DE STEM
Uit het dagelijkse leven van drie generaties Turken in Bergen op Zoom
'Zoals Nederlanders, maar
dat zijn wij dus ook'
midt
DECEMBER
STCODE
De eerste generatie
De tweede generatie
ATIONALE
O T E R I J J
De eerste generatie
De tweede generatie
De derde generatie
De eerste generatie
De tweede generatie
De derde generatie
Groenenberg
Marc Krone
Habbema
in Raalte
IRSTELLINGEN
300 500
Ir op RTL 4:
:ord Show
rige Bingoprijzen:
tal 23t/m36
.000,-
500,-
100,-
50,-
40,-
ƒ30,-
25,-
18 20,-
15 10,-
43 9,-
Straatprijs:
5.000,-
9138 TB
Prijs 25.000,-
9138 TB 008
Het wordt
steeds
stiller in
het klooster
Kareltjes kerst: een
voorleesverhaal
PAGINA
Win 250 piek met
de kerstcrypto
en uit het oeuvre van
erst-bijlage
24 DECEI\
DECEMBER 1996
ik in Turkije ben, vind ik dat best wel leuk.
Familie bij elkaar, gezellig, mooi weer. En
toch mis ik op een gegeven moment Neder
land. Dan wil ik terug."
Iedereen knikt.
„Vergelijken doe je toch altijd? Hier is het
prima geregeld. Goede onderwijsmogelijkhe
den, welvaart, de mensenrechten worden ge
respecteerd, vrijheid van meningsuiting, de
mocratie. In Turkije is dat allemaal toch wat
minder. In Nederland is het gewoon goed."
Tien jaar lang waren Musa en Sidika Demirel
van plan terug te keren naar hun geboorte
land in Turkije. „We dachten, een paar jaar
werken, geld verdienen en dan terug naar ons
land. Maar ook in Turkije werd het duurder
en duurder en dan ging je toch maar weer ver
der in West-Europa. Al was het soms hard."
Musa werkte aanvankelijk bij de Holland Ij
zergieterijen, verhuisde naar de limonadefa-
briek B3 en pendelde later naar Roosendaal
waar Philips zijn werkgever was. „Vier jaar
lang was het aanpoten. Per uur 2000 tl-lam-
pen versjouwen. Dat werd zelfs 3500 lampen
per uur. In mijn eentje moest ik tien mensen
aan een lopende band van lampen voorzien."
Hij hield het vier jaar vol. „Toen kreeg ik pijn
in mijn arm. Steeds diezelfde beweging, ik
werd ziek. Ik moest naar de raad van beroep
van Philips, die keurde me volledig goed en ik
moest door. Tot 1980. Het ging niet meer en ik
kwam terecht in Hoogerheide bij het werk
voorzieningsschap. Daar keeg ik een hartin
farct. Dat was in '83."
Sidika: „Een paar jaar heb ik meegewerkt, in
het begin. Een moeilijke tijd. Ik had toen drie
kinderen. Een was al bij opa en oma achterge
bleven. Die andere twee hebben we terug ge
stuurd naar Turkije. Want mijn man verdien
de te weinig om ons gezin te onderhouden. Ja,
toen voelde ik me wel eens eenzaam. Mijn
man die weinig thuis was omdat hij keihard
werkte en mijn kinderen in Turkije..."
Ach, dat is het verleden. Ze praten niet graag
over de problemen. Vraag niet naar discrimi
natie of wat ze daar van gezien of gehoord
hebben. „Ach, we hebben daar weinig van ge
merkt. Af en toe werd er wel eens iets op een
muur geschreven, maar zeker in het begin kon
ik dat toch niet lezen."
Hij praat niet graag over de lijdensweg in het
medische circuit. Hij werd na jaren hard wer
ken ziek, maar werd niet altijd geloofd. „Dan
moest ik mee om bij de vertaling te helpen,"
zegt zijn dochter Nezos. „Hij vond dat heel
erg, dat er tegen hem gezegd werd dat hij best
kon werken. Tegen iemand die altijd keihard
gewerkt heeft, die eerlijk is maar echt niet
meer kan."
Vooroordelen zijn er zeker nog, zeggen ze.
„Soms is dat pijnlijk. Inderdaad, in Bergen op
Zoom is er een paar keer geschoten door
Turkse mensen. Dan merk je dat wel op het
werk. Dan wordt je daarover aangesproken.
Alsof iedere Turk bezig is met politiek en er
zomaar op los schiet als er wat aan de hand is.
Natuurlijk is dat niet zo."
Nog iets, alsof ze elkaar allemaal kennen. „In
Bergen op Zoom wonen 2000 Turken. Na
tuurlijk ken je die niet allemaal. Binnen de
Turkse gemeenschap heb je ook verschillen.
Niet iedereen gaat iedere dag naar de moskee.
Zoals je in Nederland veel verschillende gelo
ven hebt, zo heb je in Turkije ook verschillen
de geloven." Zafer en Semira zijn pas ver
huisd naar hun koopwoning. „De eerste we
ken zagen we de buren regelmatig voorbijlo
pen en snel even naar binnen kijken. Hoe ziet
er dat nou toch uit bij die Turken? Nou ja, op
een gegeven moment hebben we maar eens
vriendelijk dag gezwaaid.
Nezos en Omer: „Het is zo afhankelijk van de
buurt. Met de buren aan de ene kant hebben
we een prima contact. De andere buren zeg
gen vriendelijk hallo en goedenmorgen. Daar
blijft het bij. Hoeveel Nederlanders doen het
niet op die manier? Die lopen toch ook niet al
lemaal bij elkaar de deur plat?"
Omer Duman: „Weet je wat een groot verschil
is? Turkse mensen laten veel gemakkelijkei
wat los over hun privé-leven. Als ik een pro
bleem heb, kan ik bij mijn familie terecht, bij
mijn vrienden. Dan praten we daar over. Wij
delen verdriet en blijdschap. Nederlanders
verstoppen het veel meer, die praten er niet
over, raken in de stress en overspannen. Nou,
dat woord kende ik in Turkije niet."
LEES VERDER OP VOLGENDE PAGINA
131.96.12
I
"timsiïé&i&isxSssP®* m
De last van
een
beladen
familienaam
PAGINA
De steile
leer van
dominee
Tollenaar
Een huis
op maat
voor de
allerarmsten
Musa is 57 en stapt iedere dag bij de He-
ma in Bergen op Zoom binnen. Een beet
je kletsen en een kopje koffie drinken.
Om de dag te breken. Kerim is 16, zit in
VfO 5 en in het leerlingenbestuur van
scholengemeenschap 't Rijks in Bergen
op Zoom. Zafer en Semira zijn moslim
Imaar zetten de kerstboom en zoontje Tol-
gavan Nezos en Omer speelt met Sinter
klaascadeautjes. Drie generaties met een
Turkse achtergrond. Ze willen best pra
ten over..., ja waarover eigenlijk? „Want
ivezijn wel Nederlanders hoor!
Door Romain van Damme
Hosgeldiniz, zegt de eerste genera
tie. „Wees welkom," vertaalt
Harun, de twintigjarige zoon van
Musa en Sidika Demirel.
I Aan de rand van Bergen op Zoom zetten ze de
I deur van hun woning aan de Fabritiusstraat
I wagenwijd open voor het bezoek. Op de sa-
I lontafel staat thee en zelf gemaakte baklavu,
I mierzoet gebak. Zo hoort het als er bezoek is.
I Vader Musa is 57 en jubileert: vijfentwintig
I jaar in Nederland. Daarvoor werkte hij in
I Duitsland en België. Moeder Sidika (50)
I trouwde met hem in 1964, maar volgde haar
I man pas in 1973 naar West-Europa. Naar Ne-
I derland waar Musa twee jaar eerder in Ber-
I gen op Zoom een nieuwe werkplek vond.
I See, het was niet altijd even gemakkelijk.
I Maar nu: „Als we na een bezoek aan Turkije
I terugkeren in Nederland, zeggen we, we zijn
I weer thuis!"
j I Houdoe, roept de tweede generatie. Zafer (40)
I en Semira Tasdan (39) en Omer Duman (37)
II zeggen het tegen Nezos Demirel (26) en Omer
I Ocalan (31).
I Een Brabantse groet met een Turkse tongval.
I Een vrolijk afscheid in een hel verlichte deur-
I opening van hun Bergse woning. Ze bellen
I nog. Voor het maken van een nieuwe af-
I spraak.
I Lachend: „Ja, dat hebben we hier in Neder-
9 iand geleerd. Van tevoren bellen, of het gele-
1 gen is dat je langs komt.
I LnTurkije deden ze dat nooit. Daar stap je ge-
I woon binnen. „Als familie zijn we heel close
I met elkaar Helemaal alleen wonen zoals Ne-
I derlanders dat doen, nee, dat kunnen we ons
I niet voorstellen. Als we problemen hebben,
I iets willen bespreken, kunnen we zo bij el-
I kaar aankloppen. Altijd."
I Hoi, zegt de derde generatie. In de woning
II van Zafer en Semira Tasdan is het de begroe-
I ting van hun kinderen Volkan (16) en Funda
I (12), Kerim en Ebru Duram (16 en 14) en Mu-
I rat Akhaya (19). Geboren in Nederland.
I Ze 'doen' vwo, mavo, kbo, brugklas en spre-
I ken Nederlands met de Nederlanders. En
I Turks. Maar: „Laatst waren we in Istanbul.
I Daar namen we een taxi. Vroeg die chauffeur
j I prompt, waar komen jullie vandaan, Neder-
11 land of Duitsland? Ze horen meteen dat je
f I niet in Turkije bent geboren."
I ®>ru laconiek: „In Turkije ben ik dat meisje
II uit Nederland. In Nederland ben ik dat meis-
I je uit Turkije. Of ik daar mee zit? Nou, nee
I niet echt. Geloof ik. Maar het klopt wel, je
I valt tussen twee culturen. Ach, ik voel me
11 kiplekker, dat is toch het belangrijkste?"
II
i 1 Het staat in zijn geheugen gegrift. „Op 28 ja-
f I nuari 1971 ben ik naar Bergen op Zoom geko-
I men. In 1963 al werkte ik acht maanden in de
f I kolenmijnen bij Luik, in België. Toen ben ik
I terug gegaan naar Turkije en ben daar ge-
I 'rouwd. Vanaf 1966 werkte ik drie jaar in
j I Duitsland, in Bremen, de textielfabriek. Weer
I 'wee jaar terug naar huis en toen naar Neder-
j I hnd. We zijn gebleven."
I Geld was de drijfveer, zegt Musa. „In Turkije
j I was er niet zoveel te verdienen en je hoorde al
j I die verhalen van mensen die terug kwamen
j I ua een tijdje werken in West-Europa. Daar
I hadden ze veel werk."
I Musa en Sidika Demirel zoeken af en toe naar
I w°orden. Nederlandse woorden. Musa: „We
I verstaan en begrijpen de taal redelijk. Praten
I 's wat moeilijker. Ik zou heel graag de taal
I goed willen beheersen. Dat is zoveel gemak-
v I ™ijker om contacten te maken."
I Nu zijn ze te oud om het goed te leren, denkt
1 Musa. En toen? Toen was er geen tijd. „Hard
I Werken, heel hard werken. Misschien waren
I ff wel taalcursussen, dat kan best. Maar ik
I wist er niets van, wist niet waar ik naar toe
I raoest- Bovendien had je vrijwel geen tijd. Je
Turkse scholieren van de derde generatie voor 't Rijks in Bergen op Zoom: Van links naar rechts: Volkan, Funda, Ebru, Kerim.
zat als vrijgezel in een pension, in de binnen
stad, in de buurt van Albert Heijn. Twee jaar
lang alles zelf gedaan."
Nezos Demirel spreekt voortreffelijk Neder
lands, En Turks. Geleerd in Nederland. „Toen
ik drie was, ben ik naar Nederland gekomen.
Opgegroeid in Bergen op Zoom. Een oplei
ding gevolgd en inmiddels werk ik als consu
lente bij de Stichting Samenwerken. Dat is
een door negen West-Brabantse gemeenten
opgerichte stichting die zich onder andere in
zet om jongeren te helpen bij het vinden van
werk."
Tolga, het tweejarig zoontje van Nezos en
Omer, wordt tweetalig opgevoed. „Je pro
beert toch de cultuur te behouden, je afkomst
wil je niet verloochenen," zegt Nezos. „Ik
spreek regelmatig Turks, maar ik denk in het
Nederlands, dat vind ik prettiger."
Zafer en Omer Ocalan: „We zien het als een
pluspunt dat we zowel in het Turks als Ne
derlands kunnen denken. Nee, dat is niet ver
velend of moeilijk. We hebben het ons zelf ge
leerd, het Nederlands. Het kunnen spreken
van de taal is inderdaad belangrijk. Niet al
leen voor de contacten, maar zeker ook voor
je werk. De vaktermen moet je toch begrij
pen."
Onderling praten ze een mengelmoesje. Ne
derlands met Turkse woorden en Turks met
Nederlandse woorden. „Als we elkaar bellen,
beginnen we soms in het Nederlands, maar
dan schakel je toch over op Turks. Ach, we
spreken het niet echt goed maar we kunnen
ons verstaanbaar maken."
Met pa en ma is het wel altijd Turks. „Dat
gaat ook vanzelf. Zij zijn hier niet geboren en
hebben toch meer moeite met het Nederlands.
Gevoelens kun je het best uitdrukken in je ei
gen taal. Dat is logisch. Lastig is het niet. We
hebben Nederlandse en Turkse vrienden. De
ene keer praat je wat meer Turks, dan weer
Nederlands. Je denkt daar nauwelijks bij na.
„Ik kom uit Karagöl, midden in Turkije. Een
klein dorpje met misschien 300 woningen,"
zegt vader Musa. Harun schakelt het videoka
naal in en tovert het fraaie dorpje in de heu
vels op het televisiescherm.
„We hebben er een huis. Daar gaan we ieder
jaar met de hele familie naar toe. Ik heb het
zelf gebouwd. Het klimaat daar is prima. Ze
ker voor mij, want ik ben hartpatiënt. Het
weer in Nederland, de winter vooral, is niet zo
goed voor mij. Zeker als het zo mistig is. Wei
nig zuurstof, daar heb je veel meer zuurstof."
Vanaf de Nederlandse leren bank kijken ze
naar hun Turkse dorp. Witte huizen in een
strakke blauwe lucht. Musa groeide erop.
„Zie je daar de heuvels? Daar heb ik veel ge
werkt, spitten, de grond bewerken. Ach, je
was er altijd bezig. Het is er zo mooi, goede
lucht."
Sidika woonde ook in een dorpje. „Zes uur lo
pen," vertelt ze en stopt die afstand in een al
leszeggende stilte. Musa: „Er waren geen au
to's, trouwens ook geen wegen. Vanaf het mo
ment dat we ons verloofden, liep ik iedere
zondag naar het dorp van mijn vrouw. Zes
uur daar naar toe, zes uur terug."
Nee, aan haar werd niets gevraagd toen er
over de bruiloft werd gesproken, zegt zoon
Harun. Musa: „Onze vaders kenden elkaar.
Zo zijn we elkaar tegengekomen. Zoals het
gegaan is, is het goed. We hebben het hier pri
ma met elkaar. Geen geld, maar we hebben
wel vier goede kinderen die wat bereikt heb
ben." Trots: „De oudste dochter Hatice is arts
en begint binnenkort aan een specialisatie,
zoon Mehmet is bijna klaar aan de TU in
Eindhoven, dochter Nezos is consultente bij
de Stichting Samenwerken en zoon Harun is
bezig met een HBO-studie personeel em orga
nisatie."
Sidika knikt en schenkt de theeglaasjes weer
vol.
Ze hebben allemaal werk en wonen in keuri
ge koopwoningen. Het antwoord is sneller
dan de prikkelende vraag. „Jaaaa, hoe kan
dat toch? Turken in Nederland en dan ook
nog eens werk en een eigen woning. Succes
volle Turken? Dat moet wel naar de misdaad
ruiken!"
In de bulderende lach verpakt Omer Duman
wat cynisme: „In Turkije volgde ik een mid
delbare opleiding. Ik spreek Engels. Toen ik
hier kwam, kon ik daardoor redelijk commu
niceren. Natuurlijk wist ik wel het een en an
der van Nederland. We hebben ook aardrijks
kunde gehad en bovendien, als ik iets wilde
weten zocht ik het op in een boek. Hebben we
daar ook. Ik was heel nieuwsgierig naar de
democratie."
Hij is de broer van Sidika, de moeder van Ne
zos. De ouders van Nezos kenden in Bergèn
op Zoom een gezin van wie de dochter wel
aardig was. Ze kwam uit hetzelfde Turkse
dopr als de familie Demirel. „Ze werd aan me
voorgedragen," zegt Omer. „Welnee, dat vind
ik geen uithuwelijken. We mochten zelf be
slissen. Vroeger gebeurde dat, uithuwelijken.
Luister, ouders willen altijd het beste voor
hun kinderen. Turkse ouders ook. Maar ge
loof ons nou maar, de jongeren hier mogen
zelf uitmaken met wie ze trouwen."
Fijntjes merkt Zafer Tasdan op dat bij hem in
het bedrijf nogal wat Zeeuwen werken. „Hoe
noemen jullie die ene geloofsrichting? Streng
gereformeerden toch? Als ik dat zo hoor, de
den die dat ook, hun oordeel over een huwe
lijk geven. Als de ouders het niet goed von
den, ging het huwelijk niet door. Je ziet het,
vaak zijn de verschillen veel minder groot dan
gedacht wordt."
Soms is het enige verschil een ander jasje.
Nog niet zo lang geleden werd Nezos door Ne
derlandse collega's gewezen op een vrouw in
Zeeuwse klederdracht. „Die liep over straat.
Ze zeiden tegen me, kijk dat is nou cultuur.
Toevallig liepen er een eindje verder Turkse
mensen met een hoofddoek op. En, vroeg ik, is
dat geen cultuur?"
Kerim van zestien: „Ik wil best wat meer we
ten over de Turkse cultuur. Ieder jaar gaan we
er naar toe. Als het er politiek rustig is, wil ik
er misschien wel wonen. Het is best een mooi
land, familie woont er. Waarom niet?"
Volkan: „Ik hoef niet ieder jaar naar Turkije.
Sla maar eens over. Ik wil best op vakantie
naar een ander land. Vraag aan mij trouwens
niet wat ik ben, een Turk of Nederlander. Ik
weet het niet hoor. Daar wil ik eigenlijk geen
antwoord op geven. Ik ben Volkan Tasdan en
woon in Bergen op Zoom. Punt."
Ze voelen zich thuis in Nederland. Ebru: „Als
PAGINA
PAGINA
.eijer:
Schmidt'
zich heen laat komen,
eniaal!'
hoogtepunten uit
deinkunst'
Ifect'
chmidt'
als V Is over en
aard zijn'
kan'
selder:
3D dec. Kassa: (076) 530 31 32
Kassa:(023) 542 33 66
Kassa: (070) 336 03 36
Kassa: (033) 472 60 04
Kassa: (071)51319 44
jan. Kassa: (073) 612 51 25
12 jan. Kassa: (0182) 51 37 50
Kassa: (0522) 25 42 42
Kassa: (0528) 27 00 00
«(bureaus
DEM0L Entertainment onderneming
'Stcode Loterij
sn de Postcode-Kanjer,
maal per maand de
ven.
'jn in blokletters.
lement, op aanvraag
(twee lotnummers)
(één lotnummer)
dhr. mevr.
FOTO DE STEM BEN STEFFEN