DE STEM eghem Oud- Bredase schrijft biografie over beroemde onderwijs vernieuwer .12.50 N JAN IVENS WEN BANKET! Schuimtaart Boerenbeschuit Banketletters Banketstaven Gevulde speculaas Zwarte Piet taartjes nketbakkerij Goossen s AFELEN... RMETSCHOTELS DERROLLADE Evolutieleer Modderpoelen Lijf Eleven WOENSDAG 27 NOVEMBER 1996 htelijke slagers jk 37, tel. 0114-681279 j eindejaarsactie zande, tel. 0114-681365 Basisvorming bedacht door Ligthart ag - zaterdag november Ligthart liet kunstenaars wandplaten tekenen om leerlingen een heldere voorstelling te bieden. De bekendste werd Cornells Jetses. Uit zijn serie Ot en Sien: Gezin aan tafel, In de ton en Aan tafel met oude vrouw. De oud-Bredase Barbara de long (33), wetenschappelijk mderzoeker aan de Universi- eit Utrecht, verdiepte zich zes jaar in de wondere wereld van Ligthart (1859-1916). tooit van gehoord? Toch wel: igthart is schrijver van de insterfelijke Ot en Sien en de rat minder bekende Pim en Slieii. Hij is ook samensteller rniliet verbeterde leesplankje up-noot-mies, op basis waar- tan miljoenen landgenoten eerden lezen. De Jong promo- teerde gisteren op een biogra- ie over de sehoolmeester-pe- lagoog Ligthart. loorApvan den Berg 3rote klassen? Waar zeuren we eigenlijk over? In de Jodenhoek in iet Amsterdam van rond 1872 rot Jan Ligthart maar liefst vier- ïonderd kinderen in één groot eslokaal aan. „Het was een ru- noerige, chaotische toestand. De anderen van zes klassen zaten in mge rijen op harde, smalle bank- es. Hun jasjes lagen op een grote bp achter in de klas uit te wase- nen," schetst De Jong. „Elke [roep had les van een kwekeling >i hulp-onderwijzer. En het rhoolhoofd stond als een soort jeneraal achter een groot kathe- ierde orde te bewaken. Voor zo- er dat ging." Het lager onderwijs voor de on- erklasse stelde in die dagen niet 'tel voor. Wat lezen, een beetje ifkenen en een begin van aard- ijkskunde. „En heel veel zingen, atuurlijk. Want de kinderen wa ft hongerig, moe en niet gemoti- teerd. Na schooltijd leurden ze 'et handel. Gingen ze de boer op een paar rooie rotcenten te erdienen. Daar draaide hun le en om. Ze kwamen naar school "t uit te rusten van alle ver- 'oeienissen." jonge Lighthart, Jordaankind indertijd als tiener-kwekeling Jerkzaam bij de Jodenhoek, was l'ep onder de indruk van de ui- erst miserabele omstandigheden 'Pde armenschool. Maar hij hield 'fflvankelijk een rotsvast ver touwen in de schepping en in de gelijkheden van de mens: een meesterstuk is de 'ensc/i.' hoe edel door de rede! onbegrensd in zijn bekwaam- !'-Kn! in het handelen hoe gelijk en9el! in het begrijpen hoe ge- een G°d! het sieraad der l, ziin achttiende raakte hij 'er verwikkeld in een diepe sychische crisis. Ligthart was "van een domineesdochter uit 1 ®dert en diepgelovig opge- j *aar door allerlei oorzaken ra zijn geloof flink aan het J®en gebracht. Hij zag de so- ellende, waarin de leerlingen En dat greep hem naar de hij zag verscheidene naas- rteiven en ontwikkelde een wniale angst voor de dood. indien maakte Uj op de naschool kennis met de evolu- 'arwinVan Charles f Jong: „Hij vond die evolutie- ft z° overtuigend dat hij zich Hi-keren dat de verhalen in Del niet echt gebeurd kon- 'sn,r'n' L'§thart viel letterlijk Msri11!^00^ Ervoer het als he- t «hokkend dat m-geen leven is 'te dood." »n brief aan zijn vriend Jan ftitnKK Li§thart blijk van Onderzoeker Barbara de Jong: 'Onderwijzers van vandaag kun nen zich nog altijd door hem laten inspireren door zijn originele kijk op het kind en zijn manier van lesgeven.' foto erwin de keeuw Jan Ligthart op 31 -jarige leeftijd: schoolmeester, pedagoog, on derwijsvernieuwer. onwankelbaar 'zeker als God' was." Als prille twintiger herpak te de Amsterdammer zichzelf weer. Hij rondde zijn opleiding af en kwam als volleerd en van zich zelf overtuigd schoolmeester voor de klas te staan. Maar zijn geloof in een hogere macht had een flin ke knauw gehad. Op zijn 26e werd Ligthart boven meester van de school aan de Tul- linghstraat in de Haagse Schil derswijk. En dat bleef hij de rest van zijn leven. Meer en meer werd hem duidelijk dat het lager on derwijs voor de laagste klassen in ons land dringend vernieuwing behoefde. Maar pas op latere leef tijd - tegen de eeuwwisseling - was hij daadwerkelijk in staat daar een belangrijke rol in te spe len. Een zeer vooraanstaande rol, zelfs. Ligthart begon stilaan te schrij ven. Naast kinderboeken en op stellenbundels verschenen van zijn hand artikelen van pedago- gisch-didactische aard in het richtinggevende weeekblad School en Leven ('Voor opvoeding en onderwijs in school en huisge zin'). Ook ontwikkelde hij een speciaal leerplan, getiteld Het Volle Leven, omdat hij inzag dat de gezagsverhoudingen en de leervormen in het lager onderwijs sleets waren geworden: kinderen, luidde zijn oordeel, verlieten de school aan het eind van de rit met te weinig kennis. Opvoeding in die tijd - ook op school - was gebaseerd op normen van buitenaf, gericht op fatsoen, bezit en/of aanzien. Ligthart daarentegen koos voor 'bescha ving vanuit het hart' en voor 'har- tepedagogiek'. „Ligthart be schouwde een kind als een spe lend wezen, dat behoefte heeft aan activiteiten om zich te kun nen ontwikkelen. En niet als een wezen dat vooral braaf moet zijn en gehoorzamen. Gezin en school moesten voor kinderen een veilige 00,1 hela as onredelijke God e' *ets anders boven in r f s dat redelijker was oriterVm9en- Bii al het ar<lè h h e' veranderlijke der la" ik iets nodig, dat vast Miljoenen Nederlanders leerden lezen met het leesplankje van Jan Ligthart. haven zijn, waar het zich blijmoe dig kan ontwikkelen." Het Volle Leven was bedoeld voor de eerste drie schooljaren, tegenwoordig de groepen 3, 4 en 5. Het was een vorm van projectonderwijs. Ligt hart schrapte termen als woordweterij en pakhuiskennis. Hij koos voor thema's die dicht bij de belevingswereld van kinderen liggen: het schoolgebouw, melk, brood en kleding. Vanuit concrete dingen - zoals ook planten en die ren, landbouw en industrie - ver kregen kinderen inzicht in het da gelijks leven en de dingen om hen heen: de schoolvloer was een boom geweest, kalk kwam van schelpen en melk begint bij gras en de koe. De kinderen werden ook door hem aan het werk gezet. Na een les over rivierklei en bak stenen moesten ze zelf stenen boetseren en bakken. Ligthart maakte ook uitstapjes met ze. Over zijn bedoelingen schreef hij: „Wat doet zoo'n eend in het wa ter? Zwemmen. Jawel, maar dat doet ze niet voor haar plezier: Ze zoekt in het water naar haar voedsel, net als de kip dat in den grond tracht te vinden. Wie van den kinderen heeft wel eens ge zien dat een eend iets anders deed dan zwemmen? Dan mag die dat eens vertellen en dan hooren we dat ze op haar kop in 't water gaat staan, zoodat alleen het achterste deel van het lichaam er boven uit steekt, terwijl ze onophoudelijk met de pooten slaat. Dan duikt de eend. En waarom? Er leven aller lei dieren in 't water: vischjes, kikkers, slakken, spinnen en die lust de eend allemaal wel. Of ze onder water zien kan? Neen, voor al niet als de kop in de modder verdwijnt. Maar ze kan met haar snavel zoo goed voelen, net als wij met onze vingertoppen." Ligthart vond het belangrijk dat kinderen een heldere voorstelling van dingen krijgen. Dat was moeilijk. Televisie was er niet en hij kon in de Schilderswijk moei lijk een koe voor de klas halen. Daarom liet hij kunstenaars, van wie Cornelis Jetses (Ot en Sien) de bekendste is, wandplaten teke nen. Voorwerpen uit de les - plan ten, dieren en dingen - zijn hierop te zien. Ligthart wilde de inhoud van het onderwijs laten aansluiten bij het arbeidsleven buiten de school. Daarom speelde 'techniek' een belangrijke rol in de lessen. Hij stelde ook kerndoelen vast, zodat duidelijk was wat alle kinderen moesten weten. En daarmee is hij voorloper, of misschien wel grondlegger van de basisvorming in het onderwijs van nu. Bij zijn aantreden in de residentie stond het schoolgebouw aan de Tullinghstraat er allerbelab berdst bij. Een paar muren en dak, veel meer was het niet. De Jong: „Het was een school voor arme kinderen, die aten in gaar keukens en klompen kregen van school. Het gemeentebestuur wil de er niet veel geld in pompen. De schoolbanken stonden op straat stenen die zo in het veen waren gelegd. Zo ontstonden vaak enor me modderpoelen. De sanitaire voorzieningen waren ook zeer ge brekkig." Dat stuitte Ligthart vreselijk te gen de sociaal-democratische (in)borst. Hij ergerde zich voorts in toenemende mate aan geluids overlast bij de Tullinghstraatse school. Ligthart schreef: „Een ge schreeuw van marktkooplui, straatmuzikanten, ruziemakende buren of vechtende jongens, een gedreun, geratel, gerol van rijtui gen, karren, post-automobielen, enz., afgewisseld nu en dan door geblaf van een tiental stoeiende honden." VERVOLG OP LIJF LEVEN E2: 'Ligtharts school was een paradijsje'

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 21