EKEN
[esjes
,3 liter
9
ES
DE STEM
•a
Ex6 in Breda en Zeeuws-Vlaanderen
van start met praatgroep suïcidalen
.4,49
danscursus
0115-612199
MOES
E1
ITRUM
rtlDEREN
f partijen.
1
Gezellig
Wegwezen
Tekort
Begrip
HET ZIEKENHUIS
Hulptelefoon
TEIl
'i t
Ins assortiment,
ining, kan het
is uitverkocht.
naf 7 jr.
ren vanaf 13 jr-
taanden
laren
n 65+
T f
r. (Echt)paren
>115-612199
Lijf w ieven
=i
WOENSDAG 11 SEPTEMBER 1996
-
H'
A
- -
-
ÊÈÊM
S
"«X* V-.TjS
'Een ding hebben ze allemaal gemeen: het eindpunt. Dat is voor ieder gelijk, wat de reden ook is.'
FOTO KEES VAN DONGEN
'e reguliere huipverle-
ingfaalt als het gaat om
■«geleiding van mensen
'ie neigen naar zelf do
ing (suïcidalen). Al
lans, dat is de mening
pBosschenaar Sjaak
Te Groot (34). Hij spreekt
It eigen ervaring. Nadat
plpverleners van onder
ieer het Riagg hem naar
igen zeggen in de kou
tóen staan, richtte De
toot ruim twee jaar ge
il'Ex6' op: een orga-
isatie die door het hele
M praatgroepen opzet
oor (ex) suïcidalen en
a partner. Daarnaast is
[een 24-uurs hulplijn.
'P dinsdag 17 september
satin Breda een praat-
|°eP van start. Ook in
seuws-Vlaanderen zijn
a eerste contacten
wrPeter van den Assem
prd (42) zag zijn leven aan het
■gm van de jaren zeventig corn
ea vastlopen. Na moeilijkhe-
•J B zijn jeugd en aanvallen
depressiviteit was de oproep
F de militaire dienst de drup-
le de emmer deed overlopen.
ut!'I eck' n*e'meer ritten.
uit de hippieperiode moest ik
LTr lri' 'n een dat je geen
s naar mocht dragen. Op de
'oordat ik moest opkomen
nth een e'nde aantnaken.
f'nad !k bijna een jaar van te-
L Sepland en leefde daar he-
r; na« toe. Nooit met ie-
lu? ®esProken. De harde
■„fe,leek me het beste, dus
(.„e;a8 was aangebroken heb
verdosis Isd (harddrugs,
's Nachts heeft
b 16 I?9 gevonden en naar
lam gebracht- Toen ik bij-
itilnÜüf eerste gedachte
Iter r»ai beland was. Even
(leef n'See?e *k me; verdorie,
':l"nislulfw r'at VOnd ik mezelf
|eSk!llng'Ik begreep ook
L^hftaankgrisdieekme
Ite u, weet met of je enig
%e0Va^atdatsPuld°et8
Mail hallucineren, niet
Pd zó t?eer' ,JonSen. het gras
f'S-5°°g' ^aar ja, ik kreeg
daar moet je wat van maken,' zei
den ze tegen me. Maar aan dat
soort raad heb je dus niks. Of ze
vroegen: 'Hoe kun je ons dat nu
aandoen?' Onvoorstelbaar hoe
mensen in zo'n situatie op zich
zelf gericht zijn."
Bijna tien jaar later deed Gerard
opnieuw een poging. „Ik was op
vakantie in Canada. Mijn leven
was een puinhoop en ik besloot in
de Niagara watervallen te sprin
gen. Ik geloof dat ik de enige ben
die het ooit overleefd heeft."
„Of ik daar nu blij om ben? Soms
wel, soms niet. Nu heb ik een ge
zin met twee kinderen en dat
houdt me tegen. Het is waarde
volle ervaring. Ik geniet daar wel
eens van. Maar ik zeg niet dat ik
nooit meer een poging zal doen.
En als het zover komt pak ik een
pistool. Poef. Als het echt moet,
laat ik het voor niemand."
Inmiddels staat Gerard in con
tact met Ex6. De reguliere hulp
verlening is ook aan hem voorbij
gegaan. Vanuit zijn woonplaats
Terneuzen zou Gerard graag van
start gaan met een groep. Sjaak
de Groot begrijpt die behoefte.
„Mensen willen er over kunnen
praten. Soms moeten ze het ver
haal wel honderd keer kwijt.
Leven of doodgaan,
dat is de vraag
Vanuit mijn eigen ervaring met
de hulpverlening blijkt dat vaak
niet mogelijk. De patiënten mo
gen niet met elkaar spreken. Het
moet vooral gezellig blijven."
Sjaaks levensverhaal kenmerkt
zich door depressies, epilepsie,
seksuele intimidatie, stukgelopen
relaties, twaalf ambachten en
dertien ongelukken. Als op een
na jongste uit een gezin van
twaalf groeide hij beschermd op
in het Gelderse Kerkdriel. „Van
m'n derde tot m'n vierde heb ik
veertien epileptische aanvallen
gehad. Dat was echt heel hevig,
vaak een kwestie van erop of er
onder. Ik had in die tijd wel vier
moeders, tussen mij en de oudste
zit een verschil van achttien jaar.
Iedereen in het gezin paste zich
aan mij aan. Op school kon ik
niet mee. Dat was de reden waar
om ik naar een internaat ben ge
stuurd. Een hele klap, ik voelde
me gedumpt en overbodig. In die
tijd werd ik door een oudere leer
ling seksueel lastig gevallen. Ik
was toen tien jaar oud en vanaf
dat moment speelde ik al met de
gedachte: zal ik voor de trein
springen?"
Maar Sjaak sprong niet voor de
trein. Hij kwam als zestienjarige
jongen op de lts terecht. „Daar
was ik elke dag de pispaal, liep
elke dag op de toppen van m'n te
nen. Thuis zeiden ze dat ik waar
schijnlijk in een sociale werk
plaats terecht zou komen, maar
dat wilde ik niet. Op achttienjari
ge leeftijd koesterde ik de illusie
het vrachtwagenrijbewijs te ha
len. Wegwezen, het liefst zo ver
mogelijk. Maar ik haalde dat rij
bewijs niet en de epilepsie-aan-
vallen kwamen terug. Maar ik
vond werk, in een bakkerij,
trouwde en kocht een huis."'
Voor Sjaak brak een relatief rus
tige periode aan. Maar na enkele
jaren klapte het huisje-boompje
beestje-beeld als een kaartenhuis
in elkaar. Volgde een tijd van
ontslag, scheiding, nieuw werk,
opnieuw ontslag, andere relatie
en ruzie.
„Op een gegeven moment was het
genoeg. Ik zat alleen in een flat en
heb heel impulsief een poging ge
daan met driehonderd pillen in
combinatie met een paar flessen
bier. Ze vonden me op tijd, heb
ben me per ambulance naar het
ziekenhuis gebracht en m'n maag
leeggepompt. Ik heb zelf ge
vraagd om behandeling en dat re
sulteerde in een opname van der
tien dagen in een psychiatrisch
ziekenhuis. Langer kon niet.
Daarna werd ik doorgestuurd
naar het Riagg. Je komt dan bij
een crisisdienst, waar je eens in
de drie weken een uurtje kan ko
men praten."
Sjaak deed na enkele weken een
tweede poging tot zelfdoding
('wij spreken niet van zelf
moord'). De hulpverlening faalde
naar zijn zeggen opnieuw. „Die
mensen begrepen mij absoluut
niet. Van het Riagg kreeg ik wat
pillen mee. Als het niet meer gaat
kom je maar terug, zeiden ze. Dat
wa^alles. Op zo'n moment voel je
je tekort gedaan. Kijk, als je naar
een dokter gaat omdat je pijn in
je rug hebt, mag je toch ook ver
wachten dat hij er iets aan doet."
Een derde poging tot zelfdoding
liet op zich wachten. Die ging dit
maal gepaard met agressie. De
politie kwam eraan te pas. „Mijn
handen en voeten werden ge
boeid. Op een gegeven moment
liep het zo uit de hand dat een
agent zijn pistool trok. Doe maar,
heb ik tegen hem geroepen. Hij
had mij toen geen groter plezier
kunnen doen."
Er volgde een periode van drie
weken vrijwillige opname in Ros
malen. „Ik stond daar op een ge
geven moment op klappen. Ik
kreeg geen medicijnen meer. Die
kreeg ik pas nadat ik het hoofd
van de afdeling had aangevallen.
Er moesten eerst ongelukken ge
beuren. Zelfs daar. Nee, de hulp
verlening heeft voor mij nooit
enig nut gehad."
In 1993 kwam Sjaak via een pas
toraal werker terecht bij een the
rapeute. „Dat was het laatste wat
ik nog wilde ondernemen. Maar
ik had wel zoiets van: als dit niet
lukt, maar ik er direct een einde
aan. Maar van haar kreeg ik be-
ePressief
Ld Wf'naar een psychia
ter Werrl gebracht,
fit vastgesteld dat ik
as'. maar depressief.
|b 'even is hartstikke mooi,
FRANCISCUS ROOSENDAAL
Foto Piet den Blanken
Hollen of stilstaan. Intens triest, dan weer uitbundig. Het werk op
een kraamafdeling laat zich vangen in extremen, zegt Anja Bruin-
sma, hoofd van deze afdeling in het Sint Franciscusziekenhuis in
Roosendaal.
Op de foto drie vrouwen die zojuist in goede gezondheid zijn beval
len van een baby. In dit soort gevallen verblijven de jonge moeders
tussen de vier en vierentwintig uur op de kraamafdeling. Verpleeg
kundige José van de Kreeke werkt voor de laatste keer het dossier
bij. Als de administratie is afgwerkt mogen ze met hun baby naar
huis.
„Het is een hele leuke afdeling om te werken," vindt Bruinsma.
Maar het werk is redelijk onvoorspelbaar. „Altijd moeten we ie
mand klaar hebben staan, want ze komen hier onaangekondigd.
Soms drie of vier tegelijk, soms heb je acht uur niets." De regio
West-Brabant is een vruchtbare. 1100 bevallingen per jaar, en dat
aantal groeit.
Gevoelsmatig is het een afdeling met extremen. „Meestal gaat alles
goed, dan is het uitbundige vreugde. Soms gaat het mis, dan is het
gelijk intens triest. Na de zestien weken komen ook vrouwen met
een dode vrucht hier. Zelfs tijdens de bevalling kan het nog fout
gaan." Dan heeft de afdeling twee verdrietige patiënten, de vader
en de moeder, die zeer intensief begeleid moeten worden door een
speciaal daarvoor vrijgestelde verzorgster.
grip. Ze was te bereiken, stond
voor me klaar. Altijd."
De kiem voor Ex6 was gezaaid.
„Ik ben veel gaan lezen, het ini
tiatief verder uit gaan werken en
van start gegaan. Dat heeft een
stuk invulling aan mijn leven ge
geven."
De naam 'Ex6' is niet toevallig.
„Mensen in dit soort situaties
denken ook in excessen: leven of
doodgaan, zwart of wit. Een tus
senweg is er niet. Inmiddels heb
ben zo'n driehonderd mensen
zich bij Ex6 aangesloten. We pro
beren ze bij elkaar te brengen in
groepjes van acht tot tien. Het is
belangrijk om met lotgenoten
over je ervaringen te kunnen pra
ten. Dat is ook een van de doel
stellingen van Ex6. Iedereen kan
tijdens de gesprekken kwijt wat-
ie wil. Je merkt dan dat ieder zijn
eigen motief heeft. Maar een ding
hebben ze allemaal gemeen: het
eindpunt. Dat is voor ieder gelijk,
wat de reden ook is. Het is overi
gens niet de bedoeling om men
sen bepaalde plannen uit het
hoofd te praten. Dat is ieders ei
gen keuze. Maar spreken met lot
genoten kan mensen wel op ande
re gedachten brengen."
Ex6 is inmiddels begonnen met
praatgroepen in Den Bosch,
Utrecht en Eindhoven. Behalve
in Breda en Zeeuws-Vlaanderen
zijn er plannen om in Amsterdam
van start te gaan.
Naast de praatgroepen beschikt
Ex6 over een hulptelefoon, die
Sjaak samen met Ida bestiert.
Het team is 24 uur per dag be
reikbaar.
„Als iemand belt proberen we te
achterhalen wat er aan de hand
is. We geven geen suggesties hoe
ze er het beste een einde aan kun
nen maken, maar ook hier hou
den we niemand tegen. We gaan
wel in gesprek en proberen de
mensen als het ware open te bre
ken."
Rest nog de vraag: is zelfdoding
niet de weg van de minste weer
stand?
„Nee, ik denk het niet. Er is moed
voor nodig. Je kunt ook door blij
ven gaan of er niets aan de hand
is, jezelf maar blijven bewijzen
tegenover anderen. Wat mijzelf
betreft zeg ik niet 'het gebeurt
nooit meer'. Maar dankzij Ex6
heb ik wel weer een invulling aan
mijn leven kunnen geven. Dat is
belangrijk. Het leven ziet er weer
wat rooskleuriger uit."
Wie behoefte heeft aan een ge
sprek - praatgroep of telefonisch
- kan via de hulptelefoon contact
opnemen met Ex6: 073-5480385.
Ook anonieme bellers worden te
woord gestaan. Het adres is Jan
van Galenstraat 5, 5481 GV Schiin-
del.
MS