"Patiënt dupe van dubieuze gebruiken'
Het zorgenvaccin
Van dieren afkomstig
virus zou mensen
depressief maken
15
Grapefruitsap versterkt
werking van medicijnen
Nieuw boek over Whiplash herkenbaar voor patiënt
ijyiieke Grypdonck spreekt op congres jubilerende vakbond NU'91
OE STEM
LIJF LEVEN
E2
del (NL.)
Ivijf jaar geleden werd er
een nieuwe vakbond voor
TOYOTA
VOLVO
iokwick 20x4 gr
ngeise melange
sex
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1996
NU
95
ihoog
tuin stoel kussen
DEN:
9.00 tot 18.00 uur.
17.00 u.
0.00 uur in Meijel.
120.00 uur
chijndel.
00 tot 20.00 uur.
18.00 uur.
Dinsdag gesJoten.
PERATIEAFDELING
!weg 21 (duin 2)
5478789
VANCRANENBfcOEK 96
verpleegkundigen opge-
iricht. NU'91. De vakbond
[viert die verjaardag van
daag met een congres
over het doorbreken van
tradities in de verpleeg
kunde. Eén van de
Spreeksters is prof. mr.
Mieke Grypdonck. Zij
.gelooft dat patiënten
soms het slachtoffer wor-
- den van twijfelachtige
■tradities in het zieken-
ijiuis. Een vraaggesprek.
Spoor Mick Salet
I Patiënten zijn dikwijls de dupe
'van vastgeroeste gebruiken in
let ziekenhuis. Het wordt ze bij
voorbeeld verboden om de och-
liend vóór een operatie te drin
ken, terwijl een glas water geen
kwaad zou kunnen. Of ze wor
sen het slachtoffer van een ge
woonte die van generatie op ge
neratie is gegaan, zonder dat ie
mand nadacht over nut en nood-
Jfcaak.
Die kritiek komt van prof. dr.
ilieke Grypdonck. De voormali
ge verpleegster, 50 jaar, is hoog-
fleraar verplegingswetenschap
an de universiteiten van
trecht en Gent. Ze gelooft dat
laaie tradities in het ziekenhuis
ioms alleen maar in stand wor
den gehouden omdat ze zo mak
kelijk zijn voor artsen en ver
pleegkundigen.
„Een voorbeeld is het volledig
nuchter blijven vóór een opera
tie. Patiënten krijgen dan niets
leer te eten of te drinken. Vaak
anaf twaalf uur 's nachts al niet
eer. Maar daar is geen enkele
eden voor. Een patiënt die om
df uur 's morgens geopereerd
Ijnoet worden, kan om acht uur 's
orgens nog best iets drinken,
een bier of milkshake, maar
vel een glas water. Toch mag dat
liet. Voor artsen is het namelijk
akkelijker dat alle patiënten
uchter blijven. Dan kunnen ze
onder problemen het operatie-
ichema veranderen. Moet een
patiënt een paar uur eerder geo
pereerd worden? Geen enkel
probleem. Want alle patiënten
zijn nuchter. Voor de verpleeg-
:undigen is het ook makkelijker,
len vaste regel is voor iedereen
iuidelijk. Alleen de patiënten
ebben er last van. Die moeten
aak uren met een droge mond
in een lege maag wachten. Zon
der dat dit nodig is."
Heeft u nog meer van die voor
beelden?
,Ja. De traditie om patiënten
roor een operatie te scheren bij
voorbeeld. Ik kan me voorstellen
lat een chirurg het handig vindt
iat een patiënt met een fel be-
ïaarde borst voor een hartope-
Mieke Grypdonck: 'Verpleegkundigen zijn tussen de veertig en zestig procent van hun tijd bezig met administratie. Dat lijkt me onno
dig veel.' FOTO THEO VAN ZWAM
TOYOTA Starlet bj
APK gek. febr. 103.000
4.000,-076-5711527.
VOLVO 440 1.8 i 5 d
Aug.'91. 105.000 km. AH.
inz. Rood, get.glas, spffl'
LPG, in nw st. 11.950,
V. 1e eig, Tel. OOI
33150940, België, 5 W
van Zundert. (Ned.kent. af
8e mnd.97.) Alt.binn.g
'reiniger pistool
of roze
esex
reiniger navul
i of roze
Advertentie geldig vana»
28.8.96 t/m 10-9-9f
zolang de voorraad stre*
Prijswijzigingen voorbehouu£^.
ratie geschoren wordt, maar het
is niet noodzakelijk om alle pa-
tienten voor een operatie te
scheren. Dat is niet prettig voor
de patiënten. Bovendien neemt
de kans op infecties toe. Want
het risico bestaat dat er tijdens
het scheren een snijwondje ont
staat. Dus als er haar verwijderd
moet worden voor een operatie,
dan is het beter om ontharings-
crème te gebruiken. Maar vaak
is het helemaal niet nodig.
Een ander voorbeeld is de tradi
tie van het temperaturen. Waar
om zijn verpleegkundigen 's
morgens bij alle patiënten de
temperatuur op gaan nemen?
Om de artsen de zekerheid te ge
ven welke patiënten er koorts
hadden en welke niet. Om de on
deskundigheid van de verpleeg
kundigen te compenseren. Maar
nu is het overbodig geworden om
alle patiënten 's morgens te tem-,
peraturen.
Het is logisch om de tempera
tuur op te nemen van een patiënt
die vandaag of morgen geope
reerd moet worden. Maar als een
geringe temperatuurverandering
niet van belang is, dan hoeft de
temperatuur niet steeds weer
opgenomen te worden. Dan kan
het wel op het gevoel gebeuren.
Dat kan makkelijk, want meest
al voélen mensen wel of ze
koorts hebben of niet.
Dat is ook zo met het meten van
de bloeddruk. Ik kan me herin
neren dat ik tijdens mijn nacht
dienst patiënten vroeger moest
wekken om hun bloeddruk te
meten. Ook al was hun bloed
druk al een paar dagen en nach
ten stabiel. Als het me overbodig
leek, stopte ik een briefje bij
mijn nachtrapport: 'Is dat echt
nodig?' Dan stond er de volgende
nacht: 'Bloeddruk hoeft niet
meer gemeten te worden.' De
verpleegkundigen vóór mij wa
ren de bloeddruk alleen maar
blijven meten omdat de artsen
waren vergeten het af te schaf
fen. Niet omdat het medisch
noodzakelijk was."
Blijven oude gewoonten soms
ook in gebruik door onvoldoende
kennis van nieuwe ontwikkelin
gen?
„Ja. De techniek van het ijzen en
föhnen bijvoorbeeld. In '64 of
'65, ik was leerling, kwam men
in het buitenland op het idee om
drukletsel te voorkomen met ijs.
In Nederland kwam daar het
föhnen bij. Dat leek logisch.
Drukletsel - men heeft het ook
wel over decubitus of doorliggen
- ontstaat namelijk door langdu
rige druk op een deel van het
lichaam, waardoor bloedvaten
dicht worden gedrukt en weefsel
versterft. Door de huid eerst
koud en daarna warm te maken,
zetten de bloedvaten uit en krijg
je een betere doorbloeding. Aan
de oppervlakte ziet dat er prach
tig uit. Het ijzen en föhnen leek
aanvankelijk dan ook adequaat.
Maar na een paar jaar werd dui
delijk dat het mooier lijkt dan
het werkelijk is.
Want voor de doorbloeding aan
de oppervlakte van de huid ver
dwijnt er bloed uit de onderlig
gende bloedvaten en ontstaan er
daar problemen.
Door het ijzen en föhnen
voorkóm je het drukletsel dus
niet, maar maak je het onzicht
baar en eigenlijk erger. Toch ge
beurt het nog steeds.
Hoe zou dat komen?
„Het .is vaak een kwestie van
niet weten of niet willen weten.
In de vaktijdschriften werd al in
'68 geschreven dat je drukletsel
niet kunt voorkómen door de
huid koud en warm te maken.
Maar de één heeft het niet gele
zen en een ander geloofde het ge
woon niet. Mensen veranderen
hun gedrag niet gauw en niet
graag. Dat is algemeen mense
lijk. Je hebt mensen die het alle
maal niet vlug genoeg kan ver
anderen, die vernieilwingen het
liefst onmiddellijk iq, willen voe
ren, maar je hebt ook mensen die
het moeite kost om de dingen an
ders te gaan doen dan ze gewend
zijn.
Tradities bieden zekerheid en
mensen hebben behoefte aan ze
kerheid. Vooral verpleegkundi
gen, die al met zoveel onzekerhe
den te maken hebben. Elke keer
weer nieuwe patiënten. Elke
keer weer nieuwe situaties. Dan
heb je behoefte aan tradities die
zekerheid geven.
Ik denk dat mensen ook vaak
vasthouden aan alles wat ze tij
dens hun opleiding geleerd heb
ben. Al veroudert die kennis
snel. Dat komt mede door het
onderwijs. Het is maar zeiden de
stijl om te zeggen: 'Wat we jullie
leren is op dit moment het beste,
maar misschien blijkt dat in de
toekomst niet zo te zijn.'
Verder heeft het er ook mee te
maken dat verpleegkundigen zo
doordrongen zijn van de conse
quenties van hun daden. Ik kan
me een brief in de American
Journal of Nursing herinneren.
Daarin schreef een verpleegkun
dige dat haar tijdens de oplei
ding altijd was voorgehouden
dat er bij het toedienen van een
infuus geen lucht in de leiding
mocht zitten. Een luchtbel in de
leiding zou al fataal kunnen zijn.
Ze was zó bang gemaakt dat ze
al zenuwachtig werd als er een
heel klein luchtbelletje in de lei
ding zat. Tot ze las dat een mens
wel tien kubieke centimeter
zuurstof kan hebben. Dat is mis
schien wel twintig centimeter
lucht in de leiding. Door ver
pleegkundigen onnodig bang te
maken, voelen ze de behoefte de
kleinste risico's af te dekken en
doen ze dingen die eigenlijk niet
nodig zijn."
Heeft dat nadelige gevolgen?
„Ik denk dat patiënten schade
wordt gedaan. Ze genezen trager
of krijgen verwikkelingen die ze
niet zouden moeten krijgen. Bo
vendien gaat er veel tijd verloren
door het verrichten van hande
lingen die niet echt nodig zijn.
Dat zie je ook aan de nieuwe tra
ditie om alles schriftelijk te rap
porteren. Uit onderzoek in
Vlaamse en Amerikaanse acade
mische ziekenhuizen blijkt dat
verpleegkundigen tussen de
veertig en zestig procent van hun
tijd bezig zijn met administratie.
Dat betekent dus dat ze de helft
van de tijd aan het schrijven
zijn. Dat lijkt me onnodig veel."
Hoe moeten die twijfelachtige
tradities doorbroken worden?
„In de eerste plaats door verbe
tering van de deskundigheid.
Mensen in de praktijk moeten op
de hoogte blijven van de weten
schappelijke ontwikkelingen en
wéten waarom ze iets wel of niet
moeten doen.
In de tweede plaats door asserti
viteit van de verpleegkundigen.
Als iets niet goed'loopt, moeten
ze artsen rustig duidelijk maken
waarom ze denken dat het an
ders zou moeten. De meeste art
sen luisteren daar wel naar,
want die zijn, net als de ver
pleegkundigen, geïnteresseerd in
goede zorg voor hun patiënten.
In de derde plaats moet de lei
ding van het ziekenhuis meewer
ken. Niet alle tradities hoeven te
verdwijnen, maar als tradities
niet functioneel zijn, moet je ze
wel ter discussie durven te stel
len."
New York (ap) - Een lepeltje
suiker kan de vieze smaak van
medicijnen wegnemen, maar
een glas grapefruitsap kan zor
gen dat de medicijnen, eenmaal
ingenomen, hun werk beter
doen.
Onderzoekers hebben tot hun
verbazing geconstateerd dat
grapefruitsap de absorptie van
medicijnen in het bloed aan
zienlijk vergemakkelijkt. Ge
neesmiddelenfabrikanten zijn
als gekken bezig om erachter te
komen welke stof in het sap
voor dit effect verantwoorde
lijk is, zodat zij deze aan hun
medicijnen kunnen toevoegen.
Barbara Ameer, een farmaco-
loge die onlangs de resultaten
van haar onderzoek uiteenzette
op een vergadering van het
Amerikaans Chemisch Genoot
schap, zei dat patiënten die
calciumkanaalblokkers ge
bruiken tegen hoge bloeddruk,
het medicijnniveau in hun
bloed kunnen verdrievoudigen
wanneer zij het innemen met
een glaasje grapefruitsap. An
dere medicijnen, zoals de anti
histamine terfenidine en het
slaapmiddel halcion, reageren
op dezelfde manier.
De Canadese onderzoeker Da
vid Baily, die vijf jaar geleden
als eerste wees op het bijzonde
re effect van grapefruitsap,
heeft gezegd te vermoeden dat
dit verantwoordelijk is geweest
voor een aantal sterfgevallen
na medicijngebruik. Maar als
het werkzame bestanddeel kan
worden geïdentificeerd, zal
men er juist zijn voordeel mee
kunnen doen, zei Baily. Medi
cijnen met gevaarlijke of akeli
ge bijwerkingen of hele dure
medicijnen kunnen dan in ge
ringere doses worden voorge
schreven. Het zal echter nog
heel wat onderzoek vergen om
het geheim van het grapefruit
sap te doorgronden. Het ene
sap is het andere niet en de ene
soort is veel effectiever dan de
andere. In de tussentijd raden
de onderzoekers niemand aan
zijn medicijnen plotseling met
grapefruitsap in te gaan ne
men, of daar mee op te houden
als men dat al gewend was.
New York (ap) - Een virus waar
paarden en katten depressief van
worden is voor het eerst ook bij
mensen aangetroffen, zo hebben
Duitse onderzoekers laten weten
in het blad Molecular Psychiatry.
In dit vakblad staat beschreven
dat het virus van de ziekte van
Borna, een virus dat tot nog toe
uitsluitend bij dieren is aangetrof
fen, in Duitsland is gevonden in
het bloed van twee manisch-de-
pressieve patiënten en van iemand
die lijdt aan een dwangneurose, en
in de Verenigde Staten in het
bloed van iemand die lijdt aan een
zware depressie en chronische ver
moeidheid. Het is nog niet bekend
hoe mensen met het dierenvirus
worden besmet.
Het virus zou depressies kunnen
oproepen bij mensen die daar toch
al vatbaar voor zijn, aldus Liv Bo
de van het Robert Koch-instituut
in Berlijn. De ontdekking zou een
belangrijke stap voorwaarts in het
onderzoek naar depressiviteit, ma-
nisch-depressiviteit en chronische
moeheid kunnen betekenen.
Een onderzoeker die is gespeciali
seerd in de ziekte van Borna ge
looft hier echter niet in. Volgens
Joanna Pyper van de Johns Hopk-
ins-universiteit is het allemaal een
misverstand. Zij betoogt dat een
spoortje van het van dieren af
komstige virus in het laboratorium
aanwezig was omdat er daar mee
gewerkt was, en dat het door een
fout in het lab bij menselijk bloed
terecht is gekomen, zodat het lijkt
alsof mensen ermee besmet waren.
Bode gaat hier weer tegenin door
te zeggen dat er voldoende voor
zorgsmaatregelen zijn genomen
om deze mogelijkheid uit te slui
ten, en dat bovendien het aange
troffen virus genetisch verschilt
van het virus zoals dat door dieren
wordt gedragen. „Ik ben er zeker
van dat we werkelijk met een men
selijk virus van doen hebben," al
dus Bode.
De ziekte van Borna treft niet al
leen paarden en katten, maar ook
schapen, runderen en struisvogels.
Het staat vast dat mensen de ziek
te niet krijgen door het eten van
vlees van besmette dieren.
Niet alle dieren vertonen sympto
men als ze zijn besmet. Paarden en
katten wel. Paarden worden er
apathisch en slaperig van, en kat
ten kunnen er onvast van op hun
pootjes komen te staan en een de
pressieve en apathische indruk
maken. Zowel katten als paarden
genezen vanzelf.
De onderzoekers vermoeden dat
besmette mensen er in de meeste
gevallen niets van merken, maar
dat het virus wel invloed karfheb-
ben op mensen die toch al aanleg
hebben voor depressiviteit.
Het is nog te vroeg om te beoorde
len hoe vaak depressies of mani
sche depressies bij mensen een ge
volg zijn van het virus van de ziek
te van Boma, aldus Bode. Ook is
het nog niet duidelijk hoe de over
brenging van dieren op mensen in
zijn werk gaat.
Bij andere proefpersonen, zowel
psychiatrische patiënten als ge
zonde Duitsers, werd geen spoor
van het virus gevonden.
Al veertig jaar krijgen kinderen
de DKTP-prik tegen difterie,
kinkhoest, tetanus en polio. Dif
terie, de ziekte die vroeger tien
tallen kinderen per jaar voor
goed de keel dichtkneep, is nu
een bijna vergeten ziekte, van
tetanus hoor je nooit meer wat
en de prik werkt perfect tegen
polio. Alleen met de K in de
DKTP wil het nog steeds niet
goed lukken. Het kinkhoestvac-
cin is niet slecht, maar ook niet
zo goed als men zou willen:
kinkhoest komt onder ingeente
kinderen nog steeds voor met
een piek in de maanden augus
tus en september.
Kinkhoest is een van de afmat-
tendste en ernstigste ziekten die
een kind kan overkomen. Men
onderscheidt drie klassieke fa
sen. Een week of twee na be
smetting heeft het kind gemid
deld twee weken last van een
soort verkoudheid met hoest,
neusverkoudheid en koorts. Op
dat moment, dus als de juiste
diagnose nog niet is gesteld, is
het kind het besmettelijkst.
Daarna breekt de typische, klas
sieke fase aan van de 'kinkende'
hoest. Het kind wordt overval
len door hoestsalvo's van tien,
twintig keer 'kinkend' hoesten
achtereen, die eindigen met een
luid hoorbaar gierend inade
men, waarna het blauw aange
lopen kind nogal eens braakt.
Die aanvallen kunnen zo dra
matisch zijn dat ouders bang
rijn dat hun kind er in blijft.
Deze voor ouders en kind zeer
uitputtende fase duurt enkele
weken en de herstelfase neemt
ook enkele weken in beslag, zo
dat een kinkhoestinfectie onge
veer zes weken duurt.
Tenminste, als er geen compli
caties optreden zoals een aan
sluitende longontsteking, stui
pen of hersenbeschadiging. Dat
maakt kinkhoest tot die gevaar
lijke ziekte waaraan wereldwijd
«k jaar 600.000 kinderen ster
ven. Vaak zijn ze dan nog geen
drie, vier maanden oud, want
zuigelingen krijgen van hun
moeder geen antistoffen tegen
kinkhoest mee en dat maakt ze
tot de kwetsbaarste groep. Toen
in 1952 een vaccin tegen kink
hoest beschikbaar kwam ging in
de medische wereld en ver daar
buiten een gejuich op. Tegen de
ziekte zelf helpt weinig of niets
zodat inenten de enige doeltref
fende methode is om veel narig
heid te voorkomen. Dat lukt
aardig met dit vaccin, maar het
is eigenlijk zo lang als het be
staat in opspraak geweest. „Het
vaccin is nooit een parade
paardje van de medische weten
schap geweest zoals de vaccins
tegen difterie, tetanus en polio,"
aldus het gezaghebbende Engel
se medische vakblad The Lancet
in een van de vele commentaren
over kinkhoest.
Het begint er al mee dat vrijwel
alle nare bijwerkingen van de
DKTP-prik te wijten zijn aan de
kinkhoestcomponent, de K van
de DKTP. Sommige kinderen
zijn na de prik een dagje ziek of
huilen een paar etmalen achter
een. In de jaren '70 raakte het
vaccin in opspraak omdat het te
heftige bijwerkingen zou heb
ben of zelfs de oorzaak zou zijn
van het overlijden van zojuist
ingeënte kinderen. Hoewel van
het laatste nooit iets is gebleken
verzwakte men in Nederland
voor alle zekerheid de sterkte
van het vaccin. In Engeland en
Duitsland vonden veel ouders de
prik erger dan de kwaal en wei
gerden in meerderheid him kin
deren te laten inenten. Engeland
betaalde leergeld. Nadat het
percentage tegen kinkhoest in
geënte kinderen met meer dan
de helft was gedaald tot 35 pro
cent sloeg de ziekte hard toe:
tussen 1977 en 1980 stierven
daar 28 niet ingeënte kinderen
aan kinkhoest, 5000 kinderen
moesten in het ziekenhuis wor
den opgenomen. In Duitsland is
de afkeer van het vaccin moge
lijk nog sterker. Vlak over de
grens, in het gebied Krefeld-
Viersen, is de vaccinatiegraad
een schamele 13 procent, terwijl
in Nederland 96 procent van de
kinderen is gevaccineerd. Er is
nog een belangrijk verschil. In
Duitsland sterft elk jaar een
tiental kinderen aan kinkhoest,
in Nederland werd het laatste
sterfgeval wegens kinkhoest in
1981 geregistreerd.
Zo rond 1980 moet het volgende
tafereeltje zich bij herhaling
hebben afgespeeld: een kind ligt
flink ziek in bed en hoest zo ei
genaardig. „Maar dat is kink
hoest," zegt oma, want die had
voor 1952 haar kinderen ook al
zo horen hoesten. „Kan niet,"
zegt de toegesnelde jonge huis
arts, „want het kind is ingeënt."
Mooi dat oma gelijk had. Nadat
de kinkhoestbacterie halverwe
ge de jaren '70 weer rond ging
waren, bleek het vaccin niet al
tijd kinkhoest te kunnen voor
komen. Men schat dat het vaccin
een bescherming geeft van 90
procent en de laatste tijd lijkt
het aantal gevallen van kink
hoest in Nederland (maar ook in
andere landen) zelfs wat toe te
nemen. Elke drie tot vijf jaar is
er een kinkhoestgolfje: in 1989,
in 1994 en nu, in 1996, alweer
een. In de periode 1991-1994
werden in de eerste helft van het
jaar gemiddeld 110 gevallen ge
meld, in de eerste helft van dit
jaar kwamen al 190 meldingen
binnen. Bij Duitsland vergele
ken is dat natuurlijk niets. Daar
krijgt elk jaar 5 procent van alle
kinderen onder de zeven jaar
kinkhoest. En blijkt bovendien
bij de kinderen die kinkhoest
krijgen dat de inenting toch niet
voor niets geweest, want die
verloopt dan stukken milder en
complicaties blijven na inenting
doorgaans uit.
Toch maakt men zich in Neder
land een beetje zorgen. In het
Infectieziekten Bulletin van au
gustus wijdde J. van Wijngaar
den, Geneeskundig Inspecteur
voor Infectieziekten, een com
mentaar aan de toename van
kinkhoest. Het vaccin is niet he
lemaal ideaal, maar toch het
beste wat we hebben, daar komt
het zo'n beetje op neer. „Een
overhaast besluit het huidige
beleid te veranderen is onver
standig." Men zit met het vol
gende probleem.
Het vaccin is gemaakt van de
gehele en gedode bacterie van
het merk Bordetella pertussis.
De bescherming neemt bij het
ouder worden af en men denkt
nu dat de bacterie ongemerkt bij
ouderen circuleert die op hun
beurt weer de kleintjes aanste
ken. Maar het vaccin sterker
maken durft men niet goed aan
en een extra inenting op latere
leeftijd schijnt heviger uit te
pakken. Nu de nood het hoogst
is lijkt de redding nabij.
The Lancet kondigde onlangs
een vaccin aan die bereid is van
de weerstandopwekkende deel
tjes uit het kapsel van de bacte
rie.
De hele bacteriecel inenten is
dan niet langer nodig. Dit nieu
we ja-cell vaccin' is in Zweden
uitgetest, schijnt even werk
zaam, te zijn met stukken minder
bijwerkingen. In Nederland be
gint men binnenkort met een
proef I Als dit vaccin voldoet dan
hoeftl men minder in te zitten
over de bijwerkingen en kan
men door inenten van de oudere
bevolking de bacterie geheel uit
de circulatie halen. Dat zou het
einde zijn van kinkhoest.
Door Monique Bakker
Woedend was ik. Lezen, schrij
ven, fietsen en zelfs tv-kijken, alle
dingen die ik vroeger deed zonder
erbij na te denken, kostten me
veel moeite. Ik was al uitgeput als
ik een halve pagina van de krant
had gelezen. Bij het afwassen liet
ik van alles uit mijn handen klet
teren en na tien minuten lopen
moest ik een kwartier uitrusten.
Ik leek wel een hoogbejaarde
oma.
Een voor een whiplash-patiënt
herkenbare situatie, die beschre
ven staat in het boek Whiplash
van Angeli Poulssen. Dit 144 pa
gina's tellende boek geeft inder
daad zoals op de kaft staat ver
meld een heldere kijk op de 'nek
slag'. Poulissen is medisch jour
naliste en ex-whipiash-patiënte.
Zij liep tijdens haar ziekte op te
gen een muur van onbegrip en
van gebrek aan informatie.
De persoon uit de hierboven ge
schetste situatie is geen hoogbe
jaarde oma, maar een vrouw van
28 jaar met een flitsende baan, die
haar leven in duigen zag vallen na
een auto-ongeluk. Het chronolo
gisch opgebouwde boek is zeer
herkenbaar voor mensen die zelf
een whiplash hebben gehad. Na
de uitleg over hoe de zweepslag in
de nek precies ontstaat en wat het
voor gevolgen kan hebben, wordt
ook het scala aan onderzoeken die
een patiënt kan ondergaan be
handeld. Poulssen verduidelijkt
ieder fase van de ziekte met een
persoonlijk verhaal. Hier is ook
plaats gemaakt voor mensen die
een whiplash opliepen na een val
van een natte trap of bij het spor
ten.
Een whiplash verdwijnt in de
meeste gevallen vanzelf. Bij de
mensen die niet binnen een jaar
genezen kan hun situatie verbete
ren door rust, behandelingen met
medicijnen tegen de pijn, accu
punctuur en in het uiterste geval
zenuwblokkades. Acceptatie dat
je niet meer alles kan zoals de pa
tiënt dat voor het ongeluk deed, is
eigenlijk het allerbelangrijkst.
De revalidatiekliniek van dr. M.J.
Kimman uit Utrecht zou daarbij
volgens Poulissen kunnen bijdra
gen. Daar wordt de (ex-patiënt)
een nieuwe manier van leven ge
leerd. Ze moeten zich bewust
worden dat ze niet alles meer
kunnen en dat ze voor goede da
gen de tol moeten betalen. Dat het
sociale leven daardoor in het ge
drang komt valt op te maken uit
het verhaal van een 36-jarige
huisvrouw. Zij beschrijft dat je je
vrienden wel leert kennen tijdens
zo'n ziekteperiode.
Poulssen besluit haar boek met
informatie over letselschade-ad
vocaten en verzekeraars. Alle
adressen staan op de laatste pagi
na's vermeld. Het boek is voor
whiplash-patiënten, die in de ge
gevens een hoop herkenning en
erkenning van hun situatie vin
den een goede steun. Ook voor de
familie, buren en collega's in de
omgeving van de patiënt wordt
het leven van die persoon een stuk
duidelijker.
'Whiplash' door Angeli Poulssen,
prijs 19,90.