DE STEM
NAC'er Ruud Brood kent de goede en slechte tijden van een voetballer
6Bij NAC
maak je
nog eens
wat mee9
VANDAAG IN AHOY
AM RATO 1996
Jacobs Breda Electronics
IJ ,„i:a«-,p winkel voor geluid, licht en communicatie
vooraeugsic
De kans dat Feyenoord en NAC el
kaar de komende jaren nog een
keer tegenkomen, is miniem. Ter-
wjj| Rotterdam-Zuid, misschien
een beetje voorbarig, al stiekem
[jegjntte hopen op het landskam-
oioenschap, liggen ze in Breda er-
qens anders wakker van. Want als
het zo doorgaat, voetbalt NAC
k,0lgend jaar in het mooiste sta
dion van de hele eerste divisie.
Maar als NAC en Feyenoord elkaar
weer tegenkomen, dan moet de
warming up maar even
afgewerkt worden in het
knusse gebouwtje van de
Bredase Ring aan de Tal-
mastraat. Met Rijsbergen
en Haan in de ring, als
een van de twee tegen
die tijd tenminste nog
'niet op straat geknikkerd
is, Dat ze elkaar bloed
neuzen, blauwe ogen en
tanden door de lip slaan,
vervolgens een pint gaan
drinken en alle supporters
niet meer lastig vallen
met die onderlinge vete.
Dat ze een hekel aan el
kaar hebben, begrijp ik
best, zowel vanuit de een
als vanuit de ander beke
ken. Haan, die gladjanus
die altijd op tijd op de
juiste trein gesprongen is,
wiens enige belang altijd
dat van hemzelf geweest
is. Zat als eerste trainer in
driedelig grijs en lange jas
op de bank en zou daar
volgens mij nog het liefst
een stoeipoes in bont
naast zich hebben. Haan
is er zo eentje die altijd
netjes probeert te praten,
van een ander respect eist
en niet tegengesproken
wil worden,
a's bij Rijsbergen allemaal heel
anders. Die heeft schijt aan de he
le wereld, zegt precies wat-ie op
hetzelfde moment denkt en is.
daarin botter dan een bijl die nog
nooit geslepen is. Dat ze elkaar
niet liggen, is dus een begrijpelijke
zaak. Het zit bij Haan bovendien
diep dat Rijsbergen vorig jaar een
opmerking maakte over Haan die
meteen na het bekend worden
van de omkoopaffaire bij Stan
dard Luik, een half mensenleven
geleden, als een raket naar het an
dere eind van de wereld ver
dween. Waar de tenen zo lang
zijn, zal er wel wat aan de hand
geweest zijn, denk ik dan, want
anders had-ie toch gewoon zijn
schouders op kunnen halen?
Die twee kemphanen zoeken het
verder maar uit, maar dat ze die
vete menen te moeten uitvechten
door hun spelers met het mes tus
sen de tanden de Kuip in te stu
ren, is een belediging van alle sup
porters.
Mij - zelf ook niet fijnbesnaard of
diplomatiek - maakt het verder al
lemaal niet zoveel hoe die Rijsber
gen het allemaal zegt, maar wel
wat-ie er allemaal uitkraamt. Daar
kan ik de laatste maanden geen
touw meer aan vastknopen. Hij
krijgt een verrekte aardig salaris
om een stelletje apen te leren
klimmen. Dat waren zijn eigen
woorden, maar ze leren naden-
kan, dat was volgens Rijsbergen te
voel gevraagd.
bat zei hij een jaar geleden en ik
moest daar toen hartelijk om la
chen. Zijn spelers niet, want die
waren er zo pissig om dat er een
dag later vergaderd in plaats van
getraind moest worden teneinde
de onvrede weg te werken.
™t of niet, over apen hoor je Rjjs-
oergen niet meer, maar het refrein
dat-ie na afloop bromt, ken ik nou
onderhand wel. Het is iedere keer
weereen foutje van een of andere
speler waardoor NAC met een
doelpunt verschil de boot in gaat.
iedere keer opnieuw klopt er weer
'ets niet aan het collectief of aan
de uitvoering, is er iemand een ki
lo te zwaar, te lui of të brutaal,
neeft er daar weer eentje lopen
s ten of heeft weer een andere
stommeling verzuimd op tijd aan
de noodrem te trekken. Dat zal al-
- Maal wel, Kapitein Brombeer,
maar jij bent toch echt de enige
Nat bootje met muiters onder
duim zal moeten sturen en als
"iet lukt, moet je dat ook
maar gewoon zeggen,
at maken een of twee verdedi-
gngsfouten uit als je zelf drie of
«goals op het bord hebt staan?
als je die Haan, naar ik oprecht
op, volgend seizoen toch weer
genkomt, sla hem dan zelf een
uw oog, en laat dat niet je spe-
s opknappen, laat die, om te
ginnen thuis, eens lekker aan
L" va"en- Krijg je misschien
at tii/frns een keer applaus, zelfs
NAC met 5-6 verliest.
Léon Krijnen
Verdediger Ruud Brood heeft geen problemen meer met de harde wetten van het voetbal: „De afgelopen jaren bij NAC hebben me gehard.
FOTO'S DE STEM/JOHAN VAN GURP
Overleven in een jungle
Precies vijf jaar geleden
mocht (lees: moest) hij
weg bij NAC. Te oud, te
duur. Ruud Brood is er
echter nog steeds en NAC
is nog altijd even grillig.
„Je maakt wat maakt
wat'mee bij deze club.
Het is net Goede Tijden,
Slechte Tijden."
De inmiddels 34-jarige
verdediger zegt die zes
jaren NAC voor geen
goud te hebben willen
missen. „Want hier ge
beurt tenminste wat.
Wordt morgen vervolgd
met NAC-Ajax.
Door Ad Pertijs
Het is de donderdag voor NAC-
Ajax. De middagtraining is ge
schrapt. „We hebben al zoveel ge
blesseerden, we nemen daarom zo
min mogelijk risico's," zegt Ruud
Brood in het restaurant van het
NAC-stadion. Aan het tafeltje
naast hem wordt een Deen met
een Marokkaanse naam en een
Finse club aan zijn teamgenoten
voorgesteld. De voor iedereen on
bekende jongeman gaat een paar
dagen op proef meedraaien. „Zo
gaat dat. Je bent je plaats in het
betaalde voetbal nooit zeker. Het
is maar weer afwachten wat het
de komende weken wordt."
Het is geen klacht van hem. Het
zijn de harde wetten van de voet
baljungle. „Ik heb er geen proble
men mee. Het hoort erbij." Toch
went het nooit. „Het is niet leuk
wanneer je wordt verteld dat ze je
niet meer nodig hebben. Ik weet
ook wat het is om op de bank te
moeten te zitten. De afgelopen ja
ren bij NAC hebben me gehard.
Ga maar na: ik ben weggeschopt,
weer teruggehaald, heb vier trai
ners in amper een jaar tijd meege
maakt, ik ben met NAC gepromo
veerd, ik ben hier voor het eerst in
mijn carrière geopereerd - daar
voor had ik niets meegemaakt op
dat gebied-, ik ben bejubeld, ik
ben uitgefloten en dan maak je nu
deze crisis weer mee." „Ik heb ge
leerd met dit soort dingen om te
gaan. Ik ken ze: de jongens die lie
ver bij een club zitten waar het al
lemaal wat rustiger aan toegaat.
Ik kies daar niet voor. Als je die
anderen over een aantal jaren
vraagt wat ze hebben meege
maakt, weten ze niets te vertellen.
Ik heb verhalen zat."
Zoals over de herfst van 1991.
NAC joeg andermaal op promotie
naar de eredivisie, maar daarmee
wilde het niet zo vlotten. De ploeg
had voorin iets te voortvarend in
gekocht en het spelletje wie-van-
de-drie (Lammers, Van Hooij-
donk, Cornelissen) zorgde voor
veel onrust. Trainer Cor Pot werd
op de keien gegooid en Martien
Vreijsen constateerde als trainer-
voor-een-dag hoogstpersoonlijk
dat de klas hoognodig aan een
strenge meester met dito aanpak
toewas.
In die sfeer kregen Ton Cornelis
sen en Ruud Brood in december
1991 te horen dat ze mochten 'op
rotten'. Liever vandaag dan mor
gen. Ze waren overbodig, te oud
ook. Te duur misschien. De hele
geschiedenis heeft Brood inmid
dels ver achter zich gelaten. „Af
en toe denk je er nog heel even
aan. Zoals vorige week, toen
Edwin Gorter werd teruggezet
naar het tweede. Verder kan ik er
niet veel mee. Ieder geval staat op
zich. Zo weten we niet wat er rond
Edwin precies aan de hand is. Dat
er blijkbaar iets is voorgevallen
tussen Vreijsen en hem is het eni
ge wat we uit de kranten kunnen
opmaken."
„De situatie was toen veel hecti-
scher dan nu. Vooral vanaf boven
af, het bestuur dus. De trainer was
net ontslagen en onder Jo Jansen
ging het ook al niet best. Daar
naast was ik net twee weken her
steld van een slepende knieblessu
re. Niemand begreep er iets van."
„Ik weet nog steeds niet waarom
ik toen weg moest of wie er achter
zat. Ik zal het ook nooit te weten
komen. Op een gegeven moet je
stoppen met het zoeken naar de
reden. Anders kun je niet verder.
Ga je bij iedere persoon die je hier
tegenkomt denken: zou hij het
misschien geweest zijn. Gorter zal
er ook nooit achter komen."
„Ik ben ook niet zo rancuneus dat
ik per se wil weten wie me weg
wilde hebben. Ik ben realistischer
geworden. Bij een club als NAC is
het net ais Goede Tijden Slechte
Tijden. Het zijn zaken die maak je
mee, die onderga je. Iedere speler
maakt in zijn carrière slechte pe
rioden door. In die tijd ben je op
jezelf aangewezen. De een kan
daar niet tegen en stopt ermee, de
ander probeert door te gaan. Het
was zeker geen leuke tijd, verre
van dat, maar ik heb de zaken
daarna op een positieve manier
opgepakt. Ton Cornelissen zei ge
lijk 'voor mij hoeft het niet meer'.
Ik had dat niet. Ik wilde terug
vechten. Die veerkracht, daar
komt het op aan. Ronald Spelbos
zei altijd 'alleen op het veld kun je
het laten zien'. Als voorbeeld
haalde hij uit zijn Ajax-tijd Jesper
Olsen aary Die mocht ook weg,
maar door op het veld zo goed te
gaan spelen, wilden ze hem op het
laatste niet meer laten gaan."
Brood knokte zich terug in de elf
van eerst De Visser en later Spel
bos. Maar ook de bank leerde hij
kennen, net als het ziekenhuis.
Steeds weer vond de man uit Go-
rinchem de kracht om terug te
vechten. Zoals ook NAC met al
zijn hartstocht en ambities door
hemel en hel gaat. „Maar je hoort
mij niet zeggen dat de moraal van
het verhaal is dat alles op den
duur vanzelf goed komt. Het goe
de van het huidige bestuur is dat
het waakt voor een dergelijke in
stelling. Je ziet het nu. Het draait
niet zoals het moet, maar ze blij-
ven zoeken naar de oplossing en
blijven vooruitdenken. En zo denk
ik er ook over. Je moet niet achter
om kijken, maar naar voren, naar
de toekomst."
De verdediger geeft eerlijk toe dat
de huidige malaise ook hem ver
rast heeft. „Toen ik het lijstje
nieuwe spelers zag, dacht ik ook
dat we het met die jongens konden
gaan maken. Waarom lukt dat nog
niet?, Edwin kwam geblesseerd
binnen, Nico voelde zich op al die
vreemde posities niet op zijn ge
mak, we. scoorden moeilijk, speel
den steeds ;met een ander elftal en
hadden daarnaast de pech dat het
in sommige wedstrijden op de be
langrijke momenten niet mee zat.
Tegen FC Groningen waren we
dicht bij de 2-0 en bij Willem II
werd ons een zuivere strafschop
onthouden. Daarbij kwam een
aantal overdreven rode kaarten.
Zoals afgelopen dinsdag voor Mu-
.kanya. Puur aangesmeerd, maar
we zijn wel weer de klos. We moe
ten het elftal opnieuw wijzigen.
Nu speel ik tegen Ajax weer met
Stanley (MacDonald, red.) in het
centrum. Zo'n combinatie heeft
tijd nodig om te groeien. Vorig
jaar met Dick van Burik hadden
we een ingespeeld koppel en had
den we op een gegeven moment de
minste goals tegen."
Het duel met Feyenoord zit Brood
hoog. Niet zozeer vanwege de ne
derlaag of de blessure die hij er
aan overhield, alswel aan alles
wat er op en rond het veld gebeur
de. „Ik vind alle verhalen over op
gefokte spelers nergens op slaan.
Plotseling heeft het allemaal te
Ruud Brood (tweede van links) wordt precies een jaar geleden door zijn ploegmakkers gefeliciteerd
als hij heeft gescoord tegen Volendam.
maken met de ruzie tussen Rijs
bergen en Haari. Zij zouden ons
opgehitst hebben. Wat een onzin.
Wij hebben er Rijsbergen vooraf
met geen woord over horen pra
ten. Volgens mij was hij het zelf
ook al lang vergeten. Tot Haan het
allemaal weer oprakelde."
„Maar vandaag kwam scheids
rechter Van Vliet in de krant weer
met eenzelfde verhaal. Het was al
lemaal de schuld van de trainers
en wij zouden met rooddoorlopen
ogen het veld opgekomen waren.
Nou de enige die rooddoorlopen
ogen had, was Van Vliet zelf, na
dat hij die knal van mij op hoofd
had gekregen. Op het veld viel het
met de onderlinge irritatie best
mee. We speelden fel op de bal,
dat wel. Doen we dat niet dan zijn
we weer een slap stel."
Spelen tegen Feyenoord maakt
onderdeel uit van de voetbal
jungle. Toch windt Brood zich
meer op over de scheidsrechter,
dan over de bikkelende Rotter
dammers. „Mukanya krijgt twee
keer geel voor de meest onschuldi
ge dingen, maar wat Fraser deed
(op de voet stampen nadat de bal
al weg was, A.P.). bij- Mukanya is
ook niet meer dan geel. Daar klopt
niets van. Volgens mij heeft hij die
hele trap dan ook niet gezien. An
ders had hij wel rood gegeven.
Koeman vond kennelijk hetzelfde.
'Je hebt het niet eens gezien, man',
zei hij."
Fraser veroordeelt hij niet hele
maal. „Wat hij deed, kan niet,
maar hij is wei een speler die op
komt voor zijn maatjes. In een elf
tal is dat heel belangrijk. Feye
noord is daar heel goed in."
Die constatering houdt bij Brood
evenveel afschuw dan bewonde
ring in. „Een paar jaar geleden
wonnen ze in Breda van ons met
3-0. Puur door vanaf het begin te
intimideren. Ergens is dat knap.
Op dat soort momenten merk je
dat Feyenoord internationale er
varing heeft. In de Europa-Cup
duels mag meer dan in de eredivi
sie. Logisch dat ze die grens ook in
eigen land zoeken. Na de wed
strijd hebben we ons voorgeno
men dat zoiets ons nooit meer
overkomt. Dus bikkel je terug.
Met alle risico's van dien. Vidmar
glijdt Taument onderuit, dan ac
cepteer je dat je daarvoor geel
kunt krijgen. Ik heb ook wel eens
van die tackels waarvan ik weet
dat ze geel op kunnen leveren."
Dat Feyenoord-NAC uit de hand
dreigde te lopen, was volgens
Brood echter juist een gevolg van
die vroege gele kaarten. „Hij had
er beter een tijdje mee kunnen
wachten. Nu zag je gewoon dat
Feyenoord er op uit was om ons
kaarten aan te naaien. En daar
word ik nou zo ziek van, Zo'n man
als Sanchez, die er bewust op uit
is om Mukanya een tweede gele
kaart te bezorgen. Eerst gaat hij
liggen zonder dat er iets aan de
hand is. Van Vliet loopt naar zijn
grensrechter en hoort dat ook,
maar vervolgens tuint hij er enke
le minuten later wel met open
ogen in bij een volgende poging.
En we wisten dat het zou gaan ge
beuren. Ik heb er Van Vliet nog op
aangesproken."
„Maar ook dat is een verschil tus
sen Feyenoord en ons. Bij ons
'wordt er tijdens de rust in de
kleedkamer gezegd dat we uit
moeten kijken voor uitlokkingen.
Niet: zoek de man met de gele
kaart op en ga eens liggen. Bij
Feyenoord doen ze dat wel. Ze
hebben er hun opstelling voor om
gezet. Niet Larsson, maar San
chez ging op Mukanya spelen."
Gelukkig zijn er ook scheidsrech
ters die matennaaierij bestraffen
met geel. „Ik hoop echt dat er iets
aan gedaan wordt. Voor je het
weet, krijgen we wedstrijd vol
'Schwalbes' en .aangenaaide kaar
ten. Voor mij mag er bikkelhard
gevoetbald worden, maar dan wel
in alle openheid. Een type voetbal
zoals in Engeland."
Hij gelooft niet in een zichzelf cor
rigerende beroepsklasse. Daar
voor krijgen de straatvechters te
vaak hun zin. „Begin bij jezelf, ja,
ja. Mij hoor je niet mekkeren wan
neer de scheidsrechter voor een
overtreding fluit of en kaart geeft.
Alleen wanneer het in mijn ogen
om een belachelijke beslissing
gaat. Maar zo'n elftal als dat van
Feyenoord protesteert bij ieder
fluitsignaal. Koeman loopt bij het
minste op geringste naar de
scheidsrechter en begint te kla
gen. De rest volgt hem. Iedere keer
staan ze met zijn allen om die
scheidsrechter heen. Ik kan me
voorstellen dat die man op den
duur denkt: laat ik nu maar een
keer niet fluiten. En zo gebeurt
het ook. Misschien moeten we in
het. vervolg hetzelfde doen. De
hardste schreeuwers krijgen toch
altijd gelijk."
14 Breda/Princenhage Tel. 076-5212881
Sport
HAM Communicatiebeurs
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1996