199.-
DE STEM
RKC en de helden van straks
5i p
Met een echt stadion is de metamorfose in Waalwijk compleet
ucobs Breda Electronics
Uniden draadloze
telefoon xe 315
,te winkel voor geluid, licht en communicatie
voordeu^^^
nu slechts
traat 14 Breda/Princenhage Tel. 076-5212881
Sport
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1996
m zal tot de voetbaljungle waar-
I Sinliik nog niet doorgedrongen
maar het psychologenwe-
iMe wsr ze overigens onge
le net zo vaak in dewaanver-
i ren het middelpunt van het
universum te zijn, staat flink'op
liin koD 'Oorzaak is ene René
I Ltra die met die goed-Hol-
landse naam net zo goed verdedi-
1 Qer in het tweede van Telstar had
kunnen zijn. Maar Diekstra mag.
I zich psycholoog noemen en in die
hoedanigheid heeft hij een aantal
toeken geschreven. Of,
SWr gezegd, zoals
inmiddels uit steeds
®er alinea's blijkt, ver-
Bid en overgeschreven.
Allerlei journalisten en
vakbroeders - die Dieks
tra toch al konden schie
ten omdat die boeken,
waarin allerlei softheid
uit de sixties aangepre-
ten wordt, als zoete
broodjes over de toon
bank vlogen - hebben
zith likkebaardendop
hun prooi gestort. Tot
diep in de nacht zitten ze
bladzijde voor bladzijde
uit te pluizen en te ver
gelijken met allerlei half
zachte buitenlandse
bandleidingen over het
masseren en reparen van
eigen ziel en zaligheid.
Jezelf dwingen om 's
morgens vroeg zingend en met
het goede been uit bed te stap
pen, dat soort werk. Bullshit, als
ik met een halfdicht hoofd en een
bak zwarte koffie achter mijn
krantje op gang probeer te
komen, moeten ze even niet aan
mijn. kop zaniken en dan komt
bet in de regel na een halfuurtje
allemaal goed.
Maar van mij mag die Diekstra lul
len wat-ie wil, en of-ie het nou
wel of niet overgeschreven heeft,
interesseert me allemaal niet
zoveel. Ach ja, natuurlijk is het
tok om zo'n groot en zelfingeno
men ego te zien struikelen, maar
denk. nou eens even aan al die
mensen die zielenrust vinden
dankzij die boeken. Die komen
wel even in een lelijke crisis
I terecht, en dat gun ik-niemand.
Verder vind ik al die verontwaar-
een beetje overdreven. Pla
giaat mag natuurlijk niet, maar als
ik moet wachten op de eerste
steen die geworpen wordt door
een journalist of schrijver zonder
zonde dan zit ik hier met de
eeuwwisseling nog.
Of ik wel eens iets overgeschre
ven heb? Ja, natuurlijk heb ik ook
wel eens een mooie zin, en, voor
uit met de geit, ook wel eens een
halve alinea, vertaald of geleend
omdat die op dat moment van
pas kwam. Is dat plagiaat? Ik
weet het niet, maar u denkt daar
misschien anders over.
Maar dat iedere collega, en vooral
in de sportjournalisitiek, eerst
eens de hand in eigen boezem
steekt. Over de voetbalverslagge
vers kan ik niet meepraten, maar
k weet intussen wel een beetje
hoe het er in het tennis aan toe
gaat.
la ieder media-hotel puilen alle
prullebakken 's morgens vroeg uit
met dikke ongelezen pakken
«anten. Alle katernen van New
wk Times, Frankfurter Allge-
meine, Melbourne Age, Indepen
dent en Le Monde worden weg-
kerd zonder dat ze ook
maar opengeslagen zijn. Alleen
mt het sportkatern zijn alle tennis-
whalen geknipt of gescheurd. Je
zal ze de kost moeten geven, die
later in de perszaal fanatiek en
«gegeneerd over zitten te tik-
die uitgeknipte verhalen
mks en rechts netjes om die lap-
®P gedrapeerd, alle mooie zin-
met zo'n dikke gele viltstift
aangehaald.
NeJ k natuurlijk allemaal nooit
aan'kom nou- Maar "de alle
stukkies die ik ooit over tennissers
Wreven heb, gaat vergelijken
et de biografieën in de jaarlijks
gratis door de Association of Ten
's Professionals gratis verstrekte
«terende media-guide, vindt
isschien wel dat-ie alinea's
«eg gevonden heeft om mij
tenagSStraaand0Schandpaal
Jij gaat maar letterstellen, als-ie
thti Z'n*lee't' vooropgesteld
h»ft ra -een zuiver 9eweten
niet C 9'aat mag n>et, maar
'ehard j°elen als er iemand
aoor de mand valt. Zelf nog nooit
heteii9^?1 of verteld als°f u
uitan!^ uelf meegemaakt of
2 Geloof ik hele-
"^l niks van.
Lêon Krijnen
Oud-RKC'er Wim Wisse op de tribune in het nieuwe stadion: Schitterendfantastisch.
FOTO AD VAN HASSELT
Vanaf morgen is RKC een
echte profclub, een eredi
visieclub met een heus
stadion. Een prachtig
stadionnetje zelfs. Dat is
welbeschouwd een mira
kel. RKC leek immers
voor eeuwig het clubje
van deugnieten en frau-
deurtjes, ultra-kleine
toeschouwersaantallen
en een rottig veldje. Dat
is geschiedenis, de meta
morfose is compleet.
Door Henri van der Steen
NEE, hij is niet thuis en hij komt
voorlopig ook niet thuis. Piet is
ziek, heel ziek.
Daarom past Edward Wagema-
kers even op het huisje van zijn
vriend Piet van den Pennen.
Maar als het kan, zitten ze mor
gen samen op de tribune bij
RKC.
Even buurten met 'de Weldoener
van Waalwijk' gaat dus niet.
„Maar ik zal je Piet zijn 06-num-
mer geven." Een verhaal over
RKC zonder Van den Pennen is
immers geen verhaal. D'n dikke
Pen was in de jaren zeventig en
tachtig immers een van de grote
mannen van de club die middels
voortreffelijke secundaire voor
waarden de beste spelers naar
Waalwijk lokte.
Die secundaire voorwaarden
betroffen geld, zwart geld, na de
wedstrijd per envelopje over
handigd.
Rijke supporters als Piet van den
Pennen en Chel van Hoof hiel
pen hun clubje graag, op voor
waarde dat ze geen gedonder
kregen vanwege het illegale
karakter van hun steun. Legend
arisch zijn de verhalen als zou
Van den Pennen al te nieuwsgie
rige verslaggevers ter overwe
ging hebben meegegeven dat het
moeilijk stukjes tikken is zonder
vingers; of ze werden gebeld met
de koele mededeling dat er zo
aanstonds 'enkele bruine jon
gens' naar het huisadres van de
journalist zouden worden
gestuurd om de zaak even te ver
bouwen. Belastinginspecteurs
werden niet veel vriendelijker
bejegend.
Geen dag gemist
Anno het einde van de eeuw is
dit allemaal sneeuw van giste
ren, behalve dan voor Piet van
den Pennen. Collega-directeur
Edward zat al 20 maanden vast,
Van den Pennen zelf moet nog
zeven maanden zitten, aldus de
vriendelijke Wagemakers die
trots vertelt dat vriend Piet de
afgelopen maanden bijna geen
dag heeft gemist tijdens de bouw
van het nieuwe stadion van hun
club.
Helaas, ook een contact met Van
den Pennen via zijn 06-nummer
zit er niet in, dat blijkt aangeslo
ten op de voice mail waarop
slechts een boodschap kan wor
den ingesproken. 'Mister RKC'
belt niet terug, maar gelukkig
barst het in Wolluk van de mis
ters RKC. Marcel Brands! Piet
Kipping!
Redding
De laatste zit morgen zeker niet
op de tribune, Kipping komt niet
meer bij RKC. De oud-manager
heeft de hele evolutie bij de club
meegemaakt, tot de zwart-geld-
affaire een einde maakte aan
zijn betrokkenheid. Kipping
werd gearresteerd, kreeg een
hartaanval, moest geopereerd,
werd later veroordeeld tot werk
straf.
Hij besloot zijn uren te voldoen
in het plaatselijke dierenasiel,
wat hem gaandeweg zo veel
schik opleverde dat hij er bleef
hangen.
„Naar voetbal taal ik niet meer,
dit asiel is feitelijk m'n redding
geweest," zegt Kipping nu gast
vrij bij een bakje koffie. Hij ziet
er gezond, ontspannen uit en zo
voelt-ie zich ook. „De laatste
jaren was ik ook blij als RKC uit
moest spelen, dan had ik ook
eens een vrije dag. Het was een
verplichting geworden, alles
moest ik alleen doen, alleen Ber-
tje de Vaan hielp me, verder nie
mand."
Hij meent onveranderd dat het
wel meeviel met het gerommel
uit vroeger jaren. „Andere clubs
lachten om wat wij betaalden,
joh. Ze kwamen hier ook echt
niet alleen voor het geld voetbal
len, het was toch ook de gezellig
heid, de menselijkheid bij RKC."
Amateurvoetbal
Kipping zag ze komen en haalde
ze zelf. Een prachtig elftal was
het dat jarenlang het amateur
voetbal domineerde. Wie erbij
was, hoeft de ogen maar te slui
ten om ze weer te zien spelen.
Janus van Gelder, de slungelige
maar begaafde aanvaller. Tonnie
Stolzenbach (een voetballer met
een baard!), driftig in de weer op
het middenveld. Ton Verkerk op
doel, de broertjes Hutten. En
natuurlijk Wim Wisse met zijn
vaste trap en imponerende per
soonlijkheid.
De libero maakte veertien sei
zoenen vol bij RKC, op zijn 39e
stopte hij uiteindelijk.
Wisse staat nog elke dag ergens
op een veld, als scout van Feye-
noord. Het nieuwe stadion van
RKC heeft hij ook al gezien.
„Schitterend, fantastisch."
Wisse was captain van RKC,
later 'adviseur'. Hij scoutte Mar
cel Brands. Zoveel jaren later
loopt Brands trots rond. „Het is
een zeer publieksvriendelijk sta
dion," spreekt de
aanvoerder/commercieel
manager wervend.
Andersom is het publiek ook
altijd vriendelijk voor. het sta
dion bij RKC. Het publiek van
RKC tenminste. Dat was al zo bij
de eerste wedstrijd van RKC in
het betaalde voetbal, thuis tegen
Willem II op 19 augustus 1984.
Uit het krantenverslag: Het 1-1
gelijke spel tegen Willem 11
kwam tot stand zonder dat de
6000 toeschouwers zich opwon
den. Supporters-ïn-clubkleuren
vielen niet te ontdekken bij de
première van RKC in het
betaalde voetbal. Een kraam met
geel-blauwe petten, dassen,
shirtjes of spandoeken ontbrak.
„De steun van het publiek was
erg matig,vond RKC-voorzitter
Han van Dinther. „Daar moeten
we iets aan doen, dat is weer een
nieuw stukje beleid."
Op het politiebureau van Waal-
ijk draait Jos de Jong eens een
sigaretje.
De brigadier kan vergelijken,
want hij komt al vele jaren op
Sportpark Olympia. Hij zegt het
bondig: „RKC heeft toeschou
wers, geen supporters." Voor
hem is dat wel zo handig. „Dan
kunnen wij ons concentreren op
de supporters van de tegenstan
der.
Gebroken kaak
Bijna tien jaar geleden raakte hij
ineens geïnteresseerd in het feno
meen voetbalvandalisme. „FC
Den Haag kwam naar RKC, mid
weeks, ik geloof voor een beker
wedstrijd. Strafschop voor RKC,
doelpunt, herrie dus. Een collega
van me werd op de hoofdtribune
toen een gebroken kaak geschopt
door supporters van FC Den
Haag, ik werd ook in elkaar
geslagen; zes weken zat ik thuis.
Dat is het omslagpunt geweest.
Er kwam een werkgroep waarin
ik wel zitting wilde nemen; ik
was driehonderd procent gemoti
veerd op dat moment."
...een echt stadionnetje, een mirakel...
FOTO FRANK TROMMELEN
De Jong - ooit jeugdspeler bij
BW in één elftal met Arthur
Hoyer en Janus van Gelder-
prijst zich gelukkig in de tussen
tijd opkomend voetbalvanda
lisme onder RKC-fans in de
kiem te hebben gesmoord. „Een
jaar of zes geleden hebben we
een seizoen geïnvesteerd met een
man of vijf. Hebben we een
groep van vijftig, zestig pubers
continue gevolgd.
„Die groep is uit elkaar gevallen.
Een deel is naar FC Den Bosch
gegaan, een deeltje naar Feye-
noord, een enkeling volgt nu
PSV. Een probleem is er niet
meer en het calamiteitenvak
noemenwe tegenwoordig gas-
tenvak."
Robin Hood
Het is een term die Wim Wisse
zal bevallen, de oud-voetballer
vindt sowieso dat het allemaal
wat vriendelijker kan bij RKC.
„FC Den Bosch heeft nu een
sociëteit opgericht voor oud
spelers, hartstikke gezellig. Dat
zou RKC ook moeten doen. Je
moet je eigen geschiedenis in ere
houden. Chel van Hoof is verdo
rie miljoenen kwijtgeraakt aan
RKC, die kreeg later niet eens
een kop koffie in de bestuurska
mer! Kijk, d'n dikke Pen kun je
veroordelen, maar met evenveel
gemak een soort Robin Hood
noemen, iemand die het geld
weghaalde bij de rijken en het
aan de armen gaf. AI met al is
RKC natuurlijk wel een club met
een buitengewoon bloemrijke
historie."
Een boek kan hij schrijven over
RKC, maar het zal er niet van
komen.
Een goed boek over RKC kan er
volgens Kipping niet eens
komen, omdat de FIOD nog
altijd de administratie in zijn
bezit houdt, inclusief correspon
dentie en notulen van vergade
ringen.
Het verhaal van RKC blijft er
daarom een van overlevering,
van persoonlijke herinneringen.
Zoals Wim Wisse zich herinnert
dat Kipping ooit door de KNVB
was geschorst en geen bestuurs
vergaderingen meer mocht
bezoeken. Kipping loste het pro
bleem op door tijdens de verga
deringen zijn hond uit te laten
en stiekem onder het raam van
de bestuurskamer de bijeen
komst af te luisteren.
„De volgende dag wist hij altijd
precies wat er besproken was,
hahaha."
Geheim adres
Nog één keertje naar de Kloos
terstraat. Edward Wagemakers
paft een filtertje weg in de huis
kamer, maar Piet van den Pen
nen is er weer niet. Een toevallig
aanwezige gast blijkt een
mobiele telefoon bij zich te zeg
gen en vooruit, Wagemakers wil
zijn vriend dan wel even bellen.
Nee, Piet wil geen bezoek van
journaille. Ik mag hem wel even
aan de telefoon hebben, als ik
buiten ga staan, want binnen is
de verbinding slecht.
Het regent, maar staande op het
erfje heb ik zowaar contact met
Piet van den Pennen. Die inder
daad ziek is en op een geheim
adres zit.
„Ik zit niet ver van Waalwijk,
maar ik zeg niet waar. Och, jon
gen, mijne tijd is voorbij. Ik volg
het wel en ik vind het prachtig
zoals het gaat met de club, maar
ik heb geen zin erover te praten.
Wat moet ik zeggen? Als ik me er
niet mee had bemoeid, was het
misschien nooit wat geworden
met RKC. En als ik me er echt
mee had bemoeid, was het mis
schien een grote puinhoop
geworden.
„Spijt? Nee natuurlijk niet!
Anders was de club zeker niet zo
ver gekomen."
Hij voelt zich zwak. „Ik kan op
het moment niet eens overeind
komen. Maar over twee weken
spring ik weer, hoor."
Misschien springt hij morgen al,
als hij zich sterk genoeg voelt om
naar de wedstrijd te komen en
als zijn cluppie scoort.
Hij zal er dan zijn, met zijn
vriend Edward Wagemakers.
Gratis voor niks.
„Want ik heb vier seizoenkaar
ten gekregen. Die krijg ik al m'n
hele leven, dus waarom nu
niet?"