"Patiënt dupe van dubieuze gebruiken' Het zorgenvaccin Van dieren afkomstig virus zou mensen depressief maken 15 Grapefruitsap versterkt werking van medicijnen Nieuw boek over Whiplash herkenbaar voor patiënt ijyiieke Grypdonck spreekt op congres jubilerende vakbond NU'91 OE STEM LIJF LEVEN E2 del (NL.) Ivijf jaar geleden werd er een nieuwe vakbond voor TOYOTA VOLVO iokwick 20x4 gr ngeise melange sex WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1996 NU 95 ihoog tuin stoel kussen DEN: 9.00 tot 18.00 uur. 17.00 u. 0.00 uur in Meijel. 120.00 uur chijndel. 00 tot 20.00 uur. 18.00 uur. Dinsdag gesJoten. PERATIEAFDELING !weg 21 (duin 2) 5478789 VANCRANENBfcOEK 96 verpleegkundigen opge- iricht. NU'91. De vakbond [viert die verjaardag van daag met een congres over het doorbreken van tradities in de verpleeg kunde. Eén van de Spreeksters is prof. mr. Mieke Grypdonck. Zij .gelooft dat patiënten soms het slachtoffer wor- - den van twijfelachtige ■tradities in het zieken- ijiuis. Een vraaggesprek. Spoor Mick Salet I Patiënten zijn dikwijls de dupe 'van vastgeroeste gebruiken in let ziekenhuis. Het wordt ze bij voorbeeld verboden om de och- liend vóór een operatie te drin ken, terwijl een glas water geen kwaad zou kunnen. Of ze wor sen het slachtoffer van een ge woonte die van generatie op ge neratie is gegaan, zonder dat ie mand nadacht over nut en nood- Jfcaak. Die kritiek komt van prof. dr. ilieke Grypdonck. De voormali ge verpleegster, 50 jaar, is hoog- fleraar verplegingswetenschap an de universiteiten van trecht en Gent. Ze gelooft dat laaie tradities in het ziekenhuis ioms alleen maar in stand wor den gehouden omdat ze zo mak kelijk zijn voor artsen en ver pleegkundigen. „Een voorbeeld is het volledig nuchter blijven vóór een opera tie. Patiënten krijgen dan niets leer te eten of te drinken. Vaak anaf twaalf uur 's nachts al niet eer. Maar daar is geen enkele eden voor. Een patiënt die om df uur 's morgens geopereerd Ijnoet worden, kan om acht uur 's orgens nog best iets drinken, een bier of milkshake, maar vel een glas water. Toch mag dat liet. Voor artsen is het namelijk akkelijker dat alle patiënten uchter blijven. Dan kunnen ze onder problemen het operatie- ichema veranderen. Moet een patiënt een paar uur eerder geo pereerd worden? Geen enkel probleem. Want alle patiënten zijn nuchter. Voor de verpleeg- :undigen is het ook makkelijker, len vaste regel is voor iedereen iuidelijk. Alleen de patiënten ebben er last van. Die moeten aak uren met een droge mond in een lege maag wachten. Zon der dat dit nodig is." Heeft u nog meer van die voor beelden? ,Ja. De traditie om patiënten roor een operatie te scheren bij voorbeeld. Ik kan me voorstellen lat een chirurg het handig vindt iat een patiënt met een fel be- ïaarde borst voor een hartope- Mieke Grypdonck: 'Verpleegkundigen zijn tussen de veertig en zestig procent van hun tijd bezig met administratie. Dat lijkt me onno dig veel.' FOTO THEO VAN ZWAM TOYOTA Starlet bj APK gek. febr. 103.000 4.000,-076-5711527. VOLVO 440 1.8 i 5 d Aug.'91. 105.000 km. AH. inz. Rood, get.glas, spffl' LPG, in nw st. 11.950, V. 1e eig, Tel. OOI 33150940, België, 5 W van Zundert. (Ned.kent. af 8e mnd.97.) Alt.binn.g 'reiniger pistool of roze esex reiniger navul i of roze Advertentie geldig vana» 28.8.96 t/m 10-9-9f zolang de voorraad stre* Prijswijzigingen voorbehouu£^. ratie geschoren wordt, maar het is niet noodzakelijk om alle pa- tienten voor een operatie te scheren. Dat is niet prettig voor de patiënten. Bovendien neemt de kans op infecties toe. Want het risico bestaat dat er tijdens het scheren een snijwondje ont staat. Dus als er haar verwijderd moet worden voor een operatie, dan is het beter om ontharings- crème te gebruiken. Maar vaak is het helemaal niet nodig. Een ander voorbeeld is de tradi tie van het temperaturen. Waar om zijn verpleegkundigen 's morgens bij alle patiënten de temperatuur op gaan nemen? Om de artsen de zekerheid te ge ven welke patiënten er koorts hadden en welke niet. Om de on deskundigheid van de verpleeg kundigen te compenseren. Maar nu is het overbodig geworden om alle patiënten 's morgens te tem-, peraturen. Het is logisch om de tempera tuur op te nemen van een patiënt die vandaag of morgen geope reerd moet worden. Maar als een geringe temperatuurverandering niet van belang is, dan hoeft de temperatuur niet steeds weer opgenomen te worden. Dan kan het wel op het gevoel gebeuren. Dat kan makkelijk, want meest al voélen mensen wel of ze koorts hebben of niet. Dat is ook zo met het meten van de bloeddruk. Ik kan me herin neren dat ik tijdens mijn nacht dienst patiënten vroeger moest wekken om hun bloeddruk te meten. Ook al was hun bloed druk al een paar dagen en nach ten stabiel. Als het me overbodig leek, stopte ik een briefje bij mijn nachtrapport: 'Is dat echt nodig?' Dan stond er de volgende nacht: 'Bloeddruk hoeft niet meer gemeten te worden.' De verpleegkundigen vóór mij wa ren de bloeddruk alleen maar blijven meten omdat de artsen waren vergeten het af te schaf fen. Niet omdat het medisch noodzakelijk was." Blijven oude gewoonten soms ook in gebruik door onvoldoende kennis van nieuwe ontwikkelin gen? „Ja. De techniek van het ijzen en föhnen bijvoorbeeld. In '64 of '65, ik was leerling, kwam men in het buitenland op het idee om drukletsel te voorkomen met ijs. In Nederland kwam daar het föhnen bij. Dat leek logisch. Drukletsel - men heeft het ook wel over decubitus of doorliggen - ontstaat namelijk door langdu rige druk op een deel van het lichaam, waardoor bloedvaten dicht worden gedrukt en weefsel versterft. Door de huid eerst koud en daarna warm te maken, zetten de bloedvaten uit en krijg je een betere doorbloeding. Aan de oppervlakte ziet dat er prach tig uit. Het ijzen en föhnen leek aanvankelijk dan ook adequaat. Maar na een paar jaar werd dui delijk dat het mooier lijkt dan het werkelijk is. Want voor de doorbloeding aan de oppervlakte van de huid ver dwijnt er bloed uit de onderlig gende bloedvaten en ontstaan er daar problemen. Door het ijzen en föhnen voorkóm je het drukletsel dus niet, maar maak je het onzicht baar en eigenlijk erger. Toch ge beurt het nog steeds. Hoe zou dat komen? „Het .is vaak een kwestie van niet weten of niet willen weten. In de vaktijdschriften werd al in '68 geschreven dat je drukletsel niet kunt voorkómen door de huid koud en warm te maken. Maar de één heeft het niet gele zen en een ander geloofde het ge woon niet. Mensen veranderen hun gedrag niet gauw en niet graag. Dat is algemeen mense lijk. Je hebt mensen die het alle maal niet vlug genoeg kan ver anderen, die vernieilwingen het liefst onmiddellijk iq, willen voe ren, maar je hebt ook mensen die het moeite kost om de dingen an ders te gaan doen dan ze gewend zijn. Tradities bieden zekerheid en mensen hebben behoefte aan ze kerheid. Vooral verpleegkundi gen, die al met zoveel onzekerhe den te maken hebben. Elke keer weer nieuwe patiënten. Elke keer weer nieuwe situaties. Dan heb je behoefte aan tradities die zekerheid geven. Ik denk dat mensen ook vaak vasthouden aan alles wat ze tij dens hun opleiding geleerd heb ben. Al veroudert die kennis snel. Dat komt mede door het onderwijs. Het is maar zeiden de stijl om te zeggen: 'Wat we jullie leren is op dit moment het beste, maar misschien blijkt dat in de toekomst niet zo te zijn.' Verder heeft het er ook mee te maken dat verpleegkundigen zo doordrongen zijn van de conse quenties van hun daden. Ik kan me een brief in de American Journal of Nursing herinneren. Daarin schreef een verpleegkun dige dat haar tijdens de oplei ding altijd was voorgehouden dat er bij het toedienen van een infuus geen lucht in de leiding mocht zitten. Een luchtbel in de leiding zou al fataal kunnen zijn. Ze was zó bang gemaakt dat ze al zenuwachtig werd als er een heel klein luchtbelletje in de lei ding zat. Tot ze las dat een mens wel tien kubieke centimeter zuurstof kan hebben. Dat is mis schien wel twintig centimeter lucht in de leiding. Door ver pleegkundigen onnodig bang te maken, voelen ze de behoefte de kleinste risico's af te dekken en doen ze dingen die eigenlijk niet nodig zijn." Heeft dat nadelige gevolgen? „Ik denk dat patiënten schade wordt gedaan. Ze genezen trager of krijgen verwikkelingen die ze niet zouden moeten krijgen. Bo vendien gaat er veel tijd verloren door het verrichten van hande lingen die niet echt nodig zijn. Dat zie je ook aan de nieuwe tra ditie om alles schriftelijk te rap porteren. Uit onderzoek in Vlaamse en Amerikaanse acade mische ziekenhuizen blijkt dat verpleegkundigen tussen de veertig en zestig procent van hun tijd bezig zijn met administratie. Dat betekent dus dat ze de helft van de tijd aan het schrijven zijn. Dat lijkt me onnodig veel." Hoe moeten die twijfelachtige tradities doorbroken worden? „In de eerste plaats door verbe tering van de deskundigheid. Mensen in de praktijk moeten op de hoogte blijven van de weten schappelijke ontwikkelingen en wéten waarom ze iets wel of niet moeten doen. In de tweede plaats door asserti viteit van de verpleegkundigen. Als iets niet goed'loopt, moeten ze artsen rustig duidelijk maken waarom ze denken dat het an ders zou moeten. De meeste art sen luisteren daar wel naar, want die zijn, net als de ver pleegkundigen, geïnteresseerd in goede zorg voor hun patiënten. In de derde plaats moet de lei ding van het ziekenhuis meewer ken. Niet alle tradities hoeven te verdwijnen, maar als tradities niet functioneel zijn, moet je ze wel ter discussie durven te stel len." New York (ap) - Een lepeltje suiker kan de vieze smaak van medicijnen wegnemen, maar een glas grapefruitsap kan zor gen dat de medicijnen, eenmaal ingenomen, hun werk beter doen. Onderzoekers hebben tot hun verbazing geconstateerd dat grapefruitsap de absorptie van medicijnen in het bloed aan zienlijk vergemakkelijkt. Ge neesmiddelenfabrikanten zijn als gekken bezig om erachter te komen welke stof in het sap voor dit effect verantwoorde lijk is, zodat zij deze aan hun medicijnen kunnen toevoegen. Barbara Ameer, een farmaco- loge die onlangs de resultaten van haar onderzoek uiteenzette op een vergadering van het Amerikaans Chemisch Genoot schap, zei dat patiënten die calciumkanaalblokkers ge bruiken tegen hoge bloeddruk, het medicijnniveau in hun bloed kunnen verdrievoudigen wanneer zij het innemen met een glaasje grapefruitsap. An dere medicijnen, zoals de anti histamine terfenidine en het slaapmiddel halcion, reageren op dezelfde manier. De Canadese onderzoeker Da vid Baily, die vijf jaar geleden als eerste wees op het bijzonde re effect van grapefruitsap, heeft gezegd te vermoeden dat dit verantwoordelijk is geweest voor een aantal sterfgevallen na medicijngebruik. Maar als het werkzame bestanddeel kan worden geïdentificeerd, zal men er juist zijn voordeel mee kunnen doen, zei Baily. Medi cijnen met gevaarlijke of akeli ge bijwerkingen of hele dure medicijnen kunnen dan in ge ringere doses worden voorge schreven. Het zal echter nog heel wat onderzoek vergen om het geheim van het grapefruit sap te doorgronden. Het ene sap is het andere niet en de ene soort is veel effectiever dan de andere. In de tussentijd raden de onderzoekers niemand aan zijn medicijnen plotseling met grapefruitsap in te gaan ne men, of daar mee op te houden als men dat al gewend was. New York (ap) - Een virus waar paarden en katten depressief van worden is voor het eerst ook bij mensen aangetroffen, zo hebben Duitse onderzoekers laten weten in het blad Molecular Psychiatry. In dit vakblad staat beschreven dat het virus van de ziekte van Borna, een virus dat tot nog toe uitsluitend bij dieren is aangetrof fen, in Duitsland is gevonden in het bloed van twee manisch-de- pressieve patiënten en van iemand die lijdt aan een dwangneurose, en in de Verenigde Staten in het bloed van iemand die lijdt aan een zware depressie en chronische ver moeidheid. Het is nog niet bekend hoe mensen met het dierenvirus worden besmet. Het virus zou depressies kunnen oproepen bij mensen die daar toch al vatbaar voor zijn, aldus Liv Bo de van het Robert Koch-instituut in Berlijn. De ontdekking zou een belangrijke stap voorwaarts in het onderzoek naar depressiviteit, ma- nisch-depressiviteit en chronische moeheid kunnen betekenen. Een onderzoeker die is gespeciali seerd in de ziekte van Borna ge looft hier echter niet in. Volgens Joanna Pyper van de Johns Hopk- ins-universiteit is het allemaal een misverstand. Zij betoogt dat een spoortje van het van dieren af komstige virus in het laboratorium aanwezig was omdat er daar mee gewerkt was, en dat het door een fout in het lab bij menselijk bloed terecht is gekomen, zodat het lijkt alsof mensen ermee besmet waren. Bode gaat hier weer tegenin door te zeggen dat er voldoende voor zorgsmaatregelen zijn genomen om deze mogelijkheid uit te slui ten, en dat bovendien het aange troffen virus genetisch verschilt van het virus zoals dat door dieren wordt gedragen. „Ik ben er zeker van dat we werkelijk met een men selijk virus van doen hebben," al dus Bode. De ziekte van Borna treft niet al leen paarden en katten, maar ook schapen, runderen en struisvogels. Het staat vast dat mensen de ziek te niet krijgen door het eten van vlees van besmette dieren. Niet alle dieren vertonen sympto men als ze zijn besmet. Paarden en katten wel. Paarden worden er apathisch en slaperig van, en kat ten kunnen er onvast van op hun pootjes komen te staan en een de pressieve en apathische indruk maken. Zowel katten als paarden genezen vanzelf. De onderzoekers vermoeden dat besmette mensen er in de meeste gevallen niets van merken, maar dat het virus wel invloed karfheb- ben op mensen die toch al aanleg hebben voor depressiviteit. Het is nog te vroeg om te beoorde len hoe vaak depressies of mani sche depressies bij mensen een ge volg zijn van het virus van de ziek te van Boma, aldus Bode. Ook is het nog niet duidelijk hoe de over brenging van dieren op mensen in zijn werk gaat. Bij andere proefpersonen, zowel psychiatrische patiënten als ge zonde Duitsers, werd geen spoor van het virus gevonden. Al veertig jaar krijgen kinderen de DKTP-prik tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio. Dif terie, de ziekte die vroeger tien tallen kinderen per jaar voor goed de keel dichtkneep, is nu een bijna vergeten ziekte, van tetanus hoor je nooit meer wat en de prik werkt perfect tegen polio. Alleen met de K in de DKTP wil het nog steeds niet goed lukken. Het kinkhoestvac- cin is niet slecht, maar ook niet zo goed als men zou willen: kinkhoest komt onder ingeente kinderen nog steeds voor met een piek in de maanden augus tus en september. Kinkhoest is een van de afmat- tendste en ernstigste ziekten die een kind kan overkomen. Men onderscheidt drie klassieke fa sen. Een week of twee na be smetting heeft het kind gemid deld twee weken last van een soort verkoudheid met hoest, neusverkoudheid en koorts. Op dat moment, dus als de juiste diagnose nog niet is gesteld, is het kind het besmettelijkst. Daarna breekt de typische, klas sieke fase aan van de 'kinkende' hoest. Het kind wordt overval len door hoestsalvo's van tien, twintig keer 'kinkend' hoesten achtereen, die eindigen met een luid hoorbaar gierend inade men, waarna het blauw aange lopen kind nogal eens braakt. Die aanvallen kunnen zo dra matisch zijn dat ouders bang rijn dat hun kind er in blijft. Deze voor ouders en kind zeer uitputtende fase duurt enkele weken en de herstelfase neemt ook enkele weken in beslag, zo dat een kinkhoestinfectie onge veer zes weken duurt. Tenminste, als er geen compli caties optreden zoals een aan sluitende longontsteking, stui pen of hersenbeschadiging. Dat maakt kinkhoest tot die gevaar lijke ziekte waaraan wereldwijd «k jaar 600.000 kinderen ster ven. Vaak zijn ze dan nog geen drie, vier maanden oud, want zuigelingen krijgen van hun moeder geen antistoffen tegen kinkhoest mee en dat maakt ze tot de kwetsbaarste groep. Toen in 1952 een vaccin tegen kink hoest beschikbaar kwam ging in de medische wereld en ver daar buiten een gejuich op. Tegen de ziekte zelf helpt weinig of niets zodat inenten de enige doeltref fende methode is om veel narig heid te voorkomen. Dat lukt aardig met dit vaccin, maar het is eigenlijk zo lang als het be staat in opspraak geweest. „Het vaccin is nooit een parade paardje van de medische weten schap geweest zoals de vaccins tegen difterie, tetanus en polio," aldus het gezaghebbende Engel se medische vakblad The Lancet in een van de vele commentaren over kinkhoest. Het begint er al mee dat vrijwel alle nare bijwerkingen van de DKTP-prik te wijten zijn aan de kinkhoestcomponent, de K van de DKTP. Sommige kinderen zijn na de prik een dagje ziek of huilen een paar etmalen achter een. In de jaren '70 raakte het vaccin in opspraak omdat het te heftige bijwerkingen zou heb ben of zelfs de oorzaak zou zijn van het overlijden van zojuist ingeënte kinderen. Hoewel van het laatste nooit iets is gebleken verzwakte men in Nederland voor alle zekerheid de sterkte van het vaccin. In Engeland en Duitsland vonden veel ouders de prik erger dan de kwaal en wei gerden in meerderheid him kin deren te laten inenten. Engeland betaalde leergeld. Nadat het percentage tegen kinkhoest in geënte kinderen met meer dan de helft was gedaald tot 35 pro cent sloeg de ziekte hard toe: tussen 1977 en 1980 stierven daar 28 niet ingeënte kinderen aan kinkhoest, 5000 kinderen moesten in het ziekenhuis wor den opgenomen. In Duitsland is de afkeer van het vaccin moge lijk nog sterker. Vlak over de grens, in het gebied Krefeld- Viersen, is de vaccinatiegraad een schamele 13 procent, terwijl in Nederland 96 procent van de kinderen is gevaccineerd. Er is nog een belangrijk verschil. In Duitsland sterft elk jaar een tiental kinderen aan kinkhoest, in Nederland werd het laatste sterfgeval wegens kinkhoest in 1981 geregistreerd. Zo rond 1980 moet het volgende tafereeltje zich bij herhaling hebben afgespeeld: een kind ligt flink ziek in bed en hoest zo ei genaardig. „Maar dat is kink hoest," zegt oma, want die had voor 1952 haar kinderen ook al zo horen hoesten. „Kan niet," zegt de toegesnelde jonge huis arts, „want het kind is ingeënt." Mooi dat oma gelijk had. Nadat de kinkhoestbacterie halverwe ge de jaren '70 weer rond ging waren, bleek het vaccin niet al tijd kinkhoest te kunnen voor komen. Men schat dat het vaccin een bescherming geeft van 90 procent en de laatste tijd lijkt het aantal gevallen van kink hoest in Nederland (maar ook in andere landen) zelfs wat toe te nemen. Elke drie tot vijf jaar is er een kinkhoestgolfje: in 1989, in 1994 en nu, in 1996, alweer een. In de periode 1991-1994 werden in de eerste helft van het jaar gemiddeld 110 gevallen ge meld, in de eerste helft van dit jaar kwamen al 190 meldingen binnen. Bij Duitsland vergele ken is dat natuurlijk niets. Daar krijgt elk jaar 5 procent van alle kinderen onder de zeven jaar kinkhoest. En blijkt bovendien bij de kinderen die kinkhoest krijgen dat de inenting toch niet voor niets geweest, want die verloopt dan stukken milder en complicaties blijven na inenting doorgaans uit. Toch maakt men zich in Neder land een beetje zorgen. In het Infectieziekten Bulletin van au gustus wijdde J. van Wijngaar den, Geneeskundig Inspecteur voor Infectieziekten, een com mentaar aan de toename van kinkhoest. Het vaccin is niet he lemaal ideaal, maar toch het beste wat we hebben, daar komt het zo'n beetje op neer. „Een overhaast besluit het huidige beleid te veranderen is onver standig." Men zit met het vol gende probleem. Het vaccin is gemaakt van de gehele en gedode bacterie van het merk Bordetella pertussis. De bescherming neemt bij het ouder worden af en men denkt nu dat de bacterie ongemerkt bij ouderen circuleert die op hun beurt weer de kleintjes aanste ken. Maar het vaccin sterker maken durft men niet goed aan en een extra inenting op latere leeftijd schijnt heviger uit te pakken. Nu de nood het hoogst is lijkt de redding nabij. The Lancet kondigde onlangs een vaccin aan die bereid is van de weerstandopwekkende deel tjes uit het kapsel van de bacte rie. De hele bacteriecel inenten is dan niet langer nodig. Dit nieu we ja-cell vaccin' is in Zweden uitgetest, schijnt even werk zaam, te zijn met stukken minder bijwerkingen. In Nederland be gint men binnenkort met een proef I Als dit vaccin voldoet dan hoeftl men minder in te zitten over de bijwerkingen en kan men door inenten van de oudere bevolking de bacterie geheel uit de circulatie halen. Dat zou het einde zijn van kinkhoest. Door Monique Bakker Woedend was ik. Lezen, schrij ven, fietsen en zelfs tv-kijken, alle dingen die ik vroeger deed zonder erbij na te denken, kostten me veel moeite. Ik was al uitgeput als ik een halve pagina van de krant had gelezen. Bij het afwassen liet ik van alles uit mijn handen klet teren en na tien minuten lopen moest ik een kwartier uitrusten. Ik leek wel een hoogbejaarde oma. Een voor een whiplash-patiënt herkenbare situatie, die beschre ven staat in het boek Whiplash van Angeli Poulssen. Dit 144 pa gina's tellende boek geeft inder daad zoals op de kaft staat ver meld een heldere kijk op de 'nek slag'. Poulissen is medisch jour naliste en ex-whipiash-patiënte. Zij liep tijdens haar ziekte op te gen een muur van onbegrip en van gebrek aan informatie. De persoon uit de hierboven ge schetste situatie is geen hoogbe jaarde oma, maar een vrouw van 28 jaar met een flitsende baan, die haar leven in duigen zag vallen na een auto-ongeluk. Het chronolo gisch opgebouwde boek is zeer herkenbaar voor mensen die zelf een whiplash hebben gehad. Na de uitleg over hoe de zweepslag in de nek precies ontstaat en wat het voor gevolgen kan hebben, wordt ook het scala aan onderzoeken die een patiënt kan ondergaan be handeld. Poulssen verduidelijkt ieder fase van de ziekte met een persoonlijk verhaal. Hier is ook plaats gemaakt voor mensen die een whiplash opliepen na een val van een natte trap of bij het spor ten. Een whiplash verdwijnt in de meeste gevallen vanzelf. Bij de mensen die niet binnen een jaar genezen kan hun situatie verbete ren door rust, behandelingen met medicijnen tegen de pijn, accu punctuur en in het uiterste geval zenuwblokkades. Acceptatie dat je niet meer alles kan zoals de pa tiënt dat voor het ongeluk deed, is eigenlijk het allerbelangrijkst. De revalidatiekliniek van dr. M.J. Kimman uit Utrecht zou daarbij volgens Poulissen kunnen bijdra gen. Daar wordt de (ex-patiënt) een nieuwe manier van leven ge leerd. Ze moeten zich bewust worden dat ze niet alles meer kunnen en dat ze voor goede da gen de tol moeten betalen. Dat het sociale leven daardoor in het ge drang komt valt op te maken uit het verhaal van een 36-jarige huisvrouw. Zij beschrijft dat je je vrienden wel leert kennen tijdens zo'n ziekteperiode. Poulssen besluit haar boek met informatie over letselschade-ad vocaten en verzekeraars. Alle adressen staan op de laatste pagi na's vermeld. Het boek is voor whiplash-patiënten, die in de ge gevens een hoop herkenning en erkenning van hun situatie vin den een goede steun. Ook voor de familie, buren en collega's in de omgeving van de patiënt wordt het leven van die persoon een stuk duidelijker. 'Whiplash' door Angeli Poulssen, prijs 19,90.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 23