DE STEM
Konin
De
van
gezichten
hardsteen
bestem
KINDERBO
Adriaan
Seelen
en de
voldoening
van een
eigen
beeldtaal
Zeldzaam
magnifieke
thriller
van Goddarc
Toen 't in l\
nog een wa
Luifel
miÊÊÊÈÊÊÊtm
Actrice Joelde Broedelet
na kort ziekbed overleden
I
Het Parradiis
poor Johan Diepstraten
jen meesterlijk staaltje van vi
tellen," schreef de New York r.
mes ',Een van de beste rome
jie ik'sinds lange tijd heb ge
,cn Absoluut fascineren)
oordeelde de thrillerecensent v
je Washington Post. De 01
vangst tien jaar geleden van 1
debuut Past Caring van Rob
Goddard was overweldigend.
Hoe zuinig steken daarbij
twee of drie sterren af die de
Nederland Thriller Detect
Gids aan het werk van Godd<
toekent. Zuinig, hoewel de st
renuitdeler toegeeft dat 'het \n
wel onmogelijk wordt nog
stoppen met lezen als de susper
eenmaal toeslaat'.
Na In het niets, De Catalaaj
brief, Gesloten cirkel en Gestoi
tijd heeft uitgeverij Bzztóh nu I
debuut van Goddard op de mas
gebracht onder de titel Verjac
bedrog. Zijn beste thriller?
eerder is op deze plaats bewei
dat Goddard gerekend moet w
den tot de absolute wereldtopj
ook dit debuut behoort tot
zeldzaam magnifieke thrilP
waarvan er maar een paar j
jaar verschijnen.
Wie het werk van Goddard ke
weet wat hem te wachten sta
Het draait altijd weer om c
doofpot-affaire uit het verlei
die een halve of driekwart eel
later tot op de bodem wordt il
gezocht. De hoofdpersonen I
mensen die op de een of andl
manier een verkeerde wissell
hun leven namen. Ze lopen \i
van hun eigen problemen en I
seffen niet dat ze in wezen I
zoek zijn naar zichzelf. Aan I
einde komen ze doorgaans gel!
terd uit de strijd. Goddard ver I
de een jaar geleden in deze krl
dat hij geen morele boodschl
pen in zijn thrillers verwe!
maar de menselijke deug!
Door Muriël Boll
Guus Middag is poëziecritiB
essayist en (mede)bezorger I
de Nagelaten Gedichten' vaij!
Vestdijk en van de Verzamll
Gedichten van Chr. J. van Ojl
Wat doet die in een rubriek fl
kinderboeken, vraagt u a
mischien af. Wel, Middag sch:l
verhaaltjes voor de Kinderpaj I
van NRC Handelsblad.
Die verhaaltjes zijn gebunil
verschenen onder de titelB
maak nooit iets mee en dl
krijgt hij over een paar maar I
een Gouden Griffel voor. dl
spronkelijk waren ze niet ui I
geven als kinderboek omda y
inhoud bepaald niet alleen «9
kinderen gewaardeerd w<B
Maar inmiddels heeft de uitgil
het boek ook met een voor ki? I
ren aantrekkelijk omslag oj I
markt gebracht.
Alle verhalen beginnen me
zinnen 'Ik maak nooit iets
Maar vorige week (of vroi
wel', en dan volgt er iets
'Want toen zat ik een auto
harder reed dan ik ooit ger
heb' of 'Want toen werkte
zomers in een supermarkt, b
groentenaf deling.
Ribbelaars
Vervolgens gaat het verder
wat hij toen heeft meegemaa
dat wordt iets heel bijzoi
door de gedachtenkronkel.
vervolgens bij de schrijver
men. Wandelend door
hoort hij bijvoorbeeld vr
ukgeluiden ergens vandaa
men, begeleid door rustig b
jonde stemmen. Het blijken
«nnbbelaars te zijn die nr
steenbeitel het plaveisel m
glad maken. Rustig tikken
gen ze in slakkentempo de
Mn. De steensplinters gooid
een stalen kooitje, een ij
hshockeygoaltje. Dat goaltj
nadag mijmeren over een
an vroeger: voetballen i
ahaans, klein, laag stadio
at je tijdens de wedstrij
at van de omgeving kunt
n j"1! cypressen of een sta-
rui uvel'Maar nu üjkt st
nnbelaar in Siena, lekker
linVa' richeltjes beitel
ht hellende steegjes, ee
mooier beroep. Als vanzelf
vervolgens een gedicht zijn
verwandelen. Een g
n Van Geel over een tek
J is een man die met een
slaat elstenen in zijn tu
Gedicht
eA"e ^haaltjes worden z
Wnrs? afgesloten e
riool ln8eleid met de zin
rn£ n een gedicht'. Op di
Prozrafeik aY°ntuur z°
als in poëzie besc
VRIJDAG 5 JULI 1996 Dl
BETSY EN GIJS IN
Adriaan Seelen is beeld
houwer. Hij heeft zijn
werkplaats in een verla
ten leerfabriek in Rijen.
De werkplaats (geen ate
lier, zegt Seelen) ligt te
gen zijn woonhuis aan,
dat is gevestigd in het
voormalige kantoor van
die leerfabriek.
Met hamer en beitels
gaat Seelen de steen te
lijf. „In principe is het
een eenvoudig beroep.
Met een hamer en beitels
kun je alles doen. Maar
wat ik machinaal kan
doen, doe ik machinaal."
Ook als hij niet in zijn
atelier is dan is Adriaan
Seelen nóg met steen be
zig. Want hij is docent
aan Nederlands enige op
leiding voor steenhouwer
en -bewerker in Nieuwe-
gein
Door Hans Rooseboom
Op vijf plaatsen in Neder
land tegelijk zijn beelden
van Adriaan Seelen ten
toongesteld. „Ze gunden
me nauwelijks de tijd om ze
af te maken. Ze werden on
der mijn handen vandaan
gehaald. Mijn werkplaats
is helemaal leeg."
Op al die vijf expositie-adressen
zijn de nieuwste vruchten van
Seelens sculpturale arbeid te
zien: het zijn voor het oog iden
tiek vormgegeven objecten, geti
teld Introversie, gevolgd door een
nummer.
Adriaan Seelen, geboren, getogen
en woonachtig in Rijen: „Voor
het eerst in m'n leven maak ik
beelden in series. Ik noem ze mul
tiples. Het was een uitdaging om
met beelden van steen een serie te
maken. Bij grafiek, bijvoorbeeld
zeefdrukken, is dat heel gewoon.
Ook bronzen beelden kun je zo
vaak afgieten als je wil. Maar met
steen kan dat natuurlijk niet.
Mijn multiples hebben wel de
zelfde grondvorm, maar de uit
voering verschilt. De grootste
verschillen zitten aan de binnen
kant, daar waar de steen zijn ge
heimen openbaart. Ik heb deze
beelden gekloven, ze vallen uit
elkaar in vier of twee delen. Het
is de bedoeling dat je de delen uit
elkaar neemt. De binnenkant heb
ik de ene keer gehakt, de andere
keer gezaagd. Vanwege het be
lang van die binnenkant heet de
serie Inversie."
Vak
Seelen is een beeldhouwer die
vindt dat het maken van een
beeld nooit een kwestie van toe
val kan zijn. „Het moet geen vrij
blijvend gedoe zijn, ik neem 't se
rieus. Kunst is niet vrijblijvend.
Het is een vak. Inspiratie kun je
sturen, daar kun je niet op wach
ten."
Voordat de steen te iijf wordt ge
gaan moet het eindproduct al
vastliggen. Seelen: „Het ontwik
kelen van het beeld speelt zich op
papier af. Ik maak eerst een teke
ning, een schets waar ik heen wil.
Het spannende is telkens weer de
strijd tussen mij, het materiaal en
de vorm. Die strijd moet er voor
al blijven, het moet een gevecht
blijven. Die tekening bestaat
soms slechts uit een paar lijnen.
Het is noodzakelijk om vóórdat je
aan het werk gaat te weten wat je
eindresultaat is. Je kunt niet hal
verwege bijsturen."
Sterk legt Adriaan Seelen de na
druk op het vakmanschap dat een
kunstenaar nodig heeft.
„Kunst is beheersing van het pro
ces. Een idee moet handen en
voeten krijgen. Het 'proces' bete
kent: materiaal, materiaalkennis,
ervaring, idee, tekening, vakken
nis, handvaardigheid, uitvoering
en afwerking. In de juiste volgor
de, want bij beeldhouwen mag
niets fout gaan. Als je een fout
maakt kun je het niet herstellen,
je kunt niets overdoen. Dat was
allemaal erg povertjes in de tijd
dat ik op St. Joost zat. Die vrij
blijvendheid, die zogenaamde
vrijheid op de academie, is juist
een beperking. Een proces moet
niet door toeval gestuurd wor
den. Beheersing is juist vrijheid."
Hoe heeft hij het vak geleerd?
„Ik ben begonnen op de academie
was een groot project, dat ging
om een acherstand van eeuwen.
Voor mijn ontwikkeling als
beeldhouwer was die periode als
restaurateur een belangrijke er
varing."
Adriaan Seelen is daarna leraar
geworden aan dezelfde natuur
steenopleiding in Utrecht, waar
hij zelf het vak heeft geleerd.
„Momenteel combineer ik het
beeldhouwen nog met doceren. Ik
haar daar dubbele gevoelens
over. Enerzijds werkt de constan
te aanraking met het materiaal
inspirerend, anderzijds neemt het
te veel tijd in beslag. Enerzijds
ben ik door mijn baan volkomen
vrij in mijn beeldhouwwerk, ik
hoef geen concessies te doen, en
ik kan me een woonhuis plus
werkplaats permitteren. Ander
zijds wil ik veel meer tijd hebben
voor mijn werk, voor grotere din
gen. Artistiek en technisch ben ik
aan groter werk toe. Maar die tijd
ontbreekt me nu. Ik sta vaak tot
laat in de avond en in de week
einden in mijn werkplaats."
Adriaan Seelen werkt met
hardsteen. „Ik haal mijn steen in
de groeve in de Ardennen,
hardsteen, 750 miljoen jaar oud.
Dat materiaal heeft expressie, je
kunt het polijsten, schuren, be-
hakken. Hardsteen heeft meer
gezichten dan het witte marmer.
Marmer is te mooi, te gelikt."
„Hardsteen is ons Nederlanders
met de paplepel ingegeven, dat is
in Nederland altijd gebruikt.
Maar ik wil ook wel eens naar de
stollingsgesteenten, die zijn nog
harder dan hardsteen. Graniet,
vooral balmoral (dat is die
roodachtig gespikkelde steen), en
basalt. De Egyptenaren gebruik
ten die steensoorten, met de be
doeling dat die beelden tot in alle
eeuwen zouden bestaan."
Gedreven
Is het een zwaar beroep? Seelen
vindt van wel. „Maar ja, ik ben
gedreven. Omdat ik een baan
heb, sta ik vaak 's avonds en in de
weekeinden in mijn werkplaats.
Soms denk ik: waar ben ik in go-
sdnaam mee bezig. Het is hard
werk, zwaar werk, smerig, koud,
slecht voor je oren. Want je werkt
veel met machines. En je bent zó
door je rug heen. Een nieuw stuk
steen haal ik met mijn aanhang
wagen en los ik hier met een ta
kel. Dat moet je heel voorzichtig
doen. Tijdens het werk is mijn
uitgangspunt: wat ik met een ma
chine kan doen doe ik met een
machine. Wat voor machines?
Diamantzaag, polijstmachine,
boormachines, luchtdrukhamers.
Die laatste zijn 's winters ijzig
koud, vanwege de uitgeblazen
lucht. Maar als iets af, ben ik heel
gelukkig. Het geeft een echte vol
doening om je beeldtaal te vin
den."
„Een beeld is een boodschapper.
Daarom moet het ook een titel
hebben, het mag niet iets vrijblij
vends zijn, iets dat 'er leuk uit
ziet'. Het moet iets losmaken."
„Abstract zou ik mijn werk niet
noemen. Dat is een verkeerd
woord, want een abstract beeld is
net zo goed herkenbaar. Ook ge
wone mensen herkennen veel in
mijn beelden, heb ik gemerkt. Er
gens in hun onbewuste raakt het
een snaar, dezelfde laag in het
onbewuste waaruit mijn beeld
ontstaat. Zo communiceer ik, dat
is mijn beeldtaal. Die spreekt
mensen heel direct aan."
Werk van Adriaan Seelen is mo
menteel te zien in Baarle-Nassau
(galerie De Verbeelding), Roos
endaal (Tongerlohuys), Bergen op
Zoom (Gemeentemuseum het
Markiezenhof), Eek en Wiel (gale
rie De Beerenburg) en Groningen
(galerie Jan Katuin).
Adriaan Seelen: 'Een beeld is een boodschapper' foto cor viveen
Ja, die buitentent was eigenlijk vorig jaar al ver versleten. Maar
zo'n vierpersoons-caravan is natuurlijk ook niet alles als je met
zijn vijven bent. Dus heb ik hem toch de hele winter maar be
waard. Enfin, we zetten de caravan hier weg, halen die
bruin/oranje buitentent eruit met al die stangen met pleisters er
op en zegt Bets: „Gijs," zegt ze, „Ik vind er niks meer aan, aan die
ouwe tent, als we die nou eens gewoon in de container gooien." Ja,
gek mens hè, ons Bets. Maar ik liet het me geen twee keer zeggen:
tent in de container, Gijs aan de pils.
Betsy wilde eigenlijk zo'n witte partytent kopen, je kent ze wel,
van die grote mooie dingen en nog geen honderd gulden. Maar als
Violina en Harmen dan straks komen, moeten ze toch half buiten
slapen, dus dat geeft geen pas. Heb ik er gewoon ons oude tentje
bij gezet, kunnen ze makkelijk in, met zijn tweeën. Ja, ik blijf er
bij dat 16 aan de jonge kant is maar Harmen is al 21, dus die gaan
dit jaar toch bij elkaar liggen. Dat hou je niet meer tegen vandaag
de dag.
Betsy had het weer eens goed geregeld. Zit ze laatst op een ver
jaardagsfeestje wat te smoezen met mijn broer Frits. Zegt ze de
andere dag: „Gijs, we hebben het voor elkaar, Frits heeft nog een
prachtig luifeltje, kunnen we zo van hem krijgen. Dat had ie nog
op zolder liggen, van de vorige caravan, die hij heeft ingerolen."
Nou, intussen zit het er met een beetje passen en meten aan en
echt, sjiek hoor. Kan die ouwe buitentent niet aan tippen. Kunnen
we gewoon de stoelen buiten laten staan als het regent. Ja, dat
roep ik hard: familie, je hebt er meer last van dan gemak maar je
kunt ze niet missen. Toch?
Zit ik 's avonds lekker te zitten hier, voor de caravan, onder de
luifel. Naar mijn Opeltje te kijken. Pilsje d'r bij en dan zeg ik te
gen ons Bets: „Bets," zeg ik, „Bets meid, wat hebben we het toch
goed hè."
Kijkt Betsy even op van haar doktersromannetje en zegt: „Ja Gijs,
wat hebben we het toch goed."
WORDT VERVOLGD
Zomer-Gids
Amsterdam (anp) - De actrice Joekie Broedelet is woensdag op 92-ja-
rige leeftijd na een kort ziekbed in Amsterdam overleden. Broedelet is
de moeder van de schrijver Remco Campert en echtgenote van wijlen
Jan Campert. Ze wordt maandag in Amsterdam gecremeerd.
Behalve op het toneel was ze ook op tv te zien. Ze speelde gastrollen
bij Sesamstraat, bij Van Kooten en De Bie en in programma's van
Wim T. Schippers. Ook had ze een rol in de films Grijpstra en de Gier
van Wim Verstappen en Een pak slaag van Bert Haanstra.
Wilhelmina (Joekie) Broedelet werd op 3 oktober 1903 geboren in Den
Haag als dochter van toneelschrijver Johan Broedelet.
Ze begon haar loopbaan bij het Princessetoneel. In 1975 nam ze af
scheid van het toneel met een rol in de Drie Zusters van Tsjechov,
Drie jaar geleden kwam Broedelet uitgebreid aan het woord in de te
levisieserie Gespeelde Levens. Loudi Nijhoff, Mary Dresselhuys en
Joekie Broedelet vertelden in drie afleveringen over de toneelgeschie
denis van 1925 tot heden.
Vroeger is roze. De lome zomers
van weleer, het kalme tempo van
de vorige generaties en de wor
tels van het geslacht, ze smaken
naar weemoed. Knopen en ban
den met het verleden, wie de
veertig voorbij is, ontwart ze en haalt ze vervolgens aan. De oude
nicht van vader, de voormalige dorpsgenoot en de lokale amateur-
historicus zijn bronnen. Voor geschiedenis en trots. En wie door toe
val of geweld ver van de familiegrond beland is, gaat terug op pelgri
mage.
Zoals Theo Richmond, Ryczke van oorsprong. Zijn joodse geslacht
stamt uit Konin, een stadje halverwege Poznan en Warschau. Voor
de oorlog voor meer dan een kwart joods. Jiddisch als moedertaal,
deels chassidisch, maar op een paar links gerichte Bundisten na, bijt"
iedereen vroom.
De joden van Konin woonden bij elkaar in de oude stad. Met eens}-
nagoge, een onverwacht eigen gymnasium, een uitzonderlijk rijk
voorziene gemeenschapsbibliotheek, sectarische gebedshuizen, kos-
here slagers, toneelverenigingen, eigen bakkers, schoenmakers, dew
leerderij, prestigieus geprogrammeerde lezingenavonden en veel ar
moe.
Richmond heeft het oude Konin gereconstrueerd. Het religieuze le
ven, de familiebanden, de scholen, de culturele ambities, de onderlin
ge bijstand en de ondergang. Hij heeft iedereen die over is gesproken.
In Engeland, in de Verenigde Staten, in Israël, in Polen en in de ar
chieven. Zijn verslag, simpel getiteld Konin, is een levend sjtetl opf>'
pier. Een verdwenen gemeenschap lijkt teruggekeerd.
Maar niet heus. Wie nu Konin bezoekt vindt iets anders. Geen pro
vinciestadje van minderheden meer, geen jiddisch, Duits, Russischfl
Pools naast en door elkaar, geen kaftans, peies of dansende chttssi-
dim, geen grensverkeer en smokkelroutes, geen sjabat naast hoogt"1
Een betonnen industriestad, spijkerbroekenblauw en lawaaierige
kraampjes met illegaal gecopieerde muziekcassettes.
Konin is nu doorsnee Pools. Her en der een gerestaureerde architec
tonisch interessante rest, een toeristische herinnering aan het vroege"
amalgaam van religies en culturen en een enkel monument. Wat v®1
Konin het vooroorlogse Konin maakte is niets over. De joodse be
drijvigheid, de uitzonderlijke wetenschappelijke en culturele aspira
ties van de kleine gemeenschap, de voorzichtig geopende deur nat"
het westen, ze zijn allemaal weg.
Konin is nu dertien in een Pools dozijn. Het westen is ver tegen woct-
digd door tweedehands auto's, onbetaalbaar dure Franse wijn en
nachtclub Sonata. Een luidruchtig annex van een Sovjethotel. Op»fl
rood verlichte podium vermoeide pop, obers die tegen teveel tip
plaatselijke en buitenlandse rijken van driekwart liters wodka voor
zien, tafels vol half aangeroerde spijzen en een handvol weinig zotl'
vuldig geklede mannen die een danspasje beamen.
'Danuta,heet ik, fluistert de goedgevulde dertigjarige in het Westen
ropese mannenoor. Ik kom hier bijna nooit, want ik zorg voor nul''
bedlegerige moeder.Als er geen reactie komt, behoudt ze zelf i'el""
tiatief. 'Vanavond ben ik vrij, mijn zusje past op.Er blijkt meert"1"'
moediging nodig, ze knijpt eens, likt haar lippen af en lispelt overt"'
snaaks bijgeschoren schaamstreek. Westerse mannen hebben in I"1
moderne Konin een zo gestelde uitnodiging blijkbaar nodig.
Tien jaar geleden was dat anders, verklaart een collega van Damt"
Een keer lonken en de groene dollars landden in het damestasje-
Vroeger was beter. Oud roze.
St. Joost in Breda, richting plas
tische en ruimtelijke kunst. Na
drie jaar had ik het gevoel dat ik
eigenlijk niets geleerd had, be
halve de passie voor het beeld
houwen. Ik ben na St. Sint Joost
naar de natuursteenopleiding in
Utrecht gegaan. Daar heb ik het
vak geleerd. Dorpels, gevelbekle
ding, puien, keukens, interieurs.
Ook grafstenen natuurlijk. En je
leert het restauratievak. Je leert
streng geometrisch werken. Ik
ben gevormd door handmatig en
machinaal werken.
„Na die vakopleiding heb ik de
Academie voor beeldende vor
ming in Tilburg gevolgd. Daar
heb ik veel geleerd over het crea
tieve proces. Ik heb daarna zeven
jaar in het restauratievak geze
ten. Gewerkt aan het Markiezen
hof en de Gertrudiskerk in Ber
gen op Zoom. Vooral die kerk