
ladekransje aan zijn hoofdkussen. Kiki buigt zich naar hem toe:
'Huil je omdat jullie geen kerstboom hebben?'
Kareltje snottert iets onverstaanbaars. Goede vrienden halen
net Zïiveel woorden uit eikaars gesnotter als nodig is en Kiki
weet dan ook dat ze de spijker op zijn kop slaat. Ze aait Karel
tje wat over zijn rug, dat gaat moeilijk want ze ligt veel hoger en
krijgt er bijna een lamme arm van. Ware vriendschap maakt
geen punt van dit soort futiliteiten en ze rommelt nog eens even
goedmoedig door de blonde, door de gel wat kleverige, stekel
tjes waarna Kareltje nog harder moet huilen.
Kiki gaat rechtop in bed zitten, sabbelt wat op het uiteinde van
haar vlecht, krabbelt met haar vrije hand onder haar nacht
hemd en roept dan: 'Ik heb een plan.' Om het Kareltje in zijn oor
te fluisteren moet ze toch even bij hem onder de dekens kruipen
want haar vader en moeder mogen hier absoluut niets van we
ten. 'We zijn wel goed, maar niet gek,' zeggen Kiki's ouders al
tijd en voor dit plan moet je écht wel een beetje gek zijn.
Kareltjes ogen glanzen in het donker. 'Hoe... wat?' 'Stil, nou. Ik
denk.' Kiki neuriet heel zacht een kerstliedje en het denken
duurt zo lang dat er nog wel twee achteraan komen.
Een kwartiertje bewegen twee kleine figuurtjes zich langzaam
voort over de witte dijk, wit, ja, want het is gaan sneeuwen. De
vlokken, die net zo dik zijn als de watten die Kareltjes moeder
gebruikt om er haar make-up mee af te halen, waaien dwarre
lend voor ze uit. De daken van boerderijen en schuren zijn he
lemaal bedekt en glinsteren in het licht van de maan.
Kareltje en Kiki sjorren een bolderkar voort waarin een kerst
boom hobbelt. Het is de kerstboom van Kiki's ouders, dat zie je
aan de grote, kleurige piek, de kerstman, het kitschkereltje dat
door Kareltje met één hand wordt vastgehouden uit angst dat
het eraf wiebelt.
'Denk je dat ze het goedvinden?' vroeg Kareltje nog toen hij van
opwinding twee benen in één broekspijp stak. Kiki had wat in
haar coltrui gemompeld, ze was blij dat haar vader en moeder
altijd zo vroeg naar bed gingen en vast sliepen, ze zoüden niets
horen.
Het is half twaalf, de ouders van Kareltje zouden rond midder
nacht pas thuiskomen, na het concert gingen ze met vrienden
naar huis voor een kerstborrel en daarna nog naar de nachtmis.
Ze gingen nooit naar de kerk, maar de nachtmis was een prin
cipiële zaak, als je niet naar de nachtmis was geweest, kwam je
niet in kerststemming. Volgend jaar mocht Kareltje ook mee,
hadden ze beloofd.
Die vond dat je beter in kerststemming als je een kerstboom in
huis had, maar op het moment dat hij dat wilde zeggen, kreeg
zijn moeder een vreselijke migraine-aanval. Dat had ze vaak
wanneer ze gespannen was en ze had zich 's middags enorm
boos gemaakt omdat de man van de delicatessenzaak delica
tessen zijn hele dure heerlijkheden) de kastanjepuree vergeten
was en ook nog eens de verkeerde kaviaar had meegenomen.
(Kaviaar lijkt een beetje op hele kleine, glinsterende konijnen
keuteltjes, sommige mensen zeggen het lekker te vinden maar
ze trekken er vaak een vies gezicht bij).
Kareltje en Kiki staan even stil om te kijken of er niets uit de
boom is gevallen. De kransjes waaien hevig op en neer, maar
zitten zo stevig vast dat ze goed blijven hangen.
Ze zijn blij dat het zo dichtbij is en dat ze door niemand worden
gezien, de luiken zijn overal gesloten en de meeste mensen in
het dorp liggen vroeg onder de wol. De sneeuw knispert onder
hun laarzen als ze het pad aflopen naar Kareltjes huis, het loopt
vrij steil naar beneden en ze moeten zich schrap zetten om de
bolderkar niet tegen hun hielen te krijgen. Kareltje doet de deur
open en klimt snel op een krukje om het alarm af te zetten. Als
hij dat niet doet, begint de sirene te loeien en dan kunnen ze die
kerstboom verder wel vergeten.
Ze vinden hem prachtig met al die sneeuw erop, dat is nog
mooier dan het engelenhaar dat er wat verpieterd bijhangt.
'Waar moet-ie?' vraagt Kiki, 'hij is niet zo groot, dus moet hij
ergens op.'
'In de muziekkamer,' zegt Kareltje, 'bovenop de vleugel, dan
staat hij mooi hoog en kan iedereen hem goed zien. Daar is bij
na geen verwarming, dus dan blijft die sneeuw ook lekker lang
liggen. Zullen we nog wat van buiten halen?'
'Eerst neerzetten,' besluit Kiki praktisch. Dat blijkt nog een
heel karwei en de piek slaat met een klap tegen de rand van de
vleugel, maar kitschkereltjes zijn sterker dan je denkt en er ge
beurt niets.
Eindelijk staat het boompje en omdat de vleugel zo mooi diep
glanst, lijkt het net of er twee boompjes zijn, één onderstebo
ven.
'Moet er niets onder?,' vraagt Kiki toch wat bezorgd. 'Welnee,
waarom?' Kareltje straalt. 'Jammer, dat ik nou niet iets voor je
kan spelen, want de klep kan nu niet open. Kom, dan halen we
nog wat verse sneeuw.'
Maar Kiki schudt van nee, ze vindt het welletjes en voelt een
vage onrust opkomen die ze bedwingt door zachtjes 'O, dennen
boom, o, dennenboom' te zingen.
Even later tornen twee kleine figuurtjes tegen de wind op, een
lege bolderkar achter zich aan trekkend. Kareltje staat opeens
stil en de kar botst met een klap tegen hun benen. 'Bedankt en
een gelukkig kerstfeest,' zegt hij plechtig en hij drukt een natte
sneeuwkus op Kiki's ijskoude, rode wangetje.
'Niets te danken en een gelukkig kerstfeest,' zegt Kiki en drukt
een kus tussen de blonde stekeltjes.
En de enige getuigen van dit tafereeltje zijn de wind, de
sneeuwvlokken en de maan die alles in een zilveren schijnsel
zet. Maar wie op kerstnacht uit het raam kijkt ziet Kareltje en
Kiki misschien wel voorbij komen, en anders kom je ze vast nog
wel eens tegen op een kerstkaart.
DINSDAG 24 DECEMBER 1996
27 ■H28 I |p (29
32 ^H33
35 37 HK8
39 ^H40 41
30
34
38
HORIZONTAAL:
6. Houdt hij een antenne op tem
peratuur? (13); 8. Aanname be
neden een rek (13); 11. Een be
drijf dat heel wat verricht? (20);
14. Geen punt om moeder uitte
nodigen (5); 15. Vertrouwd met
het bezit (5); 16. Zonder vogels is
het onverantwoordelijk (9); 17.
Die drank is niet zoet (5); 18. Zan
ger die zich schuldig maakt aan
afpersing (8); 20. Onenigheid
over het jassen van de piepers
(7); 22. Wordt hierin een ont
snapping nagebootst? (15); 25. In
deze verblijven ligt men over
hoop met een meisje (6); 27. An-
ticonceptioneel middel voor een
dwerg? (7); 28. Omwenteling op
het gebied van oorlogsvoering
(4); 29. Kopstoot in een deel van
een boek (9); 32. Gebied van een
kwajongen (6); 33. Plaats voor
een vaartuig in de lucht (11); 35.
Die vogel is nog te pruimen (4);
36. Ontvangt verstand bij bin
nenkomst (7); 38. Bergen ver
wachting hebben (5); 39. Houdt
een geestelijke onderweg warm
(9); 40. Partij voor juristen ten
paleize? (8); 44. Begintoestand
van een deur (16); 47. Knaap die
aan de rol gaat (4); 48. Militaire
poëzie? (7); 50. Niet voor een in
sect in de buurt (4); 52. Minder
vast in deze plaats (6); 53. Zo
leuk is het (niet) in de gevange
nis! (3); 54. Denkbeelden van de
vijand (8); 56. We moeten beken
nen dat stoppen het doen (9); 57.
Zo doortrapt als een scherp mes
(8); 58. Heel mooi kunstwerk (7);
60. Prettig voor schippers en
schoolkinderen (5); 62. Bij vader
in de kost (3); 63. Doorgaans het
maximum (5).
VERTICAAL:
1. Magisch gevecht? (9); 2. Moe
deloze stemming na een neder
laag (13); 3. Sterrenbeeld uit de
zelfde dracht (10); 4. Op de pot of
op een neus (4); 5. Het kapsel
van Willie Wortel? (8); 7. De be
trekking van een middenstan
der? (14); 9. Gewas om een tank
tegen te houden (7); 10. De hel
derheid waar men afscheid van
neemt (8); 12. Een troubadour is
een gemene vocalist (11); 13.
Van opzij is de hoogleraar niet
dik (7); 14. Hatelijk huisdier (3);
19. Indianen met zonnebrand
(10); 21. Uiteindelijk heeft zij
niets om het lijf (18); 23. Die men
sen werken liever niet (3); 24.
Bijzonder domme jonge vogels
(11); 26. Kleine vogel of een kalf
je (6); 30. Kleding om gelijk in te
vrijen (7); 31. Dat straatliedje is
hier bekend (6); 34. Smeerlap
van een paard (6); 37. Met per
missie, de sfeer is niet open!
(11); 41. Als ze pas in dienst zijn,
worden ze gebakken (10); 42.
Door een boycot onmogelijk ge
worden (11); 43. Die betrekking
is weg (4); 45. Oefent hij z'n be
roep uit in een doorzichtig jasje?
(10); 46. Zijn val is hoorbaar in
stilte (5); 49. Zo maak je een som
op de manier van een wiskundi
ge (9); 51. De essentie van een
mens (5); 55. Niet zo'n vleiende
benaming voor een zeemeer
min! (6); 59. Nog even en ze is
gepromoveerd (3); 61. Dat paard
is sluw (3).
Ook dit jaar schotelen we de puzzelliefhebbers weer een pittige kerst-
crypto voor.
Het goed oplossen van die puzzel is lucratief, want de eerste prijs be
draagt 250 gulden aan geschenkbonnen, de tweede prijs is 100 gulden
aan geschenkbonnen en verder zijn er nog drie derde prijzen van elk
50 gulden groot.
Als u mee wilt dingen naar die prijzen, moet u de kerstcrypto oplos
sen, uitknippen en in een gesloten envelop voor 6 januari a.s. sturen
naar: De Stem Puzzelredactie, postbus 3229, 4800 MB in Breda.
Veel succes!