mam
Weekend
Een vrouwenleven
van opeengestapelde
ongelukken
de stem
E2
E3
Gedurende zes uur stond Inez
Peters uit Tilburg voor haar.
slaapkamerraam: een man met
schaar en pook achter zich, bui
ten volop politie. Het arrestatie
team maakte een voorlopig ein
de aan, de terreur van een man
die koste wat kost een relatie
met haar wil. Bijna zes maanden
later lijkt alles tegen te zitten.
Hij komt binnenkort vrij en zij
woont in een zwartgeblakerd
huis zonder gas en licht.
Hel
Bezuren
Gaslek
'Hij wil mij
ten koste van alles'
Urgentiepuriten
Wijkverbod beschermt
niet tegen geweld
Onderduiken
1 DECEMBER 1996
ZATERDAG 21 DECEMBER 1996
FOTO ARCHIEF DE STEM
stwacht (de buurman van Scheven-
io in hetzelfde gebouw) toe te delen,
is Scheveningen Radio voorname-
nautische telefooncentrale voor het
^Ènden van zakelijke en persoonlijke
Isn. Met daarnaast nog het sécurité-
het voorlezen van weerberichten,
rschuwingen, waarschuwingen
en en op drift geraakte olieplat-
letera. „En daarmee.is-het -wel saai-
t Spuls.
yan der Mee, manager communka-
l Station Twelve, en marketing-ma-
Beukema weten dat het in het we-
m de watersport momenteel gonst
pluiden dat het binnen afzienbare tijd
is met Scheveningen Radio of delen
I En ze weten ook dat van het radio
dat Scheveningen Radio pakweg 25
den verzorgde, nu nog maar zo'n 10
pver is.
(Scheveningen Radio in deze vorm
jaar nog?
Mee: „Wij volgen die verschuiving
traditionele scheepsradio naar satel-
tunicatie en GSM natuurlijk ook. Af-
daarvan moeten we besluiten wat
de conventionele diensten gaan
a: „Op een gegeven moment moet je je
nercieel bedrijf inderdaad afvragen
wel verstandig bezig bent. We zijn
bekijken hoe we de overgang van oud
uw kunnen bewerkstelligen. Op een
moment houdt het natuurlijk op,
;t zal geen plotseling einde zijn. We
de knop heus niet zo maar ineens
r dat dan wel gebeurt, kunnen de bei-
|ion Twelve-managers niet aangeven,
rkt bepaalt dat," is hun wijsheid,
pingen Radio houden ze intussen in de
jet alweer nieuwe efficiency-operaties.
300 medewerkers die het kuststation
ie, zijn er nog maar 100 (onder wie
ttimers) over.
ersportwereld houdt zijn hart vast.
geen weerberichten meer, geen waar-
ngen voor gevaren? Geen doktersad-
|er via de Radio-medische Dienst van
ningen Radio wanneer iemand aan
kiek is of een ongeval heeft gehad?
ooralsnog onbetaalbare satellietappa-
worden aangeschaft om in acute ge-
nog contact met de wal op te kunnen
:t de Kustwacht uitluisteren op VHF-
16 en 2182 kHz middengolf, de beide
iquenties? Of wordt je noodoproep ge
let meer gehoord, wanneer per 1 fe-
1999 nieuwe internationale regels voor
epscommunicatie van kracht worden,
grote scheepvaart voldoet dat nieu-
ar op de satellieten leunende systeem
ijnlijk uitstekend, maar voor jachten
:re kleine schepen is het nog nauwe-
reëel alternatief.
„at de veiligheid op zee en ander ruim
in gevaar komt, zoals in watersport-
Ti wordt gevreesd, daar willen de Sta-
WZue-managers niet van horen. „Zo
Hen we het met z'n allen niet laten ko-
controlezaal zegt de ene opera trice
ïlachtig tegen de ander: „Dirk is vrij,
Nee, de verslaggever moet vooral niet
i dat dat iets met seks te maken heeft,
:ert manager Van der Mee haastig- Ze
gewoon zeggen dat kanaal D op de
«middengolf weer gebruikt kan woi-
t schakelpaneel gaat een lampje bran-
,Wie roept Scheveningen Radio, wie
er aan?"
oede vraag. Wie roept nog Scheveningen
Poëzie en het grote publiek, het klinkt als
de onmogelijke combinatie van slagroom
en zoute haring. Gedichten zijn immers
voor een kleine sekte, een groepje ingewij
den die met elkaar geen grotere ruimte be
hoeven dan een zondagsochtendse schuil
kerk. Een normale Nederlandse bundel
heeft een oplage van vijfhonderd, in het
beste geval duizend exemplaren. Twee
honderd worden er verkocht, honderd
gaan naar pers, familie en subsidiefond
sen. De rest verstoft of verdwijnt in de pa
piermolen.
Maar dichters zijn er wel voor de massa.
Het werk wordt niet gelezen, hun leven
wel gevolgd. De vent telt meer dan de
vorm. Ook buiten de landsgrenzen. Wisla-
wa Szymborska ontving de Nobelprijs voor
de literatuur In de Poolse etalages geen
grote uitstalling van haar werk, geen spe
ciale cursussen aan volksuniversiteiten en
in gemeenschapshuizen over hoe haar
oeuvre van een dikke tweehonderd verzen
te lezen. Wel een een snefle extra uitgave
van haar gedichten met juichende buik
band, maar onvolledig. Het ontbrak de
Poolse uitgeverswereld aan tijd, accurates
se en energie om alles bij elkaar te bren
gen. De markt is tevreden met een selectie,
maar niet met een samenvatting van de
hoogtepunten van de prijsuitreiking. Die
kwam volledig en met twee naar Zweden
afgereisde televisiepresentatoren recht
streeks op het scherm.
In de huiskamers zat iedereen klaar voor de
belangrijke avond. Het journaal had al ge
meld dat de hele voorafgaande middag
besteed was aan het oefenen door de lau
reaten van hoe te buigen voor de hoog
waardigheidsbekleders. Elke Pool wist dat
de plechtigheid voor de oude mevrouw
Szymborska zo'n aanslag op haar uithou
dingsvermogen betekende dat ze een ge
plande signeersessie in Stockholm helaas
af had moeten zeggen en in de kranten
stonden interviews met Mika Larsson, de
vanuit Warschau naar haar Scandinavische
vaderland terugkerende Zweedse culturele
attachée, die door de bekroonde dichteres
gevraagd was haar te begeleiden bij haar
onwennige tocht door de publiciteit en het
protocol.
Toch wisten de twee speciaal voorbereide
tv-journalisten niet goed wat te vertellen
aan de landgenoten thuis. Geen gedicht,
niets over Szymborka's qua omvang toch
zeer overzichtelijke werk, niets over de wat
moeizame publicatiegeschiedenis van haar
verzen of over de waardering van haar
poëzie en nog minder over de literaire tra
ditie waarin Szymborska gelezen moet
worden. De enige opmerking die met wat
goede wil als letterkundig geïnterpreteerd
kon worden betrof het grote aantal Poolse
Nobelprijswinnaars voor literatuur: Henryk
Sienkiewicz in 1905, Wladyslaw Reymont
in 1924, Czeslaw Milosz in 1980 en nu
Wislawa Szymborska. De kwaliteit van
schrijven in Polen moet op wereldschaal
van uitzonderlijk niveau zijn, zeker als be
dacht wordt dat internationale namen als
Gombrowicz, Brandys of Herbert nooit be
kroond zijn.
Verder armoe troef Tot vervelens toe wer
den de hele avond lang de beelden her
haald van een ondanks alle repetities toch
onhandig onprotocolair buigende breek
bare oude dame, van de Zweedse reuzin
nen met studentenpet die Szymborska
naar het spf€6kgestoe!t6 bögGloidcn, van
de Zweedse koning die haar stoel aan
schoof voor het banket en van haar eeuwi
ge sigaret die ze op weg naar de afvoeren
de taxi meteen weer opstak. En van het
keurige, Franse dankwoordje met steeds
dezelfde incorrecte vertaling van haar slot
woord Szymborska was hoffelijk en be
sloot dus met merci, dziekuje en iets dat
klonk als tak en door de Poolse verslagge
vers daarom als 'ja' geïnterpreteerd werd,
terwijl de dichteres welopgevoed als ze is
mets anders deed dan in drie talen dank u
wel zeggen, Frans, Pools en Zweeds.
De Poolse media weten blijkbaar evenveel
van Szymborska's werk als de Nederland
se. Die waren perplex toen de naam van de
voor hun volstrekt onbekende dame uit
Krakau bekend gemaakt werd. De enkele
Poolse immigrant die nog wel eens een
boek leest, moest te hulp geroepen wor
den. Anders zou er niet meer verschenen
zijn in de krant dan wat de Zweedse Aca
demie aan persbericht verspreid had.
Hoe anders in Duitsland: Daar bleken jour
naallezers weliswaar niet te weten hoe
Wislawa uit te spreken, het werd iets als
wafwaf, maar een doodmodale Berlijnse
poëzievoordrager had haar werk paraat.
De naam Szymborska viel tijdens een zon-
stond op,
i een ge
signeerde bloemlezing uit 1972 tevoor
schijn en las op de plek waar het boek
openviel een gedicht voor over conversa
ties in een stoet begrafenisgangers.
Szymbo5ka bleek al middenjaren zeventig
in Berlijn geweest te zijn. Een nicht van
baar exposeerde middelmatige schilde
rijen. Voldoende aanleiding voor literatuur
minnaars om de schrijfster ook uit te nodi
gen en haar te laten optreden in elke boek
handel van enige allure. Want waar gele
zen wordt, blijkt de sekte de omvang aan
te kunnen nemen van wereldkerk.
dagochtendontbijt, hij zei niets, s
liep naar zijn boekenkast, haalde
signeerde bloemlezing uit 1972
Door Joke Knoop
De terreur
og even heeft ze rust. Nog enkele
weken zit haar belager vast.
Maar begin volgend jaar is hij
weer op vrije voeten, na ruim zes maanden
hechtenis.
Inez Peters (46) wacht met angst af. In juli
gijzelde hij haar ruim zes uur totdat het ar
restatieteam zuid er een einde aan maakte.
Sindsdien schrijft hij vanuit de gevangenis
dreigbrieven. Met zinnen als: „Eens kom ik je
weer tegen en dan kon het wel eens te laat
zijn om spijt te krijgen." En: „Binnenkort ben
ik weer vrij en dan zal ik degene zijn die
lacht. Jij zult absoluut je straf niet ontlopen.
Inez Peters weet wat straf betekent. Ze door
stond elf maanden terreur, totdat de arresta
tie van haar kwelgeest daar een voorlopig
einde aan maakte. Elf maanden waarin ze de
deur plat liep bij de politie. Ze haalt een dik
ke map proces-verbalen tevoorschijn. Het is
een reeks aangiften van mishandeling, ver
nielingen, diefstal. Ze laat een brief van haar
huisarts zien. Het is een droge opsomming
van lichamelijk letsel: klappen tegen het
hoofd, trommelvliezen beschadigd, meerma
len gebroken vingers, hechtingen. De huisarts
noteert halverwege zijn waslijst tussen haak
jes: voor de elfde keer mishandeld. Brieven
van büren getuigen van schoten die op haar
zijn afgevuurd.
Dat alles door een man met wie zij bevriend
was, maar met wie zij geen verhouding wilde.
„Het was een vriend van mijn zoon. We gin
gen wel eens met een groepje uit. Dat was al
tijd heel gezellig, totdat hij zei een relatie met
mij te willen."
Inez Peters weigert en haar leven verandert in
een hel. „Hij zette zijn zinnen op mij, ten kos
te van alles." Hij bedreigt haar, slaat haar,
besteelt haar, verbiedt haar naar vrienden en
kennissen te gaan. Als ze dat toch doet, inti
mideert hij haar vrienden. Een aantal durft
geen contact meer met haar te hebben. Hij
dwingt haar in de auto te stappen, stopt op
een spoorwegovergang in Berkel-Enschot en
houdt haar in bedwang terwijl ze een trein
hoort aankomen. Hij rijdt op het laatste mo
ment weg.
Volgens haar heeft de politie hem enkele ma
len opgepakt, maar zodra hij weer op vrije
voeten is moet ze het dubbel bezuren. Hij is er
altijd, post bij haar huis, volgt haar. Ze ver
moedt dat de politie haar Wachten allengs
minder serieus neemt, nadat ze meermalen
met hem in de stad is gesignaleerd. „Ze kun
nen dat mes in mijn rug niet zien. Ik durfde
niet eens mijn vinger ter begroeting op te ste
ken."
De situatie thuis is dermate onveilig dat ze
haar twee kinderen, 19 en 21 jaar, laat ver
huizen. De dochter woont sindsdien bij de
ouders van haar vriend, de zoon bij de ouders
van zijn vriendin.
Ten einde raad betaalt ze haar belager in
april 750 gulden om uit haar buurt te blijven.
Dat mag niet baten, na twee dagen begint de
terreur opnieuw. Vijf sloten op de buitendeur
houden hem niet tegen, hij stapt door de rui
ten. Ze schuilt in een blijf-van-mijn-lijf-huis,
maar kan er haar rust niet vinden en keert te
rug. Een keer slaapt ze op het station. En één
keer slaat ze terug, maar krijgt dat drievou
dig terug. Hij is groot en zij is Wein.
De rechter spreekt begin juli een wijkverbod
uit. Twee dagen daarna, op 7 juli, dringt hij 's
nachts binnen door weer een ruit in te slaan.
De buren horen het gerucht en waarschuwen
de politie. Hij barricadeert de bovenverdie
ping en bedreigt haar met een schaar en een
pook. Gedurende zes uur staat ze voor het
raam, de schaar in haar rug gepriemd. Hij eist
dat ze met hem trouwt, zij volhardt in haar
weigering. „Die uren waren een hel, ik stond
met de dood in de schoenen.
Buiten is overal politie. Een onderhandelaar
doet vergëefse moeite de gijzelnemer op an
dere gedachten te brengen. Omdat gevreesd
wordt voor het leven van Inez Peters valt uit
eindelijk het arrestatieteam binnen. Hij
wordt ingerekend. Zij gaat naar het zieken
huis en vervolgens naar het politiebureau,
waar ze op verhaal kan komen.
Dat was juli.
Bijna zes maanden later, begin december,
kampeert Inez Peters in haar huis in de Til-
burgse Daendelstraat. Er is geen gas, geen
licht. Water heeft ze zelf afgesloten, bang dat
de waterleiding bevriest. Twee kaarsjes op
tafel brengen spaarzaam licht in de met do
zen volgepakte huiskamer. Roet bedekt de
muren, gevolg van een brand in mei. Een gas
lek zette de benedenverdieping in vuur en
vlam. Inez Peters is op dat moment niet ver
zekerd, haar ex-man heeft buiten haar om de
verzekeringen opgezegd. Ze leeft van een uit
kering en heeft geen geld om de woning op te
knappen. Pogingen om een betalingsregeling
te treffen met de PNEM lopen op niets uit.
Een ongeluk komt zelden alleen, maar het le-
van een man
ven van Inez Peters is een opeenstapeling van
ongelukken. Ze heeft een jeugd waar het pre
dikaat gelukkig misplaatst is. Ze is een man
getrouwd die steeds meer gaat drinken en die
op de wc vlucht als de terreur van haar bela
ger begint. Inmiddels is ze gescheiden.
Inez Peters leeft onder erbarmelijke omstan
digheden. De wind heeft vrij spel door de in
geslagen ruiten aan de achterzijde van haar
woning. Plastic houdt de bittere koude niet
tegen. De buren brengen haar elke dag een
kan warme koffie, eten en schoon water. Ze
kan geen onderdak bij haar kinderen vinden,
omdat die zelf bij een ander inwonen. En van
de familie moet ze het niet hebben.
Ze zit niet stil. Ze benadert de instanties, de
politie, de GGD, maatschappelijk werk, de
woningbouwvereniging, de rechtswinkel. Ze
krijgt vier keer een huis aangeboden en wei
gert. Twee huizen staan in buurten waar zij
en haar kinderen per se niet willen wonen
('dit is een nette buurt, daar zit ik in de rot
zooi'), het derde huis vindt ze veel te klein
voor drie mensen. Het vierde huis kijkt uit op
de ouderlijke woning en dat is een beeld waar
zij niet dagelijks mee geconfronteerd wil
worden. „Zet me ergens leuk neer, na deze
hel."
Haar weigeringen leiden ertoe dat ze zich op
nieuw moet inschrijven en punten moet ver
zamelen. Dat wordt jaren wachten, voorziet
Woonstad-directeur C. Kemps. „We zijn al
verder gegaan dan normaal door niet twee
keer maar vier keer een woning aan te bieden.
We hebben er veel omheen gedaan: contact
gezocht met de juridische EHBO, huisarts,
GGD, maatschappelijk werk. Mevrouw Pe
ters is ambivalent, ze heeft hulp nodig om
consequent te handelen. Dit gaat het werk
van onze coöperatie te boven."
Het is de vraag of ze de gevolgen van haar
handelen overziet. Inez Peters weigert echter
hulp van maatschappelijk werk. Ze zegt er de
Inez Peters in haar volgepakte huiskamer.
FOTO TON TOEMEN
ILLUSTRATIE ILSE VERMEULEN
buik vol van te hebben. „Ik voelde me als een
kleuter behandeld."
Een andere woning verbetert weliswaar haar
huisvestingssituatie, maar maakt een verhui
zing ook een einde aan de terreur van de man?
Machteloos klinkt haar wedervraag: „Hij zal
me overal weten te vinden, maar weet u een
betere oplossing?"
Weet u een oplossing? We vragen het de poli
tie. Plaatsvervangend chef M. Vanstappers-
hoef van team Binnenstad wil niet reageren
op dit ene concrete geval - 'een behoorlijk
forse kwestie'. Hij wil wel praten over de be
perkingen van een wijk- of straatverbod in
het algemeen. „Het is een utopie te veronder
stellen dat wij 24 uur een agent voor de deur
kunnen zetten. De oplossing? Onderduiken,
verhuizen en weet ik nog wat meer. Een af
doende oplossing is moeilijk."
Overtreden van het straatverbod geeft de po
litie niet de bevoegdheid de man op te pak
ken. De politie dient zich te beperken tot
waarnemen en doorgeven en het nauwlettend
in de gaten houden. „Bij alle adressen met een
behoorlijke historie gaan onze alarmbellen
rinkelen." De politie kan wel ingrijpen zodra
er een strafbaar feit wordt begaan zoals ver
nieling of mishandeling.
Weet u een oplossing? We gaan te rade bij het
kantoor van Gabi van Driem, de Amsterdam
se advocate die het straatverbod heeft uitge
vonden. De mogelijkheden zijn beperkt, tot
telkens een nieuw wijkverbod vragen, luidt
het antwoord.
We leggen de kwestie voor aan de advocaat
van Inez Peters, mr. H. van der Wal van advo
catenkantoor Quarles en Jurgens in Tilburg.
Hij stelt dat alle juridische wegen al zijn be
wandeld en tekent aan dat juridische maatre
gelen niet helpen tegen een feitelijk pro
bleem: de dreiging van geweld. „Als iemand
het echt op een ander gemunt heeft, is het na
genoeg onmogelijk om dat te voorkomen. Ook
de politie kan dat niet." Verhuizen kan hel
pen, maar komt toch neer op vluchten en ver
stoppen. Bovendien moet ze dan een nieuw
wijkverbod vragen.
We vragen het de belager zelf. Vanuit de ge
vangenis in Breda laat hij weten dat waar
twee mensen vechten twee mensen schuld
hebben.
Volgens hem liegt Inez Peters en wil ze alleen
maar medelijden opwekken en het onschuldi
ge slachtoffer spelen. „Ik ga hier niet verder
op in, maar ik wil nog zeggen dat ik mijn
straf, die ik verdiend heb, uitzit. Maar zij zal
straks als ik vrij ben altijd in onzekerheid
moeten blijven leven, wetende dat het recht
toch eens zal zegevieren."
Inez Peters is niet verrast door zijn reactie.
„Hij pakt me toch. Hij is als een orkaan, niet
te stoppen. Hier is de dader beter af dan het
slachtoffer."