Weekend
ppers
Anne Marie West, de dochter van de Britse seriemoordenaar
Kabinet
DESTEM
E3
Haar moeder is verdwenen. Twee zusjes zijn verdwenen. Haar beste
vriendinnetje is verdwenen. Zelf werd ze voor het eerst verkracht
door haar ouders toen ze 8 was. Op haar 15e was ze zwanger van
haar vader, die net zo lang in haar buik trapte tot ze een miskraam
kreeg. Toen ze wegliep, smeekte een zusje haar mee te nemen. Dat
deed ze niet. Nog geen week later was het zusje verdwenen.
Het leven van Anne Marie West, oudste nog levende dochter van de
Engelse seriemoordenaar Fred West, is niet te bevatten.
zu vuei - 1
ZATERDAG 5 OKTOBER 1996
TOBER 1996
p
van de moeder werd, m
foto j.j. de bo'
respondenten had 6 proce
eer dan 50.0.00 gulden, c
:ent bezat meer dan een t»
lartog: „Aardig om te wett
;enden meer moeten wordt
,en van de hbs'ers - tegel
- en niet in die van acad,
hebben een hoge opleidit
n een hoog inkomen. Maj^
nlijk gewoon meer op di
jnen hebben voorts kimm
Ie beloningsverschillen op
>r de helft zijn toe te scl
Het gezinsmilieu spel
ocent een rol en het IQ vi
lat laatste lijkt eigenaart
verklaarbaar. Heb je ei
oet niets aan scholing,
tieel niet ten gelde. Zo sii
ik."
op de onderwijssoortenis
oordelen de onderzoekei
en feitelijke schoolkeuze!,
./basisschool zijn sinds 191,
ird op testscores dan t
Ook zijn de verschillens!
en van jongeren uit de sti
eland verdwenen.
Cipe 'wealth, health and ha\
rtog de mannen en vrouwl
ep de kwaliteit van hun levt
i cijfer op een zelf gefabriel
met een schaal van 0 (dij
10 (koning te rijk). De optej
oonlijke beoordelingen is bi,
cht maar één conclusie mogj
ders van ruim vijftig jaar zil
Ikje. Ja, zelfs een zeer gelul
ldt de hoogleraar. „Slechts I
I mensen komt op een onvo.
[uksladder scoren de hbs»,
ligt op het huidige vwo-l
jij hbo'ers en wo'ers, daal
ensen zich gelukkig voekj
■erondersteld hebben men 1
een goede gezondheid,
an een tanende gezond» l
als een molensteen om de n
.zoek blijkt dat mensen er
ton voor over hebben o®
ze een gezondheids»
ïdheid is zeer belangrijk v
nedici dus een mooie 8e'ef,
if te tappen en dat gebeur
et eigenlijk met Hartogs e'ëj
ïluksladder? Lachend. I
dat ik hoog scoor, alvani
van dag tot dag. Mwscb*
ns, heeft die hoge score
dat het leven pas bij vee»
zo voel ik dat en miss c®.
Gek is er in soorten. De tragische, aan wanen
angsten lijdende patiënt, het lastige, eeu-
aandacht vragende en zich altoos mis-
kfnd voelende type en de prettig gestoorde.
Willem Oltmans, zelf benoemd arbiter in we-
«Idpolitieke kwesties, is er een van de tweede
otegorie. Journalist noemt hij zich. Zijn vak-
imd is het daar, ondanks Willems krukkige
pin, mee eens. De vaderlandse autoriteiten
iet
Otmans, oud-leerling van het eertijds presti-
»uze handels- en relatie-instituut Nijenrode,
hieft jaren her de woede van Joseph Luns op-
ywekt. Oltmans die zich ondanks zijn beroep
fver ophoudt in de suites van de grote der
arde dan op de stoep van belendende perce-
K was op vriendelijke termen met Soekarno.
Inde tijd van de Nieuw Guinea-crisis - Luns'
gbriemoment op het internationale politieke
tmeel - probeerde hij samen met wat zaken
enden die bezorgd waren voor hun investe
ren in de Gordel van Smaragd, Nederland
Steen compromis te bewegen. Luns classifi-
ceide hem vervolgens als staatvijand num-
neréén en het dossier dat Buitenlandse Zaken
cparover aan alle ambassades rondgezonden
Ifeft, belemmerde Oltmans jarenlang in zijn
idel en wandel als journalist,
zover is de zaak duidelijk. Oltmans heeft
ide geleden door toedoen van Luns en
srt die terecht em met steun van zijn
via een proces op de Staat der Nederlan-
dente verhalen. Makkelijk gaat dat niet, want
Oltmans begroot zijn inkomstenderving met
zes rullen. Vandaar dat hij de aandacht van de
medic zoekt. Vlugschrift na pamflet spuugt
zijn prntertje uit. Het linkse Bredase uitgeverij
tje 'Paieren Tijger' brengt ze op de markt.
Meteen voor Oltmans contraproductief publi
citair efect, Zijn grootheidswaan en paranoia
liggen iu in drukinkt vast.
Oilman komt van goede huize. Op zich nog
geen pobleem voor een redelijke loopbaan en
een gezinde verhouding tot de werkelijkheid.
Maar b Oltmans heeft het anders gewerkt.
Hij deelleen bijleslerares, in zijn woorden met
een goivernante, met Majesteit. Hij zat als
Wim Krk en de wel als journalist gerespec
teerde tenk Hofland op Nijenrode. In Oltmans
herimng een opleidingsinstituut voor diplo
maten. lij heeft, als zovele collegae, geluncht
met enije groten der aarde. Ze heten in zijn
concept; daardoor vrienden.
Oltmans wereld is er een van macht en in
vloed, Mar eigen inzicht althans. En in dat mi
lieu wile hij meer dan slippendrager, souf
fleur of vaamemer zijn. Geen diplomaat daar
om, mar journalist. Dat dit per definitie bete
kent dat zijn plaats aan de zijlijn is, heeft hij
nooit beirepen.
Kon hij niet begrijpen, want ouderlijk huis,
school ei vriendenkring hebben hem geleerd
dat metrijn achtergrond het wereldtoneel op
zijn initiaieven zat te wachten. Oltmans is het
type vai de kapitalist in de coulissen, de
dorpsreent of de Indische planter. Die gelo
ven dat nun positie, portefeuille en stentors
tem invked behoort te hebben. Dat hun ver
meende noblesse oblige'. Dat er naar hun ge
luisterd noet worden en dat ze daarom ge-
rcepenzn zich te laten horen.
Dat de verkelijkheid anders is en dat het niet
langer on afkomst, kapitaal en relaties draait,
maar or prestaties, inzicht en intelligentie
dringt nit door. Oltmans is een Linschotenty-
pe. Niet ie van de heengezonden staatssecre
taris, mar van Ab Gietelinks recente toneel
stuk 'Baavia'. Een fantasiegeschiedenis van
Indië, geoncentreerd rond een geslacht Van
Linschota Begonnen met de 16e eeuwse
reisverslagever Jan Huygen en eindigend met
ffl patnttisch koloniaal uit net naoorlogse
jaren, Hi vindt het even vanzelsprekend dat
ajn njai hm baadt, droogt en kamt als dat ka
pitein Vesterling hem om toestemming
"raagt pacificerende werkzaamheden
voort te zetten. De laatste Van Linschoten
in (ietelinks weergave in een kabinet.
Geen plats van pluche of torentjes, maar een
witeitenerzameling.
Mmans'gekte begrijpt dit niet. Hij kent maar
w) beteënis van het woord kabinet en daar-
jn voelt h zichzelf op een troon, maar dwaalt
™J in feiti malend rond. Oltmans had er beter
ffln gedan zich niet te spiegelen aan zijn ge-
neratiegooten Kok en Hofland. De vorige
week ovrleden Esteban Lopez was meer van
niveu. Een margefiguur in de literatuur
wt eenoaar aardige boeken op zijn naam,
een ovei zijn mislukte Nijenrode-studie bij-
voorbeeli. Lopez leefde vrolijk op het kleine
r® en on daar boeiend over verhalen. Hij
soos eenrvereld die bij zijn talent paste.
wel heel sterk voor de resp»
jn immers net zo oud. Ik jj
geval lekker ontplooid, wj
Mijn leven ziet er goed ui
g speelt waarschijnlijk e
raar nog niet is geconfrontf
sheid, verlies van zijn p
.elende gezondheid. Wart
ctoren die, zo bleek uit jj
het 'geluksgevoel' van m 11
Itief beïnvloeden.
Door Max Steenberghe
'Ik ben een
schuldige
onschuldige'
Drie, vier keer barst ze in snik
ken uit tijdens het gesprek.
Maar schokkender dan haar
huilen is de monotone stem,
waarmee ze uitlegt nog steeds van haar vader
te houden. Haar stiefmoeder te willen knuffe
len, ware het niet dat deze levenslang heeft en
haar nog vanuit de cel met de dood bedreigt.
„Ik houd van hen, zoals ze ook van mij hebben
gehouden. Ik ben er van overtuigd dat ze het
beste met me voor hadden. Dat ze alles uit lief
de deden. En kijk: ik spuit geen heroïne, deal
geen drugs, steel niet, vecht niet. Ik ben een
goed mens. En mens word je door je opvoe
ding. Dus dan kan mijn opvoeding niet echt
verkeerd zijn geweest.
De grootste vraag voor een interview met An
ne Marie West is: wat te vragen. Wat vraag je
aan een vrouw die als bij toeval nog leeft, als
bij toeval niet eindigde in de vloer van de mar
telkelder van haar vader en stiefmoeder? Wat
te vragen, als er alleen maar huiveringwekken
de antwoorden kunnen komen van een vrouw
die al jaren op de rand van krankzinnigheid
balanceert, die elke minuut zichtbaar vecht om
zichzelf bij elkaar te houden, waarvan de ze
nuwen nog altijd zo rauw zijn als schuurpa
pier, die bij elke verkeerde vraag in stukken
uiteen kan vallen?
We hoeven niks te vragen. Ze is immers in Ne
derland om haar boek te promoten. Ze vertelt.
Het spuit er uit. Zacht, nauwelijks hoorbaar,
in keurig ABN-Engels. Bepaalde verhalen ver
telt ze al jaren in dezelfde woorden. Ze heeft ze
ooit weten te formuleren, en durft niet meer bij
de inhoud stil te staan. „In feite kan ik het zelf
nog steeds niet geloven," zegt ze. „Het is een
goedkope horror-film. Amerika. Dit kan niet
waar zijn. Dit kan mij niet zijn overkomen."
Twaalf lijken
Maar het is wel degelijk gebeurd. Haar vader,
Fred West heeft geleefd. En gemoord. Bij het
beestachtige af. Twaalf lijken zijn in het huis
en de tuin gevonden. Twaalf levens die hij en
zijn tweede vrouw Rose op afschuwelijke wij
ze namen. De doden vielen tussen '72 en '74.
Dochter Heather verdween pas in '87, om in
1994 opgegraven te worden van onder het
tuinterras van Cromwell Street 25. Zijn jong
ste zoon heeft in de gevangenis durven vragen
wat er in de tussenliggende jaren is gebeurd.
„Ik ben niet gestopt, ik ben nooit gestopt. Nie
mand zal weten wat ik allemaal heb gedaan,"
was het antwoord.
Anne Marie (32) is de oudste dochter. Een mus
je om te zien. Ze is nerveus, komt veel té laat
binnen voor de door haar uitgever geregelde
pers-ontmoetingen. Anne Marie schreef een
boek. Geen goed boek, de chronologie loopt
door elkaar, er vallen gaten in het verhaal. En
Godzijdank ontbreken de details.
Ze rent door het verhaal. Praat in flarden.
Over haar echte moeder, Catherine, een los
bandig type dat, zwanger reeds van een ander,
met Fred trouwde. Na dochter Charmaine
volgde al snel Anne Marie. Het echtpaar leefde
er op los. Fred kreeg kennis aan Rosemarie,
een meisje van 13, negen jaar ouder dan zijn
dochter Anne Marie. Terwijl hun relatie op
bloeide, verdween Catherine. „Vader zei dat ze
was weggelopen. Ik had geen reden om hem
niet te geloven. Ze belde hem af en toe, zei hij."
Toen Rose zestien en zwanger was, trouwde ze
met Fred. „Rose was een duivelin. Een sadiste.
Zonder aanleiding sloeg ze er op los. Schuim
bekkend en schaterend." Maar het was niks bij
wat komen zou. „Op mijn achtste moest ik mee
naar de kelder. Daar werd ik verkracht. Eerst
met een apparaat, daarna door vader. Moeder
hield me lachend vast. Toen ik vroeg waarom
ze me zo'n pijn deden, zeiden ze dat elke vader
dat deed. Dat hij zorgde dat ik een goede
vrouw zou zijn voor mijn man. Dat het eerste
kind van een meisje altijd van vaders kwam.
Dat die dat beter kunnen dan vrindjes."
Nachtmerrie
Het was het begin van een nachtmerrie. „Rose
en Fred leefden van en voor seks. Deden het
met iedereen. Fred timmerde een peeskamertje
voor Rose waar ze zijn vrienden ontving. Later
klanten. Ik moest meedoen."
Toen haar halfzusje Charmaine verdween, was
die volgens Fred achter haar moeder aan.
Evenzo verklaarde hij het snelle verloop van
de vele kamerhuursters. Anne Marie had geen
tijd, zich te verbazen. „We hadden negen kin
deren en ik deed het huishouden. Rose was ba-
byziek; om de haverklap zwanger. De baby
werd vertroeteld tot-ie twee was, dan werd-ie
aan de kant geschoven." Als Rose niet zwanger
was, kwamen lesbische neigingen boven, waar
Anne Marie ook slachtoffer van werd. Fred liet
zich niet onbetuigd en maakte huursters
zwanger. Die dan prompt van het toneel ver
dwenen. Zelf zei hij 42 kinderen te hebben.
Ook Anne Marie maakte hij zwanger. Maar hij
schopte haar een miskraam. Waarop ze einde
lijk wegliep. Maar zonder geld kwam ze niet
ver. Ze kon maar één ding. En verdiende daar
haar onderdak mee. Soms bleef ze langere tijd
bij een man, tot deze haar zo sloeg dat ze weer
verder trok. Ze huwde degene die haar op
nieuw zwanger maakte, maar ook hij sloeg
haar zo dat ze weer naar een ander ging, van
wie ze een tweede dochter
„Eenmaal getrouwd durfde ik weer contact op
te nemen. Zo hoorde ik dat zusje Heather naar
een baantje was op een vakantiekamp, en
nooit meer iets liet horen. Niemand keek er
van op; iedereen zou hetzelfde doen."
Even is serieus naar haar gezocht, toen Fred in
1992 werd opgepakt wegens verkrachting van
eén liftster. Anne Marie lichtte een tip van de
sluier op over het leven in Cromwell Street 25.
„Maar vlak voordat er een rechtzaak zou ko
men, haakte ik af. Ik durfde niet. Ik kon ze niet
achter tralies stoppen. Ook omdat ons gezin uit
elkaar zou vallen. En we hadden elkaar no
dig."
Toen men naar Heather bleef vragen, grapte
Fred dat 'het leek alsof ze dachten dat hij haar
onder de terrastegels had gespit.' Het werd een
familiemopje. Totdat Anne Marie het via via
doorgaf aan de politie, die daadwerkelijk ging
graven.
Niet een, maar twaalf lijken kwamen boven.
Allen zwaar verminkt, in stukken gehakt. Bij
acht werd een masker van stevig zwart plak
band gevonden, waarmee hun gezichten waren
afgeplakt. De haren zaten er nog aan. In neus
en mond waren rietjes geprikt, voor lucht en
voedsel.
Fred werd opgepakt. Rose zei dat ze gedwon
gen was om mee te doen. De kinderen beaam
den dat, totdat Anne Marie een 12 uur durende
„Het ergste daat mijn vader me heeft aangedaan, is me zijn gezicht te geven. Ik lijk veel
schaam me voor mijn gezicht, ik schaam me voor mijn naam.
»Fred West en zijn vrouw Rosemary Hij
pleegde zelfmoord in zijn cel. Zij zit een le
venslange gevangstraf uit. fotoap
Een politieman draagt de stoffelijke resten van een jonge vrouw weg die gevonden wer
den achter het huis van seriemoordenaar Fred West. foto ap
getuigenis aflegde. Die nacht slikte ze een fles
slaappillen door, maar werd gevonden. Fred
pleegde zelfmoord, Rose kreeg levenslang.
De stilte in de kamer is oorverdovend.
Hoe ze door het leven gaat? Ze lacht wrang.
Lange tijd met een vriend, mister Whisky. Dat
liep uit de hand, maar ik heb het onder contro
le. Ik zit nu op happy pills, anti-depressiva."
„Het verbaast me dat ik leef. Ik had ook in de
tuin kunnen eindigen, net als Charmaine en
Heather en al die anderen. Ik, ik, ik schaam me
ervoor dat ik nog leef. Het is een teken van
mijn lafheid. Ik heb nooit wat gezegd. Dat
heeft al die levens gekost. Was ik maar bruta
ler geweest, zoals Charmaine. Samen was het
ons misschien gelukt. Ik durfde niet. Ik had er
moeten zijn voor de anderen. Maar ik deed
niks. Ik ben een schuldige onschuldige."
„Het ergste schaam ik me voor Heather. Ooit
een vrolijk ding, maar ze werd in haar puber
tijd steeds stiller. Trok zich terug, sprak ook
niet meer met de andere kinderen. Vlak na
mijn huwelijk stond ze aan mijn deur. Huilend.
Smeekte of ze bij me kon wonen. Ze hield het
thuis niet meer uit vanwege jeweetwel. Maar
ik kon het zelf niet aan, had net een kind, pro
blemen met mijn man. En ik was als de dood
dat Fred en Rose haar kwamen halen en met
een mij en mijn baby zouden meenemen. Ik
legde haar uit dat het geen zin had, dat ze te
rug kon komen als ze 16 was."
„Dat weekeinde was mijn kindje jarig. Heel de
familie kwam langs. Heather stond de hele dag
roerloos in een hoek, met haar rug naar ons
toe. Twee dagen later was..., was..." Haar ogen
zijn al volgelopen. Ze bijt op haar lippen.
„Twee dagen later was ze weg. Ik heb haar ge
dood. Daar moet ik mee leven. Ik moet leren le
ven met het feit dat ik nog leef."
Schaamte
Ze schikt haar haar. Rossig, niet langer zwart.
„Ik heb het geverfd. Het ergste dat mijn vader
me heeft aangedaan, is me zijn gezicht te ge
ven. Ik lijk veel op hem. Altijd als ik mezelf zie,
zie ik hem. Ik schaam me voor mijn gezicht, ik
schaam me voor mijn naam."
„Soms zeggen mensen dat ik blij moet zijn dat
het voorbij is. Maar het is nooit voorbij. Ook
feitelijk niet. Komende maand begint de
rechtszaak tegen mijn oom. Daarna die tegen
mijn neef. Die waren bij de zaak betrokken. Ik
ben opnieuw kroongetuige."
We weten wat ze de vorige keer deed na haar
getuigenis. „Ik ben bang, doodsbang," fluistert
ze. En laat haar polsen zien. Maar ondanks
lange mouwen waren de vuurrode littekens al
lang opgevallen.
„Mijn leven is afgepakt. Iedereen kent mijn
donkerste dagen, mijn meest intieme dingen.
In Gloucester kent iedereen mijn gezicht. Nie
mand praat met me. Ze schreeuwen me na,
jouwen me uit, helpen me niet in winkels. De
dag na de rechtszaak ging ik naar mijn werk -
lunchmoeder op een school. De kinderen ren
den gillend de klas uit. Ik ben ontslagen."
„Toen de eerste lichamen gevonden werden,
moest ik naar het bureau komen. Ik snapte de
vragen niet, tot ze mijn dochters meenamen
voor een onderzoek. Toen sloeg het me in mijn
gezicht. Ik was verdacht! Want ik leefde nog!
En dat was haast onmogelijk, tenzij ik had
meegedaan. Het stereotype: elke misbruikte
gaat zelf misbruiken."
Verbijsterend
Ze kijkt naar buiten. Mensen op straat. Kinde
ren. „Het enige wat ik durf, is naar mensen lo
pen die op straat hun kinderen slaan. Vaak
wordt dat ruzie. Soms vragen ze 'wie ik denk
dat ik ben'. Dan noem ik mijn naam."
„Het is de voornaamste reden dat ik dit boek
schreef. Niet om het geld. Maar om het verhaal
naar buiten te brengen. Want mensen blijven
er voor wegrennen. Dat is makkelijk. 'Ik heb
niks gezien, ik heb niks geweten'. Maar dan
kan niet, dat mag niet."
„Het is verbijsterend dat geen leraar heeft in
gegrepen. Negen kinderen uit een gezin, van
wie niemand meedoet aan sport, niemand zich
ooit uitkleedt. Altijd moesten we direct naar
huis. Nooit vriendjes mee. Wij wisten niet an
ders. Maar de rest moet het hebben gezien. Ook
in het ziekenhuis. Ik was 15, had een mis
kraam, plus alle denkbare geslachtsziekten. Ik
heb er een week gelegen, niemand heeft iets
gevraagd. Ze vonden me een slet."
„Dit kwaad moet de wereld uit. Kwaad tegen
kinderen is het grootste kwaad dat er bestaat.
Een kind is pure goedheid. Onbedorven. Het
gaat pas liegen en bedriegen als het dat heeft
geleerd van ouderen. Verder is het onschuldig.
op hem. Altijd als ik mezelf zie, zie ik hem. Ik
foto klaas koppe
Vertrouwt het volwassenen. En ouders hele
maal. Je kunt een kind alles aandoen en het la
ten geloven dat het normaal is. Dat is de ultie
me perversie.
„Mensen snappen niet dat het heeft kunnen
gebeuren. Dat wij hetrioestonden. Maar voor
ons was alles normaal. Het gebeurde met ons
allemaal. En daarbij: het meeste hebben we
niet geweten. Ons huis was een huis als elk an
der. Er zat geen bloed op de muren, er hing
geen lijkenlucht, ér lagen geen lichaamsdelen
in de ijskast. We hadden een vader en moeder
die veel van ons hielden en alles deden om ons
gelukkig te maken, om hun dochters goede
echtgenotes te maken. Na elke geweldsessie
draaide Rose om. Zette thee, gaf koekjes, bab
belde en lachte. Ze was nog geen tien jaar
ouder dan ik, eerder een grote zus dan een
moeder."
„Ik blijf geloven dat ze zelf niet beter wisten.
Dat ze het uit liefde deden. Vader zei wel eens
dat het hem ook pijn deed. Hij was ziek. Hij
volgde zijn instincten, zoals ik dat nu ook doe
bij mijn dochters. Alleen waren zijn instincten
ziek.
„Ik houd meer van mijn vader dan van Rose.
Van haar ben ik bang. Van hem niet. Ik con
centreer me op de tijd met mijn moeder en
Charmaine. De gelukkige tijden." Zowaar, er
breekt een lach door op haar gezicht.
Maar in die tijd is haar moeder verdwenen. En
een vriendin. Even later zus Charmaine. Haar
blik is breekbaar als die van een kleuter als ze
fluistert: „Wil je dat niet zeggen?"
Geen familie
Wrang genoeg heeft ze. ruzie met haar broers
en zussen. Het gezin ligt uiteen. De meesten
hebben zich teruggetrokken, anderen verkoch
ten hun verhaal aan kranten. Zij,"zacht: „Step
hen heeft mijn vader gestolen. De ochtend na
zijn dood heeft hij het lichaam laten weghalen
en het laten begraven zonder ons te waarschu
wen. Hij heeft de reportage ervan exclusief
verkocht. Maar ik heb nooit afscheid kunnen
nemen van mijn vader."
„Ze zijn boos op me, omdat door mij hun moe
der in de cel zit. Maar ik kon niet anders. Rose
was doorgegaan. Ze missen hun moeder nu,
zeggen ze. Ik ook. Ik mis mijn moeder ook."
„Ik heb niemand meer. Mijn ouders niet, mijn
familie niet, mijn stieffamilie niet. Ik heb al
leen nog Phil, mijn vriend. Nee, we zijn niet ge
trouwd. Hij wil wel, maar ik kan zijn naam
niet met de mijne besmetten."
Voor de zoveelste keer gaat de telefoon. Op
nieuw krimpt ze in elkaar. De receptie meldt
de volgende journaliste. De persdame gaat
haar ophalen. Eindelijk even alleen. We zuch
ten allebei.
Waarom?
Zij: „Er is geen waarom. Why zijn drie letter
tjes, maar samen een erg groot woord. Een hui
zenhoge vraag. Er is geen antwoord op moge
lijk. Geen reden kan deze misdaden, deze gru
weldaden, rechtvaardigen."
„Ik kan niets bedenken, ik kan er niet eens mee
leven. Ik moet niet alleen met mezelf leven,
maar ook met de dood van al die anderen.
Soms, heel soms - ik schaam me ervoor - denk
ik dat de anderen beter af zijn. Zij hebben rust
gevonden in de dood. Ik niet. Ik moet door. Met
de wetenschap wat er is gebeurd. Of erger: in
de onwetendheid van wat er is gebeurd. Ik kan
niet, ik durf me niet voor te stellen wat die kin
deren hebben moeten doorstaan."
Anne Marie's boek heet Huis van de Angst, telt
240 pagina's waarvan 16 met foto's. Het wordt
uitgegeven door Elmar Rijswijk en kost 29,50