Nicolaas Matsier voltooit zelfportret
nten
pgeteld
Kicks om het leven draaglijk te maken k,nderboeren
Ode aan alle
vergeten
momenten
rpen
mi/hertog
pE STEM
£urg
ngen
Anoniem
Hilarisch
Glans
Over viooltjeskleurige zeeën
Dl
3 OKTOBER 1996
,DAM
2-Jan Steen, schilder en verti
jan)
113 - 'Het vieze tafeltje'0„,
r/m zo 11.00-19.00 uur (t/m 3 n!'
at 7 - In living colour - gekleuM
Picasso en Gauguin - ma t/m
berne Jaren' - Floris en Oscar'jt
i zo 10.00-16.45 uur (t/m 3 nov)
at 9 - Sef Peeters/ Sentiment»
do t/m zo 13.00-17.00 uur
straat 12 - Jan Moerbeek en Ru
Bartelds/ beelden - do t/m
'ZOOM
Dick Fluitsma/ tekeninoen
.00 uur (t/m 17 nov)
ze als Motor - ontwikkelinqeni,
t/m vr 10.00-17.00 uur-za erij
|van Antonietta Peeters, Keikoii
13.00-17.00 uur - do en vr is.jj
BOEKEN
rs/Marc Koreman/ Nicolette Kool
en Frik en Hans Hovy-maVmj
Detective
van een
enkel
moment
79 - Kunstenkabinet - wo t/m
r (t/m 18 okt)
Irlies Kempers/ schilderijen ja
uur - di t/m vr 10.00-17.00 uur-di
DSCH
istraat 41 - De Muze als Motor-1
00-17.00 uur (t/m 1 dec)
- Joop Birker en Brabantse vrieit
bronzen beelden - di t/m vr 11.00
13.00-17.00 uur (t/m 13 okt)
vlanuel Esteban/ schilderijen - 4
|1.00 uur (t/m 6 okt)
WEN'
- De Muze als Motor - di t/m a
unst N. de Liemaeckereplein 3
Piens en Johanna Kaiser - di t/m a
<LEN
jza en Rob Scholte (t/m 27 okt)
ïerlo
l/est Proforma - sculpturen, insta)
J1997)
fJDAAL
t van Rossem/ etsen, tekenin-
17.00 uur (t/m 3 nov)
RDAM
en Museumpark 18-20-Willem di
87 (tot 1 dec) - en Tiepolo in Hol
Jschilderijen (tot 20 okt) - di t/m z
Ituut - 'RealSpace in QuickTimes
spen (t/m 17 nov) - en Ben Loerak
:a 10.00-17.00 uur - zo 11.00-17.0t
iluze als Motor - di t/m zo 11.01)1
irkestraat 96 - Flexible 2 - pan-eu
- di t/m vr 10.00-17.00 uur - za et
;CHT
ietenstraat 1 - Take Two: Mulders,
za 10.00-17.00 uur-zo 12.00-17.M
Werken van Klaus Kröger, Phi
wo tlm zo 12.00-17.00 uur (t/m 21
DoorJohan Diepstraten
In de alom geprezen roman Gesloten
huis (1994) had Nicolaas Matsier al een
flinke opruiming gehouden. Het overlij
den van zijn moeder brengt hem nog één
keer naar het ouderlijke huis. In een
stroom van herinneringen neemt de au
tobiografische hoofdpersoon Tjit Reins-
ma afscheid van de jaren vijftig en zes
tig: van de gemoffelde fiets, de Terlenka-
broeken, de Bic-ballpoint, de Golden
Fiction sigaretten, de Prisma-pockets en
de Ooievaars.
Maar vooral neemt hij afscheid van de
gebruiksvoorwerpen van zijn vader en
moeder. Totdat Tjit Reinsma ongeveer
halverwege de roman 'het boek van Jan'
vindt. Het is een door zijn vader samen
gesteld album over het op zevenjarige
leeftijd overleden broertje. Dan krijgen
de herinneringen plotseling een andere
dimensie. Hoofdpersoon Tjit heeft zich
in foetushouding teruggetrokken onder
een tafel, de ogenschijnlijk oppervlakki
ge herinneringen worden overschaduwd
door het alomtegenwoordige verdriet dat
het dagelijkse naoorlogse leven in huize
Eeinsma beheerste. Terecht werd de ro
man voor ongeveer alle grote literaire
prijzen genomineerd, wat uiteindelijk de
Mekka- en de Bordewijkprijs opleverde.
Een logisch vervolg op deze roman is
Dicht bij huis: een verzameling columns
die voornamelijk verscheen op de Ach
terpagina van NRC Handelsblad in de
periode 1978-1996. Als afzonderlijk ge
publiceerde stukjes waren het kleine mi
niatuurtjes over dagelijkse beslomme
ringen. Nu ze gepubliceerd zijn in één
boek geven ze een aardige indruk van de
autobiografie van Nicolaas Matsier. Was
Gesloten huis een zelfportret met ouders
zoals de ondertitel luidt, Dicht bij huis
'zou heel goed een zelfportret met huis
genoten, buurt en park kunnen heten'
suggereert de achterflap.
Over de woonomgeving, de Jordaan, ver
neemt de lezer zo goed als niets. Op dat
ene moment na dat de buurt geteisterd
wordt door de kennis: 'Voor of achter,
boven of onder, de muziek omgeeft ons.
Pompende, vette muziek. Waren er maar
koptelefoons met stilte.' Ook de huisge
noten blijven verhoudingsgewijs ano
niem. In die zin is Matsier trouw geble
ven aan zijn Revisor-uitgangspunt van
be jaren zeventig.
Maar als hij één keer zijn vrouw tot
hoofdpersoon bombardeert, is het goed
raak. De twee aanrechten zijn 'in geen
tijd geheel bedekt met half afgemaakte
handelingen, groenteafval, verpakkings
materiaal, vorken die alleen een proef-
prik hebben gegeven, gardes waaraan ei
geel langzaam verhardt, opgescheurde in
plaats van opengemaakte pakjes boter.'
De afwas is een veldslag van verkeerd
gestapelde borden die niet alleen vol
strekt onnodige, maar werkelijk alle
ruimte in beslag nemen. De tas met
boodschappen staat altijd op de verkeer
de plaats en bovendien koopt ze altijd
weer te veel in. 'Voor kliekjes fungeert de
ijskast als een vagevuur; het is de fase
die voorafgaat aan de vuilnisbak. Vrou
wen houden geen lijsten bij van wat no
dig is.'
Gezeur van een pietlut? O jawel, Dicht
bij huis is een heerlijke opeensomming
van pietlutterige ergernissen. Maar bij
Matsier wordt het hilarisch. Wie op het
fietspad inderdaad voor een rood ver
keerslicht durft te stoppen, herkent het
gevoel: 'niet zelden word je agressief be
jegend door medefietsers als je hun weg
verspert.' Met weemoed herinnert Mat
sier zich de jaren vijftig waarin een
agent nog fietsers achtervolgde omdat ze
hun hand niet hadden uitgestoken. 'De
rek is er totaal uit. Je kunt alles doen, ge
reageerd wordt er niet meer.'
Kenmerk van een columnist is dat hij
oog heeft voor het detail. Wat is er klei
ner dan een lusje aan een jas, of liever:
een kapot lusje. Matsier besteedt vier pa
gina's aan deze kleine tegenslag. Wat te
denken van 'de geschiedenis van de twee
lampjes'? 'Zachtjes kraakte het lampje in
zijn kartonnen doosje,' weet de lezer na
drie pagina's. 'Vaak is het een compleet
raadsel hoe iets nu eigenlijk gegaan is,
ook de kleinste kleinigheid blijkt dan
van een verbijsterende gecompliceerd
heid te zijn geweest.'
Van het alledaagse maakt Matsier iets
bijzonders. Wat vanzelfsprekend is en
door niemand wordt opgemerkt, krijgt
bij hem een glans omdat hij het even te
gen het licht houdt. Hij wil 'de detective
van één enkel ogenblik' zijn. Van wat hij
in het park vindt bijvoorbeeld: wikkels
van de chocolade, stokjes van het vruch
tenijs, rondwaaiende krantenpagina's.
'Hun geschiedenis te schrijven, hen te la
ten terugkeren rond en in en tussen en
onder en aan al die dingen waaraan ze
vastgezeten hebben. Er is geen limiet aan
de geschiedschrijving van een enkel
ogenblik.' Dicht bij huis gaat over de
verdwenen geluiden van de handgema-
Nicolaas Matsier: dagelijkse beslommeringen
len koffiemolen en van de verzinkte vuil
nisbak, over het bloempotmodel en het
kippekontje, over de fietsbel en de zak
doek, over het kopen van nieuwe schoe
nen en elleboogstukjes, over een vlinder
aan het raam en het bloeien van de nar
cis, over converseren met kennissen en
het groeten van bekenden. Er komt, zo
verzucht Matsier ergens, op sommige da
gen geen einde aan de lijst van onnozel
heden waar een mens zich dagelijks mee
bezighoudt.
En tegelijkertijd heeft hij waarschijnlijk
ook nog gelijk dat we 'chaoten van deze
tijd' zijn. We kunnen het allemaal niet
meer verstouwen, de dingen die voor
hem wel belangrijk zijn: kranten en
weekbladen en aangeschafte boeken.
'Wij willen wel steeds in de gelegenheid
zijn onze keuzes te maken. Dus leven we
in een illusie. De illusie van de tijd en de
omstandigheden, de fata morgana van de
niet verstoorde rust, de stilte, de luie
stoel en vooral van de vele uren en dagen
die benodigd zijn om al dat moois eens
werkelijk te lezen en tot ons door te laten
dringen, al dat prachtige glanzende
nieuwe.'
Opruimen is de enige oplossing, houdt
Matsier de lezer voor, ook al heeft hij
moedeloos vastgesteld dat die bezigheid
voornamelijk bestaat uit pseudo-maat-
regelen. De lezer weet wel beter: voor de
tweede keer in de jaren negentig heeft
FOTO KLAAS KOPPE
Matsier letterlijk opgeruimd. Na Geslo
ten huis en deze verzamelbundel met
geestige muizenissen, is het zelfportret
voltooid.
Wie het afstandelijke eerdere werk Oud-
Zuid (1976), Onbepaald vertraagd (1979)
en De eeuwige stad (1982) vergelijkt met
Gesloten huis en Dicht bij huis, kan
maar één ding constateren: met de
sprong in het autobiografische diepe is
zijn werk een stuk aantrekkelijker ge
worden. Dat hij af en toe een tikkeltje
zeurt, maakt het alleen maar menselij
ker.
I Nicolaas Matsier: 'Dicht bij huis'. Uitg. De
Bezige Bij, prijs 37,50.
C J t\)pr ti pc Is pui
DONDERDAG 3 OKTOBER 1996 D7
kend naar de muren van de
•echtse kapel en de tekeningen
het driemanschap maakt'
>r De Muze als Motor in een
Ihok van De Pont denk je toen
hand van iedere kunstenaar t'
kennen. De ambachtelijk'
ikten van Van Dongen ga®
uii onder de soms bloederig'
•kassen van Mulders en wor-
geflankeerd door Van VugWs
e vlinders, paddestoelen, a>s'
s en vlekkerige amoeben
laar je kunt ons niet meer uit
;aar trekken", zegt Van Do#-
2. „Want zodra je denkt die »j
it of die vis is vast van Mare* i'
kans toch erg groot dat Re®
d of ik die gemaakt hebben,
p deze manier proberen wj
ed en kwaad te ordenen", voel?
ilders toe. „Daarmee kiezen w
zuiderlingen positie. Van®
ze christelijke traditie stelt'
een welbewuste, eigentijds
ad tegen het atheïstisch c®1"
dualisme van veel andere
ndaagse kunstenaars. On
ema's verbeelden het hels SU
.'lisme van nu, zoals zich dat
egoslavië en Ruanda °Pe
art. Want uiteindelijk draai
t in alles, dus zeker ook in
nst, om religie. Niet als ke
it als God of godsdienst, nu»
instrument ter intensive^»
a het leven."
JVerken Mare Mulders, Paul,
Dongen en Reinoud van VugI
het kader van 'Themes in P
ting' t/m 27 oktober te zien i
Centraal Museum in Utreen
t/m 24 november in De Pont
burg.
Door Elly Poppe-Stolk
zijn veel jonge mensen die na
tfe puberteit niet meteen in staat
hjn richting aan hun leven te ge
ven. Voor hen staat vast dat het
totaal anders moet dan hun
ouders het hebben gedaan. Ze
"ebben alles, maar missen het ge-
wel in dit leven op hun plaats te
zijn. Zo iemand staat centraal in
roman Madrileense roulette,
waarmee de Spaanse schrijver
José Angel Manas (1971) op
tweentwintigjarige leeftijd debu
teerde.
Het boek sloeg meteen in bij de
opaanse jongeren. De sfeer was
voor hen herkenbaar. De dialogen
waaruit de roman voor het groot-
s'e gedeelte is opgebouwd, doen
wat de gespreksstof en het slang
tot het jongerencircuit betreft
zeldzaam authentiek aan.
Carlos, de vertellende hoofdper
soon in het boek, is een student
®et rijke ouders die hem in mate-
neel opzicht nog steeds flink ver-
Wennen, maar hem opvoedkundig
"'et goed hebben begeleid. Uit
arlos' minutieuze verslag van
®ln dagelijks bestaan blijkt dat
J nauwelijks contact heeft met
'jn ouders en jongere broer en
z®, terwijl hij toch met hen onder
en dak woont; allemaal gaan ze
»a de verplichte en steevast onge
makkelijke momenten van sa-
Wgg2Hn weer graag hun eiëen
He vertelde episode begint in de
™'ge zomer van 1992, nadat
hJ ,zHn eerste studiejaar heeft
eindigd. Het is heet in Madrid,
'aar eind juni is nog te vroeg om
José Angel Marias
te vertrekken naar het familiezo
merhuis in Santander. Vanzelf
sprekend komt het niet in hem op
om een vakantiebaantje te nemen;
pa onderhoudt hem graag, dus
waarom zou hij?
Carlos zit niet lekker in zijn vel.
Een positieve benadering van zijn
malaise wijst hij echter af. In
plaats daarvan zorgt hij, om het
leven draaglijk te houden, voor
een dagelijkse dosis kicks: keihar
de rockmuziek, geweld- en por
nofilms, alcohol, drugs, wisselen
de seksuele contacten, shock
erend gedrag, zoals spookrijden
op drukke verkeersaders (Madri
leense roulette) en het lanceren
van krenkende opmerkingen over
en tegen iedereen. Vlak na de
dood van zijn opa wordt de druk
FOTO NIJGH VAN DITMAR
vanuit zijn vriendenkring om zich
minder egocentrisch op te stellen
plotseling groter. Als onbewuste
reactie daarop scherpt hij zijn ne
gatieve gedrag aan en dat leidt tot
een dramatische gebeurtenis.
Manas' boek is al verfilmd. De
schrijver was niet helemaal tevre
den met het resultaat, omdat de
regisseur Carlos naar zijn smaak
te menselijk heeft gemaakt. Toch
rechtvaardigt Madrileense rou
lette zo'n accent wel. Carlos heeft
zich een wereldvisie aangemeten
die is ontleend aan films als A
clockwork orange en Henrya se
rial killer, en vooral aan de in die
tijd juist in Spaanse vertaling
verschenen roman American Psy
cho van Bret Easton Ellis. Maar
het gaat hem - op het maken van
grievende opmerkingen na - be
paald niet gladjes af zich de daar
bij behorende gedragscode aan te
meten. Het gebeurt regelmatig
dat hij Bateman, de verteller uit
American Psycho, aan moet halen
om bij zichzelf en zijn vrienden de
laatste blokkades weg te nemen
voor een provocatieve asociale
daad. Stilistisch gezien doen Car
los' systematische beschrijvingen,
zoals die van zijn verplaatsingen
door Madrid, denken aan Bate
mans uitputtende registraties,
bijvoorbeeld die van eigen en an
dermans trendy outfit. Het grote
verschil is dat het bij het Ameri
kaanse personage duidelijk
dwangmatig gebeurt. Bateman
plaatst zichzelf in een tamelijk
kunstmatig aandoend
New-Yorks decor, waarin zijn
relaties bijna net zulke robots zijn
ais hijzelf. Het verschil met Car
los' onmiskenbaar Spaanse groot
stedelijke leefomgeving anno
1992, waarin zich gewone mensen
van vlees en bloed bewegen, is op
nieuw hemelsbreed, of Manas dat
nu wel of niet zo had bedoeld.
Manas heeft dus een mens neerge
zet, geen Spaanse epigoon van
een psychopathische Wallstreet-
yuppie.
Gelukkig maar! Zijn personage is
een voor onze tijd herkenbaar en
daarom des te aangrijpender zin
nebeeld van het aloude spreek
woord 'ledigheid is des duivels
oorkussen'.
José Angel Manas: 'Madrileense
roulette'. Uitg. Nijgh Van Dit-
mar, prijs 36,90
Door Muriel Boll
Heksenketel is het thema van de
Kinderboekenweek 1996. Die is
gisteren begonnen en daarom lig
gen de sprookjes, mythen, sagen
en legenden stapels hoog in de
winkels. Eén van de mooiste boe
ken op dit gebied is het boeken
weekgeschenk van dit jaar: De
huiveringwekkende mythe van
Perseus. Het is geschreven door
Imme Dros en geïllustreerd door
Harrie Geelen.
Dros houdt zich al langer bezig
met klassieke schrijvers. Voor vol
wassenen vertaalde ze Odysseia.
De reizen van Odysseus van Ho
meros, en op basis daarvan schreef
ze voor kinderen Odysseus. Een
man van verhalen, waarvoor ze
zondag een Zilveren Griffel kreeg.
De mythen over Perseus zijn pas
in de zesde eeuw voor Christus op
getekend. Vooral Apollodoros en
Ovidius hebben uitgebreid over
hem geschreven en deze schrijvers
zijn de belangrijkste bronnen voor
Dros.
De eerste regel van Dros pakt je
meteen: 'Duizenden jaren geleden,
toen de aarde nog plat was...' Ver
volgens hoef je maar even door te
lezen om te merken dat het Dros
weer gelukt is om het beknopte
karakter van de Griekse taal uit
stekend te laten doorklinken in
Nederlandse zinnen: '...Zonder
zoon geen opvolger, zonder zoon
geen toekomst'.
Het zijn ook allitererende zinnen,
met een krachtig ritme; zinnen die
je uitlokken om ze hardop te lezen,
zoals dat vroeger ook ging. Hoe
wel het onderwerp op zich weinig
kinderen zal aantrekken, ben ik
ervan overtuigd dat het Dros door
deze manier van schrijven lukt om
de aandacht van meer kinderen te
trekken.
Perseus is de zoon van Zeus en
Danaë, de dochter van koning
Akrisios die zo graag een zoon wil.
Het orakel van Delphi voorspelt
dat hij geen zoon zal krijgen, wel
een kleinzoon die hem zal doden.
Daarom laat Akrisios Danaë en
Perseus in een kist in zee werpen.
Moeder en zoon spoelen aan op het
eiland Serifos waar Polydektes re
geert. Die daagt Perseus uit het
hoofd van de Gorgo (monster) Me
dusa te stelen.
De goden Hermes en Athene bren
gen Perseus bij de nimfen die be
zitten wat hij nodig heeft: 'vleu
geltjesschoenen, tasje-van-alles,
kapje-van-nergens'. Perseus ont
hooft Medusa, redt en passant
Andromeda met wie hij trouwt en
redt zijn moeder door Polydektes
te verstenen. Bij begrafenisspelen
in Mycene doodt hij ongewild en
onbewust zijn grootvader met een
diskus.
Tot zover het verhaal in het kort,
maar Dros biedt meer dan het ver
haal over Perseus. Ze laat haar
hoofdpersoon vertellen over zijn
avonturen en over de andere go
den, omdat ze zich realiseert dat
lang niet alle kinderen op de hoog
te zijn met de mythen over de go
den op de Olympos. Dus vertelt
Perseus over Okeanos, rozevinge-
rige Eoos, Atlas en Afrodite, over
de bergen van Kreta, Rhodos, de
tuinen op Helios en de Sirenen, en
over de Haides, de onderwereld,
Door Y. Né
Robert Anker is wel een stedeling
met een dorp inhet hoofd ge
noemd. In zijn poëzie pendelen de
hoofdfiguren tussen het veilige,
in de traditie gewortelde dorpsle
ven en het postmoderne stadsle
ven, waarin norm noch richting
worden aangegeven. Het onver
enigbare van beide levens komt
in al het werk van Anker tot ui
ting.
Deze poëzie gaat over hetgeen de
dichter zelf waarnam en geeft
toch niet de indruk autobiogra
fisch te willen zijn. Puur met taal
en ritme bouwt Anker zijn sce
nes, waarin diverse personages
een rol spelen. Op subtiele wijze
worden persoonlijke motieven
verwerkt.
Na zeven jaar is nu Ankers vijfde
gedichtenbundel verschenen on
der de titel ln het vertrek. Deze
omvangrijke bundel bestaat uit
vier afdelingen. De eerste afde
ling speelt in het café, de tweede
is een cyclus die is gewijd aan de
overleden vader van de dichter,
dan volgt een zestal fictieve tele
foongesprekken, die ballades
worden genoemd en tot slot ne
gen liefdesgedichten.
In het café is de enige cyclus, die
leestekens bevat. Deze gedichten
zijn ook het meest ingewikkeld
van zinsbouw. Het aangename
ritme stuwt de lezer verder. Het
is even wennen aan de onderbro
ken en onvoltooide zinnen, maar
vervolgens wordt toch vrij moei
teloos de beelden zichtbaar van
een gezelschap aan een cafétafel.
Herhaald is er sprake van een wij
tegenover een hij. Het is een con-
fontatie van wat overzichtelijk
lijkt met een inzicht dat verder
reikt, tot aan de scherven van
herinnering, heimwee en de pijn
daarover.
Oudere cafébezoekers kijken aan
tegen dynamische jongere café
bezoekers die niets dan zekerhe
den uitstralen: Nee, bang om uit
elkaar te vallen op het sportveld
in je hoofdben je niet, dus dom
oor datje bent en met succes.
Wat het geval is: schoonheid is
een nieuw design, verwondering/
is voor techniek, geen diepte dan
je sterrenbeeld. Er is wisseling
van perspectief, waarin niemand
gespaard wordt. In het slotge
dicht van de cyclus, spreekt de ik
zijn ouders aan. Vanuit het dorp
komen zij hem een bezoek bren
gen in de stad en zijn trots op hun
zoon. Diens onafhankelijkheid en
succes blijken relatief: Sta op, sla
alles kort en klein vader, vecht
me hier vandaan.
Het meest ontroerend is de afde
ling Afwezig, waarin Anker met
minimale middelen een situatie
haarscherp oproept. Het gaat
steeds om het schijnbaar onbe
duidende moment, dat hij zich
voor de geest haalt: niemand die
het nog weet en niets daarvan
dat hij zich later nog herinnerde.
Het is een liefdevolle ode aan alle
vergeten handelingen en situa
ties. Aan alles dus, wat met elke
seconde vervliegt. De centrale fi
guur is Ankers vader, dorpstim
merman.
Details van dit leven worden zo
precies weergegeven, zoals dit al
leen iemand kan, die dit leven al
heel lang heeft verlaten. Dit afge
scheiden zijn blijft hier onge
noemd, maar krijgt gestalte op
een rake manier. De blik is steeds
richting het geobserveerde en
juist daardoor komt het senti
ment op een krachtige en waar
achtige manier het gedicht bin
nen. Het gedicht wordt een intie
me kamer, een vertrek, waar de
lezer stil mag binnenkomen en
toezien. De afdeling besluit met
een register van timmermanster
men. Deze bladzijde werkt als
een gedenksteen voor de vader.
De titel doet reeds de veelzeggen
de dubbelzinnigheid vermoeden,
die de hele bundel doortrekt. De
dichter weet zich binnen een ver
trek, dat vooral betekent: het
steeds verlaten van situaties door
het simpelweg verstrijken van de
tijd. In de geobserveerde details
vindt Anker een universele en ge
meenschappelijke waarde.
De ballade van mijn dochter die
opbelt om te vragen of ze weer
eens langs zal komen in de afde
ling Open lijn krijgt op een onna
drukkelijke manier een mythi
sche dimensie. Dochter Laura be
vindt zich in Café De Diepte:
Vanuit de diepte van de razende
muziek/ Haar stem o pappie
(pappie? waarom was ik nogZo
jong toen ik het huis verliet voor
deze tocht/ Naar Nergensthuis/
maar schatje dat heb ik je toch/
Altijd gezegd ja maar tegenge
houden niet. De open lijn, die ge
luiden en berichten van mensen
op afstand met elkaar verbindt,
wordt ervaren als een versmal
ling die de absolute tijd draag
baar maakt. Vrijheid is in de ogen
van Anker een zeer betrekkelijk
gebied, misschien niet meer dan
die binnen de woning, waarin een
jonge kat terecht komt en blijft
(in de Ballade van mijn kat die
zich afvraagt waarom ik zo vaak
van huis ben).
Anker pakt het probleem aan van
de postmoderne dichter, die het
niet meer lukt om in de taal van
toen/ Ernstig te zijn stilzwijgend
of ontroerend/ maar plompe iro
nie of gekkigheid gaat goed. Het
lukt Anker wèl om de al te ge
makkelijke ironie te omzeilen en
ontroering opnieuw de ruimte te
geven. Hij is daarbij voortdurend
op zijn hoede bij het vormen van
zijn taal in vanzelfsprekend lo
pende èn in opgebroken regels. In
het vertrek is een prachtige bun
del.
P.S.
Gevonden panoramafotomonta-
gefoto
in kleur wel 40 cm lang
en mijn moeder steeds een beetje
huilt
Want in de bergen lege velden
spattende rivier
uiterst rechts een slingerende
weg
rechts daarvan mijn vader
Hij staat daar zo alleen
En inderdaad
wij zien hier niet meer menselijks
dan het spraakgebrek van de ver
beelding
die stottert dat wij zo zo onbe
reikbaar
zo bestaan
Robert Anker: 'In het vertrek'.
Uitg. Querido, prijs 27,50
Tekening van Annemarie van
Haeringen in 'De Koning bakt
een huis'.
die diepe indruk op hem heeft ge
maakt. Dros laat geregeld dezelf
de zinnen weerklinken, bijvoor
beeld bij Danaë. Die wil dat Per
seus alles leert overt de goden,
maar daar heeft hij geen geduld
voor. Hij wil toch visser worden,
dus hoeft hij alleen maar Poseidon
te kennen, de god van de zee. Al
leen de verhalen over Hermes, de
god die altijd wint, vindt Perseus
zo spannend dat hij daar steeds
om zeurt. Iedere keer zegt Danaë
dan: 'Straks van Hermes. Luister
nu, Perseus. Eerst was er Chaos.
Uit Chaos is alles ontstaan...Zeg,
luister je, Perseus?'/ 'Ja, ik hoor
het. Maar nu van Hermes. Nu weer
van Hermes'./ 'Straks van Her
mes...'
Er zijn prachtige beelden. 'We vlo
gen al verder. Over viooltjeskleu
rige zeeëen, grazige weiden. Over
graanvelden, bergkammen, dalen,
donkere bossen. Over steden van
mensen die andere talen spreken.
Over de wilde Okeanos waar haast
geen schip overheen komt. Over de
kusten met bloesems die afvallen
voordat ze bloeien.. Over het
Schemerland. Over het Ontijland.
Over het Nachtland...' Het leren
vliegen van Perseus in zijn vleu
geltjesschoenen beschrijft Dros als
volgt: 'Toen hij wat zekerder werd
in het zweven en niet elke nimf
meer krom lag van het lachen als
hij langs kwam laveren, kondigde
Hennes aan dat het tijd werd om
te vertrekken.' Op elke bladzij
staat een grijzige illustraties van
Geelen in krachtige penseelstre
ken. In gedachten voorzie je ze zelf
van kleur en dat maakt ze nog in
trigerender dan ze al zijn.
Het prentenboek dat speciaal voor
de Kinderboekenweek wordt uit
gegeven is dit jaar gemaakt door
Annemarie van Haeringen, De Ko
ning bakt een huis. Blootpad durft
zijn huis niet uit, omdat hij zich
dan zo bloot voelt. Hij durft zelfs
niet naar de verjaardag van de ko
ning die diep beledigd bij Bloot
pad verhaal komt halen. De be
deesde Blootpad werkt op het ge
moed van de koning en die bakt
een huis. Sindsdien heet Blootpad
Schildpad. Van Haeringen tekent
alle dieren even groot; ze gebruikt
zachte kleuren voor haar innige
plaatjes en ze maakte kortom, een
mooi boekje.
Imme Dros: 'De huiveringwekken
de mythe van Perseus'. Met teke
ningen van Harrie Geelen. Uitg.
CPNB, tijdens Kinderboekenweek
gratis bij aankoop van kinderboe
ken ter waarde van 19,50. Daar
na 10,-
Annemarie van Haeringen: 'De Ko
ning bakt een huis'. Uitg. CPNB, tij
dens Kinderboekenweek 3,50