Nicolaas Matsier voltooit zelfportret nten pgeteld Kicks om het leven draaglijk te maken k,nderboeren Ode aan alle vergeten momenten rpen mi/hertog pE STEM £urg ngen Anoniem Hilarisch Glans Over viooltjeskleurige zeeën Dl 3 OKTOBER 1996 ,DAM 2-Jan Steen, schilder en verti jan) 113 - 'Het vieze tafeltje'0„, r/m zo 11.00-19.00 uur (t/m 3 n!' at 7 - In living colour - gekleuM Picasso en Gauguin - ma t/m berne Jaren' - Floris en Oscar'jt i zo 10.00-16.45 uur (t/m 3 nov) at 9 - Sef Peeters/ Sentiment» do t/m zo 13.00-17.00 uur straat 12 - Jan Moerbeek en Ru Bartelds/ beelden - do t/m 'ZOOM Dick Fluitsma/ tekeninoen .00 uur (t/m 17 nov) ze als Motor - ontwikkelinqeni, t/m vr 10.00-17.00 uur-za erij |van Antonietta Peeters, Keikoii 13.00-17.00 uur - do en vr is.jj BOEKEN rs/Marc Koreman/ Nicolette Kool en Frik en Hans Hovy-maVmj Detective van een enkel moment 79 - Kunstenkabinet - wo t/m r (t/m 18 okt) Irlies Kempers/ schilderijen ja uur - di t/m vr 10.00-17.00 uur-di DSCH istraat 41 - De Muze als Motor-1 00-17.00 uur (t/m 1 dec) - Joop Birker en Brabantse vrieit bronzen beelden - di t/m vr 11.00 13.00-17.00 uur (t/m 13 okt) vlanuel Esteban/ schilderijen - 4 |1.00 uur (t/m 6 okt) WEN' - De Muze als Motor - di t/m a unst N. de Liemaeckereplein 3 Piens en Johanna Kaiser - di t/m a <LEN jza en Rob Scholte (t/m 27 okt) ïerlo l/est Proforma - sculpturen, insta) J1997) fJDAAL t van Rossem/ etsen, tekenin- 17.00 uur (t/m 3 nov) RDAM en Museumpark 18-20-Willem di 87 (tot 1 dec) - en Tiepolo in Hol Jschilderijen (tot 20 okt) - di t/m z Ituut - 'RealSpace in QuickTimes spen (t/m 17 nov) - en Ben Loerak :a 10.00-17.00 uur - zo 11.00-17.0t iluze als Motor - di t/m zo 11.01)1 irkestraat 96 - Flexible 2 - pan-eu - di t/m vr 10.00-17.00 uur - za et ;CHT ietenstraat 1 - Take Two: Mulders, za 10.00-17.00 uur-zo 12.00-17.M Werken van Klaus Kröger, Phi wo tlm zo 12.00-17.00 uur (t/m 21 DoorJohan Diepstraten In de alom geprezen roman Gesloten huis (1994) had Nicolaas Matsier al een flinke opruiming gehouden. Het overlij den van zijn moeder brengt hem nog één keer naar het ouderlijke huis. In een stroom van herinneringen neemt de au tobiografische hoofdpersoon Tjit Reins- ma afscheid van de jaren vijftig en zes tig: van de gemoffelde fiets, de Terlenka- broeken, de Bic-ballpoint, de Golden Fiction sigaretten, de Prisma-pockets en de Ooievaars. Maar vooral neemt hij afscheid van de gebruiksvoorwerpen van zijn vader en moeder. Totdat Tjit Reinsma ongeveer halverwege de roman 'het boek van Jan' vindt. Het is een door zijn vader samen gesteld album over het op zevenjarige leeftijd overleden broertje. Dan krijgen de herinneringen plotseling een andere dimensie. Hoofdpersoon Tjit heeft zich in foetushouding teruggetrokken onder een tafel, de ogenschijnlijk oppervlakki ge herinneringen worden overschaduwd door het alomtegenwoordige verdriet dat het dagelijkse naoorlogse leven in huize Eeinsma beheerste. Terecht werd de ro man voor ongeveer alle grote literaire prijzen genomineerd, wat uiteindelijk de Mekka- en de Bordewijkprijs opleverde. Een logisch vervolg op deze roman is Dicht bij huis: een verzameling columns die voornamelijk verscheen op de Ach terpagina van NRC Handelsblad in de periode 1978-1996. Als afzonderlijk ge publiceerde stukjes waren het kleine mi niatuurtjes over dagelijkse beslomme ringen. Nu ze gepubliceerd zijn in één boek geven ze een aardige indruk van de autobiografie van Nicolaas Matsier. Was Gesloten huis een zelfportret met ouders zoals de ondertitel luidt, Dicht bij huis 'zou heel goed een zelfportret met huis genoten, buurt en park kunnen heten' suggereert de achterflap. Over de woonomgeving, de Jordaan, ver neemt de lezer zo goed als niets. Op dat ene moment na dat de buurt geteisterd wordt door de kennis: 'Voor of achter, boven of onder, de muziek omgeeft ons. Pompende, vette muziek. Waren er maar koptelefoons met stilte.' Ook de huisge noten blijven verhoudingsgewijs ano niem. In die zin is Matsier trouw geble ven aan zijn Revisor-uitgangspunt van be jaren zeventig. Maar als hij één keer zijn vrouw tot hoofdpersoon bombardeert, is het goed raak. De twee aanrechten zijn 'in geen tijd geheel bedekt met half afgemaakte handelingen, groenteafval, verpakkings materiaal, vorken die alleen een proef- prik hebben gegeven, gardes waaraan ei geel langzaam verhardt, opgescheurde in plaats van opengemaakte pakjes boter.' De afwas is een veldslag van verkeerd gestapelde borden die niet alleen vol strekt onnodige, maar werkelijk alle ruimte in beslag nemen. De tas met boodschappen staat altijd op de verkeer de plaats en bovendien koopt ze altijd weer te veel in. 'Voor kliekjes fungeert de ijskast als een vagevuur; het is de fase die voorafgaat aan de vuilnisbak. Vrou wen houden geen lijsten bij van wat no dig is.' Gezeur van een pietlut? O jawel, Dicht bij huis is een heerlijke opeensomming van pietlutterige ergernissen. Maar bij Matsier wordt het hilarisch. Wie op het fietspad inderdaad voor een rood ver keerslicht durft te stoppen, herkent het gevoel: 'niet zelden word je agressief be jegend door medefietsers als je hun weg verspert.' Met weemoed herinnert Mat sier zich de jaren vijftig waarin een agent nog fietsers achtervolgde omdat ze hun hand niet hadden uitgestoken. 'De rek is er totaal uit. Je kunt alles doen, ge reageerd wordt er niet meer.' Kenmerk van een columnist is dat hij oog heeft voor het detail. Wat is er klei ner dan een lusje aan een jas, of liever: een kapot lusje. Matsier besteedt vier pa gina's aan deze kleine tegenslag. Wat te denken van 'de geschiedenis van de twee lampjes'? 'Zachtjes kraakte het lampje in zijn kartonnen doosje,' weet de lezer na drie pagina's. 'Vaak is het een compleet raadsel hoe iets nu eigenlijk gegaan is, ook de kleinste kleinigheid blijkt dan van een verbijsterende gecompliceerd heid te zijn geweest.' Van het alledaagse maakt Matsier iets bijzonders. Wat vanzelfsprekend is en door niemand wordt opgemerkt, krijgt bij hem een glans omdat hij het even te gen het licht houdt. Hij wil 'de detective van één enkel ogenblik' zijn. Van wat hij in het park vindt bijvoorbeeld: wikkels van de chocolade, stokjes van het vruch tenijs, rondwaaiende krantenpagina's. 'Hun geschiedenis te schrijven, hen te la ten terugkeren rond en in en tussen en onder en aan al die dingen waaraan ze vastgezeten hebben. Er is geen limiet aan de geschiedschrijving van een enkel ogenblik.' Dicht bij huis gaat over de verdwenen geluiden van de handgema- Nicolaas Matsier: dagelijkse beslommeringen len koffiemolen en van de verzinkte vuil nisbak, over het bloempotmodel en het kippekontje, over de fietsbel en de zak doek, over het kopen van nieuwe schoe nen en elleboogstukjes, over een vlinder aan het raam en het bloeien van de nar cis, over converseren met kennissen en het groeten van bekenden. Er komt, zo verzucht Matsier ergens, op sommige da gen geen einde aan de lijst van onnozel heden waar een mens zich dagelijks mee bezighoudt. En tegelijkertijd heeft hij waarschijnlijk ook nog gelijk dat we 'chaoten van deze tijd' zijn. We kunnen het allemaal niet meer verstouwen, de dingen die voor hem wel belangrijk zijn: kranten en weekbladen en aangeschafte boeken. 'Wij willen wel steeds in de gelegenheid zijn onze keuzes te maken. Dus leven we in een illusie. De illusie van de tijd en de omstandigheden, de fata morgana van de niet verstoorde rust, de stilte, de luie stoel en vooral van de vele uren en dagen die benodigd zijn om al dat moois eens werkelijk te lezen en tot ons door te laten dringen, al dat prachtige glanzende nieuwe.' Opruimen is de enige oplossing, houdt Matsier de lezer voor, ook al heeft hij moedeloos vastgesteld dat die bezigheid voornamelijk bestaat uit pseudo-maat- regelen. De lezer weet wel beter: voor de tweede keer in de jaren negentig heeft FOTO KLAAS KOPPE Matsier letterlijk opgeruimd. Na Geslo ten huis en deze verzamelbundel met geestige muizenissen, is het zelfportret voltooid. Wie het afstandelijke eerdere werk Oud- Zuid (1976), Onbepaald vertraagd (1979) en De eeuwige stad (1982) vergelijkt met Gesloten huis en Dicht bij huis, kan maar één ding constateren: met de sprong in het autobiografische diepe is zijn werk een stuk aantrekkelijker ge worden. Dat hij af en toe een tikkeltje zeurt, maakt het alleen maar menselij ker. I Nicolaas Matsier: 'Dicht bij huis'. Uitg. De Bezige Bij, prijs 37,50. C J t\)pr ti pc Is pui DONDERDAG 3 OKTOBER 1996 D7 kend naar de muren van de •echtse kapel en de tekeningen het driemanschap maakt' >r De Muze als Motor in een Ihok van De Pont denk je toen hand van iedere kunstenaar t' kennen. De ambachtelijk' ikten van Van Dongen ga® uii onder de soms bloederig' •kassen van Mulders en wor- geflankeerd door Van VugWs e vlinders, paddestoelen, a>s' s en vlekkerige amoeben laar je kunt ons niet meer uit ;aar trekken", zegt Van Do#- 2. „Want zodra je denkt die »j it of die vis is vast van Mare* i' kans toch erg groot dat Re® d of ik die gemaakt hebben, p deze manier proberen wj ed en kwaad te ordenen", voel? ilders toe. „Daarmee kiezen w zuiderlingen positie. Van® ze christelijke traditie stelt' een welbewuste, eigentijds ad tegen het atheïstisch c®1" dualisme van veel andere ndaagse kunstenaars. On ema's verbeelden het hels SU .'lisme van nu, zoals zich dat egoslavië en Ruanda °Pe art. Want uiteindelijk draai t in alles, dus zeker ook in nst, om religie. Niet als ke it als God of godsdienst, nu» instrument ter intensive^» a het leven." JVerken Mare Mulders, Paul, Dongen en Reinoud van VugI het kader van 'Themes in P ting' t/m 27 oktober te zien i Centraal Museum in Utreen t/m 24 november in De Pont burg. Door Elly Poppe-Stolk zijn veel jonge mensen die na tfe puberteit niet meteen in staat hjn richting aan hun leven te ge ven. Voor hen staat vast dat het totaal anders moet dan hun ouders het hebben gedaan. Ze "ebben alles, maar missen het ge- wel in dit leven op hun plaats te zijn. Zo iemand staat centraal in roman Madrileense roulette, waarmee de Spaanse schrijver José Angel Manas (1971) op tweentwintigjarige leeftijd debu teerde. Het boek sloeg meteen in bij de opaanse jongeren. De sfeer was voor hen herkenbaar. De dialogen waaruit de roman voor het groot- s'e gedeelte is opgebouwd, doen wat de gespreksstof en het slang tot het jongerencircuit betreft zeldzaam authentiek aan. Carlos, de vertellende hoofdper soon in het boek, is een student ®et rijke ouders die hem in mate- neel opzicht nog steeds flink ver- Wennen, maar hem opvoedkundig "'et goed hebben begeleid. Uit arlos' minutieuze verslag van ®ln dagelijks bestaan blijkt dat J nauwelijks contact heeft met 'jn ouders en jongere broer en z®, terwijl hij toch met hen onder en dak woont; allemaal gaan ze »a de verplichte en steevast onge makkelijke momenten van sa- Wgg2Hn weer graag hun eiëen He vertelde episode begint in de ™'ge zomer van 1992, nadat hJ ,zHn eerste studiejaar heeft eindigd. Het is heet in Madrid, 'aar eind juni is nog te vroeg om José Angel Marias te vertrekken naar het familiezo merhuis in Santander. Vanzelf sprekend komt het niet in hem op om een vakantiebaantje te nemen; pa onderhoudt hem graag, dus waarom zou hij? Carlos zit niet lekker in zijn vel. Een positieve benadering van zijn malaise wijst hij echter af. In plaats daarvan zorgt hij, om het leven draaglijk te houden, voor een dagelijkse dosis kicks: keihar de rockmuziek, geweld- en por nofilms, alcohol, drugs, wisselen de seksuele contacten, shock erend gedrag, zoals spookrijden op drukke verkeersaders (Madri leense roulette) en het lanceren van krenkende opmerkingen over en tegen iedereen. Vlak na de dood van zijn opa wordt de druk FOTO NIJGH VAN DITMAR vanuit zijn vriendenkring om zich minder egocentrisch op te stellen plotseling groter. Als onbewuste reactie daarop scherpt hij zijn ne gatieve gedrag aan en dat leidt tot een dramatische gebeurtenis. Manas' boek is al verfilmd. De schrijver was niet helemaal tevre den met het resultaat, omdat de regisseur Carlos naar zijn smaak te menselijk heeft gemaakt. Toch rechtvaardigt Madrileense rou lette zo'n accent wel. Carlos heeft zich een wereldvisie aangemeten die is ontleend aan films als A clockwork orange en Henrya se rial killer, en vooral aan de in die tijd juist in Spaanse vertaling verschenen roman American Psy cho van Bret Easton Ellis. Maar het gaat hem - op het maken van grievende opmerkingen na - be paald niet gladjes af zich de daar bij behorende gedragscode aan te meten. Het gebeurt regelmatig dat hij Bateman, de verteller uit American Psycho, aan moet halen om bij zichzelf en zijn vrienden de laatste blokkades weg te nemen voor een provocatieve asociale daad. Stilistisch gezien doen Car los' systematische beschrijvingen, zoals die van zijn verplaatsingen door Madrid, denken aan Bate mans uitputtende registraties, bijvoorbeeld die van eigen en an dermans trendy outfit. Het grote verschil is dat het bij het Ameri kaanse personage duidelijk dwangmatig gebeurt. Bateman plaatst zichzelf in een tamelijk kunstmatig aandoend New-Yorks decor, waarin zijn relaties bijna net zulke robots zijn ais hijzelf. Het verschil met Car los' onmiskenbaar Spaanse groot stedelijke leefomgeving anno 1992, waarin zich gewone mensen van vlees en bloed bewegen, is op nieuw hemelsbreed, of Manas dat nu wel of niet zo had bedoeld. Manas heeft dus een mens neerge zet, geen Spaanse epigoon van een psychopathische Wallstreet- yuppie. Gelukkig maar! Zijn personage is een voor onze tijd herkenbaar en daarom des te aangrijpender zin nebeeld van het aloude spreek woord 'ledigheid is des duivels oorkussen'. José Angel Manas: 'Madrileense roulette'. Uitg. Nijgh Van Dit- mar, prijs 36,90 Door Muriel Boll Heksenketel is het thema van de Kinderboekenweek 1996. Die is gisteren begonnen en daarom lig gen de sprookjes, mythen, sagen en legenden stapels hoog in de winkels. Eén van de mooiste boe ken op dit gebied is het boeken weekgeschenk van dit jaar: De huiveringwekkende mythe van Perseus. Het is geschreven door Imme Dros en geïllustreerd door Harrie Geelen. Dros houdt zich al langer bezig met klassieke schrijvers. Voor vol wassenen vertaalde ze Odysseia. De reizen van Odysseus van Ho meros, en op basis daarvan schreef ze voor kinderen Odysseus. Een man van verhalen, waarvoor ze zondag een Zilveren Griffel kreeg. De mythen over Perseus zijn pas in de zesde eeuw voor Christus op getekend. Vooral Apollodoros en Ovidius hebben uitgebreid over hem geschreven en deze schrijvers zijn de belangrijkste bronnen voor Dros. De eerste regel van Dros pakt je meteen: 'Duizenden jaren geleden, toen de aarde nog plat was...' Ver volgens hoef je maar even door te lezen om te merken dat het Dros weer gelukt is om het beknopte karakter van de Griekse taal uit stekend te laten doorklinken in Nederlandse zinnen: '...Zonder zoon geen opvolger, zonder zoon geen toekomst'. Het zijn ook allitererende zinnen, met een krachtig ritme; zinnen die je uitlokken om ze hardop te lezen, zoals dat vroeger ook ging. Hoe wel het onderwerp op zich weinig kinderen zal aantrekken, ben ik ervan overtuigd dat het Dros door deze manier van schrijven lukt om de aandacht van meer kinderen te trekken. Perseus is de zoon van Zeus en Danaë, de dochter van koning Akrisios die zo graag een zoon wil. Het orakel van Delphi voorspelt dat hij geen zoon zal krijgen, wel een kleinzoon die hem zal doden. Daarom laat Akrisios Danaë en Perseus in een kist in zee werpen. Moeder en zoon spoelen aan op het eiland Serifos waar Polydektes re geert. Die daagt Perseus uit het hoofd van de Gorgo (monster) Me dusa te stelen. De goden Hermes en Athene bren gen Perseus bij de nimfen die be zitten wat hij nodig heeft: 'vleu geltjesschoenen, tasje-van-alles, kapje-van-nergens'. Perseus ont hooft Medusa, redt en passant Andromeda met wie hij trouwt en redt zijn moeder door Polydektes te verstenen. Bij begrafenisspelen in Mycene doodt hij ongewild en onbewust zijn grootvader met een diskus. Tot zover het verhaal in het kort, maar Dros biedt meer dan het ver haal over Perseus. Ze laat haar hoofdpersoon vertellen over zijn avonturen en over de andere go den, omdat ze zich realiseert dat lang niet alle kinderen op de hoog te zijn met de mythen over de go den op de Olympos. Dus vertelt Perseus over Okeanos, rozevinge- rige Eoos, Atlas en Afrodite, over de bergen van Kreta, Rhodos, de tuinen op Helios en de Sirenen, en over de Haides, de onderwereld, Door Y. Né Robert Anker is wel een stedeling met een dorp inhet hoofd ge noemd. In zijn poëzie pendelen de hoofdfiguren tussen het veilige, in de traditie gewortelde dorpsle ven en het postmoderne stadsle ven, waarin norm noch richting worden aangegeven. Het onver enigbare van beide levens komt in al het werk van Anker tot ui ting. Deze poëzie gaat over hetgeen de dichter zelf waarnam en geeft toch niet de indruk autobiogra fisch te willen zijn. Puur met taal en ritme bouwt Anker zijn sce nes, waarin diverse personages een rol spelen. Op subtiele wijze worden persoonlijke motieven verwerkt. Na zeven jaar is nu Ankers vijfde gedichtenbundel verschenen on der de titel ln het vertrek. Deze omvangrijke bundel bestaat uit vier afdelingen. De eerste afde ling speelt in het café, de tweede is een cyclus die is gewijd aan de overleden vader van de dichter, dan volgt een zestal fictieve tele foongesprekken, die ballades worden genoemd en tot slot ne gen liefdesgedichten. In het café is de enige cyclus, die leestekens bevat. Deze gedichten zijn ook het meest ingewikkeld van zinsbouw. Het aangename ritme stuwt de lezer verder. Het is even wennen aan de onderbro ken en onvoltooide zinnen, maar vervolgens wordt toch vrij moei teloos de beelden zichtbaar van een gezelschap aan een cafétafel. Herhaald is er sprake van een wij tegenover een hij. Het is een con- fontatie van wat overzichtelijk lijkt met een inzicht dat verder reikt, tot aan de scherven van herinnering, heimwee en de pijn daarover. Oudere cafébezoekers kijken aan tegen dynamische jongere café bezoekers die niets dan zekerhe den uitstralen: Nee, bang om uit elkaar te vallen op het sportveld in je hoofdben je niet, dus dom oor datje bent en met succes. Wat het geval is: schoonheid is een nieuw design, verwondering/ is voor techniek, geen diepte dan je sterrenbeeld. Er is wisseling van perspectief, waarin niemand gespaard wordt. In het slotge dicht van de cyclus, spreekt de ik zijn ouders aan. Vanuit het dorp komen zij hem een bezoek bren gen in de stad en zijn trots op hun zoon. Diens onafhankelijkheid en succes blijken relatief: Sta op, sla alles kort en klein vader, vecht me hier vandaan. Het meest ontroerend is de afde ling Afwezig, waarin Anker met minimale middelen een situatie haarscherp oproept. Het gaat steeds om het schijnbaar onbe duidende moment, dat hij zich voor de geest haalt: niemand die het nog weet en niets daarvan dat hij zich later nog herinnerde. Het is een liefdevolle ode aan alle vergeten handelingen en situa ties. Aan alles dus, wat met elke seconde vervliegt. De centrale fi guur is Ankers vader, dorpstim merman. Details van dit leven worden zo precies weergegeven, zoals dit al leen iemand kan, die dit leven al heel lang heeft verlaten. Dit afge scheiden zijn blijft hier onge noemd, maar krijgt gestalte op een rake manier. De blik is steeds richting het geobserveerde en juist daardoor komt het senti ment op een krachtige en waar achtige manier het gedicht bin nen. Het gedicht wordt een intie me kamer, een vertrek, waar de lezer stil mag binnenkomen en toezien. De afdeling besluit met een register van timmermanster men. Deze bladzijde werkt als een gedenksteen voor de vader. De titel doet reeds de veelzeggen de dubbelzinnigheid vermoeden, die de hele bundel doortrekt. De dichter weet zich binnen een ver trek, dat vooral betekent: het steeds verlaten van situaties door het simpelweg verstrijken van de tijd. In de geobserveerde details vindt Anker een universele en ge meenschappelijke waarde. De ballade van mijn dochter die opbelt om te vragen of ze weer eens langs zal komen in de afde ling Open lijn krijgt op een onna drukkelijke manier een mythi sche dimensie. Dochter Laura be vindt zich in Café De Diepte: Vanuit de diepte van de razende muziek/ Haar stem o pappie (pappie? waarom was ik nogZo jong toen ik het huis verliet voor deze tocht/ Naar Nergensthuis/ maar schatje dat heb ik je toch/ Altijd gezegd ja maar tegenge houden niet. De open lijn, die ge luiden en berichten van mensen op afstand met elkaar verbindt, wordt ervaren als een versmal ling die de absolute tijd draag baar maakt. Vrijheid is in de ogen van Anker een zeer betrekkelijk gebied, misschien niet meer dan die binnen de woning, waarin een jonge kat terecht komt en blijft (in de Ballade van mijn kat die zich afvraagt waarom ik zo vaak van huis ben). Anker pakt het probleem aan van de postmoderne dichter, die het niet meer lukt om in de taal van toen/ Ernstig te zijn stilzwijgend of ontroerend/ maar plompe iro nie of gekkigheid gaat goed. Het lukt Anker wèl om de al te ge makkelijke ironie te omzeilen en ontroering opnieuw de ruimte te geven. Hij is daarbij voortdurend op zijn hoede bij het vormen van zijn taal in vanzelfsprekend lo pende èn in opgebroken regels. In het vertrek is een prachtige bun del. P.S. Gevonden panoramafotomonta- gefoto in kleur wel 40 cm lang en mijn moeder steeds een beetje huilt Want in de bergen lege velden spattende rivier uiterst rechts een slingerende weg rechts daarvan mijn vader Hij staat daar zo alleen En inderdaad wij zien hier niet meer menselijks dan het spraakgebrek van de ver beelding die stottert dat wij zo zo onbe reikbaar zo bestaan Robert Anker: 'In het vertrek'. Uitg. Querido, prijs 27,50 Tekening van Annemarie van Haeringen in 'De Koning bakt een huis'. die diepe indruk op hem heeft ge maakt. Dros laat geregeld dezelf de zinnen weerklinken, bijvoor beeld bij Danaë. Die wil dat Per seus alles leert overt de goden, maar daar heeft hij geen geduld voor. Hij wil toch visser worden, dus hoeft hij alleen maar Poseidon te kennen, de god van de zee. Al leen de verhalen over Hermes, de god die altijd wint, vindt Perseus zo spannend dat hij daar steeds om zeurt. Iedere keer zegt Danaë dan: 'Straks van Hermes. Luister nu, Perseus. Eerst was er Chaos. Uit Chaos is alles ontstaan...Zeg, luister je, Perseus?'/ 'Ja, ik hoor het. Maar nu van Hermes. Nu weer van Hermes'./ 'Straks van Her mes...' Er zijn prachtige beelden. 'We vlo gen al verder. Over viooltjeskleu rige zeeëen, grazige weiden. Over graanvelden, bergkammen, dalen, donkere bossen. Over steden van mensen die andere talen spreken. Over de wilde Okeanos waar haast geen schip overheen komt. Over de kusten met bloesems die afvallen voordat ze bloeien.. Over het Schemerland. Over het Ontijland. Over het Nachtland...' Het leren vliegen van Perseus in zijn vleu geltjesschoenen beschrijft Dros als volgt: 'Toen hij wat zekerder werd in het zweven en niet elke nimf meer krom lag van het lachen als hij langs kwam laveren, kondigde Hennes aan dat het tijd werd om te vertrekken.' Op elke bladzij staat een grijzige illustraties van Geelen in krachtige penseelstre ken. In gedachten voorzie je ze zelf van kleur en dat maakt ze nog in trigerender dan ze al zijn. Het prentenboek dat speciaal voor de Kinderboekenweek wordt uit gegeven is dit jaar gemaakt door Annemarie van Haeringen, De Ko ning bakt een huis. Blootpad durft zijn huis niet uit, omdat hij zich dan zo bloot voelt. Hij durft zelfs niet naar de verjaardag van de ko ning die diep beledigd bij Bloot pad verhaal komt halen. De be deesde Blootpad werkt op het ge moed van de koning en die bakt een huis. Sindsdien heet Blootpad Schildpad. Van Haeringen tekent alle dieren even groot; ze gebruikt zachte kleuren voor haar innige plaatjes en ze maakte kortom, een mooi boekje. Imme Dros: 'De huiveringwekken de mythe van Perseus'. Met teke ningen van Harrie Geelen. Uitg. CPNB, tijdens Kinderboekenweek gratis bij aankoop van kinderboe ken ter waarde van 19,50. Daar na 10,- Annemarie van Haeringen: 'De Ko ning bakt een huis'. Uitg. CPNB, tij dens Kinderboekenweek 3,50

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 27