DE STEM
srt
Prinsenbekenaar lijdt aan zeldzame ziekte van de lach
2&98'
BS022SS
'Lachziekte is ongeneeslijk'
M
E1
sbroek
HET ZIEKENHUIS
Lijf Eleven
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1996
Met of
zonder
tussenoog
aw- 95.-
i 275:- 122.-
460:- 199.-
73ÜT- 329.-
1050.- 475.-
1050.- 560.-
etc.
etc.
Frans kan niet tegen een geintje
Een leuke opmerking van de kinderen is voor Frans Renne al genoeg om van zijn houtje te gaanAls er een mop verteld wordt, ga ik naar de wc.'
FOTO KEES VAN DONGEN
modellen
onkerblauw
Poor Frank Timmers
Prinsenbeek - Frans Renne
gaat niet lachend door het le-
|en. Niet omdat hij depressief
of veel verdriet heeft maar
ndat lachen voor hem ver
den is. Als hij lacht, ver-
appen zijn spieren en zakt
lij ineen. Renne lijdt aan een
er bijzondere ziekte, narco-
psie ofwel de ziekte van de
|ach.
s ik lach dan val ik een poosje
g. Ik hoor en zie alles maar ik
an geen kant op," vertelt de 35-
'ge Frans Renne, die elke mi-
van de dag op zijn hoede
zijn. De humor ligt immers
p straat.
i leven zonder lachen is moei-
i voor te stellen. Frans heeft er
e moeten leren leven. „Al zal me
lat nooit echt lukken. Voordat ik
e ziekte kreeg, was het altijd lang
e de leut. Mijn leven bestond uit
1 veel werken, eten, slapen en
Ik lach nu eenmaal graag
r ik weet dat het voor mij echt
'erboden is. In het begin bleef ik
P'jd thuis. Daar werd ik wel zo
thagrijnig van dus dat hield ik niet
"1. Tegenwoordig ga ik nog maar
en toe naar het café, bij een vrij-
llenavond of het scheel af-
als een van mijn maten
is geworden. Twintig keer
op een avond is dan
Mijn maat Bart van Loen-
t en mijn broer Wim staan al-
PJd bij me in de buurt om me op te
fengen. Zij gaan vaak bekaf naar
fws, steeds 130 kilo opvangen is
Patuurlijk niet niks."
pet leven met de ziekte van de
pch is niet eenvoudig. „In het be-
Jin stortte mijn leven in. Ik werkte
PP het slachthuis. Maar met een
pes in mijn handen in de lach
Wiieten was levensgevaarlijk dus
ferd ik afgekeurd. Dat autorijden
pevaarlijk was merkte ik toen ik
Foorbij een akker kwam waar
ffln kameraad Henk Huybregts
L °emkool aan het snijden was. Ik
praaide mijn raampje open en riep
P™ar(l 'bloemkolen.' Die mannen
ehen en ik ook, ik raakte op slag
Van onze correspondent
Breda/Heeze - De ziekte narcolepsie is volgens
professor A. Declerck een van de meest uitzonder
lijke en onbekende ziekten. Declerck is neuro-
loog/slaapspecialist en hoofd van het slaap-waak-
centrum van het epilepsiecentrum Kempenhaeghe
in Heeze.
Hij heeft zich verdiept in de ziekte waarbij mensen
zich letterlijk slap lachen en is tot de conclusie ge
komen dat deze ongeneeslijk is. „Volgend jaar
wordt een Europees onderzoek gestart naar de
ziekte. We weten niet of narcolepsie erfelijk is, we
weten wel dat het in bepaalde families vaker voor-
komt," aldus Declerck die wijst op de sociale con
sequenties van de ziekte. Deze zijn volgens hem
ontzettend groot. „Het is een aandoening die men
sen isoleert. Ze zijn verstandelijk volledig normaal
maar als ze lachen dan zakken ze door de knieën.
We kunnen niet meer voor de patiënten doen dan
samen met hen een levenswijze zoeken die voor
hen het beste is. Zo kunnen ze het beste niet te lang
slapen want dan kunnen ze angstdromen krijgen,
overdag moeten ze een half uurtje op bed liggen, ze
mogen niet te zwaar zijn dus sommigen moeten
vermageren en daarnaast hebben we medicijnen
tegen het in slaap vallen. Maar dat zijn peppillen
en daarmee moeten we voorzichtig zijn. Tegen het
lachen worden medicijnen gegeven die ook tegen
depressies gebruikt worden, maar ook daarbij
moeten we attent zijn op de neveneffecten."
Volgens A. Declerck moeten veel meer mensen dan
bekend is lijden aan narcolepsie. „Naar schatting
hebben vijf op de tienduizend mensen de ziekte.
Maar bij meer dan de helft wordt het nooit ontdekt
en als het ontdekt wordt dan blijken ze vaak de
ziekte al tien of twaalf jaar te hebben," aldus De
clerck die een brochure aankondigt over narcolep
sie. Tegen het einde van dit jaar krijgen alle artsen
deze toegestuurd. In 1984 heeft een aantal patiën
ten de koppen bij elkaar gestoken en de Neder
landse Vereniging voor Narcolepsie opgericht. Het
adres is Postbus 397,1440 AJ Purmerend.
verlamd, later kwam ik bij en was
met mijn auto in de berm beland."
Terwijl Frans dit voorval vertelt,
moet hij plots lachen. „Kijk, daar
komt het, ik krijg het weer," kon
digt hij aan. Zijn laatste woorden
vallen weg, zijn hoofd valt achter
over in het bankstel, de ogen lijken
te draaien, het grote lichaam
wordt slap en de mondhoeken die
even daarvoor nog naar boven
krulden hangen er nu droevig bij.
Zijn vrouw Anja zit er bij en kijkt
er naar. Met een blik van 'meer
kun je toch niet doen' kijkt ze de
kamer in. Anja probeert de stilte te
verbreken door een ander voorval
te vermelden: „Met de-elfde-van-
de-elfde probeerde de carnavals
club De Atoompjes Frans aan het
lachen te maken...". Verder gaat ze
niet want ze ziet dat het verhaal
Frans niet sneller uit zijn benarde
positie haalt. Een twintigtal se
conden later komt hij bij. Alsof er
niets gebeurd is praat hij verder.
„Ik was bijna bij maar het verhaal
dat Anja vihlde vertellen is zo leuk
dat het wat langer duurde."
De ziekte van de lach is tevens de
ziekte van de traan. Bij emoties als
lachen, huilen, vreugde of woede,
raken de spieren verslapt. De ziek
te narcolepsie kent een aantal
symptomen. Bij Frans zijn dat
slaapaanvallen; daarbij wordt hij
plots overvallen door een onbe
dwingbare slaap, cataplexie
(spierslapte bij emotie), angstdro
men en slaapstoornissen.
Frans Renne: „Er was eens een bij
eenkomst van mensen met narco
leptic, er waren er 174. Na het eten
waren er nog 24 wakker, de rest
lag te pitten. Als er visite komt, ge
beurt het wel eens dat ik halver
wege de avond in slaap val, ik ben
dan ook niet meer wakker te krij
gen. Echt gezellig is dat voor de
gasten natuurlijk niet."
Zomaar een pilsje gaan drinken in
het café doet Frans niet meer.
Maar bij speciale gelegenheden
kan en wil hij niet wegblijven. „Ik
moet er gewoon rekening mee
houden. Als iemand een mop gaat
vertellen ga ik naar de wc. Je lach
onderdrukken is onmogelijk, ik
probeer het wel maar dat maakt
het alleen maar erger."
MARIAZIEKENHUIS TILBURG
Foto Piet den Blanken
De achtjarige Linda van Oudheusden trekt een vies gezicht. „Het
aanbrengen van krasjes op haar hoofd is dan ook een irritant ge
voel," zegt Karin van den Broek (33), coördinerend laborant van de
polikliniek Klinische Neurofysiologie (KNF) in het Mariazieken-
huis te Tilburg.
Van Linda wordt een zogenaamd EEG gemaakt. Daarom heeft ze
zo'n rare badmuts op haar hoofd, die met banden om haar borst op
zijn plaats wordt gehouden. In de badmuts zitten kleine gaatjes,
waaronder elektroden zijn geplaatst. Om de elektroden goed con
tact te laten maken wordt in het krasje op het hoofd gel aange
bracht. Het signaal gaat naar de 'voorversterker', die op de foto
links van Linda staat. Een computer registreert vervolgens de her
sengolven van het meisje. „Zo kunnen we de hersenactiviteit me
ten," legt Van den Broek uit.
De KNF-poli van het Mariaziekenhuis verricht ongeveer 1600
EEG's per jaar. EEG's zijn nuttig bij tal van neurologische aandoe
ningen. Als een patiënt chronische hoofdpijn heeft, bijvoorbeeld.
„Bij jonge patiënten kunnen we zien of er verschil is tussen de lin
ker- en rechterhelft van de hersenen. Dat is van belang als we wil
len weten of het kind achterstand heeft in de ontwikkeling."
Zeven jaar geleden merkte Frans
dat het mis ging. „Ik was in de
kroeg en was helemaal de kluts
kwijt. Ik wist niet meer waar ik
was.
Ik ben toen naar het ziekenhuis
gebracht, daar dachten ze dat ik
dronken was maar ik was amper
een uurtje binnen geweest en zal
nooit meer dan vijf glazen bier op
hebben gehad. Toen ben ik via de
dokter naar een heleboel specialis
ten gegaan. Professors die overal
in de wereld lezingen houden, blij
ken me niet te kunnen helpen," al
dus Frans die verwacht dat hij
voor de rest van zijn leven blijft
lijden aan de ziekte.
„Niemand kan mij helpen, ook
niemand kan verklaren hoe het
komt. Ik ga nu regelmatig voor
acupunctuur naar het Friese Jou-
re, daar ben ik al 34 keer geweest.
Het kost me handenvol geld maar
ik heb er een klein beetje baat bij
dus heb ik het er graag voor over."
Af en toe tart Frans het noodlot en
kijkt hij naar het programma
Moppentoppers.
„Ik zeg dan tegen mijn vrouw An
ja dat het nü moet lukken maar na
een paar seconden lig ik weer plat.
André van Duin, waar ik altijd
graag naar keek, is voor mij een
verboden persoon. Een paar we
ken geleden viel ik weg toen ik in
huis rondliep. Ik had de radio aan
staan en hoorde Jack Spijkerman
op de radio tekeer gaan. Even later
kwam ik op de grond weer bij. Zo
heb ik al heel wat ribben gek
neusd."
Dat zijn ziekte bij buitenstaanders
lachwekkend over kan komen, be
seft Frans terdege. „Zo zijn men
sen. Als ik vertel over mijn ziekte
dan beginnen negentig van de
honderd mensen te lachen. In het
begin vond ik dat wel erg maar
ook daar leer je mee leven. De
mensen zijn niet wijzer."
Frans houdt zich vast aan de
troost dat er altijd ergere dingen in
het leven zijn.
„Al zou ik zelf liever alle botten in
mijn lijf breken om er vanaf te
zijn. Ik ga dan wel niet lachend
door het léven maar ik leef geluk
kig nog."