DE STEM
Voyeur in de koningin der badsteden
O
a
a
'Van trots kun je niet leven'
Koj
Krantje
pE STEM
Satirische kijk van James Ensor op het strandleven in Oostende
REINE DES PLAGES
Componist Gerard Scherff begint eigen uitgeverij
BETSY EN GIJS IN
Het Parradijs
Filmster Magda Schneider,
moeder van Romy, overleden
Kassa
Moordenaars
0p Internet
Met Dante m
Zorne
ids
I mm&i
V.
'Baden te Oostende' van James Ensor werd honderd jaar geleden zeer ondeugend bevonden.
Residence d'Êtó die Ia Familie Royale de Belqique
»Een wervend affiche uit de gloriejaren van de Belgische bad
plaats.
Door Bert Schampers
„C'est pas un bordel ici, hein.
Het is hier van orde, tucht en
discipline." De louche kran
tenverkoper op de zeedijk in
Oostende probeert vooral niet
aardig te zijn tegen een paar
Franse schoolkinderen, die
opgewonden hun snoepzakjes
vullen. „Vastgepakt is ge
kocht", roept hij streng.
Wat een eikel! Hoezo geen 'bor
del'? Oostende is wel degelijk een
'bordel', in de betekenis van
'rommeltje'. De koningin der Bel
gische badsteden is een verlepte
oude dame geworden.
Iedereen kan dat met eigen ogen
zien. Oostende is een aaneen
schakeling van tearooms, gokhal-
len en deels vervallen architecto
nische gedrochten, waarin de
modale Belg zijn vakanties door
brengt.
Ooit echter werd tot over de
grenzen publiciteit gemaakt voor
het kuren en baden in Oostende
en een verblijf in de majestueuze
hotels, waar de gegoede burgerij
zich liet verwennen. In 1890 hin
gen zelfs in Parijs - 'slechts zes-
en-een-half uur reizen' - affiches
waarop Les Bains de Mer
d'Ostende werden aangeprezen.
In de Venetiaanse Gaanderijen,
een van de overblijfselen van het
roemrijke verleden, loopt deze
zomer een tentoonstelling over de
geschiedenis van het badtoerisme
in Oostende. In feite gaat het om
een dubbeltentoonstelling. In het
tweede deel immers geeft de in
ternationaal vermaarde Oostend-
se kunstenaar James Ensor zijn
satirische kijk op het badleven
van de Belgische burgerij in de
negentiende eeuw.
Zijn werk Baden te Oostende
mocht honderd jaar geleden niet
worden geëxposeerd, omdat het
te veel choqueerde. Pas na be
middeling van koning Leopold II
kon het publiek in de spiegel kij
ken die Ensor de mensen voor
hield.
België eert de kunstenaar met een
nieuw biljet van 100 frank, dat
overigens alweer een tijdje in om
loop is. Op de keerzijde daarvan
komt een detail voor uit Baden te
Oostendezij het dat de erotische
fantasieën van de kunstenaar zijn
weggelaten. Blijkbaar toch cho
querend.
Belle Epoque
De verzorgde tentoonstelling op
de zeedijk in Oostende probeert
de sfeer van de Belle Epoque te
benaderen.
Aan de hand van foto's, tekenin
gen, prenten, historische docu
menten, oude badpakken,
strandspeelgoed en een recon-
stuctie van een badkar, wordt een
beeld geschetst van het ontstaan
van het baden in zee tot en met de
vroege twintigste eeuw.
Eeuwenlang werd zwemmen als
onzedelijk beschouwd, totdat in
het midden van de 18e eeuw En
gelse artsen het drinken van zee
water geneeskrachtige kwalitei
ten toeschreven. Ook België
raakte in de ban van het kuren en
baden, al brak het badtoerisme
pas echt door na de Belgische on
afhankelijkheid in 1830.
De opkomst van Oostende als
badplaats had ook te maken net
het feit dat de koninklijke familie
er 's zomers vertoefde. De naza
ten van de vorsten Leopold I en II
verkiezen tegenwoordig buiten
landse vakantieoorden. Boude-
wijn zocht zijn rust in Spanje en
de huidige vorst verblijft graag in
het zuiden van Frankrijk.
Spoorwegnet
Maar in het begin van de vorige
eeuw moest iedereen zonodig
naar Oostende. Duitse vorsten
hadden er hun zomerresidentie,
de Engelsen staken het Kanaal
over, de Franse adel ontdekte
Ostende en ook Karl Marx en
Friedrich Engels brachten er hun
vakantie door. Het snel groeiende
spoorwegnet zorgde voor een
perfecte ontsluiting. Zo ontstond
ook het dagtoerisme van de ge
wone man.
Het uitschot werd echter zoveel
mogelijk gescheiden van de mon
daine Belgen en buitenlanders,
die langdurig in Oostende verble
ven. Zij paradeerden over de ver
sterkte vesten van Oostende die
rond 1850 werden omgetoverd tot
een zeedijk. Oostende was het he
lemaal. Aanvankelijk als kuur
oord, later pas als badplaats.
Uit een document blijkt dat al in
1784 een Engelse hotelier een
aanvraag indiende voor een
dranktentje op het strand van
Oostende. In het begin van de ne
gentiende eeuw - nog onder Ne
derlands bewind - verschenen de
eerste primitieve badkarren op
het strand en in 1847 werd de lijn
Dover-Oostende ingevaren. Oost
ende werd een knooppunt van
spoor- en waterwegen. In 1864
reden er zelfs tien treinen per dag
van Brussel naar de kust.
Oostende had een kursaal en een
casino. Baden in zee kon tegen
betaling. Het kaartje gaf recht op
gebruik van een badkar, een bad
kostuum en handdoeken. Men
kleedde zich om in de badkar die
vervolgens in zee werd getrok
ken, zodat de badgast zo vanuit
zijn kar het water kon instappen.
In tegenstelling tot andere landen
mocht in België gemengd worden
gebaden. In Oostende was zelfs
een stuk strand gereserveerd voor
mannen die op doktersvoor
schrift naakt mochten'zonnen en
zwemmen. 'Le Paradis' heette dit
stukje naaktstrand.
De prikkelende badgewoonten
waren gesneden koek voor gluur
ders en karikaturisten. Door de
uitvinding van de lithografie
konden hun prenten van badende
ijdeltuiten snel en goedkoop wor
den gereproduceerd. Ze versche
nen in tijdschriften, albums of
werden als souvenir verkocht.
Gokje
In 1877 werd een nieuw kursaal
gebouwd. Een weelderig bouw
werk, waar een eigen symfonie
orkest elke avond een concert
gaf. De burgerij speelde tennis of
begaf zich naar de renbaan om
een gokje te wagen. Op mooie da
gen overspoelde het chique volk
het strand, dik en deftig gekleed.
Het was dan dringen geblazen
tussen tientallen badkarren.
Onder impuls van de Belgische
koning Leopold II groeide Oost
ende vanaf 1865 uit tot een echte
badstad. De vesten werden ge
sloopt, de grachten gedempt. Er
werd een vier kilometer lange
brede zeedijk aangelegd.
Oostende dankte zijn succes als
badplaats aan de subtiele menge
ling van gezondheid, exclusieve
ontspanning en een moderne in
frastructuur. De villa's en hotels,
in een mengelmoes van neo-stij-
len, vormden het fantasierijke
Belle Epoque-decor voor de da
gelijkse uitstapjes van de nieuwe
elite. Trots afficheerde Oostende
zich als de koningin der badste
den.
Begin twintigste eeuw kondigde
zich een ommezwaai aan. Oost
ende werd vergane glorie, mede
door de opkomst van andere ste
den aan de Belgische kust. Vooral
Blankenberge was erg in trek bij
het gewone volk.
Uitlaatklep
De familie Ensor had in Oostende
een souvenirwinkel. James (1860-
1949) was een zonderling type.
Hij moest niets hebben van het
symbolisme en neo-impressionis-
me, de kunststromingen van zijn
tijd. Hij ging zijn eigen weg. En
sor voelde zich als kunstenaar
onbegrepen en niet geaccepteerd.
Hoewel hij hunkerde naar erken
ning, tekende hij zichzelf als een
gekweld figuur. In het burgerlijk
milieu kon hij niet aarden. Hij
weigerde zich aan te passen.
Van onze verslaggever
Voor Gerard Scherff (42),
componist en uitgever van
zijn eigen muziek, is een
nieuw leven begonnen. Het
nieuwe leven is veroorzaakt
door een computerpro
gramma.
Het was jarenlang ploeteren voor
Scherff, organist en componist te
Bavel. Mondjesmaat werden zijn
composities uitgegeven. Maar nu
heeft hij het uitgeven van zijn
werk in eigen hand genomen.
Van achter zijn computer be
heerst Gerard Scherff het hele
proces van begin tot eind. „Het is
fijn om alles in eigen beheer te
hebben. Niet alleen het compone
ren, ook het drukken.en het dis
tribueren van je composities. Het
voordeel is dat je de financiën
zelf in de hand hebt. Normaal le
ver je een compositie af en als het
wordt uitgegeven, dan krijg je de
drukproeven binnen en dat vind
je prachtig, in het begin. Maar
uitgevers maken eigenlijk mis
bruik van je. Ze spelen op de trots
van de componist. Dat moet maar
genoeg zijn." Uiteindelijk draait
het niet om geld, hoewel dat niet
onbelangrijk is, maar om de mu
ziek. „Ik ben geen componist ge
worden om er mijn brood mee te
verdienen maar om zo diep moge
lijk in de materie door te drin
gen," zegt Scherff.
„Toen ik 14 jaar was ben ik op or
gelles gegaan bij Daan Manneke.
Het was natuurlijk van belang
dat hij componist is, dat was een
voorbeeld voor me. Hij heeft mij
op de eerste schreden van het
componeren begeleid.
„Ik ben eerst naar het conserva
torium in Tilburg gegaan, voor
het basisjaar, en daarna naar het
Rotterdams conservatorium,
hoofdvak orgel. Bij Jan Klein
Bussink heb ik harmonieleer en
contrapunt geleerd, en van hem
heb ik ontzettend veel geleerd. Ik
moest van hem 6-stemmige mote
tten in de stijl van Palestrina
schrijven. Van een andere leraar
in Rotterdam, Theo Loevendie,
heb ik weinig geleerd. Daarna
ben ik nog op het Koninklijk
Conservatorium in Den Haag ge
weest, bij Peter Schat.
„Ik ben organist geworden in
verschillende kerken, jarenlang
orgelles gegeven. En gecompo
neerd. Veel voor orgel, bewerkin
gen en koraalvoorspelen voor de
protestante kerk. Vanaf 1975 ben
ik stukken gaan opsturen naar de
muziekuitgeverij Willemsen in
Amersfoort."
„Ik heb veel composities ge
maakt, ook atonaal, twaalftoons,
strijkkwartetten, blaaskwintet-
ten, voor grotere bezettingen, op
een gegeven moment weet je het
wel."
Een aantal van Scherffs composi
ties is inderdaad bij J. C. Willem
sen verschenen. „Maar alleen van
trots kun je niet leven, er stond te
weinig tegenover op den duur."
Met het verschijnen van het com
puterprogramma veranderde de
wereld van Gerard Scherff. „De
weg om mijn composities te laten
verschijnen is een stuk korter ge
worden." Behalve aan de compo
sitie zelf besteedt de uitgever ook
veel aandacht aan de presentatie.
„De druk moet netjes verzorgd
zijn, een mooi en helder noten-
Gerard Scherff en zijn vrouw: De weg om mijn werk te publiceren is een stuk korter geworden.
FOTO JOHAN VAN GURP
beeld. Als het goed verzorgd is
dan wordt het eerder door de mu
ziekhandel in roulatie genomen.
En natuurlijk hoop ik dat lief
hebbers in de winkel, op zoek
naar iets nieuws, op mijn muziek
stuiten." Dat geldt voor kamer
muziek Sonatineke voor piano
en fluit, met een toespeling op de
naam van Scherffs vrouw) en een
Bruidsmis. „Die is bedoeld voor
mensen die geen idee hebben wat
voor muziek ze bij een trouwerij
in de kerk moeten kiezen. Die
Bruidsmis heb ik geschreven
voor mijn eigen huwelijk."
Muziekuitgeverij Assai Vivo,
Kloosterstraat 14 Bavel. Tel. 0161
433 190
VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1996 Dl
Zonder krant ben je niet veel op een camping. Ik heb er eens op
gelet, maar om de haverklap zie je iemand lopen met een opge
vouwen krant. „Ach, die gaat een vlieg doodmeppen", zei Betsy.
En Violina, die nooit een letter leest, zei hinnikend: „Nee, die gaat
gewoon naar de poepdoos." Ik riep: „Nee, deze man gaat lezen.
Kijk, hij heeft zijn bril aan een touwtje om zijn nek hangen."
Ik besloot ook maar eens een krantje te halen bij de fietsenmaker
hier in het dorp. Die slimmerik verhuurt fietsen, tv's en surfplan
ken en hij verkoopt kranten, ansichtkaarten, condooms en op-
blaasballen.
Voor de deur van de rijwielzaak stonden een paar mensen te
wachten. Het pakket kranten was laat deze dag. Ik ging er bij
staan en later kwamen nog meer vakantiegangers aandruppelen.
Eindelijk kwam het busje met De Stem. Dertig, veertig mensen
stonden te dringen alsof het om kaarten voor de Stones ging.
Sommigen betaalden met bonnen, ik met ouderwets geld. Toen ik
aan de beurt kwam, was er nog één exemplaar over! Dat was maz
zel. Achter mij stonden vijf bezwete mannen met bonnen, echte
abonnees dus, en die visten achter het net. Eén kerel werd vrese
lijk kwaad. Hij zou het wel met de hoofdredacteur opnemen. Ik
maakte me strategisch uit de voeten.
Om een gebaar te maken ben ik die kwaaie vent een krantje gaan
brengen. Hij was er blij mee, sloeg me op de rug en wilde me zelfs
een pilsje aanbieden. Het was de krant van precies een week gele
den, maar die gast had niks in de gaten. Nieuws is de vakantie
heel anders dan normaal.
Ik vind persoonlijk de berichten over noodweer in andere landen
erg interessant. Morgen sta ik een half uur eerder op om zeker te
zijn van mijn krant. Onweer in Portugal, stormen in Frankrijk,
onmenselijke hitte in Griekenland, overstromingen in Korea, ha
gel in Beieren, ik wil niks missen.
Wordt vervolgd
Dat verklaart voor een deel het
werk Baden te Oostende, waar
deze tentoonstelling rond is op
gebouwd. De tekening dateert uit
1890, midden in zijn meest crea
tieve periode. Satire en spot wa
ren de uitlaatklep voor deze kun
stenaar die zich verzette tegen de
Belgische samenleving met haar
zelfvoldaanheid en conformisme.
Uitspattingen
Schilderde Ensor rond 1875 nog
braaf duinen en strandgezichten,
zijn latere werken stonden daar
mee in schril contrast. In een
naïeve tekenstijl laat Ensor zijn
fantasie de vrije loop. Hij noteert
seksuele uitspattingen, die het
publiek choqueren.
Ensor brengt in zijn Baden te
Oostende - hier te zien als schil
derij, tekeningen en ets - voor die
tijd gewaagde details. Hij tekent
zichzelf, met verrekijker zittend
bovenop een strandkar. Baden te
Oostende is zijn zedenschets van
de hypocriete burgerij, een mas
kerade en liefdestuin.
Wie met dit beeld op het netvlies
de Venetiaanse Gaanderijen ver
laat zal ontgoocheld vanaf de
zeedijk naar de spelende elite
zoeken. Er valt in het Oostende
van vandaag weinig meer te ont
dekken om de spot mee te drij
ven. Hier past medelijden met de
verlepte dame, die zich elke zo
mer weer een beetje probeert
mooi te maken. Voor gluurders is
zijn niet langer aantrekkelijk.
Maar wie weet vindt de zichzelf
kwellende kunstenaar er nieuwe
inspiratie.
Keulen (ap) - De filmactrice Magda Schneider, de moeder van
wereldster Romy Schneider, is overleden, zo heeft de krant Köl-
nische/Bonner Rundschau gisteren gemeld.
De krant beriep zich op bronnen binnen de familie, die zeiden dat
Schneider (87) dinsdag in haar huis in het Beierse Berchtesgaden was
gestorven. Een familielid zei dat Schneider plotseling in elkaar was
gezakt, 'een dood zoals zij zich altijd had gewenst'. De actrice leed al
lange tijd aan een hartkwaal.
Magda Schneider was de moeder van de wereldberoemde Romy
Schneider. Romy Schneider, die in mei 1982 stierf, was een kind uit
Magda Schneiders eerste huwelijk met de acteur Wolf-Albach Retty.
Moeder en dochter waren samen te zien in de Sissi-reeks en in de film
Wenn der weisse Flieder wieder blueht. Magda Schneider debuteerde
aan het theater van Ingolstadt met een rol als tweede soubrette.
Papier is geduldig. Een buik
band mag loven wat hij wil, het
omvatte is daarmee nog geen
bestseller. Zelfs al komt de aan
prijzing van de dichter uit Lui-
letterland, de verrukkulluke ro
mancier wiens naam niet besmet is
door verdachtmakende, recenserende bijverdiensten.
Papier is geduldig. De toch aangeschafte bundel ligt twee jaar braaf te
wachten op het nachtkastje. Hoe hard het omslag ook roept dat het
om een opvallend poëziedebuut gaat, andere ingenaaide stapeltjes
drukwerk trekken meer in het laatste kwartier van de dag.
Papier is geduldig. Uitgevers en critici hebben de eindelijke door
braak van immigrantenliteratuur aangekondigd, de koper gelooft het
niet. In Duitsland, Frankrijk en Groot Brittanniè lijkt een buitenland
se afkomst een garantie voor een prijs, het Nederlandse taalgebied be
perkt zich in hoofdzaak tot inteelt van eigen bodem. Naima El Bezai
en Hans Sahar hebben met hun verhalende 'Weg naar het noorden'
en 'Hoezo bloedmooi' weliswaar enige waarderende recensies verkre
gen, verkoopsuccessen geenszins. De even piepjonge dichter Mustafa
Stitou, ook van Marokkaanse afkomst, al helemaal niet. Toch ver
dient zijn bundel 'Mijn vormen' (Arena) meer.
Papier is geduldig. Het houdt het leven, de humor en de emoties van
Stitou gevangen en in toom. Niet in zinnen die ritselen van verdorde
traditie, in woorden die verpulveren van uitgedroogde retoriek of in
klanken die verstomd zijn door eeuwenoude herhaling, Stitou's taal
zingt, buigt en beeldt. Herkenbaar, weerklinkend en schilderend. Niet
met zwaarwichtige parnasstijl, gedateerd diepzinnig experiment of
obscuur filosoforend spel. Direct, hijgend waar nodig, breed waar
verwacht, vertellend en vergelijkend.
Papier is geduldig. Het verpakt de trieste geschiedenis van twee gene
raties immigratie in verhaal. Stitou beschrijft in scenes van een enkele
zin, als waren het niet meer dan een paar verzengende beelden uit een
dorstige film, hoe vaders met niets illegaal naar het noorden trokken.
Weg uit de droogte, op zoek naar toekomst. Hoe moeders achterble
ven in het dorre zand, kinderen verloren en na het verlof er weer bij
kregen: „- een heiden zou denken: uit het verzande sperma/van mijn
vader en jouw ei/ zo dacht ik ook
Papier is geduldig. Weemoed en herinnering plakt erop, maar bij Sti
tou met zelfspot: „Komt uit Fez (om verwarring, een komischver
keerd spoor te schepen)/ wat komt uit Fez, draagt zesenzestig jur
ken?/ Maïskolf, maïskolf.Maar het blijft niet bij een grapje. Hij be
schrijft de jonge boer die als eerste een gezelschap van elkaar rijmen
en raadsels vertellende vrienden verlaat. „Zijn spieren kwellen hem,
morgen/ moet de put weer werken - Wildernis/ op de loerde jinns
maar het licht van de maïskorrels herkent hemvoert hem thuis.
Geen meelijwekkende, giftenvragende foldertaai over de zwaarte van
het woestijnbestaan, een simpel beeld, een doordringende beschrij
ving.
Papier is geduldig. De flaptekst legt een verband met Pasolini. Er
staat een korte afdeling van vier gedichten in opgedragen aan de gro
te Italiaanse cinematograaf. Met homo-erotiek, strand, zand, cafés en
zelfkant. En een aangrijpend versje van onbereikbaarheid: „In mijn
gevonden ogen/ kijk je/de verkeerde camera in".
Maar nog veel meer Pasolini zit in de stadsgedichten. Bijvoorbeeld:
„Prachtige wat afgezakte kont./ Zij is zo prachtig. Zij maakt gek de
blinde in de nacht./ Met mijn pikkie, beste mevrouw, fikkie steken in
je kut/ in je oor fluisteren liefde moet maatconfectie zijn/ ga je dan
mee. Ik maak je een winterjas een zomerjurk die je precies zal pas
sen./ Eerst jou een vuurtje vragen.Stitou neemt als Pasolini geen
blad voor de mond, hij zegt wat ieder denkt die leeft, maar fatsoens
halve binnenboord houdt.
Papier is geduldig. Campert heeft moeten wachten, maar hij krijgt ge
lijk: „Eindelijk weer een dichter!". Verzen die van de pagina willen
springen, die huilen, lachen, kwetsen en verbazen. Schande dat dit
bundeltje met buikbandje niet maanden naast de kassa heeft gelegen-
poor johan Diepstraten
Onwaarschijnlijk is het natuu
i:jlc wel dat seriemoordenaa:
Jet elkaar in verbinding stas
"ja internet. Maar A.J. Holt we
in De Internet-killer aannemeli
te maken dat ze ook In het virti
ele universum bestaan. In de ec
te wereld opereren ze, dus waa
0m niet in een wereld waarin
yrij zijn om zichzelf te zijn, o
zonder angst of terughouden
j,eid hun weerzinwekkende
men te verwezenlijken,
get is een angstaanjagend bee
dat zo'n twintig gestoorden e
spel spelen met vluchtsimulat
ren en complexe beeldsimulati
systemen. Ze mogen alleen me
doen als ze zich ook in de werk
lijkheid bezighouden met ontvo
ringen, verminkingen en mor
den. Op een manier overigens
Silence of the lamb overtreft.
Nogal afwijkend in deze Intt
net-thriller is dat de FBI - age
en computerfreak Jay Flete
aan het begin van het boek
seriemoordenaar niet krijgt v
oordeeld, omdat ze hem via o
wettig verkregen bewijs probe
de aan te pakken. Voor sti
wordt ze overgeplaatst. Surfe
op Internet komt ze op het sp
van een netwerk van seriemoc
denaars en omdat ze in de steek
gelaten door haar bazen, nee
ze het recht in eigen hand.
Eén voor één schakelt ze hen
en beseft eigenlijk nauwelijks c
ze daarom zelf tot de categoi
van de serial killers gaat behore
Natuurlijk is ze een vrouweli;
versie van Charles Bronson
Death Wish, de wrekende, opl
tende burger die de wereld
vrijdt van moordenaars en v
De Arnhemse freelance journ
landstalige samenvatting gege
vina Commedia, de Goddelijke
ker en dichter, Dante Aligh
heeft als veelzeggende onderti
gasme en handreiking voor de
Het boekje is in eigen beheer
voor Slooffs ambitieuze magn
schijnen en dat vragen moet O]
dia bestaat uit 100 gezangen v
len 33 letters, Christus' leeftijc
Slooff concludeert in zijn inlei
jaar geleden schreef, amper tij
een Europese eenheid van vre<
de met de zin van het bestaan.
Door Jeanette Vergouwen
Terwijl bijna elke organise
in de cultuurwereld spre
van drempelverlaging,
het kunstencentrum De c
gel in Antwerpen stug dooi
de ingeslagen weg. „Wij
sen in een stroom van cult
met een grote verscheid
heid, met eigenzinnige vis
volgehouden strekkingen
koppige overtuiging. Ons c
is bruggen aanreiken of te
ten zien."
Directeur Jerry Aerts en
ploeg medewerkers blijft bou
aan de verbindingen tussen
stenaars en publiek én de san
hang van verschillende disc
nes zoals dans, toneel en mu2
Er wordt geen eenheidssoep
gediend, nee, de Singel kiest
gewaagde experimenten,
gekruide evenementen en
ongewone voorstellingen. Kv
teit staat steeds voorop.
„En we hebben als huis van
trouwen ook een speciale 1
opgebouwd met verschillendi
tiesten. Het publiek kan de
lutie van hun carrière daar
laren na elkaar volgen," a
Jerry Aerts. Hij doelt daarmt
de artiesten in residence: Jan
ore, de Beethoven Academie
Collegium Vocale, Josef
Anne Teresa De Keersmaek*
Wim Vandekeybus.
Elk jaar opnieuw verrast
gel vele duizenden met een
rekkelijk aanbod op het g
van muziek, muziektheater,
toneel en architectuur
ties). Een opsomming is i
hjk omdat het tientallen pn
hes betreft. Daarom slecht;
iele hoogtepunten.
vo
De
n
g«
r,
(exj
onm
pro