Weekend
bwARSFLUITEN
de kassa
Raamsdonksveerse nakomelinge beschrijft beroemde kermisdynastie Janvier
STRUYK
BETON
ministratief
dewerker m/v
Jagertjes
op de loop
E2
l/V)
in -
Grootmoeder had haar
naam nooit in neon.
Geen kleurig DINA
JANVIER boven de glissoire ser
pentine, de cakewalk en de
autoscooter. Grootmoeder leidde
de kermisattracties anoniem.
Achter de fagades was ze 'la
mama' van de kermisdynastie
van de Janviers. In Alles
draait... ik zie sterretjes, een
boek over deze machtige Bergen
op Zoomse kermisfamilie, geeft
kleindochter Dimp Nelemans uit
Raamsdonksveer haar naam als
nog glans.
ZATERDAG 19 OKTOBER 1996
PRaamsdonksveer, onderdeel
belangrijkste leveranciers van
i groeiende onderneming met
ilen op de ontwikkeling in q6
chines en gebouwen
lamheden
he Dienst zijn toebedeeld
Technische Dienst
ming en goede werking
llektro en 4 mechanische mon-
verwachten wij:
Irsussen
en bij de heer P. Hoogendijk, l
De Struyk Groep bestaat uit ee
aantal bedrijven die zich hebber
gespecialiseerd in de productie e
verkoop van een breed assortimer
betonproducten voor de weg- s
waterbouw.
Struyk Beton staat voor 2 produc
tiebedrijven in Oosterhout,
gespecialiseerd in de fabricage ve
betontegels en trottoir- en opsluit
banden met een indrukwekken
aantal standaard hulpstukken.
Struyk Beton B.V.
Havenweg 47
Postbus 2
4900 AA OOSTERHOUT
hh m
e dag verrast wil worden
iws uit binnen- en buiten
eest natuurlijk De Stem.
De Stem gebeurt 't elke
dag opnieuw.
NIMAR B.V.
derdeel van de Nimar Groep, met vest-
and en België.
an de Nimar Groep bestaan uit net ve
gazijninrichtingen alsmede het cos
groei van de onderneming hebben wl
g in Dongen een vacature voor een.
voor 20 uur per week
eheer
indige werkzaamheden
an correspondentie
lontact met relaties
EAO of vergelijkbaar niveau
lie en communicatieve vaardigheoe
and kunnen werken
nauwgezette werkwijze
sist
f circa 30 jaar.
zelfstandige en afwisselende
►erkomgeving met veel externe c
hankelijk van leeftijd, opleiding en erv
Srmatie omtrent deze vacature kun^_
len met Mevr. van Vliet telefoon
sollicitatie, voorzien van c.v. en Pas
(n twee weken richten aan: J
„a.v. de heer R.N. Prickaertz, PoS
tongen.
Als je bij het ochtendgloren uit je bed wipt,
heb je kans dat je ze ziet. De velden dampen
nog na van de nacht en de bladeren ritselen
opgewonden in het ochtendbriesje. Kijk, daar
in de modder zie je de afdrukken van hun
pronte laarsjes. Opeens klinkt klaroengeschal,
de honden blaffen, het eerste schot klinkt.
Dan snellen ze over de paden, langs de sloten
en tussen de bomen door. De jagertjes. Ze
buitelen en springen, het is een lust voor het
oog. De zonnestralen weerkaatsen in de fris
gepoetste loopjes van hun geweertjes.
De jagertjes horen bij de natuur. De natuur
hoort bij de jagertjes. Zij schieten het milieu in
evenwicht. We weten het allemaal. Ze moor
den, maar dat is ook hun taak in de grote
kringloop van het leven. Ze doen het met veel
liefde en toewijding, ze vinden jagen bijna net
zo leuk als oorlog.
Maar wat is er nu aan de hand? Den Haag
heeft de jagertjes vogelvrij verklaard. De stem
ming is geladen, dat is heel begrijpelijk. Er
hangen donkere wolken boven het jagersbos.
Ervaren schutters als Wiegel en Braks hebben
deze week nog geprobeerd de troepen moed
in te spreken. Maar ondertussen is de kogel
door de kerk: de politici vinden de jagertjes
opeens niet lief meer.
Er mag bijna niet meer gejaagd worden. Ja,
op een luie haas of een suffe houtduif mag je
nog wel een schot wagen, maar een smakelijk
edelhert of een overheerlijke ree moetje voor
taan laten schieten. Met het gevaar dat diver
se hertensoorten over een paar jaar in grote
kuddes door je tuin kuieren. Want dat teelt
maar door in de tussentijd.
Wat moet een jagertje als hij tussen het gebla
derte een fladderend voorwerp waarneemt
en enthousiast wii aanleggen? Is het een
grauwe gans? Dan mag hij niet schieten.
Maar het kan ook een patrijs zijn. Dat kun je
vaak niet goed zien. In dat geval mag hij de
trekker overhalen. Zo is er toch geen lol meer
aan? In die aarzeling is de vogel gevlogen en
op weg de natuur verder uit balans te halen.
De jagertjes voelen zich opgejaagd. En ze
hebben het al zo moeilijk. Er is steeds minder
vrije natuur. Snelwegen en viaducten worden
zonder overleg in de baan van hun schot ge
zet. Je hebt tegenwoordig idioten die vanuit
hun flat dertien hoog hun mitrailleur richten
op wild in de berm. Die bezorgen de jacht een
slechte naam.
Ie wilt een lekker stukje vlees bij je spaghetti,
bijvoorbeeld een houtsnipje met jachtsaus of
een mals slobeendje. Maar daar mag je niet
meer op jagen. Het eten van een bord spa
ghetti zónder wild is vandaag de dag trou
wens ook al zeer riskant. De regering wil het
zo. Het kunstgebit uit het ziekenfonds en dus
ook de taaie vleessoorten. Consequent, maar
wel onrechtvaardig.
Oefenen op een dief met een brood onder
zijn arm lijkt sinds kort niet meer geoorloofd.
En nu de dienstplicht is afgeschaft, komen er
ook steeds minder nieuwe jagertjes bij. Je
moet jong met het geweer in aanraking ko
men, het instinct moet geactiveerd worden.
Het gaat niet goed met de jagers-stand. Nog
even en ze zijn- uitgestorven.
Stil even. Daar duikt een jagertje weg. Grote
schrikogen. Hij voelt dat hij in de val is gelokt.
Ie kunt z'n angst ruiken. Hij zit te trillen in zijn
schuilplaats, hij kan zijn geweertje niet eens
meer vasthouden. Het hart bonkt in zijn keel.
Het jagertje kan geen kant meer uit. Hij is
machteloos en kan alleen maar wachten,
wachten op het genadeschot van de minister.
Dit is grof en zinloos geweld van de overheid
tegen weerloze wezens. Ze hebben toch nie
mand kwaad gedaan? Hoe kan Den Haag zo
verschrikkelijk wreed zijn?
Door Joyce Ernest
In de schoolvakanties reisde Dimp Nelemans
met haar grootmoeder in de wagen van ker
mis naar kermis door het land. Op winterda
gen bezocht zij oma ook wel in Breda. Daar
in een piepklein bovenkamertje nam het fa-
milieberaad van de Janviers aan de tafel met
pluche en Wedgewood-service de grote be
sluiten en legde ruzies bij. Zij, als klein
meisje voor volwassenen zo terloops aanwe
zig als het schilderijtje aan de muur, zoog al
les op wat ze zag en hoorde.
De Geschiedenis van een kermisdynastie,
zoals Dimp Nelemans haar boek ondertitelt,
neemt een aanvang bij haar overgrootvader
Hendrik Janvier. Hij kreeg elf kinderen, on
derwie Dina in 1896, die later allemaal reus
achtige kermisattracties draaiden, tot 150
man personeel. Ze werden streng geselec
teerd. De dynastie wilde geen schuilplaats
bieden aan wie uit onedele motieven op de
vlucht was. Hendrik was een machtig man,
regent van het Algemeen Burger Gasthuis en
gemeenteraadslid in Bergen op Zoom. Hij
genoot aanzien.
„Als kermis zoveel geld opbrengt en zoveel
meerwaarde aan het leven geeft, krijg je res
pect. En dat had hij. Bovendien had hij ver
stand van techniek. Hij liet Bergen op Zoom
letterlijk het licht zien door elektriciteit in
de stad te brengen. Daar had hij persoonlijk
belang bij."
Codes
Lichtjes, geluiden, kleuren, geuren. Dat zijn
de vaste ingrediënten waarmee iedereen zich
bij het woord kermis een voorstelling maakt.
Wie er middenin zit, kijkt er anders tegen
aan. Die leeft in een zakelijke wereld. Ook
nu nog geregeerd door een grote sociale con
trol e en een subtiel web van normen, regels
en codes waarin een buitenstaander zich ge
makkelijk verstrikt. Zeker vroeger een
hiërarchie met rangen en standen die zich
niet mengden. Waarin de suiker- en gebak
kramen, de kijktenten, de kinderzaken en de
attracties - het sensationele, peperdure spul
- niets met elkaar hadden te maken.
De Janviers met hun carrousels, cakewalks,
autoscooters en duizelingwekkende gevaar
ten vormden de sociale toplaag. De niet-
bloedverwante exploitanten van gelijksoor
tige zaken hoorden bij de familie. Ooms en
tantes voor Dimp. Haar vader viel erbuiten.
Hij dreef tot 1955 een werp- en touwtrekt
ent. Spelletjes. En dat betekende een lagere
status. Hij, niet opgegroeid op de kermis,
slaagde er pas in zich op te werken toen hij
een handelszaak begon in de 'burgermaat
schappij'.
Haar moeder, die nooit in een wagen wilde
wonen, betreurde zijn ommezwaai niet. Zij
was een kermiskind. Die gingen, er was nog
geen rijdende kermisschool, eenmaal leer
plichtig, naar kostschool. Daar kwam ze in
aanraking met burgerkinderen.
„Zij wilde ook burgerkind zijn. Ze vond de
kermis niet bij haar passen. Ze vond dat bur
gers meer rechten, mogelijkheden en aanzien
hadden. Kermismensen voelen zich buiten
die maatschappij gezet. Ze krijgen zélden
bescherming. Een gemeente vraagt bijvoor
beeld tienduizend gulden pachtgeld, maar
laat de politie niet extra surveilleren. Ter
wijl diefstal en vandalisme toenemen. Ze
hebben een eigen beschermingsdienst. Het
gaat om hun boterham. Ze mogen niet meer
naast de attractie verblijven omdat de ge
meente dan meer kan verpachten. Ze laten
de kinderen met de waakhond achter. Ik
weet nog dat ze het kind vroeger als de wa
gen niet in de buurt stond onder de kassa lie
ten slapen. Dat is het leven achter de fagade
van de kermis."
Decor
Lichtjes, geluiden, kleuren en geuren in een
steeds wisselend decor. Vanaf de middag, als
de eerste klanten binnendruppelen, tot diep
in de nacht, als de op volle toeren draaiende
mallemolen opeens stilstaat, de lichtjes do
ven en de doodse stilte invalt. Tot de volgen
de dag weer begint en de kermismensen bij
weer een nieuwe buurvrouw op de koffie
gaan.
Het kind Dimp Nelemans genoot van dat
feest. Met de geur van oliebollen in de neus,
de muziek in de oren overal gratis in bij de
'ooms' en 'tantes' tot grootmoeder haar naar
de kassa gebood. Meestal droeg ze het ho-
ninggele vestje met de honingraatvormige
knopen. Het was een code om het aan te
trekken als ze bij oma was, omdat die het
haar huishoudster had laten breien. „Het
kind is veel te klein," reageerde ze bij het
passen op haar foutieve schatting van de
maat. Grootmoeder gaf nooit een vergissing
toe.
Dina Janvier hield het hectische kermisleven
tot ver in de zeventig vol. Ze was jong wedu
we geworden en werkte anoniem als be
drijfsleider van de grootste attacties voor
anderen. De wet stond het ondernemerschap
voor vrouwen pas toe in 1956 toen Dina de
zestig was gepasseerd. Een officiële status
hoefde ze niet meer. Ze kon erbuiten. Ze had
nog steeds gezag. Ook bij haar zes overgeble
ven broers, allemaal kermisexploitant.
„Ze was een markante, trotse vrouw. Toen
we voor het eerst het lied La mama hoorden
dat een sterke vrouw bezingt, wisten we
meteen dat zt'j dat was. Oma was 'La mama'.
Ze verhief nooit haar stem, werd nooit
kwaad, gebruikte nooit het werkwoord moe
ten. Ze zei één keer 'ik wil' en dan gebeurde
het."
Grootmoeders stem in de familiebesluiten
woog zwaar. Halverwege de jaren vijftig
Dimp Nelemans met het boek over de ker
misdynastie van de Janviers waarvan haar
grootmoeder de spil was.
FOTO'S DE STEM/JOHAN VAN GURP
(boven) Een impressie uit 1890 van het
eerste type kermis. De carrousels waren ge
heel open. Het kermisgezin leefde in een
woontent in de carrousel.
stonden de Janviers op haar verjaardag (6
december) voor een van de moeilijkste be
slissingen in hun geschiedenis. Het gebrui
kelijke verjaardagsfeest met een hele dag ro
ken, borreltjes, advocaat, snoep, slagroom en
een chique zesgangendiner vermengde zich
deze keer met diepe tragiek. Dimp, een kind
van elf met ogen en oren op stokjes, zat er in
het kleine bovenkamertje bij.
„De carrousel van Laurens Janvier zou voor
die en die prijs worden verkocht aan de Efte-
ling. Hij staat er nog. Het was de laatst
draaiende in Nederland. En het laatste grote
erfstuk van de familie. Het was een ver
schrikkelijk dramatisch moment. Het kon
niet anders. Het carrousel viel menselijker
wijs niet meer te exploiteren. Niet uit finan
cieel en niet uit humaan oogpunt. Elke keer
moesten tien treinwagons vanaf het station
op de kermis worden uitgeladen en opge
bouwd. En het was gigantisch zwaar spul.
Alleen al één gondeltje woog driehonderd
kilo."
De Janviers waren de mannen van de grote
mechaniek. Jongere familieleden reisden la
ter ook wel rond met drie, vier kleinere at
tracties. Maar een kijktent 'Komt dit zien!
Komt dit zien! Dit is de dikke dame met de
baard!' zouden zij nooit beginnen. Dat had
geen uitdaging. Zij moesten hun handigheid
en technische vernieuwingsdrang kunnen
botvieren.
Rel
Hun imperium van gigantische vermaakpa-
leizen en lunaparken brokkelde af vanaf de
jaren zeventig. Wrang genoeg gaf Bergen op
Zoom, thuishaven voor generaties Janvier,
een aanzet met het besluit om de wagens uit
de binnenstad naar de kale vlakte van Plein
XIII te verplaatsen. Het liep uit op één grote
rel waarbij 'ome Bertus' Janvier, meester in
de rechten, trachtte het tij te keren.
„Het was verschrikkelijk. Alles werd daar in
een klap bovenop elkaar gezet. Die conglo
meraten zijn slecht. Ze belemmeren de con
currentie tussen gelijksoortige ondernemers.
En mensen die generaties lang volgens een
streng systeem van rangen en standen had
den geleefd stonden opeens op een kluit. Zo
veel integratie die wordt opgedrongen, en
zonder begeleiding, is fataal. In elk geval
wel voor de familie Janvier. Die telde inmid
dels meer dochters dan zonen. Ze trouwden
met burgermannen die het ontgroeningspro
ces in het kermiswereldje nog helemaal
moesten doorlopen en hun status daalde."
De overgebleven mannelijke Janviers waren
zoals hun voorouders ijzermannen. Zij wa
ren niet opgeleid in de elektronica die op
rukte. Hun zonen raakten er pas in thuis
toen scholing, hoger onderwijs en deskun
digheidsbevordering gemeengoed werden in
de kermiswereld. Nu reizen weer enkele jon
ge Janviers rond met groot spul, meestal bui
ten Nederland in de rest van Europa. Gigan
tische speelautomatenattracties en reuzen
raden waaraan, de genen van de voorvaders
geërfd, steeds weer iets valt te innoveren.
Miljoenenbedrijf
Steeds sneller, steeds gewaagder, steeds
duurder. Een wereld van verschil met de
oude, handbeschilderde draaimolen met ko
peren stangen en paardjes. De hedendaagse
kermis is een miljoenenbedrijf geleid door
financieel-economisch en technisch onder
legde mensen. Maar zeg niet tegen Dimp Ne
lemans dat de onbevangenheid eraf is.
„Buiten die paar grote heb je nog altijd veel
kleine. Maar allemaal moeten ze elk jaar al
les weer regelen. Iedere keer staan ze weer
voor verrassingen. Rotondes en drempels die
de gemeente heeft aangelegd. 'Amsterdam
mertjes' die er opeens staan. Zijn er drie
nieuwe pretparken komt niemand. En regent
het en is er een expositie van Van Gogh dan
stroomt de kermis leeg. Klaart het weer op
en valt Van Gogh tegen dan stroomt iedereen
weer toe. De kermis is de gaatjesvuller van
de cultuur. De exploitanten nemen het risi
co. Zolang er kinderen zijn en kermisonder
nemers met de drang om hun spul te laten
zien zal er kermis zijn."
De Bergen op Zoomse wethouder van cultuur
Letty Demmers overhandigt het eerste exem
plaar van 'Alles draait... ik zie sterretjes' op
zondag 27 oktober in het Markiezenhof te
Bergen op Zoom aan Ed Nijpels. Daarna is
het boek, geïllustreerd met 300 foto's van
1890 tot nu, verkrijgbaar bij de boekhandel.
(ISBN 9075703031).