Weekend
Vereniging wil af van het taboe rond seksueel misbruikte jongens
Invalide asielzoeker Constantin Rudaru procedeert nog steeds met de Staat
STRATIEF
Hoe word je
een kanjer?
„Veel mannen zijn als kind sek
sueel misbruikt. Maar daar pra
ten ze liever niet over. Uit
schaamte."
Klaas Jan Gerding en Robert
van de Luitgaarden willen af
van het taboe rond seksueel mis
bruik van jongens. Zelf waren ze
in hun jeugd slachtoffer van
seksuele kindermishandeling en
willen ze daar nu, na jaren van
schaamte en stilzwijgen, open
over praten. Met lotgenoten. Met
anderen. De twee zijn bezig met
het oprichten van een landelijke
vereniging van mannelijke
slachtoffers van seksueel mis
bruik. Het verhaal van een van
de initiatiefnemers: Klaas Jan
Gerding, 34 jaar.
Door een fatale 'mondtape' van
de marechaussee op Schiphol,
raakte de Roemeense asielzoeker
Constantin Rudaru (23) in 1992
zwaar lichamelijk gehandicapt.
De fel begeerde verblijfsvergun
ning heeft hij gekregen, maar
over een schadevergoeding door
de Staat wordt nog altijd gebak
keleid. „Zelfs een bloemetje kon
er niet af." De catastrofale lok
roep van het rijke westen.
ERDER (m/v)
itieus bedrijf
WERKER m/v
'Ti
ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1996 E2
'Die schoften hebben
'Zelfs een bloemetje kon er niet af'
d in ontwikkeling, pro-
sternen, katalysatoren,
productiebedrijven, 45
ruim 6000 mensen te
ngevende fabrikant van
gn een modern produc-
verworven in de markt.
lid en worden geprodu-
5 mensen werkzaam,
m binnendienst, zijn wij
-niveau of gelijkwaardig
Frans is een pre.
ngsprocessen.
u ervaring in een soort-
nternationaal bedrijf
grootmetaal
et uw ervaring en capaci-
ir. R. Hendrickx,
Door Mick Salet
Ik ben jarenlang seksueel misbruikt.
Van mijn dertiende tot mijn achttien
de. Vraag niet waarom ik het al die
jaren heb laten gebeuren. Dat snap ik
zelf ook niet. Ik weet wel dat ik het mijn moe
der een keer heb proberen te vertellen. Maar
ze geloofde me niet. Ze lachte wat en zei dat
ik niet van die vreemde verhalen moest ver
tellen.
De man die het deed, was de man bij wie ik de
kranten voor mijn krantenwijk op moest ha
len. Een depothouder van een jaar of vijftig.
In 't begin was hij heel voorzichtig. Maar later
trok hij zijn broek al meteen naar beneden als
ik zijn kantoor binnenkwam. Alsof hij zijn
verstand volledig kwijt was.
De eerste keer wist ik niet wat me overkwam.
Ik voelde me vreselijk. Ik wist niet wat er ge
beurde. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik
schaamde me. Eerst zat hij alleen maar aan
mij. Later ging het verder.
Ik mocht er met niemand over praten. Hij
dreigde: 'Wee je gebeente als je er met iemand
over spreekt. Dan kunnen er wel eens malle
dingen met je gebeuren. Je wilt toch niet dat
ik boos word?'
Ik hield mijn mond.
Ik veranderde. Ik werd somber en trok me te
rug. Na school, ik zat op de LTS, ging ik gelijk
naar mijn kamer op zolder. Ik snap niet dat
mijn ouders dat niet aan het denken heeft ge
zet. Mijn broers en mijn zus stikten van de
schappelijk werkster, maar in principe moet
ik het verder alleen doen. En dat is niet mak
kelijk. Ik heb er geen nachtmerries meer van,
maar ik ben er nog dagelijks mee bezig.
Op aanraden van een psychiater ben ik ook
naar de politie gegaan. Om aangifte te doen.
Ik heb daar lang mee gewacht. Te lang. Want
toen ik het de politie vorig jaar van a tot z
verteld had, kwamen de wetboeken op tafel
en bleek dat het verjaard was. De daders zijn
niet meer te pakken. Twee zijn er dood en de
derde kan door verjaring niet meer veroor
deeld worden. Dat is toch niet rechtvaardig?
De daders worden door die verjaring beter
beschermd dan de slachtoffers. De dader gaat
na een aantal jaren vrijuit. Het slachtoffer
blijft er levenslang mee zitten.
Ik heb er wel over gedacht om zélf naar die
man toe te gaan. Maar de politie zei: 'Doe dat
nou niet. Daar maak je het alleen maar erger
mee. Dan ga jij de bak in wegens mishande
ling.' Daarom probeer ik uit zijn buurt te blij
ven. Want als ik hem tegen het lijf zou lopen,
dan kan het gebeuren dat mijn vuist uitschiet.
Ik heb een hekel aan geweld, maar tegen deze
man voel ik zulke haatgevoelens...
Ik denk dat ik door hem ook nooit meer een
normale relatie aan zal kunnen gaan. Ik heb
daar wel fantasieën over. Dan zie ik mezelf
lopen met vrouw en kinderwagen... Maar ik
heb geen vriendin. Ik ben geen uitgaanstype
en ze komen niet vanzelf naar je toe, hè. Op
mijn dertigste ben ik eens naar een bemidde
lingsbureau gegaan. Maar ze zeiden dat ik een
paar nadelen had. Mijn leeftijd én het feit dat
ik geen vaste baan had. Dames schijnen graag
mannen met werk te willen.
Geen werk
Ik probeer ook wel werk te vinden. Ik heb een
sollicitatiecursus gedaan en heb sollicitatie
brieven geschreven. Maar de arts van het
GAK vindt me nog niet geschikt om deel te
nemen aan het arbeidsproces. Dus zit ik thuis.
Met een uitkering. Alleen 's morgens heb ik
een baantje voor een paar uur.
Ik ben krantendepothouder.
Ik heb zes bezorgers die nu even oud zijn als
ik toen was. Mijn maatschappelijk werkster
vroeg: 'heb je gevoelens voor die jongens die
je eigenlijk niet zou moeten hebben?' Ik zei:
'nee.' Ik wéét wel dat er slachtoffers van sek
sueel misbruik zijn die later zelf dader wor
den. Ik heb daar documentaires over gezien.
Maar ik ben niet bang dat mij dat overkomt.
Want ik weet maar al te goed hoe vreselijk ik
me voelde. Dat zal ik een ander nooit aan wil
len doen. Ik vind het ook onbegrijpelijk hoe
volwassene het kunnen doen. Ik hoor nu ver
halen van lotgenoten die door hun vader mis
bruikt zijn. Daar schrik ik van. Dat is toch
onvoorstelbaar? Maar het gebeurt. Vaker dan
gedacht wordt. Mensen denken bij seksueel
misbruik van kinderen vaak vooral aan meis
jes, maar ook jongens worden verkracht. Het
is niet bekend hoe vaak het gebeurt, maar er
is een schatting dat één van de vier jongens
seksueel wordt misbruikt. En dat gaat dan
van een hand in hun broek tot verkrachting.
Het gebeurt vaak, maar de verhalen komen
nauwelijks naar buiten. Het is taboe om er
over te praten. Mannen schamen zich ervoor.
Alsof het hun schuld is..."
Wie in contact wil komen met de vereniging
van seksueel misbruikte jongens, kan schrijven
naar Klaas Jan Gerding, Verlengde Haven
straat 1 in Beilen.
Door Ron Buitenhuis
„Ik ben een rapper, een hip-hopper. Zonder
mijn muziek zou het leven ondraaglijk zijn."
De opmerking van Constantin Rudaru doet
wrang aan. De 27-jarige Roemeen zit in een
grote blauwe rolstoel. Zijn voeten staan
scheef en zijn armen zijn verstijfd. Zijn han
den zijn naar binnen gedraaid terwijl de twee
wijsvingers krom naar voren priemen. Met
zijn benen maakt hij ongecontroleerde bewe
gingen. Hij is nagenoeg blind en zijn spraak
vermogen is ernstig aangetast. Hij kan niet
zelf eten of drinken en ook voor het roken van
een sigaretje heeft hij de hulp van verpleeg
sters nodig.
„Ik heb de Nederlanders lange tijd verfoeid,"
getuigt hij. „Maar sinds ik hier in verpleegte
huis Amstelrade in Amstelveen zit, is mijn
vertrouwen in de mensheid weer enigszins te
rug. 's Nachts huil ik nog wel eens, woedend
over het onrecht dat mij is aangedaan, maar ik
Constantin Rudaru zit in een grote blauwe rolstoel. Zijn voeten staan scheef en zijn ar
men zijn verstijfd. foto peter brom
ben niet meer zo ongelukkig als in het begin."
Op 10 april 1992 nam het leven van Constan
tin Rudaru een fatale wending. Die morgen
zou de toen 23-jarige Roemeen via Schiphol
worden uitgezet naar zijn geboorteland. Zijn
asielaanvraag was afgewezen. Het verhaal dat
hij na de Ceausescu-revolutie door de nieuwe
machthebbers vervolgd werd omdat hij leer
ling-officier van de Securitate was geweest,
bleek verzonnen. Achteraf geeft hij toe dat hij
om sociaal-economische reden naar Neder
land was gekopien. De lokroep van het rijke
westen.
Evenals bij een eerdere poging verzette Ru
daru zich die morgen hevig tegen zijn uitzet
ting via Schiphol. Volgens de rapportage van
de marechaussee sloeg en schopte hij wild om
zich heen. Om de schreeuwende en bijtende
Roemeen tot bedaren te brengen, werd zijn
mond met plastic tape afgeplakt, een methode
die de marechaussee destijds nog gebruikte.
Rudaru was echter zo opgewonden dat hij in
acute ademnood kwam en uiteindelijk een on
herstelbare hersenbeschadiging opliep door
zuurstofgebrek.
Hij belandde op de intensive-care van het VU-
ziekenhuis. Na maanden revalidatie werd hij
naar het Amsterdamse verpleegtehuis Vreug
dehof gebracht. Van vreugde was echter geen
sprake, eerder van zware depressiviteit. Ru
daru kreeg een plaatsje tussen allemaal oude
mensen, lichamelijk gehandicapt en deels de
menterend.
„De hele dag Arbeidsvitaminen, de Zangeres
zonder Naam, BZN en André Hazes", vat hij
die ongelukkige tijd symbolisch samen. „Mijn
hersenen zijn echter niet beschadigd. Ik ben
jong, ik wil MTV horen." Sinds anderhalf jaar
verblijft Rudaru nu in Amstelrade tussen lot
genoten die grotendeels zijn leeftijd hebben.
De begeleiding en de activiteitenkalender zijn
zo intensief dat hij nauwelijks tijd en energie
over heeft om echt heimwee naar zijn familie
en vaderland te hebben. Bovendien is hij rea
list genoeg om te weten dat hij als gehandi
capte in Roemenië nooit de verzorging zou
krijgen die hij in Amstelveen krijgt.
Schilderen
Via een hoofdband met penseel is hij aan het
schilderen geslagen. Zeemeerminnen, zonnen-
bloemen en naakte vrouwen, want ja, de hor
moonhuishouding is niet verstoord. Maar zijn
grootste afleiding is zijn cd-speler die hij, via
een ingenieus blaaspijpje dat ademstoten ver
taald in elektronische signalen, zelf kan be
dienen. Via diezelfde techniek hoopt hij ooit
op een typemachine te kunnen werken, zodat
hij het boek over zijn leven kan schrijven. In
het Roemeens, want ofschoon hij prima Ne
derlands spreekt en verstaat, kan hij het niet
lezen of schrijven.
De Nederlandse Staat heeft inmiddels 75.000
gulden schadevergoeding betaald. Een voor
schot. De rechtbank oordeelde in oktober
1994 dat de marechaussee Rudaru na de fata
le mondtape onvoldoende in de gaten had ge
houden. Daarmee is de schuldvraag echter
niet beantwoord. „Volgende maand zal blij
ken of de Staat zich verantwoordelijk acht
voor de handelwijze van de marechaussee,"
zegt Rudaru's advocaat mr. Hans Jagers.
„We hebben een totale schadevergoeding van
anderhalf miljoen gulden geëist, gebaseerd op
veertig jaar inkomstenderving, de kosten voor
medische voorzieningen die niet via het AW
BZ betaald worden en uiteraard smartengeld.
Tot nu toe heeft de overheid elke aansprake
lijkheid afgewezen. Rudaru zou door zijn ge
drag op Schiphol zijn handicap aan zichzelf te
danken hebben. Als de Staat dat standpunt
handhaaft, zullen we een bodemprocedure
moeten starten, wat de hele kwestie zeker vijf,
zes jaar aanhoudt." Volgens Constantin Ru
daru speelt het geld een ondergeschikte rol.
„Ik zou er een miljoen voor over hebben als ik
weer normaal kon lopen." Hij had veel liever
gehad dat hij na die catastrofale dag in 1992
nog eens iets van de marechaussee had ge
hoord. „Zelfs een briefje of een bloemetje kon
er niet van af."
Dat is ook de reden dat hij nu meewerkt aan
een interview in de krant en binnenkort in een
tv-uitzending van de Vara verschijnt. „Door
te laten horen en zien dat ik nog leef, zullen de
mensen die me dit hebben aangedaan geen
rust vinden. Dat is ook de enige wrok die ik
tegen Nederland koester, voor de rest probeer
ik vrede te hebben met mijn lot. Ik put moed
uit het feit dat ik elke maand weer meer din
gen zelfstandig kan doen. Ik zal altijd gehan
dicapt blijven, maar ik ben een doorzetter."
Met het geld van de eventuele schadeclaim wil
Rudaru zijn familie vaker uit Roemenië over
laten komen. De afgelopen vier jaar heeft hij
zijn ouders drie keer gezien, in tegenstelling
tot zijn broer en twee zussen die te arm zijn
om naar Amstelveen te reizen. Hij wil hen
graag Nederland tonen en wil zelf ook graag
het land bekijken. Want behalve het asielzoe
kerscentrum in Oisterwijk en de gevangenis
van Tilburg heeft hij nog niets gezien van zijn
nieuwe vaderland.
Droom
Begin september gaat Rudaru met andere ge
handicapten van Amstelrade een weekje op
vakantie in de Catharina Hoeve in het Noord-
Limburgse Egchel (gemeente Helden). Maar
zijn ultieme droom blijft toch een vakantiereis
naar zijn geboorteland Roemenië.
Een reis die tegenstrijdige gevoelens in hem
oproept. Hij weet dat hij alleen met het vlieg
tuig in Roemenië kan komen. Dus moet hij te
rug naar Schiphol, de plaats waar zijn leven
vier jaar terug 'geknakt' werd. Hij probeert
'Schiphol' juist te vergeten, maar hoe doe je
dat als je je dagen slijt in een verpleegtehuis
dat recht onder de aanvliegroute van de natio
nale luchthaven ligt?
jctieve werkmaat-
milieubeheer en ha-
versterking van de
1e functie van:
werk, de installatie en
erhelpt storingen, in-
en u kunt zowel in
een gedegen kennis
Smartsuite 96
ede baan in een slag-
kjorwaarden.
'an de procedure,
tot vestiging in de re
nen twee weken rich-
tbus 5,
ootste en meest
S van industriële
chemie; energie
heard pakket van
lopende markten,
diverse markten,
raffinaderijen tot
voor de afdèling
aigiö) op korte termijn
j niveau dienstverlening
aioct vanaf het moment
ste kandidaat die in het
'en ervaring in een com-
uitstekende en stijlvolle
aakt van de telefoon.
ardigheid, stressbesten-
(bij voorkeur Windows),
t Nederlands ook zeer
ranse taal is een pré-
r de bereidheid zich te
ande secundaire arbeids-
ling.
citatiebrief met CV vóór
leenweg 1789,
Je staat heel vroeg op, om een uur of zes. Na
de koude douche schiet je in je trainingspak.
Je gaat lopen, de straat uit, de snelweg over,
door de landerijen, over het bospad. Je
zweet in de motregen en je glimt van bin
nen. Je bent een echte sportman.
Vroeger op school bij de gymnastieklessen
werd je een stijve hark genoemd en stond je
altijd achteraan in de rij. Sportwedstrijden in
de vakantie waren pijnlijke ervaringen. Nie
mand nam je serieus, zeker de meisjes niet.
Je stond wijd en zijd bekend als een watje.
Maar nu versla je ze allemaal. Op je moun
tainbike verleg je elke dag je grenzen. Je lon
gen zijn niet klein te krijgen. Je demarreert
dwars door windkracht negen en nog kan
het beter. Je organiseert een hoogtestage.
Boven op de Pyreneeën bereikt je ademha
ling het niveau van perfectie.
Moderne trainers wijzen op het nut van een
pauze in je oefenschema. Je moet op z'n tijd
lui kunnen zijn. Oké, je doet het drie dagen
rustig aan, drinkt een biertje en gaat een
avond zelfs pas om half elf naar bed. Daarna
beuk je verder. Je moet die superconditie
pakken en vasthouden.
Je gaat een prestatie neerzetten. In welke
sport weet je nog niet. Er zijn zoveel takken,
zoveel disciplines en zoveel tv-zenders om
het vast te leggen. Je ziet nog wel in welke
sport je de meeste kans hebt om uit te blin
ken. Het gaat uiteindelijk om de beloning.
Het gaat om haar!
Je verliest haar niet uit het oog. Je doet het
uiteindelijk allemaal voor haar. Zij heeft deze
winter weer tijd, weet je nu. Ze heeft een he
le drukke tijd achter de rug. Want Erica was
overal, bij het EK voetbal, Wimbledon, de
Olympische Spelen, de Paralympics, Overal
heeft zij haar nek uitgestoken, ook al kon je
dat niet altijd goed zien met het blote oog.
Ze heeft zich al die tijd helemaal opgeofferd.
Ze zette, waar ze ook zat, complete tribunes
in beweging. Terpstra, een wave van een
wijf!
Je weet dat ze nu in een zwart gat valt. Ze
schuift achter haar bureau in Den Haag en
weet niet hoe ze de dagen vol moet maken
zonder enerverende wedstrijden het ver
trouwde fluitje van de scheidsrechter. Ja, ze
kan nog wat kantines aflopen om het eerlij
ke zweet van zaalhandballers te proeven of
de warme hand van een dammer te druk
ken. Maar dat haalt het niet bij het onge
remde juichen, hossen en joelen met Oranje
sporters van deze zomer.
Jij hebt nu recht op haar bewondering. „Je
bent een echte kanjer," zal ze zeggen. „Wij
mogen best een beetje trots op je zijn." Haar
ogen zullen glimmen. Ze kijkt naar jou zoals
ze naar al die andere grote sporters heeft ge
keken. Alsof zij de jongens en meisjes per
soonlijk 's morgens uit hun nest heeft ge
rammeld, dampende biefstukjes met cham
pignons klaarmaakte en 's avonds eigenhan
dig de massage verzorgde op de slaapzaal.
Erica is het boegbeeld van Bolkestein, het
volle vlees van de WD, de partij die op dit
moment even geliefd als een Big Mac of een
dubbele portie Chicken Tonight. Zij is de
moeder van alle WD-kinderen die natuurlijk
allemaal echte kanjers zijn. Zij houdt van de
top, de zege, de overwinningschreeuw. Ze
weet hoe scoren gaat.
Je verslaat je tegenstanders, je komt op het
ereschavot. Erica staat klaar, nog gloeiend
van opwinding. „Mag ik 'm eens zien?,"
vraagt ze en ze lacht over haar hele lichaam.
Je toont je medaille en zij knijpt er even in,
alaof ze een stempel zet die het eremetaal
een extra waarde geeft.
Daar is het moment. Je steekt je hand uit en
zij klemt hem vast. Ze zuigt je naar zich toe
en je voelt haar lippen over je gezicht. Het is
of je wordt ondergedompeld in een zwem
bad met olympische afmetingen. Het water
slokt je op, beneemt je bijna de adem. En
dan golft de vleesmassa, die zich in het bui
tenland minister mag noemen, helemaal om
je heen. Dit is het, hier heb je voor gedaan.
Hiervoor heb je vele maanden alles aan de
kant gezet. 0, Erica, o, kanjer aller kanjers!
Je kunt het niet meer tegenhouden, je laat
spontaan alles lopen.
mijn leven verwoest'
Klaas Jan Gerding: „Ik neem het mijn moeder nog steeds erg kwalijk dat ze me niet geloofde. Daardoor kwam ik echt in de ellende.
Want wie zou me nou geloven als mijn eigen moeder me al niet geloofde?" foto theo van zwam
vriendjes en vriendinnetjes. Ik niet. Ik leefde
als een kluizenaar. Dat is toch niet normaal?
Dat moet ouders toch opvallen?
Het viel ze ook niet op dat ik soms thuiskwam
met een stapel stripboeken, die ik nóóit van
mijn zakgeld had kunnen kopen. Dat hoort
toch vraagtekens op te roepen bij ouders?
Maar ze zeiden er niets van.
Ik kreeg die stripboeken van hem. Hij gaf me
ook wel eens geld. Vijftien gulden. Vijfen
twintig gulden. Zwijggeld.
Het bleef niet bij die ene man.
Op een keer was er iemand bij mijn vader op
visite. Een kennis die vertelde dat hij wel wat
werk voor me had. Typewerk. Het was een
oudere man, een jaar of zestig, die alleen
woonde. In een groot huis. Met een studeerka
mer waar een divan stond. Daarop heeft hij
me verkracht. Twee keer. Zo vreselijk... Zo
vernederend... Die man is inmiddels overle
den, maar als hij nog zou leven, dan zou ik
hem nu direct zó'n pak op z'n donder geven,
dat hij een paar jaar niet meer zou kunnen
zitten. Ik denk dat dat me meer zou helpen
dan welke therapie ook.
Maar toen deed ik niets. Ik verzette me niet.
Ik vertelde niemand iets. Ik weet niet waar
om. Dat moeten de psychiaters maar verkla
ren. Ik kan dat niet. Het moet te maken heb
ben met de macht die een volwassene over een
kind uit kan oefenen. Machtsmisbruik. En
schaamte.
Ongeloof
Op mijn vijftiende heb ik het mijn moeder
proberen te vertellen. Maar ze zei dat ik niet
van die vreemde verhalen moest vértellen.
Het was fantasie. Het was flauwekul. Dat
neem ik haar nog steeds erg kwalijk. Dat ze
me niet geloofde. Daardoor kwam ik echt in
de ellende. Want wie zou me nou geloven als
mijn eigen moeder me al niet geloofde?
Thuis ging het steeds slechter en uiteindelijk
kwam ik in een pleeggezin terecht. Het sek
sueel misdrijf ging door. Die man van dat
typewerk verhuisde, maar er kwam een ande
re man voor in de plaats. Een kennis van de
krantendepothouder. Ook een pedofiel.
Ik kreeg steeds meer gezondheidsproblemen.
Ik had vooral last van hoofdpijn en hyperven
tilatie. Maar de huisarts kon niets vinden. Al
les werd onderzocht. Mijn bloed. Mijn hoofd.
Alles. Maar er werd niets gevonden. De huis
arts zei steeds: 'er moét een oorzaak zijn.'
Maar hij kon niets vinden. Hij vroeg: 'Heb je
problemen?' Ik zei: 'Nee, ik heb geen proble
men.'
Ik hield mijn mond.
Ik hield mijn krantenwijk.
Pas op mijn achttiende was ik zover dat ik
dacht: ik wil dit niet meer. Ik kapte met mijn
krantenwijk en was meteen van die vieze man
af.
Maar mijn problemen waren nog niet voorbij.
Ik ging in dienst, ging zelfstandig wonen, had
verschillende baantjes, maar het bleef door
mijn hoofd spoken. Drie jaar geleden ben ik
er pas mee naar mijn huisarts gegaan. Tot het
laatste moment twijfelde ik. Stel dat hij me
uit zou lachen... Maar het tegenovergestelde
gebeurde. Hij was bijzonder begripvol en zei:
'ik wist wel dat er een oorzaak moest zijn'.
Ik raakte overspannen, wilde er een eind aan
maken en werd opgenomen in een psychia
trisch ziekenhuis. Die vieze schoften hadden
mijn leven verwoest.
Na anderhalf jaar psychiatrische behandeling
heb ik gezegd: 'we kunnen doorgaan tot we
een ons wegen, maar uiteindelijk zal ik er zelf
mee moeten leren leven.' En dat probeer ik nu
te doen. Eén uur in de week heb ik een maat-
i