DE STEM Voyeur in de koningin der badsteden O a a 'Van trots kun je niet leven' Koj Krantje pE STEM Satirische kijk van James Ensor op het strandleven in Oostende REINE DES PLAGES Componist Gerard Scherff begint eigen uitgeverij BETSY EN GIJS IN Het Parradijs Filmster Magda Schneider, moeder van Romy, overleden Kassa Moordenaars 0p Internet Met Dante m Zorne ids I mm&i V. 'Baden te Oostende' van James Ensor werd honderd jaar geleden zeer ondeugend bevonden. Residence d'Êtó die Ia Familie Royale de Belqique »Een wervend affiche uit de gloriejaren van de Belgische bad plaats. Door Bert Schampers „C'est pas un bordel ici, hein. Het is hier van orde, tucht en discipline." De louche kran tenverkoper op de zeedijk in Oostende probeert vooral niet aardig te zijn tegen een paar Franse schoolkinderen, die opgewonden hun snoepzakjes vullen. „Vastgepakt is ge kocht", roept hij streng. Wat een eikel! Hoezo geen 'bor del'? Oostende is wel degelijk een 'bordel', in de betekenis van 'rommeltje'. De koningin der Bel gische badsteden is een verlepte oude dame geworden. Iedereen kan dat met eigen ogen zien. Oostende is een aaneen schakeling van tearooms, gokhal- len en deels vervallen architecto nische gedrochten, waarin de modale Belg zijn vakanties door brengt. Ooit echter werd tot over de grenzen publiciteit gemaakt voor het kuren en baden in Oostende en een verblijf in de majestueuze hotels, waar de gegoede burgerij zich liet verwennen. In 1890 hin gen zelfs in Parijs - 'slechts zes- en-een-half uur reizen' - affiches waarop Les Bains de Mer d'Ostende werden aangeprezen. In de Venetiaanse Gaanderijen, een van de overblijfselen van het roemrijke verleden, loopt deze zomer een tentoonstelling over de geschiedenis van het badtoerisme in Oostende. In feite gaat het om een dubbeltentoonstelling. In het tweede deel immers geeft de in ternationaal vermaarde Oostend- se kunstenaar James Ensor zijn satirische kijk op het badleven van de Belgische burgerij in de negentiende eeuw. Zijn werk Baden te Oostende mocht honderd jaar geleden niet worden geëxposeerd, omdat het te veel choqueerde. Pas na be middeling van koning Leopold II kon het publiek in de spiegel kij ken die Ensor de mensen voor hield. België eert de kunstenaar met een nieuw biljet van 100 frank, dat overigens alweer een tijdje in om loop is. Op de keerzijde daarvan komt een detail voor uit Baden te Oostendezij het dat de erotische fantasieën van de kunstenaar zijn weggelaten. Blijkbaar toch cho querend. Belle Epoque De verzorgde tentoonstelling op de zeedijk in Oostende probeert de sfeer van de Belle Epoque te benaderen. Aan de hand van foto's, tekenin gen, prenten, historische docu menten, oude badpakken, strandspeelgoed en een recon- stuctie van een badkar, wordt een beeld geschetst van het ontstaan van het baden in zee tot en met de vroege twintigste eeuw. Eeuwenlang werd zwemmen als onzedelijk beschouwd, totdat in het midden van de 18e eeuw En gelse artsen het drinken van zee water geneeskrachtige kwalitei ten toeschreven. Ook België raakte in de ban van het kuren en baden, al brak het badtoerisme pas echt door na de Belgische on afhankelijkheid in 1830. De opkomst van Oostende als badplaats had ook te maken net het feit dat de koninklijke familie er 's zomers vertoefde. De naza ten van de vorsten Leopold I en II verkiezen tegenwoordig buiten landse vakantieoorden. Boude- wijn zocht zijn rust in Spanje en de huidige vorst verblijft graag in het zuiden van Frankrijk. Spoorwegnet Maar in het begin van de vorige eeuw moest iedereen zonodig naar Oostende. Duitse vorsten hadden er hun zomerresidentie, de Engelsen staken het Kanaal over, de Franse adel ontdekte Ostende en ook Karl Marx en Friedrich Engels brachten er hun vakantie door. Het snel groeiende spoorwegnet zorgde voor een perfecte ontsluiting. Zo ontstond ook het dagtoerisme van de ge wone man. Het uitschot werd echter zoveel mogelijk gescheiden van de mon daine Belgen en buitenlanders, die langdurig in Oostende verble ven. Zij paradeerden over de ver sterkte vesten van Oostende die rond 1850 werden omgetoverd tot een zeedijk. Oostende was het he lemaal. Aanvankelijk als kuur oord, later pas als badplaats. Uit een document blijkt dat al in 1784 een Engelse hotelier een aanvraag indiende voor een dranktentje op het strand van Oostende. In het begin van de ne gentiende eeuw - nog onder Ne derlands bewind - verschenen de eerste primitieve badkarren op het strand en in 1847 werd de lijn Dover-Oostende ingevaren. Oost ende werd een knooppunt van spoor- en waterwegen. In 1864 reden er zelfs tien treinen per dag van Brussel naar de kust. Oostende had een kursaal en een casino. Baden in zee kon tegen betaling. Het kaartje gaf recht op gebruik van een badkar, een bad kostuum en handdoeken. Men kleedde zich om in de badkar die vervolgens in zee werd getrok ken, zodat de badgast zo vanuit zijn kar het water kon instappen. In tegenstelling tot andere landen mocht in België gemengd worden gebaden. In Oostende was zelfs een stuk strand gereserveerd voor mannen die op doktersvoor schrift naakt mochten'zonnen en zwemmen. 'Le Paradis' heette dit stukje naaktstrand. De prikkelende badgewoonten waren gesneden koek voor gluur ders en karikaturisten. Door de uitvinding van de lithografie konden hun prenten van badende ijdeltuiten snel en goedkoop wor den gereproduceerd. Ze versche nen in tijdschriften, albums of werden als souvenir verkocht. Gokje In 1877 werd een nieuw kursaal gebouwd. Een weelderig bouw werk, waar een eigen symfonie orkest elke avond een concert gaf. De burgerij speelde tennis of begaf zich naar de renbaan om een gokje te wagen. Op mooie da gen overspoelde het chique volk het strand, dik en deftig gekleed. Het was dan dringen geblazen tussen tientallen badkarren. Onder impuls van de Belgische koning Leopold II groeide Oost ende vanaf 1865 uit tot een echte badstad. De vesten werden ge sloopt, de grachten gedempt. Er werd een vier kilometer lange brede zeedijk aangelegd. Oostende dankte zijn succes als badplaats aan de subtiele menge ling van gezondheid, exclusieve ontspanning en een moderne in frastructuur. De villa's en hotels, in een mengelmoes van neo-stij- len, vormden het fantasierijke Belle Epoque-decor voor de da gelijkse uitstapjes van de nieuwe elite. Trots afficheerde Oostende zich als de koningin der badste den. Begin twintigste eeuw kondigde zich een ommezwaai aan. Oost ende werd vergane glorie, mede door de opkomst van andere ste den aan de Belgische kust. Vooral Blankenberge was erg in trek bij het gewone volk. Uitlaatklep De familie Ensor had in Oostende een souvenirwinkel. James (1860- 1949) was een zonderling type. Hij moest niets hebben van het symbolisme en neo-impressionis- me, de kunststromingen van zijn tijd. Hij ging zijn eigen weg. En sor voelde zich als kunstenaar onbegrepen en niet geaccepteerd. Hoewel hij hunkerde naar erken ning, tekende hij zichzelf als een gekweld figuur. In het burgerlijk milieu kon hij niet aarden. Hij weigerde zich aan te passen. Van onze verslaggever Voor Gerard Scherff (42), componist en uitgever van zijn eigen muziek, is een nieuw leven begonnen. Het nieuwe leven is veroorzaakt door een computerpro gramma. Het was jarenlang ploeteren voor Scherff, organist en componist te Bavel. Mondjesmaat werden zijn composities uitgegeven. Maar nu heeft hij het uitgeven van zijn werk in eigen hand genomen. Van achter zijn computer be heerst Gerard Scherff het hele proces van begin tot eind. „Het is fijn om alles in eigen beheer te hebben. Niet alleen het compone ren, ook het drukken.en het dis tribueren van je composities. Het voordeel is dat je de financiën zelf in de hand hebt. Normaal le ver je een compositie af en als het wordt uitgegeven, dan krijg je de drukproeven binnen en dat vind je prachtig, in het begin. Maar uitgevers maken eigenlijk mis bruik van je. Ze spelen op de trots van de componist. Dat moet maar genoeg zijn." Uiteindelijk draait het niet om geld, hoewel dat niet onbelangrijk is, maar om de mu ziek. „Ik ben geen componist ge worden om er mijn brood mee te verdienen maar om zo diep moge lijk in de materie door te drin gen," zegt Scherff. „Toen ik 14 jaar was ben ik op or gelles gegaan bij Daan Manneke. Het was natuurlijk van belang dat hij componist is, dat was een voorbeeld voor me. Hij heeft mij op de eerste schreden van het componeren begeleid. „Ik ben eerst naar het conserva torium in Tilburg gegaan, voor het basisjaar, en daarna naar het Rotterdams conservatorium, hoofdvak orgel. Bij Jan Klein Bussink heb ik harmonieleer en contrapunt geleerd, en van hem heb ik ontzettend veel geleerd. Ik moest van hem 6-stemmige mote tten in de stijl van Palestrina schrijven. Van een andere leraar in Rotterdam, Theo Loevendie, heb ik weinig geleerd. Daarna ben ik nog op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag ge weest, bij Peter Schat. „Ik ben organist geworden in verschillende kerken, jarenlang orgelles gegeven. En gecompo neerd. Veel voor orgel, bewerkin gen en koraalvoorspelen voor de protestante kerk. Vanaf 1975 ben ik stukken gaan opsturen naar de muziekuitgeverij Willemsen in Amersfoort." „Ik heb veel composities ge maakt, ook atonaal, twaalftoons, strijkkwartetten, blaaskwintet- ten, voor grotere bezettingen, op een gegeven moment weet je het wel." Een aantal van Scherffs composi ties is inderdaad bij J. C. Willem sen verschenen. „Maar alleen van trots kun je niet leven, er stond te weinig tegenover op den duur." Met het verschijnen van het com puterprogramma veranderde de wereld van Gerard Scherff. „De weg om mijn composities te laten verschijnen is een stuk korter ge worden." Behalve aan de compo sitie zelf besteedt de uitgever ook veel aandacht aan de presentatie. „De druk moet netjes verzorgd zijn, een mooi en helder noten- Gerard Scherff en zijn vrouw: De weg om mijn werk te publiceren is een stuk korter geworden. FOTO JOHAN VAN GURP beeld. Als het goed verzorgd is dan wordt het eerder door de mu ziekhandel in roulatie genomen. En natuurlijk hoop ik dat lief hebbers in de winkel, op zoek naar iets nieuws, op mijn muziek stuiten." Dat geldt voor kamer muziek Sonatineke voor piano en fluit, met een toespeling op de naam van Scherffs vrouw) en een Bruidsmis. „Die is bedoeld voor mensen die geen idee hebben wat voor muziek ze bij een trouwerij in de kerk moeten kiezen. Die Bruidsmis heb ik geschreven voor mijn eigen huwelijk." Muziekuitgeverij Assai Vivo, Kloosterstraat 14 Bavel. Tel. 0161 433 190 VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1996 Dl Zonder krant ben je niet veel op een camping. Ik heb er eens op gelet, maar om de haverklap zie je iemand lopen met een opge vouwen krant. „Ach, die gaat een vlieg doodmeppen", zei Betsy. En Violina, die nooit een letter leest, zei hinnikend: „Nee, die gaat gewoon naar de poepdoos." Ik riep: „Nee, deze man gaat lezen. Kijk, hij heeft zijn bril aan een touwtje om zijn nek hangen." Ik besloot ook maar eens een krantje te halen bij de fietsenmaker hier in het dorp. Die slimmerik verhuurt fietsen, tv's en surfplan ken en hij verkoopt kranten, ansichtkaarten, condooms en op- blaasballen. Voor de deur van de rijwielzaak stonden een paar mensen te wachten. Het pakket kranten was laat deze dag. Ik ging er bij staan en later kwamen nog meer vakantiegangers aandruppelen. Eindelijk kwam het busje met De Stem. Dertig, veertig mensen stonden te dringen alsof het om kaarten voor de Stones ging. Sommigen betaalden met bonnen, ik met ouderwets geld. Toen ik aan de beurt kwam, was er nog één exemplaar over! Dat was maz zel. Achter mij stonden vijf bezwete mannen met bonnen, echte abonnees dus, en die visten achter het net. Eén kerel werd vrese lijk kwaad. Hij zou het wel met de hoofdredacteur opnemen. Ik maakte me strategisch uit de voeten. Om een gebaar te maken ben ik die kwaaie vent een krantje gaan brengen. Hij was er blij mee, sloeg me op de rug en wilde me zelfs een pilsje aanbieden. Het was de krant van precies een week gele den, maar die gast had niks in de gaten. Nieuws is de vakantie heel anders dan normaal. Ik vind persoonlijk de berichten over noodweer in andere landen erg interessant. Morgen sta ik een half uur eerder op om zeker te zijn van mijn krant. Onweer in Portugal, stormen in Frankrijk, onmenselijke hitte in Griekenland, overstromingen in Korea, ha gel in Beieren, ik wil niks missen. Wordt vervolgd Dat verklaart voor een deel het werk Baden te Oostende, waar deze tentoonstelling rond is op gebouwd. De tekening dateert uit 1890, midden in zijn meest crea tieve periode. Satire en spot wa ren de uitlaatklep voor deze kun stenaar die zich verzette tegen de Belgische samenleving met haar zelfvoldaanheid en conformisme. Uitspattingen Schilderde Ensor rond 1875 nog braaf duinen en strandgezichten, zijn latere werken stonden daar mee in schril contrast. In een naïeve tekenstijl laat Ensor zijn fantasie de vrije loop. Hij noteert seksuele uitspattingen, die het publiek choqueren. Ensor brengt in zijn Baden te Oostende - hier te zien als schil derij, tekeningen en ets - voor die tijd gewaagde details. Hij tekent zichzelf, met verrekijker zittend bovenop een strandkar. Baden te Oostende is zijn zedenschets van de hypocriete burgerij, een mas kerade en liefdestuin. Wie met dit beeld op het netvlies de Venetiaanse Gaanderijen ver laat zal ontgoocheld vanaf de zeedijk naar de spelende elite zoeken. Er valt in het Oostende van vandaag weinig meer te ont dekken om de spot mee te drij ven. Hier past medelijden met de verlepte dame, die zich elke zo mer weer een beetje probeert mooi te maken. Voor gluurders is zijn niet langer aantrekkelijk. Maar wie weet vindt de zichzelf kwellende kunstenaar er nieuwe inspiratie. Keulen (ap) - De filmactrice Magda Schneider, de moeder van wereldster Romy Schneider, is overleden, zo heeft de krant Köl- nische/Bonner Rundschau gisteren gemeld. De krant beriep zich op bronnen binnen de familie, die zeiden dat Schneider (87) dinsdag in haar huis in het Beierse Berchtesgaden was gestorven. Een familielid zei dat Schneider plotseling in elkaar was gezakt, 'een dood zoals zij zich altijd had gewenst'. De actrice leed al lange tijd aan een hartkwaal. Magda Schneider was de moeder van de wereldberoemde Romy Schneider. Romy Schneider, die in mei 1982 stierf, was een kind uit Magda Schneiders eerste huwelijk met de acteur Wolf-Albach Retty. Moeder en dochter waren samen te zien in de Sissi-reeks en in de film Wenn der weisse Flieder wieder blueht. Magda Schneider debuteerde aan het theater van Ingolstadt met een rol als tweede soubrette. Papier is geduldig. Een buik band mag loven wat hij wil, het omvatte is daarmee nog geen bestseller. Zelfs al komt de aan prijzing van de dichter uit Lui- letterland, de verrukkulluke ro mancier wiens naam niet besmet is door verdachtmakende, recenserende bijverdiensten. Papier is geduldig. De toch aangeschafte bundel ligt twee jaar braaf te wachten op het nachtkastje. Hoe hard het omslag ook roept dat het om een opvallend poëziedebuut gaat, andere ingenaaide stapeltjes drukwerk trekken meer in het laatste kwartier van de dag. Papier is geduldig. Uitgevers en critici hebben de eindelijke door braak van immigrantenliteratuur aangekondigd, de koper gelooft het niet. In Duitsland, Frankrijk en Groot Brittanniè lijkt een buitenland se afkomst een garantie voor een prijs, het Nederlandse taalgebied be perkt zich in hoofdzaak tot inteelt van eigen bodem. Naima El Bezai en Hans Sahar hebben met hun verhalende 'Weg naar het noorden' en 'Hoezo bloedmooi' weliswaar enige waarderende recensies verkre gen, verkoopsuccessen geenszins. De even piepjonge dichter Mustafa Stitou, ook van Marokkaanse afkomst, al helemaal niet. Toch ver dient zijn bundel 'Mijn vormen' (Arena) meer. Papier is geduldig. Het houdt het leven, de humor en de emoties van Stitou gevangen en in toom. Niet in zinnen die ritselen van verdorde traditie, in woorden die verpulveren van uitgedroogde retoriek of in klanken die verstomd zijn door eeuwenoude herhaling, Stitou's taal zingt, buigt en beeldt. Herkenbaar, weerklinkend en schilderend. Niet met zwaarwichtige parnasstijl, gedateerd diepzinnig experiment of obscuur filosoforend spel. Direct, hijgend waar nodig, breed waar verwacht, vertellend en vergelijkend. Papier is geduldig. Het verpakt de trieste geschiedenis van twee gene raties immigratie in verhaal. Stitou beschrijft in scenes van een enkele zin, als waren het niet meer dan een paar verzengende beelden uit een dorstige film, hoe vaders met niets illegaal naar het noorden trokken. Weg uit de droogte, op zoek naar toekomst. Hoe moeders achterble ven in het dorre zand, kinderen verloren en na het verlof er weer bij kregen: „- een heiden zou denken: uit het verzande sperma/van mijn vader en jouw ei/ zo dacht ik ook Papier is geduldig. Weemoed en herinnering plakt erop, maar bij Sti tou met zelfspot: „Komt uit Fez (om verwarring, een komischver keerd spoor te schepen)/ wat komt uit Fez, draagt zesenzestig jur ken?/ Maïskolf, maïskolf.Maar het blijft niet bij een grapje. Hij be schrijft de jonge boer die als eerste een gezelschap van elkaar rijmen en raadsels vertellende vrienden verlaat. „Zijn spieren kwellen hem, morgen/ moet de put weer werken - Wildernis/ op de loerde jinns maar het licht van de maïskorrels herkent hemvoert hem thuis. Geen meelijwekkende, giftenvragende foldertaai over de zwaarte van het woestijnbestaan, een simpel beeld, een doordringende beschrij ving. Papier is geduldig. De flaptekst legt een verband met Pasolini. Er staat een korte afdeling van vier gedichten in opgedragen aan de gro te Italiaanse cinematograaf. Met homo-erotiek, strand, zand, cafés en zelfkant. En een aangrijpend versje van onbereikbaarheid: „In mijn gevonden ogen/ kijk je/de verkeerde camera in". Maar nog veel meer Pasolini zit in de stadsgedichten. Bijvoorbeeld: „Prachtige wat afgezakte kont./ Zij is zo prachtig. Zij maakt gek de blinde in de nacht./ Met mijn pikkie, beste mevrouw, fikkie steken in je kut/ in je oor fluisteren liefde moet maatconfectie zijn/ ga je dan mee. Ik maak je een winterjas een zomerjurk die je precies zal pas sen./ Eerst jou een vuurtje vragen.Stitou neemt als Pasolini geen blad voor de mond, hij zegt wat ieder denkt die leeft, maar fatsoens halve binnenboord houdt. Papier is geduldig. Campert heeft moeten wachten, maar hij krijgt ge lijk: „Eindelijk weer een dichter!". Verzen die van de pagina willen springen, die huilen, lachen, kwetsen en verbazen. Schande dat dit bundeltje met buikbandje niet maanden naast de kassa heeft gelegen- poor johan Diepstraten Onwaarschijnlijk is het natuu i:jlc wel dat seriemoordenaa: Jet elkaar in verbinding stas "ja internet. Maar A.J. Holt we in De Internet-killer aannemeli te maken dat ze ook In het virti ele universum bestaan. In de ec te wereld opereren ze, dus waa 0m niet in een wereld waarin yrij zijn om zichzelf te zijn, o zonder angst of terughouden j,eid hun weerzinwekkende men te verwezenlijken, get is een angstaanjagend bee dat zo'n twintig gestoorden e spel spelen met vluchtsimulat ren en complexe beeldsimulati systemen. Ze mogen alleen me doen als ze zich ook in de werk lijkheid bezighouden met ontvo ringen, verminkingen en mor den. Op een manier overigens Silence of the lamb overtreft. Nogal afwijkend in deze Intt net-thriller is dat de FBI - age en computerfreak Jay Flete aan het begin van het boek seriemoordenaar niet krijgt v oordeeld, omdat ze hem via o wettig verkregen bewijs probe de aan te pakken. Voor sti wordt ze overgeplaatst. Surfe op Internet komt ze op het sp van een netwerk van seriemoc denaars en omdat ze in de steek gelaten door haar bazen, nee ze het recht in eigen hand. Eén voor één schakelt ze hen en beseft eigenlijk nauwelijks c ze daarom zelf tot de categoi van de serial killers gaat behore Natuurlijk is ze een vrouweli; versie van Charles Bronson Death Wish, de wrekende, opl tende burger die de wereld vrijdt van moordenaars en v De Arnhemse freelance journ landstalige samenvatting gege vina Commedia, de Goddelijke ker en dichter, Dante Aligh heeft als veelzeggende onderti gasme en handreiking voor de Het boekje is in eigen beheer voor Slooffs ambitieuze magn schijnen en dat vragen moet O] dia bestaat uit 100 gezangen v len 33 letters, Christus' leeftijc Slooff concludeert in zijn inlei jaar geleden schreef, amper tij een Europese eenheid van vre< de met de zin van het bestaan. Door Jeanette Vergouwen Terwijl bijna elke organise in de cultuurwereld spre van drempelverlaging, het kunstencentrum De c gel in Antwerpen stug dooi de ingeslagen weg. „Wij sen in een stroom van cult met een grote verscheid heid, met eigenzinnige vis volgehouden strekkingen koppige overtuiging. Ons c is bruggen aanreiken of te ten zien." Directeur Jerry Aerts en ploeg medewerkers blijft bou aan de verbindingen tussen stenaars en publiek én de san hang van verschillende disc nes zoals dans, toneel en mu2 Er wordt geen eenheidssoep gediend, nee, de Singel kiest gewaagde experimenten, gekruide evenementen en ongewone voorstellingen. Kv teit staat steeds voorop. „En we hebben als huis van trouwen ook een speciale 1 opgebouwd met verschillendi tiesten. Het publiek kan de lutie van hun carrière daar laren na elkaar volgen," a Jerry Aerts. Hij doelt daarmt de artiesten in residence: Jan ore, de Beethoven Academie Collegium Vocale, Josef Anne Teresa De Keersmaek* Wim Vandekeybus. Elk jaar opnieuw verrast gel vele duizenden met een rekkelijk aanbod op het g van muziek, muziektheater, toneel en architectuur ties). Een opsomming is i hjk omdat het tientallen pn hes betreft. Daarom slecht; iele hoogtepunten. vo De n g« r, (exj onm pro

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 18