DE STEM nier. Op zoek naar de grenzen van het mogelijke Jos Verstappen wil komend seizoen definitief af van zijn brokkenpiloot-imago acobs Breda Electronics B1 kker, gevulde tig minuten in m om bakken, bijpassende soorten, oor lit de JBE HEEFT OOK VOOR DE KERST SLIMME ELECTRONI- CA VOOR IEDEREEN door er een e voordeligste winkel voor geluid, licht en communicatie openings- A A en hebben openings- i :ie de aan- M i Sport ZATERDAG 21 DECEMBER 1996 Sinds ik begonnen ben met het schrijven van deze column komt tiet steeds vaker voor dat er lippen op elkaar geperst worden als ik er gens binnenkom. Die mensen zijn blijkbaar boos om iets wat ik ooit geschreven heb. Als ze niks zeg gen, zeg ik ook niks, en als ze me uitnodigen voor een goed gesprek doe ik dat gewoon, geen pro- bleem. Nader tot elkaar kom je pooit in zo'n samenkomst, maar zinloos is het niet. De standpun ten worden verduidelijkt en dat jan nooit kwaad. Met die boze zwijgers zit ik niet, en bovendien er is er meestal ook wel eentje die j beweert dat-ie er om. gela chen heeft. Omdat ik ie- j dereen een vrolijk en ge lukkig Kerstmis toewens, hoop ik vandaag iets te schrijven waarom, voor de verandering, iederéén eens hartelijk lachen kan, maar dat valt niet mee. Verschil in humor, verschil in belan gen, verschil in persoonlij ke omstandigheden, ga daar allemaal eens reke ning mee houden. Da's bijna ondoenlijk en dan denk ik nog niet eens aan die figuren die helemaal nergens om kunnen la- j then. Over voetbalhumor kan ik niet meepraten omdat ik nooit gevoetbald heb. Ui- j teraard ben ik trots op de j broer van mijn moeder die een paar seizoenen in het j eerste van Feyenoord heeft gespeeld, net als de ach- lerneef die ook nog 23 in- terlands achter dezelfde achter naam heeft staan. Er loopt nu weer een tweebenig neefje vrolijk tegenstanders te passeren maar ik ben overgeslagen toen de voet baltalenten uitgedeeld werden. Niks tweebenig, en zelfs met mijn goede been kon ik alleen maar punteren. Daardoor heb ik helaas nooit deel kunnen nemen aan de practische beoefening van wat als voetbalhu- mbekend staat. Gelukkig kwam ik er snel achter dat er helemaal niks unieks is aan voetbalhumor. Humor is van alle tijden en spor ten. Je hebt inderdaad voetbalhu mor, maar net zo goed hockeyhu- mor, volleybalhumor, fietshumor. Ik kon niet goed schoppen, maar wel aardig smijten, en dankzij dat gegeven hoop ik ooit nog eens een boek te gaan vullen met on vergetelijke staaltjes honkbalhu mor. Hier volgt een voorproefje. Twintig jaar geleden had je bij HCAW een terreinknecht die niet helemaal honderd procent was. Voor die G ooise kakdub een on misbare figuur want het was zo'n WAO'er die zestig uur per week op het veld rondhing om allerlei klusjes op te knappen. Hij knipte en rolde het gras net zolang tot bet de vergelijking met het centre- court van Wimbledon glansrijk j ton doorstaan, reden waarom ie dere honkballer graag in Bussum speelde. Geen rare stuiters en dus minder kans om een hard gesla gen grondbal hard op kanis of kuiste krijgen. Een etterbak was het ook, want de wedstrijd begon en-ie zijn tractor met wals had opgeruimd, haalde-ie een ander stuk gereed schap tevoorschijn: zijn beruchte megafoon. Daarmee ging hij bij de dug-out van de tegenstanders bij het derde honk staan om daar de meest onbeschofte en oorver- covende verwensingen te uiten in het oor van de slagman die in de daartoe bestemde cirkel op zijn beurt stond te wachten en in stond te zwaaien. fog geen drie meter verwijderd van die aan het syndroom van Gil 's de la Tourette lijdende schreeuwlelijk. Dat was niet be paald bevorderlijk voor de concen tratie, reden waarom we op die Tcwe asg in juni 1976 met ge- mengde gevoelens naar Bussum togen: schitterend veld, maar die vent.... r;i zat, zoals altijd, heel kwaad te «ijken op zijn tractortje Maar dit- I maal had-ie een foutje gemaakt, want toen we langs zijn hok lie- Pen, stond daar dé megafoon on bewaakt. Die kans hebben we ons j*t laten ontgaan. Tien minuten later was-ie nog ver weg druk be- met baantjes trekken toen we ®door ons zo gehate roeptoeter beél voorzichtig terugzetten. °P het politiebureau in Bussum de brigadier van dienst een half uur later niet goed wat hij net dit zeer speciale geval aan Heest. Stond daar een schelden- ba en godslasterende bejaarde te ®9gen dat-ie een megafoon om keren op de balie. Omdat die wgadier het verdomde om een «el negental Amsterdamse honk ballers te laten arresteren omdat met zijn allen dat ding hadden wigepoept. Léon Krijnen -inesse Wl.59 zakje feestelijk iay, S5 8.95 In deze kunt u in alle AH winkels kopen, behalve de artikelen waar kleine cijfertjes bij staan. Die artikelen kunt u alleen kopen in AH winkels waar één van die cijfertjes op de deur staat. Reclameprijzen gelden t/m dinsdag 24 december a.s. "Zolang de voorraad strekt. Liesbosstraat 14 Breda/Princenhage Tel. 076-5212881 Hij heeft een laag profiel, is geen praatjesmaker. Jos Verstappen heeft niet voor niks de grootste fanclub van Nederland. Op 9 maart 1997 opent de Limburger op het Albert Park-circuit in Melbourne in een nieuwe bolide van Tyrrell met een Ford V8- motor de jacht naar nog meer roem èn een hogere plaats in het Formule-1 circus. Het ultieme doel van een jongeman die zijn naam als crashpiloot definitief wil uitgummen. Door Theo Vaessen Tijdens het bijtanken in Hockenheim, 31 juli 1994, vliegt de bolide van Jos Verstappen in brand: „Je kunt beter een brandje krijgen in de pits waar voldoende brandblussers voorhanden zijn dan in het open veld,zegt de cou reur nu doodnuchter. foto reuter belangrijk is dat de motor het niet laat afweten." Hij heeft er alle vertrouwen in dat hij bij Tyrrell slaagt. „Een ambitieuze stal. Jackie Stewart werd er ooit kampioen en ze boekte al 23 zeges." Verstappen gaat nooit uitdagingen van anderen aan. Hij stelt zichzelf alleen dan op de proef als hij weet dat hij de dingen zelf in de hand kan houden. „Ik zal bijvoorbeeld nooit bij iemand achter op een motor gaan zitten. De motorrijder wil mij dan laten zien wat hij allemaal kan en krijgt wellicht neigingen te gaan stunten." Om die reden sloeg hij een uitnodiging af om mee te vliegen in een F-16. „De jetpiloot wil mij gegarandeerd laten zien wat die machine kan. Dat wil ik niets eens we ten. Misschien maakt hij wel een looping die dan niet goed uitkomt. Nee, laat ik het allemaal zelf maar doen. Ik was en ben leergierig maar wil al les zelf uitvinden." Hij bezit een bepaalde ruste loze intelligentie. „Ik kan niet stilzitten. Moet al tijd iets om handen hebben. Ik ben niet iemand die 's avonds op de bank naar de televisie kijkt. Op de lagere school haalde ik liever de balpen nen uit elkaar dan te doen wat de onderwijzer me opdroeg. Dat was mijn probleem. Vandaar dat mijn ouders me maar naar de LTS hebben gestuurd." Technische knobbel Daar kwam zijn technische knobbel aan de op pervlakte, evenals zijn absolute gehoor voor technische mankementen aan een motor. „Ik zeg vaak tegen de monteurs: luister maar naar mij en het komt allemaal goed." Hij bekent erg eigen wijs te zijn, „op het gevaar af dat ik op mijn bek ga. Maar dan ben ik wel zo wijs dat ik me niet twee keer aan dezelfde steen stoot." Karten in Veldhoven of in zijn eigen centrum en thuis knutselen aan vier radiografisch bestuur bare auto's en eenzelfde vliegtuig met een span wijdte van anderhalve meter zijn zijn grootste, hobby's. „De auto's kunnen een snelheid van 120 km per uur halen. Ze rijden op .speciale benzine en hebben een actieradius van 300 meter. Alleen het vliegen lukt nog niet zo góéd. Ik heb het toe stel al eens uit een boom moeten halen en zelfs een keer in een electrische mast gestuurd waar door de kabels tegen elkaar kwamen. Dat was wel even schrikken." bezig zijn Nederlands te leren." foto harry heuts Echt - Wie twee bloedstollende crashes overleeft èn een inferno laat zich niet meer zo gemakkelijk uit de wereld ma noeuvreren. Wie jaren heeft moeten knokken om tot het elite-wereldje van de Formule 1 door te dringen, laat zich nog minder gemakkelijk opzij zetten. In een wereld waar nuchtere optelsommetjes worden gemaakt, vragen zich maar weinig men sen af welk doorzettingsvermogen een gewone, eenvoudige jongeman als Verstappen, in Mont- fort geboren en getogen, moet hebben als hij na veel jaren kommer en kwel weer een nieuwe ren stal vindt. Dan moet het vertrouwen in zijn ta lent, het kan niet anders, nog erg groot zijn. Dan weet men dat hij trefzeker en met een ijzeren wil een breed scala van ambities najaagt. Jos Verstappen, 24 jaar pas, is een bijtertje èn een blijvertje. Wie daaraan twijfelt, zou eens met hem moeten praten. Dan merk je dat hij zich door niets en niemand uit zijn evenwicht laat brengen. Hij blaakt nog steeds van zelfvertrou wen en weet wat hij wil. Wereldkampioen wor den. Niet komend jaar, misschien ook niet het jaar daarop. Maar eens staat hij, heeft hij zich voorgenomen, op de hoogste trede van het po dium. Hij heeft tijd genoeg. Hij is immers nu nog van plan door te gaan tot zijn veertigste. Volwassener Jos Verstappen is ook volwassener geworden. Maar tegelijkertijd ontwapenend en vriendelijk gebleven. „Ik ben niet veranderd en voel me niet speciaal. Op het moment dat je dat denkt, loop je al naast je schoenen." Nog steeds staat hij onver anderd dicht bij zijn bewonderaars en loopt niet door als een voorbijganger om zijn handtekening vraagt. Bezoekt autobeurzen en maakt daar met iedereen die dat wil een praatje. Zijn fanclub, met Echt als hoofdzetel, telt 8500 leden. „Dat ik de grootste fanclub van Nederland heb, is toch het bewijs dat ik me niet verkeerd opstel." Tot in Japan heeft Verstappen fans zitten. „Ik krijg el ke veertien dagen brieven van Japanse vrouwen die schrijven hard bezig zijn Nederlands te le ren." Zelf heeft hij nooit idolen gehad. „Ik heb nooit om een handtekening gebedeld. Mijn vrouw is de enige die ik om een handtekening heb gevraagd. De belangrijkste krabbel die ik ooit heb gekregen." Sinds hij met Sophie, voormalig kartkampioen van België, is getrouwd, bewoont Verstappen een aardig optrekje in het belastingparadijs Mo naco, Niet alleen om fiscale redenen, maar ook om zijn conditie op peil te houden. Met squashen en mountain-biken. „Squashen is goed voor het reactievermogen, mountain-biken goed voor de conditie. Ik heb al eens gecrosst met Bart Bren- tjens, maar hij trapte me kleurenblind." De rest van zijn vrije tijd wordt opgeslokt met telefoneren, regelen van zaken en verrichten van activiteiten voor sponsors. Tijdens het raceseizoen laat hij de commerciële zaken over aan manager Huub Rothengatter. „Ik heb in alles wel het laatste woord. Ik kan onverbiddelijk 'nee' zeggen tegen dingen die ik liever niet doe." 300 kilometer Hij rijdt buiten het circuit in een 'normale' Porsche met Monaco-num- mer waarvan de teller 300 kilometer per uur aangeeft. „Maar zijn top ligt op 305 km. Hoe ik dat weet? Ik heb de wijzer even onder de 300 zien dalen. Een gewone superauto, die ik altijd al had willen hebben." Rijden in een Ferrari of Lamborghini ambieert hij niet. „Daarin val ik te zeer op. En dat wil niet." Het ritje in die Porsche vanaf zijn nieuwe en ambitieus opge zette indoorkartcentrum naar de dorpskern van Echt duurt - helaas - kort. Het geeft een apart gevoel naast een Formule 1-coureur in de auto te zitten. Je bent geneigd constant de snelheidsmeter oogluikend in de ga ten te houden. Maar Verstappen houdt zich keurig aan de snelheid. Verklapt: „Onderweg naar Echt heb ik heel even het gaspedaal ingedrukt. Tot 240 km per uur. Soms kan ik het Jos Verstappen: „Ik krijg elke veertien dagen brieven van Japanse vrouwen die schrijven hard gewoon niet laten." Hij benadrukt dat hij als weggebruiker echter nooit voor gevaarlijke si tuaties zorgt. „Dat doen anderen. Daarom moet je in de auto altijd ver voor je uitkijken, anticipe ren op de dingen die kunnen gebeuren." Hij er gert zich echter mateloos aan chauffeurs die, als hij in zijn indrukwekkende Mitsibushi-jeep op de weg zit, op de rem trappen als het voertuig achter hen opdaagt en bij sommigen het beeld uit Spielbergs film 'Duel' oproept. „Die reacties storen me enorm. Ik doe namelijk niets verkeerd. Dan ga ik op de bumper rijden. Veel mensen gaan dan naar de kant." Hoewel Verstappen 365 dagen per jaar met racen bezig is, speelt hij geen komedie als hij zegt aan het slot van een seizoen toe te zijn aan rust. Ta bak heeft van het circus, het klatergoud, dé pers en de tv-camera's. Maar wie, omgeven door wol ken van adorerende wierook en bewonderd door duizenden, op de hóógste pieken van de topsport loopt te schitteren, heeft zijn recht op rust en stilte verspeeld. Hij is slechts een van de 26 cou reurs die wereldwijd aandacht krijgen. Hij geeft per jaar een kleine honderd interviews, waarvan een aantal telefonisch. Voor kranten, tijdschrif ten, radio en telivisie. „Ik heb dan ook alle vra gen al beantwoord." Is aangesloten bij een Ne derlandse knipseldienst die hem elke week een twee centimeter dik boekje thuis stuurt met arti kelen waarin zijn naam of foto voorkomt. „Daaruit kun je mijn marktwaarde berekenen. Twee jaar geleden lag die al tussen de vijf en tien miljoen gulden." Hij ervoer in de voorbije jaren dat veel mensen geld willen verdienen over zijn rug. „Dat mag, maar dan moeten ze wel een percentage aan mij afdragen. Aangezien ik alle moeite heb gedaan om aan de top te komen, mag niemand iets met mijn naam, mijn gezicht, mijn helm en mijn logo doen. Daar rusten rechten op. Pijngrens Naarmate zijn sterstatus groeide, werd Verstap pen ook een speelbal van de criticasters. Toen hij zowel bij Benetton als bij Arrows de hoge ver wachtingen niet kon waarmaken, ondanks een derde plaats in 1994, proefde je in de media vaak iets van een kwalijk leedvermaak. Hij heeft er mee leren leven. „Ik kan de dingen ook niet ver anderen. Afgelopen seizoen ben ik zes keer uit gevallen door een kapotte motor, drie keer door een kapotte wielophanging en een keer door een verkeerde pitstop. Tien uitvalbeurten door fou ten van het team. Bovendien heb ik bij Simtek maar vijf wedstrijden kunnen rijden door geld gebrek. Vervelend, zeker voor mijn fans. Maar ik doe mijn best, zoek altijd de grenzen van het mo gelijke." Hij is een slecht verliezer, het stigma van de wa re kampioen. Laat zich door niets en niemand gek maken. Angst kent hij evenmin. Angst is het surrogaat van pijn. En zijn pijngrens ligt hoog. Zelfs toen hij tijdens de laatste Formule I-race op Francorchamps met een snelheid van 240 km per uur tegen een vangrail klapte. „De linker vleugel van de auto brak spontaan af. De bolide werd daardoor vleugellam en reed rechtdoor." De crash was ijzingwekkend hard. De vertra gingsfactor, binnen vijftien meter van 240 km per uur naar nul, was te vergelijken met negen G-krachten, de grens die jetpiloten aanhouden om niet bewusteloos te raken. „Het was mijn eerste echte crash en ik had een helse pijn in mijn nek. De wagen was total-loss, maar de kooiconstructie bleek zo sterk dat ik er heelhuids vanaf ben gekomen.Hij was voor de eerste maal echt geschrokken, maar liet dat niet merken. Zelfs niet dat hij de dood heel even in de ogen had gekeken. Moest een nacht in het ziekenhuis blijven, waar een whiplash werd geconstateerd. Twee weken later reed hij weer op een ander cir cuit alsof er nooit iets was gebeurd. En, hij had er nooit een nachtmerrie van. „Ik ben een goede slaper," zegt hij veelbeteke nend. „Slapen is mijn hobby. Ik ben een nachtmens. Alleen als ik auto's moet testen of wedstrijden moet rijden, lig ik rond tien uur in bed." Zal hij de crash in Spa nooit vergeten, zijn spectaculaire buiteling in zijn eerste race en het inferno in Hockenheim waaruit hij tijdens het bijtanken in de pits ontsnapte, zijn slechts vage herin neringen. Ziet hij de beelden, die velen nog op het netvlies staan gebrand, ech ter terug dan krijgt hij het er noch koud noch warm van. „Je kunt beter een brandje krijgen in de pits waar voldoen de brandblussers voorhanden zijn dan in het open veld. En die salto die ik maak te, gebeurde ook op een open vlakte. Bo vendien ging alles razendsnel en kwam ik weer op de wielen terecht." Lunchroom Achter een kop thee in de lunchroom be kent hij dat hij zich elk seizoen en elke wedstrijd opnieuw moet bewijzen. Ook bij Tyrrell. „Daarom is dit voor mij geen cruciaal jaar. Om aan de top te komen, moet je constant blijven presteren. Bij Tyrrell moet ik allereerst sneller probe ren te zijn dan mijn teamgenoot en con current Miko Salo. Vervolgens is het be langrijk dat het team achter me staat. Vanaf de eerste testritten moet ik een goede relatie met mijn monteurs opbou wen. Sympathiek op hen overkomen, want zij zijn ook maar gewone mensen die een auto goed kunnen afstellen. Tyr rell is volop met de ontwikkeling van een auto bezig en zij weten dat het voor mij

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 11