'Kunst en cultuur bloeien in Nederland' Staatssecretaris Aad Nuis aan het begin van een nieuw seizoen w 800 miljoen voor cultuur MAURA carianne BOEKEN D1 n'et meer dan alleen MUZIEK KUNST BY CLAUDIA STRATEI? ontdek Oostburg pagina d2 pagina d3 pagina 04 Scheldpartijen in boekvorm van Herman Brusselmans BER 1996 Grot Gids DONDERDAG 12 SEPTEMBER 1996 loor Jace van de Ven .Eigenaardig, dat beeld van je lat in de openbaarheid komt. k heb vroeger een bundeltje jedichten gepubliceerd, daar- laast was ik universitair do en uitgever, maar dat lorat niet in de krant. Pas inds ik in de politiek actief ien, kennen ze mijn hoofd van le televisie en zeggen ze. Dat Is die vent die uit Komrij zijn tieuwe bloemlezing is ge- ooid, maar ze wisten niet eens at ik erin stond". tik schrijf nog wel eens een ge- icht, maar zelden. Er is veel oorbereidingstijd voor nodig: a periode van uiterlijk zitten affen, maar je moet wel de tijd oor hebben". Ook kan ik voorlopig geen ge- icht meer publiceren, want het ijn dan niet de gedichten van ladNuis, maar die van de staats- leretaris. Voor een pseudoniem oei ik niks. Dan maakt de schrij- ®van zichzelf een personage en aar heb ik nooit behoefte aan evoeld", Maar wat ik nu doe is ook zeer e rooeite waard; het is team- wk, ik moest daar aan wennen, Pj1' behalve in mijn uitgevers- ']o heb ik altijd solo gespeeld, ok heeft alles in de politiek iets luchtigs, je weet zelfs niet hoe lnS je aanwezigheid er zal du- «,Dat vind ik overigens wel ""tig zo'n open einde." let is wel een luxe om zoiets te awten zeggen. jh samenleving is veranderd in °,Pu";ht' Vr°eger werd je dok- in 1 ker en bleef dat verder. erft iedereen meer kansen, ar ook de verplichting om bij !n!iVen ln ziin vak' Beroepen anderen of verdwijnen, men neten flexibeler zijn en voor valt dat niet mee". ■om ik ging studeren had twee- in! S 1 Sedaan- Daarmee I 1 geen negatief stempel. Het was niet anders. Een opgroeiende jongen bracht thuis zijn week loontje binnen. Dat was nodig, en als je studeerde, ook al had je een beurs, dan was er dat extraatje in ieder geval niet. Mijn vader was een eenvoudig spoorwegbeamte. Toch mocht ik naar de HBS. Ik koos B omdat ik bang was dat ik met A op zak later dominee zou moeten worden. B bleek later het nadeel te hebben dat ik er geen talen of geschiedenis mee kon gaan studeren. Vanaf klas drie HBS was ik namelijk in een tot nu toe niet opgehouden liefde voor de literatuur gevallen. Daarom ben ik naar de toen nieu we, zevende faculteit van de Uni versiteit van Amsterdam, gegaan, die der sociale wetenschappen". „Het was een avontuurlijke stu die die pas sinds 1947 mogelijk was. Ik kwam er in 1951. Die stu denten daar dat was een zootje ongeregeld. Vaak al wat ouder en de hele dag maar discussiëren over wat er in de wereld gaande was. Niet meer dan vijftien pro cent haalde zijn doctoraal". 17 wel. „Dat wil niet zeggen dat ik niet volop mee discussieerde. Tegelijk las ik alles wat los en vast zat. Van het begin af aan had ik die dubbele belangstelling: schrijver en politicus. Dat blijkt ook uit mijn eerste bundel Twee schelven hooi. Daar staan essays over lite ratuur en politiek in". „Tijdens mijn studententijd ben ik nog redacteur van Propia Cu res geweest, samen met onder an deren Renate Rubinstein en Jan Eijkelboom. Het was een grote kans die je kreeg als je in die re dactie kwam. Propia Cures werd nog veel gelezen, ook al omdat er anders bijna niets was". In die tijd kon u uw mening geven over alles, toen u nog criticus was, gaf u uw mening over kunst, maar nu u staatssecretaris bent, moet u uw mond houden. „Ik heb nog opinies over kunst, Staatssecretaris Aad Nuis: „Ik lees nu boeken waar ik vroeger nooit aan toe gekomen ben. Ik moest de nieuwe Nederlandse literatuur bijhouden, nu kan ik een boek lezen van honderd of meer jaar oud.foto wiebe kiestra maar ik ben terughoudend om die te laten horen. Maar zo uitzon derlijk is dat niet. Toen ik vroe ger over literatuur schreef, waag de ik het ook niet om mijn me ning over muziek te geven, ter wijl ik die wel had. Trouwens, de terughoudendheid die van een staatsecretaris verlangd wordt, is ook weer niet zo groot, ze treed maar eens in de vier jaar naar vo ren, bij de vaststelling van het kunstenplan". Vindt u dat u uw eigen oordeel over kunst kwijt kunt bij de ver deling van de subsidies? En vindt u het nodig dat dat kan? „Mijn eigen mening tegen alles in doordrijven gaat niet, en zou ik ook niet willen. Wat ik denk, toets ik zo goed mogelijk aan wat anderen denken, maar als er een knoop moet worden doorgehakt, doe ik dat naar beste weten. Ove rigens, ik zet mijn stempel meer op grote lijnen - meer geld voor cultuureducatie bijvoorbeeld - dan op detailbeslissingen". Maar nu De Appel geen subsidie dreigt te krijgen, kunt u niet naar die groep gaan kijken. Het zou als een politieke daad uitgelegd wor den. „Er is niets dat mij weerhoudt om naar De Appel te gaan. Dat deed ik trouwens altijd al en als ik een keer niet ga, valt dat te verdedi gen. Als staatssecretaris van cul tuur krijg je zo'n 500 uitnodigin gen per maand, dus je kunt niet overal zijn. Je moet kiezen: de oeuvreprijs uitreiken aan Bert Haanstra? Graag! Maar bij een andere uitnodiging laat je ander werk voorgaan en dat is ook legi tiem. Je hoeft niet te huichelen. Dat gevoel heb ik überhaupt nooit gehad in de politiek. Zelfs niet bij het stemmen over dingen waar ik niet het- fijne van weet. Dan vertrouw ik op de visie van collega's die dat wel weten". Hoe kijkt vanuit uw nieuwe posi tie naar de literatuur? „Het recenseren heb ik altijd met veel plezier gedaan. Tijdens die werkzaamheid kom je achter zo veel meer dan bij het alleen maar een keer lezen van een boek. Het recenseren maakt je bewust van wat je gelezen hebt, je luistert niet alleen, maar praat ook te rug". „Toch denk ik niet dat ik als dit baantje passé is, weer recensies ga schrijven. Het ene schrijven zit het andere in de weg. Ik zal de tijd nu eerder gebruiken voor een verhaal, een gedicht of een herin nering". „Uiteraard heb ik weinig tijd om te lezen, maar in de vakantie gaat er een stapel boeken mee. Ik lees nu boeken waar ik vroeger nooit aan toe gekomen ben. Ik moest de nieuwe Nederlandse literatuur bijhouden, nu kan ik een boek lezen van honderd of meer jaar oud. Joyce, Elliot, Toergenjev, en historische boe ken, Schama. Het is prachtig om je eigen rijke historie uitgelegd te krijgen door een buitenlander". Muziek? „Qua muziek heb ik het niet ver der gebracht dan de rol van pas sief luisteraar. Bij sommige mu ziekstukken heb ik mijn eigen persoonlijke herinneringen, die hebben me heel letterlijk over pijn heen geholpen". „Het gaat bij muziek om een schoonheidservaring die onge schoold moet blijven. Daarnaast is het mogelijk om nieuwe verras singen mogelijk te maken, bij voorbeeld door je in een bepaalde periode te verdiepen. Dat heb ik heel bewust gedaan met de tijd na Mahler". „Behalve de bioloog Dick Hille- nius was er in mijn studententijd nauwelijks iemand geïnteres seerd in eigentijdse muziek. Met mensen als Schat en De Leeuw discussiëerden wij dan ook niet over muziek maar over politiek. Nu zijn de liefhebbers van mo derne muziek geen sectaristen meer. Bij de uitvoeringen ervan zie je een gemêleerd publiek. Trouwens ook Chailly doet het. De niet aflatende steun van de Nederlandse overheid blijkt daarvoor door de jaren heen de grond rijp gemaakt te hebben. Daar mogen we best trots op zijn". Beeldende kunst? „Ik was net staatsecretaris toen ik een telefoontje kreeg van di recteur Du Pare van het Maurits- huis met de mededeling dat er geen enkele goeie Hobbema in staatsbezit was en dat er nu op een veiling eentje te koop kwam voor tien miljoen. Ik ben toen met de minister van Financiën gaan praten. Het was in november, de beste maand van het jaar om zo iets te doen, want in november weet hij of er ergens geld over is. Dat moet dan naar de aflossing van de staatsschuld, maar in het diepste geheim hebben we er toen van een deel van de overschotjes dat 'Landschap met boerenhoeve' van Hobbema gekocht. Dat moest in het diepste geheim om de prijs niet op te drijven. Toen het gelukt was, heb ik het hele kabinet mee gesleept om te gaan kijken. .En moderne beeldende kunst? „Dat is altijd weer een avontuur. Ik ken veel jonge kunstenaars en zie hoe ze vechten om hun vorm te vinden. Beeldende kunst slokt je hele bestaan op, het is full-time kunstenaarschap, anders dan een schrijver, die kan er nog iets bij doen". Maar u bezuinigt wel op de oplei dingen? „Met het snijden in de kunstop leidingen bedoel ik alleen de pseudo-opleidingen, meestal bui ten het reguliere onderwijs. Door die opleidingen heeft de omvang van het kunstonderwijs geen ge lijke pas gehouden met de ar- beidsmarkperspectieven. Jonge mensen studeren af op zo'n pseu- do-opleiding en hebben in feite nog niets. Dat moet voorkomen worden". Theater, film, wat hebben we nog meer? „Ik ben de laatste jaren heel be wust en heel divers naar theater gaan kijken en ik ben enorm on der de indruk geraakt van de breedte en de kracht ervan. En de dans, bijvoorbeeld Het Neder lands Danstheater, dat is natuur lijk een totaal wonder. Wat er in Nederland in de laatste dertig jaar gebeurd is! Tot waar men ge komen is van een niveau van niets!". „Trouwens ook met de Neder landse film gaat het goed, en niet alléén door Antonia. En de mo numentenzorg - daar ben ik echt trots op - heeft een forse nieuwe impuls gekregen van liefst 275 miljoen". „Kunst en cultuur bloeien in Ne derland en dat probeert deze staatssecretaris zo te houden". Terneuzen, tel. 0115-614082| iekenhuis „De Honte" Polsende week is het weer Prinsjesdag en over een paar weken rerschijnt de Cultuurnota 1997-2000. Staatssecretaris drs. Aad Nuis is momenteel druk bezig om de laatste details ervan in te rallen Hij vindt het niet correct om alvast de definitieve versie van de nota te verklappen. Wel wil de voormalige uitgever, do cent en literair recensent best praten over het nieuwe culturele seizoen en over zijn eigen culturele smaak. Door Jace van de Ven Voor de derde keer in onze parlementaire geschiedenis worden de subsidies voor de culturele wereld met Prinsjesdag voor vier jaar tegelijk vastgesteld. Dit komt de structuur van de culturele we reld ten goede, maar betekent voor kunstproducenten soms ook dat ze jaren zonder rijksbijdrage verder moeten. Met Prinsjesdag worden de gelukkigen bekend gemaakt. Het is waarschijnlijk dat staatssecretaris Aad Nuis in zijn Cul tuurnota 1997-2000 de adviezen daaromtrent van de Raad voor Cultuur in grote lijnen zal opvolgen. Die Raad heeft in haar advi sering aanbevolen 58 miljoen extra uit te trekken voor de culture le sector, maar houdt er 'met pijn in het hart' rekening mee dat er niet meer dan 32 miljoen door de regering beschikbaar wordt ge steld. Er 'zullen dus weer kunstproducenten in de kou blijven staan, met een cultuurbegroting van 800 miljoen kunnen niet alle wensen gehonoreerd worden. Als het aan de Raad voor Cultuur ligt geeft Nuis aan Het Zuide lijk Toneel in Eindhoven een half miljoen gulden per jaar meer (4,8 in plaats van 4,3 miljoen). Het Brabants Orkest moet het de komende vier jaar met hetzelfde subsidiebedrag doen (8,1 mil joen). Het in Tilburg gevestigde RAZ krijgt voor de komende vier jaar vierhonderdduizend gulden meer, maar jeugdtheatergezel schap Artemis uit Den Bosch blijft, ondanks de lovende woorden van de Raad voor Cultuur, op dezelfde subsidie steken. Naast rijkssubsidie, bestaat er natuurlijk ook nog provinciale en gemeentelijke subsidie, maar die is over het algemeen niet be doeld voor het produceren van een kunst. De provincie moet zor gen voor een goede spreiding van dat aanbod en de gemeenten zijn verantwoordelijk voor een goeie infrastructuur op cultureel gebied. Kunstproducenten die bij het Rijk uit de boot vallen kun nen over het algemeen dus alleen nog op deelgebieden terecht bij provincie en gemeente. Een nieuwe Tony en Maria Darryl Robinson: Amerikaanse musical-ster in Wenen Kansas City: Altmans ode aan de jazz De plannen van Frank Tiesing met De Beyerd en Breda

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 21