Weekend ppers Anne Marie West, de dochter van de Britse seriemoordenaar Kabinet DESTEM E3 Haar moeder is verdwenen. Twee zusjes zijn verdwenen. Haar beste vriendinnetje is verdwenen. Zelf werd ze voor het eerst verkracht door haar ouders toen ze 8 was. Op haar 15e was ze zwanger van haar vader, die net zo lang in haar buik trapte tot ze een miskraam kreeg. Toen ze wegliep, smeekte een zusje haar mee te nemen. Dat deed ze niet. Nog geen week later was het zusje verdwenen. Het leven van Anne Marie West, oudste nog levende dochter van de Engelse seriemoordenaar Fred West, is niet te bevatten. zu vuei - 1 ZATERDAG 5 OKTOBER 1996 TOBER 1996 p van de moeder werd, m foto j.j. de bo' respondenten had 6 proce eer dan 50.0.00 gulden, c :ent bezat meer dan een t» lartog: „Aardig om te wett ;enden meer moeten wordt ,en van de hbs'ers - tegel - en niet in die van acad, hebben een hoge opleidit n een hoog inkomen. Maj^ nlijk gewoon meer op di jnen hebben voorts kimm Ie beloningsverschillen op >r de helft zijn toe te scl Het gezinsmilieu spel ocent een rol en het IQ vi lat laatste lijkt eigenaart verklaarbaar. Heb je ei oet niets aan scholing, tieel niet ten gelde. Zo sii ik." op de onderwijssoortenis oordelen de onderzoekei en feitelijke schoolkeuze!, ./basisschool zijn sinds 191, ird op testscores dan t Ook zijn de verschillens! en van jongeren uit de sti eland verdwenen. Cipe 'wealth, health and ha\ rtog de mannen en vrouwl ep de kwaliteit van hun levt i cijfer op een zelf gefabriel met een schaal van 0 (dij 10 (koning te rijk). De optej oonlijke beoordelingen is bi, cht maar één conclusie mogj ders van ruim vijftig jaar zil Ikje. Ja, zelfs een zeer gelul ldt de hoogleraar. „Slechts I I mensen komt op een onvo. [uksladder scoren de hbs», ligt op het huidige vwo-l jij hbo'ers en wo'ers, daal ensen zich gelukkig voekj ■erondersteld hebben men 1 een goede gezondheid, an een tanende gezond» l als een molensteen om de n .zoek blijkt dat mensen er ton voor over hebben o® ze een gezondheids» ïdheid is zeer belangrijk v nedici dus een mooie 8e'ef, if te tappen en dat gebeur et eigenlijk met Hartogs e'ëj ïluksladder? Lachend. I dat ik hoog scoor, alvani van dag tot dag. Mwscb* ns, heeft die hoge score dat het leven pas bij vee» zo voel ik dat en miss c®. Gek is er in soorten. De tragische, aan wanen angsten lijdende patiënt, het lastige, eeu- aandacht vragende en zich altoos mis- kfnd voelende type en de prettig gestoorde. Willem Oltmans, zelf benoemd arbiter in we- «Idpolitieke kwesties, is er een van de tweede otegorie. Journalist noemt hij zich. Zijn vak- imd is het daar, ondanks Willems krukkige pin, mee eens. De vaderlandse autoriteiten iet Otmans, oud-leerling van het eertijds presti- »uze handels- en relatie-instituut Nijenrode, hieft jaren her de woede van Joseph Luns op- ywekt. Oltmans die zich ondanks zijn beroep fver ophoudt in de suites van de grote der arde dan op de stoep van belendende perce- K was op vriendelijke termen met Soekarno. Inde tijd van de Nieuw Guinea-crisis - Luns' gbriemoment op het internationale politieke tmeel - probeerde hij samen met wat zaken enden die bezorgd waren voor hun investe ren in de Gordel van Smaragd, Nederland Steen compromis te bewegen. Luns classifi- ceide hem vervolgens als staatvijand num- neréén en het dossier dat Buitenlandse Zaken cparover aan alle ambassades rondgezonden Ifeft, belemmerde Oltmans jarenlang in zijn idel en wandel als journalist, zover is de zaak duidelijk. Oltmans heeft ide geleden door toedoen van Luns en srt die terecht em met steun van zijn via een proces op de Staat der Nederlan- dente verhalen. Makkelijk gaat dat niet, want Oltmans begroot zijn inkomstenderving met zes rullen. Vandaar dat hij de aandacht van de medic zoekt. Vlugschrift na pamflet spuugt zijn prntertje uit. Het linkse Bredase uitgeverij tje 'Paieren Tijger' brengt ze op de markt. Meteen voor Oltmans contraproductief publi citair efect, Zijn grootheidswaan en paranoia liggen iu in drukinkt vast. Oilman komt van goede huize. Op zich nog geen pobleem voor een redelijke loopbaan en een gezinde verhouding tot de werkelijkheid. Maar b Oltmans heeft het anders gewerkt. Hij deelleen bijleslerares, in zijn woorden met een goivernante, met Majesteit. Hij zat als Wim Krk en de wel als journalist gerespec teerde tenk Hofland op Nijenrode. In Oltmans herimng een opleidingsinstituut voor diplo maten. lij heeft, als zovele collegae, geluncht met enije groten der aarde. Ze heten in zijn concept; daardoor vrienden. Oltmans wereld is er een van macht en in vloed, Mar eigen inzicht althans. En in dat mi lieu wile hij meer dan slippendrager, souf fleur of vaamemer zijn. Geen diplomaat daar om, mar journalist. Dat dit per definitie bete kent dat zijn plaats aan de zijlijn is, heeft hij nooit beirepen. Kon hij niet begrijpen, want ouderlijk huis, school ei vriendenkring hebben hem geleerd dat metrijn achtergrond het wereldtoneel op zijn initiaieven zat te wachten. Oltmans is het type vai de kapitalist in de coulissen, de dorpsreent of de Indische planter. Die gelo ven dat nun positie, portefeuille en stentors tem invked behoort te hebben. Dat hun ver meende noblesse oblige'. Dat er naar hun ge luisterd noet worden en dat ze daarom ge- rcepenzn zich te laten horen. Dat de verkelijkheid anders is en dat het niet langer on afkomst, kapitaal en relaties draait, maar or prestaties, inzicht en intelligentie dringt nit door. Oltmans is een Linschotenty- pe. Niet ie van de heengezonden staatssecre taris, mar van Ab Gietelinks recente toneel stuk 'Baavia'. Een fantasiegeschiedenis van Indië, geoncentreerd rond een geslacht Van Linschota Begonnen met de 16e eeuwse reisverslagever Jan Huygen en eindigend met ffl patnttisch koloniaal uit net naoorlogse jaren, Hi vindt het even vanzelsprekend dat ajn njai hm baadt, droogt en kamt als dat ka pitein Vesterling hem om toestemming "raagt pacificerende werkzaamheden voort te zetten. De laatste Van Linschoten in (ietelinks weergave in een kabinet. Geen plats van pluche of torentjes, maar een witeitenerzameling. Mmans'gekte begrijpt dit niet. Hij kent maar w) beteënis van het woord kabinet en daar- jn voelt h zichzelf op een troon, maar dwaalt ™J in feiti malend rond. Oltmans had er beter ffln gedan zich niet te spiegelen aan zijn ge- neratiegooten Kok en Hofland. De vorige week ovrleden Esteban Lopez was meer van niveu. Een margefiguur in de literatuur wt eenoaar aardige boeken op zijn naam, een ovei zijn mislukte Nijenrode-studie bij- voorbeeli. Lopez leefde vrolijk op het kleine r® en on daar boeiend over verhalen. Hij soos eenrvereld die bij zijn talent paste. wel heel sterk voor de resp» jn immers net zo oud. Ik jj geval lekker ontplooid, wj Mijn leven ziet er goed ui g speelt waarschijnlijk e raar nog niet is geconfrontf sheid, verlies van zijn p .elende gezondheid. Wart ctoren die, zo bleek uit jj het 'geluksgevoel' van m 11 Itief beïnvloeden. Door Max Steenberghe 'Ik ben een schuldige onschuldige' Drie, vier keer barst ze in snik ken uit tijdens het gesprek. Maar schokkender dan haar huilen is de monotone stem, waarmee ze uitlegt nog steeds van haar vader te houden. Haar stiefmoeder te willen knuffe len, ware het niet dat deze levenslang heeft en haar nog vanuit de cel met de dood bedreigt. „Ik houd van hen, zoals ze ook van mij hebben gehouden. Ik ben er van overtuigd dat ze het beste met me voor hadden. Dat ze alles uit lief de deden. En kijk: ik spuit geen heroïne, deal geen drugs, steel niet, vecht niet. Ik ben een goed mens. En mens word je door je opvoe ding. Dus dan kan mijn opvoeding niet echt verkeerd zijn geweest. De grootste vraag voor een interview met An ne Marie West is: wat te vragen. Wat vraag je aan een vrouw die als bij toeval nog leeft, als bij toeval niet eindigde in de vloer van de mar telkelder van haar vader en stiefmoeder? Wat te vragen, als er alleen maar huiveringwekken de antwoorden kunnen komen van een vrouw die al jaren op de rand van krankzinnigheid balanceert, die elke minuut zichtbaar vecht om zichzelf bij elkaar te houden, waarvan de ze nuwen nog altijd zo rauw zijn als schuurpa pier, die bij elke verkeerde vraag in stukken uiteen kan vallen? We hoeven niks te vragen. Ze is immers in Ne derland om haar boek te promoten. Ze vertelt. Het spuit er uit. Zacht, nauwelijks hoorbaar, in keurig ABN-Engels. Bepaalde verhalen ver telt ze al jaren in dezelfde woorden. Ze heeft ze ooit weten te formuleren, en durft niet meer bij de inhoud stil te staan. „In feite kan ik het zelf nog steeds niet geloven," zegt ze. „Het is een goedkope horror-film. Amerika. Dit kan niet waar zijn. Dit kan mij niet zijn overkomen." Twaalf lijken Maar het is wel degelijk gebeurd. Haar vader, Fred West heeft geleefd. En gemoord. Bij het beestachtige af. Twaalf lijken zijn in het huis en de tuin gevonden. Twaalf levens die hij en zijn tweede vrouw Rose op afschuwelijke wij ze namen. De doden vielen tussen '72 en '74. Dochter Heather verdween pas in '87, om in 1994 opgegraven te worden van onder het tuinterras van Cromwell Street 25. Zijn jong ste zoon heeft in de gevangenis durven vragen wat er in de tussenliggende jaren is gebeurd. „Ik ben niet gestopt, ik ben nooit gestopt. Nie mand zal weten wat ik allemaal heb gedaan," was het antwoord. Anne Marie (32) is de oudste dochter. Een mus je om te zien. Ze is nerveus, komt veel té laat binnen voor de door haar uitgever geregelde pers-ontmoetingen. Anne Marie schreef een boek. Geen goed boek, de chronologie loopt door elkaar, er vallen gaten in het verhaal. En Godzijdank ontbreken de details. Ze rent door het verhaal. Praat in flarden. Over haar echte moeder, Catherine, een los bandig type dat, zwanger reeds van een ander, met Fred trouwde. Na dochter Charmaine volgde al snel Anne Marie. Het echtpaar leefde er op los. Fred kreeg kennis aan Rosemarie, een meisje van 13, negen jaar ouder dan zijn dochter Anne Marie. Terwijl hun relatie op bloeide, verdween Catherine. „Vader zei dat ze was weggelopen. Ik had geen reden om hem niet te geloven. Ze belde hem af en toe, zei hij." Toen Rose zestien en zwanger was, trouwde ze met Fred. „Rose was een duivelin. Een sadiste. Zonder aanleiding sloeg ze er op los. Schuim bekkend en schaterend." Maar het was niks bij wat komen zou. „Op mijn achtste moest ik mee naar de kelder. Daar werd ik verkracht. Eerst met een apparaat, daarna door vader. Moeder hield me lachend vast. Toen ik vroeg waarom ze me zo'n pijn deden, zeiden ze dat elke vader dat deed. Dat hij zorgde dat ik een goede vrouw zou zijn voor mijn man. Dat het eerste kind van een meisje altijd van vaders kwam. Dat die dat beter kunnen dan vrindjes." Nachtmerrie Het was het begin van een nachtmerrie. „Rose en Fred leefden van en voor seks. Deden het met iedereen. Fred timmerde een peeskamertje voor Rose waar ze zijn vrienden ontving. Later klanten. Ik moest meedoen." Toen haar halfzusje Charmaine verdween, was die volgens Fred achter haar moeder aan. Evenzo verklaarde hij het snelle verloop van de vele kamerhuursters. Anne Marie had geen tijd, zich te verbazen. „We hadden negen kin deren en ik deed het huishouden. Rose was ba- byziek; om de haverklap zwanger. De baby werd vertroeteld tot-ie twee was, dan werd-ie aan de kant geschoven." Als Rose niet zwanger was, kwamen lesbische neigingen boven, waar Anne Marie ook slachtoffer van werd. Fred liet zich niet onbetuigd en maakte huursters zwanger. Die dan prompt van het toneel ver dwenen. Zelf zei hij 42 kinderen te hebben. Ook Anne Marie maakte hij zwanger. Maar hij schopte haar een miskraam. Waarop ze einde lijk wegliep. Maar zonder geld kwam ze niet ver. Ze kon maar één ding. En verdiende daar haar onderdak mee. Soms bleef ze langere tijd bij een man, tot deze haar zo sloeg dat ze weer verder trok. Ze huwde degene die haar op nieuw zwanger maakte, maar ook hij sloeg haar zo dat ze weer naar een ander ging, van wie ze een tweede dochter „Eenmaal getrouwd durfde ik weer contact op te nemen. Zo hoorde ik dat zusje Heather naar een baantje was op een vakantiekamp, en nooit meer iets liet horen. Niemand keek er van op; iedereen zou hetzelfde doen." Even is serieus naar haar gezocht, toen Fred in 1992 werd opgepakt wegens verkrachting van eén liftster. Anne Marie lichtte een tip van de sluier op over het leven in Cromwell Street 25. „Maar vlak voordat er een rechtzaak zou ko men, haakte ik af. Ik durfde niet. Ik kon ze niet achter tralies stoppen. Ook omdat ons gezin uit elkaar zou vallen. En we hadden elkaar no dig." Toen men naar Heather bleef vragen, grapte Fred dat 'het leek alsof ze dachten dat hij haar onder de terrastegels had gespit.' Het werd een familiemopje. Totdat Anne Marie het via via doorgaf aan de politie, die daadwerkelijk ging graven. Niet een, maar twaalf lijken kwamen boven. Allen zwaar verminkt, in stukken gehakt. Bij acht werd een masker van stevig zwart plak band gevonden, waarmee hun gezichten waren afgeplakt. De haren zaten er nog aan. In neus en mond waren rietjes geprikt, voor lucht en voedsel. Fred werd opgepakt. Rose zei dat ze gedwon gen was om mee te doen. De kinderen beaam den dat, totdat Anne Marie een 12 uur durende „Het ergste daat mijn vader me heeft aangedaan, is me zijn gezicht te geven. Ik lijk veel schaam me voor mijn gezicht, ik schaam me voor mijn naam. »Fred West en zijn vrouw Rosemary Hij pleegde zelfmoord in zijn cel. Zij zit een le venslange gevangstraf uit. fotoap Een politieman draagt de stoffelijke resten van een jonge vrouw weg die gevonden wer den achter het huis van seriemoordenaar Fred West. foto ap getuigenis aflegde. Die nacht slikte ze een fles slaappillen door, maar werd gevonden. Fred pleegde zelfmoord, Rose kreeg levenslang. De stilte in de kamer is oorverdovend. Hoe ze door het leven gaat? Ze lacht wrang. Lange tijd met een vriend, mister Whisky. Dat liep uit de hand, maar ik heb het onder contro le. Ik zit nu op happy pills, anti-depressiva." „Het verbaast me dat ik leef. Ik had ook in de tuin kunnen eindigen, net als Charmaine en Heather en al die anderen. Ik, ik, ik schaam me ervoor dat ik nog leef. Het is een teken van mijn lafheid. Ik heb nooit wat gezegd. Dat heeft al die levens gekost. Was ik maar bruta ler geweest, zoals Charmaine. Samen was het ons misschien gelukt. Ik durfde niet. Ik had er moeten zijn voor de anderen. Maar ik deed niks. Ik ben een schuldige onschuldige." „Het ergste schaam ik me voor Heather. Ooit een vrolijk ding, maar ze werd in haar puber tijd steeds stiller. Trok zich terug, sprak ook niet meer met de andere kinderen. Vlak na mijn huwelijk stond ze aan mijn deur. Huilend. Smeekte of ze bij me kon wonen. Ze hield het thuis niet meer uit vanwege jeweetwel. Maar ik kon het zelf niet aan, had net een kind, pro blemen met mijn man. En ik was als de dood dat Fred en Rose haar kwamen halen en met een mij en mijn baby zouden meenemen. Ik legde haar uit dat het geen zin had, dat ze te rug kon komen als ze 16 was." „Dat weekeinde was mijn kindje jarig. Heel de familie kwam langs. Heather stond de hele dag roerloos in een hoek, met haar rug naar ons toe. Twee dagen later was..., was..." Haar ogen zijn al volgelopen. Ze bijt op haar lippen. „Twee dagen later was ze weg. Ik heb haar ge dood. Daar moet ik mee leven. Ik moet leren le ven met het feit dat ik nog leef." Schaamte Ze schikt haar haar. Rossig, niet langer zwart. „Ik heb het geverfd. Het ergste dat mijn vader me heeft aangedaan, is me zijn gezicht te ge ven. Ik lijk veel op hem. Altijd als ik mezelf zie, zie ik hem. Ik schaam me voor mijn gezicht, ik schaam me voor mijn naam." „Soms zeggen mensen dat ik blij moet zijn dat het voorbij is. Maar het is nooit voorbij. Ook feitelijk niet. Komende maand begint de rechtszaak tegen mijn oom. Daarna die tegen mijn neef. Die waren bij de zaak betrokken. Ik ben opnieuw kroongetuige." We weten wat ze de vorige keer deed na haar getuigenis. „Ik ben bang, doodsbang," fluistert ze. En laat haar polsen zien. Maar ondanks lange mouwen waren de vuurrode littekens al lang opgevallen. „Mijn leven is afgepakt. Iedereen kent mijn donkerste dagen, mijn meest intieme dingen. In Gloucester kent iedereen mijn gezicht. Nie mand praat met me. Ze schreeuwen me na, jouwen me uit, helpen me niet in winkels. De dag na de rechtszaak ging ik naar mijn werk - lunchmoeder op een school. De kinderen ren den gillend de klas uit. Ik ben ontslagen." „Toen de eerste lichamen gevonden werden, moest ik naar het bureau komen. Ik snapte de vragen niet, tot ze mijn dochters meenamen voor een onderzoek. Toen sloeg het me in mijn gezicht. Ik was verdacht! Want ik leefde nog! En dat was haast onmogelijk, tenzij ik had meegedaan. Het stereotype: elke misbruikte gaat zelf misbruiken." Verbijsterend Ze kijkt naar buiten. Mensen op straat. Kinde ren. „Het enige wat ik durf, is naar mensen lo pen die op straat hun kinderen slaan. Vaak wordt dat ruzie. Soms vragen ze 'wie ik denk dat ik ben'. Dan noem ik mijn naam." „Het is de voornaamste reden dat ik dit boek schreef. Niet om het geld. Maar om het verhaal naar buiten te brengen. Want mensen blijven er voor wegrennen. Dat is makkelijk. 'Ik heb niks gezien, ik heb niks geweten'. Maar dan kan niet, dat mag niet." „Het is verbijsterend dat geen leraar heeft in gegrepen. Negen kinderen uit een gezin, van wie niemand meedoet aan sport, niemand zich ooit uitkleedt. Altijd moesten we direct naar huis. Nooit vriendjes mee. Wij wisten niet an ders. Maar de rest moet het hebben gezien. Ook in het ziekenhuis. Ik was 15, had een mis kraam, plus alle denkbare geslachtsziekten. Ik heb er een week gelegen, niemand heeft iets gevraagd. Ze vonden me een slet." „Dit kwaad moet de wereld uit. Kwaad tegen kinderen is het grootste kwaad dat er bestaat. Een kind is pure goedheid. Onbedorven. Het gaat pas liegen en bedriegen als het dat heeft geleerd van ouderen. Verder is het onschuldig. op hem. Altijd als ik mezelf zie, zie ik hem. Ik foto klaas koppe Vertrouwt het volwassenen. En ouders hele maal. Je kunt een kind alles aandoen en het la ten geloven dat het normaal is. Dat is de ultie me perversie. „Mensen snappen niet dat het heeft kunnen gebeuren. Dat wij hetrioestonden. Maar voor ons was alles normaal. Het gebeurde met ons allemaal. En daarbij: het meeste hebben we niet geweten. Ons huis was een huis als elk an der. Er zat geen bloed op de muren, er hing geen lijkenlucht, ér lagen geen lichaamsdelen in de ijskast. We hadden een vader en moeder die veel van ons hielden en alles deden om ons gelukkig te maken, om hun dochters goede echtgenotes te maken. Na elke geweldsessie draaide Rose om. Zette thee, gaf koekjes, bab belde en lachte. Ze was nog geen tien jaar ouder dan ik, eerder een grote zus dan een moeder." „Ik blijf geloven dat ze zelf niet beter wisten. Dat ze het uit liefde deden. Vader zei wel eens dat het hem ook pijn deed. Hij was ziek. Hij volgde zijn instincten, zoals ik dat nu ook doe bij mijn dochters. Alleen waren zijn instincten ziek. „Ik houd meer van mijn vader dan van Rose. Van haar ben ik bang. Van hem niet. Ik con centreer me op de tijd met mijn moeder en Charmaine. De gelukkige tijden." Zowaar, er breekt een lach door op haar gezicht. Maar in die tijd is haar moeder verdwenen. En een vriendin. Even later zus Charmaine. Haar blik is breekbaar als die van een kleuter als ze fluistert: „Wil je dat niet zeggen?" Geen familie Wrang genoeg heeft ze. ruzie met haar broers en zussen. Het gezin ligt uiteen. De meesten hebben zich teruggetrokken, anderen verkoch ten hun verhaal aan kranten. Zij,"zacht: „Step hen heeft mijn vader gestolen. De ochtend na zijn dood heeft hij het lichaam laten weghalen en het laten begraven zonder ons te waarschu wen. Hij heeft de reportage ervan exclusief verkocht. Maar ik heb nooit afscheid kunnen nemen van mijn vader." „Ze zijn boos op me, omdat door mij hun moe der in de cel zit. Maar ik kon niet anders. Rose was doorgegaan. Ze missen hun moeder nu, zeggen ze. Ik ook. Ik mis mijn moeder ook." „Ik heb niemand meer. Mijn ouders niet, mijn familie niet, mijn stieffamilie niet. Ik heb al leen nog Phil, mijn vriend. Nee, we zijn niet ge trouwd. Hij wil wel, maar ik kan zijn naam niet met de mijne besmetten." Voor de zoveelste keer gaat de telefoon. Op nieuw krimpt ze in elkaar. De receptie meldt de volgende journaliste. De persdame gaat haar ophalen. Eindelijk even alleen. We zuch ten allebei. Waarom? Zij: „Er is geen waarom. Why zijn drie letter tjes, maar samen een erg groot woord. Een hui zenhoge vraag. Er is geen antwoord op moge lijk. Geen reden kan deze misdaden, deze gru weldaden, rechtvaardigen." „Ik kan niets bedenken, ik kan er niet eens mee leven. Ik moet niet alleen met mezelf leven, maar ook met de dood van al die anderen. Soms, heel soms - ik schaam me ervoor - denk ik dat de anderen beter af zijn. Zij hebben rust gevonden in de dood. Ik niet. Ik moet door. Met de wetenschap wat er is gebeurd. Of erger: in de onwetendheid van wat er is gebeurd. Ik kan niet, ik durf me niet voor te stellen wat die kin deren hebben moeten doorstaan." Anne Marie's boek heet Huis van de Angst, telt 240 pagina's waarvan 16 met foto's. Het wordt uitgegeven door Elmar Rijswijk en kost 29,50

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 43