ziek'
Atlanta
96
Olympisch toernooi als tussendoortje
1956
Bondscoach
Cor van der Geest
gelooft in Olympisch
judoweekje
zonder rellen
Bij tennissers komt
het Atlanta-gevoel
na het grasgevoel
pESTEM
2 JULI 1996
let als met honden en kinde-
goed opvoeden, consequent
kken. Dat is niet altijd even
de ene dag anders dan de
ouwens ook hoor. Ik ben ook
c, kan soms behoorlijk cha-
t me menselijk. Als Bonfire
n mij om hem toch te stimu-
laat blijken dat hij zijn best
len, heb ik dat ook meteen
e wat-ie kan en dat geeft mij
oei. Het uiteindelijke doel is
n een paard zo stabiel moge-
moet wel weten wat ik aan
Leerzaam
ven geeft achteraf toe dat zij
Et van de periode, waarin zij
risco werkte. Op de Olympi-
Seoul ('88) werd zij met het
26e in de individuele rang-
990 koos zij definitief voor
rppel, waarmee de blondine
n van Barcelona een vierde
en later wereldkampioene
Idbeker veroverde,
was ik wel té vaak té kwaad
et het cryptisch uit de mond
die na Seoul '88 in zee ging
ben vrijwel altijd een wolk
igheid boven de pistes han-
fers die de officials voor de
le sportarena's geven, zijn de
'erdeeld. Of het nu om kunst-
aats, turnen of dressuur gaat.
Junsven, die toegeeft zelf ook
te hebben gehad met jury-
er soms best sprake van 'po-
1 woord fraude neemt zij niet
Verstand
van sport heb je mensen die
ten schieten of die juist vrien-
zijn. En dat kan wel eens
(bepaalde besluiten of beoor-
is Indoor Brabant vond ik dat
e muziek van de Stones en de
toen aanwezige Olympische
|:d gewaardeerd. Het was ook
(lisschien was de dressuurwe-
aan zoiets vernieuwends. Ik
vanuit dat in de jury mensen
Istand van hebben, anders kan
ed mee ophouden. In de ring
Iiaties geleverd, daar moet het
in."
ssuurwereld een voordeel om
pante, blonde vrouw uit te zien
jen Duitse politieman in uni-
|per Klaus Balkenhol te zijn?
i," roept Anky van Grunsven.
rereld lopen hele mooie vrou-
Iens ook hele mooie mannen
nummer 1 zullen worden. Na-
rzorgd uiterlijk hoort bij deze
is geen modeshow. Het gaat
Ih om de prestatie van mens en
e oogst. De interesse van tien-
iianse universiteiten, die het
ereldtalent graag in de zwem-
villen opnemen, was aange-
de plaatselijke universiteit
op de stoep. De zwemmer kan
;oed herinneren en lacht op-
met hem naar een training van
earn van de universiteit ge-
met allerlei aanbiedingen op
1 cheergirlsl Ja, hij vroeg of ik
oeten. Ze zijn aan me voorge-
lingen was Van den Hoogen-
r de indruk. Van de cheergirls
end: „Ik heb al een vriendin,
niet leuk vinden als ik naar
Maaiveld
hij geprezen en gewaardeerd,
Amerikanen zijn jaloers op
nt, maar in Nederland steekt
nnelijk dat een ventje van PSv
)reken naar de wereldtop. Van
id: „Hier moet iedereen gelijk
kop boven het maaiveld uit-
ze hem er meteen af. Daar baal
an."
e zwemmers. De verhoudingen
goed. Er is geen jaloezie. Al-
ik merk. Maar de buitenwacht
ire dingen vertellen. Mijn oma
e fan. Ze was laatst bij de NK
it op de tribune en hoorde daar
en. Ouders van andere zwem
mensen roddelden aan de lo
er mij. Mijn prestaties lijden er
egendeel. Maar van al die rod
el eens doodziek. Ach, het is ty-
ïds, die eeuwige drang naarni-
oen maar."
*1
'099'
DINSDAG 2 JULI 1996 E5
m .A.
1S1
OLYMPIC GAMLS
Zomerspelen: Melbourne, 22 november-8
december.
17 Sporten, 67 landen, 3337 deelnemers on
der wie 375 vrouwen. Geen Nederlandse
medailles (boycot).
Paardensport: Stockholm, 10-17 juni.
«Winterspelen: Cortina (I), 26 januari-5 fe-
bruari.
32 Landen, 820 deelnemers, 132 vrouwen.
Het leek een vlucht van het IOC. Voor
het eerst gingen de Spelen down under,
toevallig net in een tijd dat het noorde
lijk halfrond verkilde in de Koude Oor-
7, log. Duitsland spleet doormidden, in
Korea werd gevochten en China zat in
de greep van de revolutie.
De Chinese deelneming verliep als een
klucht: uitnodigingen gingen naar zo-
r wel het communistisch als het nationa-
I listische regime. De communisten zei
den meteen ja, waarop de nationalisten
aanvankelijk weigerden, maar hun be
sluit terugdraaiden. Waarop ook de
,|n communisten alsnog op hun beslissing
terugkwamen,' en hun tickets ver
scheurden, maar in hun vuistje lachten
toen Melbourne bij de opening de ver
keerde vlag liet wapperen.
Meer zat het IOC met de Russen in
haar maag. Volgens het reglement
moesten sporters amateurs zijn, en
mocht het nationale Olympisch Comité
geen regeringsinvloed toestaan. Alsof
"Rusland geen beroepssporters klaar-
stoomde in Robocop-laboratoria, en
een comité ongemoeid liet!
Toen de USSR zelf ook nog met eisen
kwam (een hoofdzetel in het IOC, plus
erkenning van Russisch als Olympische
taal), werd toetreding geweigerd, waar
op de Russen snel eieren voor hun geld
kozen.
Desondanks bleef het woelig. Door de
strijd om het Suez-kanaal trokken
Egypte, Irak en Libanon zich terug; na
de Russische inval in Hongarije- beslo
ten Nederland, Zwitserland en Spanje
tot een boycot. Pijnlijk voor de vijf Hol
landse atleten, die al waren afgereisd,
en nog pijnlijker voor iedereen, toen
bleek dat Hongarije zelf wèl meedeed.
Toen het Hongaarse waterpolo-team in
de halve finale tegen Rusland moest,
werd de wedstrijd gestaakt wegens een
vechtpartij tussen de spelers. De stapel
aanvraagformulieren voor politiek
asiel, die Australië had klaarliggen,
bleek evenmin een luxe.
Anderzijds waren er ook voorbeelden
van verbroedering. Zo pinkte de sport
wereld een traantje weg toen in maart
je '57 de Amerikaan Connolly (hamer
slingeren) het ja-woord kreeg van de
Tjechische discuswerpster Olga Fikoto-
va. Maar toen wisten we ook nog niet
dat het paar in '73 weer zou scheiden.
Brokken rezen in vele kelen bij de slui
tingsceremonie. Massaal verlieten de
atleten hun nationale vlaggen om
dwars door elkaar hand-in-hand of om
helzend te eindigen in zang en dans.
Daarmee maakte Melbourne heel wat
organisatie-flaters goed. De specie van
de stadions was nog nat bij de start. En
ondanks hevige protesten bleef de re
gering vasthouden aan strenge quaran
taine-eisen voor paarden waardoor - te
gen alle regels in - deze tak van sport
werd losgeweekt van de rest en een half
jaar eerder in Stockholm plaats vond.
Maar ook de Winterspelen hadden een
opstootje: bij de binnenkomst in het
stadion viel fakkeldrager Guido Coro-
ho. De vlam bleef echter branden en de
Spelen gingen door.
Opmerkelijk verliep de tien kilometer
hardlopen voor mannen. Goud ging
tiaar Rusland door een bizarre tactiek
van Vladimir Kutz, die tegenstander
jhfte (Engeland) op het verkeerde
heen zette: hij viel halverwege terug op
een wandeltempo.
Quichotte' op medaillejacht
Hij had een hoofd vol mooie gedach
ten. Cor van der Geest werd in 1992
aangesteld als bondscoach van de
judovrouwen en wilde in zijn kleine
gebied van de grote sportwereld alle
neuzen dezelfde kant op krijgen.
De Spaanse 'Don Quichotte'
was er niets bij.
In veel rellen was Cor van der Geest
echter de centrale man. Zijn gedrag,
meestal luidruchtig, was en blijft
voor een aantal coaches een voorna
me bron van ergernis.
Een andere droom, waarin goede
prestaties de hoofdrol speelden,
kwam wel uit. Op de mat zijn de
vrouwen van Nederland sterk, snel,
saamhorig en succesvol.
Door Jaap Bakker
In Atlanta ligt een Olym
pische kroon op vier
jaar werk te wachten.
Voor minder dan
twee medailles -de
kleur maakt niet uit -
doet vrouwenbonds-
coach Cor van der Geest
het niet. „Halen we die
niet, dan hou ik er mee op."
Het is het lot van de coach, beoordeeld wor
den op resultaten. Maar Van der Geest, een
vijftigjarige Bloemendaler, een spraakma
kend persoon in de judowereld, maalt er niet
om. Hij doet er gerust een schepje bovenop.
„Als we die twee medailles niet pakken, dan
duik ik onder. Ik neem het eerste vliegtuig
naar huis. Iedereen mag me dan veroordelen,
iedereen mag me een slechte trainer vinden."
„Want luister," zegt hij, „De winnaar heeft
altijd gelijk. Dat is misschien niet zo, maar
dat moeten we wel zo houden. Ik vind dat wel
aardig."
Het is de bravoure, die hem tekent. Van der
Geest weet wat hij wil, is wie hij is. Emotio
neel, een allemachtige schreeuwerd soms,
maar barstensvol bevlogenheid. Als judoka
was hij, in de dagen van Wim Ruska, hooguit
een subtopper. Als coach is hij een kampioe
nenmaker.
Zijn club, sinds 25 jaar Kenamju, bevindt
zich aan de top. Daar, in Haarlem, 'verkoopt'
hij judo als een groepsgebeuren en als amuse
ment. Tweeduizend toeschouwers bij een
clubwedstrijd in de Europa Cup; uniek voor
judo in Nederland.
Belangstelling
En langs de zijlijn, maar in het middelpunt
van de belangstelling, loopt dan Cor van der
Geest. Hij jut de toeschouwers op, hij maant
ze tot stilte. Alles in woord en gebaar.
„Ik wil show, ik wil binding met het publiek.
Wat moet ik met twee coaches die als zout
zakken langs de mat zitten? Ik laat me gaan
en de mensen vinden het prachtig. Maar ik
Cor van der Geest (rechts) vertelt Atlanta-ganger Claudia Zwiers (midden) hoe ze haar tegenstandster vast moet pakken.
foto martin mooij
doe het niet voor mezelf, hè. Ik doe het voor
de sporters."
En iedere dag weer is bij Kenamju saamho
righeid een toverwoord.
Maar buiten de muren van zijn sportschool,
buiten de hechte kring van de nationale vrou
wenselectie, oogst Van der Geest eerder af
keer dan sympathie. Bij veel van zijn collega's
tenminste.
Chris de Korte is een topcoach in Nederland,
trainer van de Olympische judoka's Angeli-
que Seriese en Mark Huizinga. Met Van der
Geest wisselt hij geen woord.
Peter Ooms was een topcoach in Nederland,
trainer van onder anderen Monique van der
Lee. Ooms en Van der Geest pasten zelden
door één deur.
Willem Visser is de bondscoach van de man
nen. Hij en Van der Geest negeren elkaar.
Windmolens
En terwijl de sporters de afgelopen jaren
prestaties van wereldformaat leverden, ver
dween iedere ippon in de diepe schaduw van
de Hollandse rellerigheid. „Ik slijt snel," zegt
Van der Geest. Dat komt omdat hij hard
werkt, maar ook omdat hij vecht op een pad
vol windmolens.
Hij zoekt zijn woorden voorzichtig, omdat hij
vindt dat de judosport aan de vooravond van
Atlanta niet gebaat is bij nieuwe rellen. Op de
Spelen namelijk moet aan het volk thuis voor
de buis het sportieve aspect worden getoond.
Moeten de sporters worden aangesproken op
hun resultaten, niet op vetes tussen hun trai
ners. „Maar na Atlanta," zegt Van der Geest,
„dan moet het afgelopen zijn met deze krank
zinnige situatie." Dan is het tijd voor de cul-
tuuromslag. Maar ach, dat riep hij vier jaar
geleden ook.
„In 1992 was mijn hoogste doel het bijeen
brengen van de cp^ches. Ik ben zelf ook club
trainer, weet hoe het voelt om een pupil dage
lijks te begeleiden en vervolgens bij een be
langrijk toernooi te moeten afstaan aan de
bondscoach. Maar van mij hoefde dat niet.
Angelique Seriese wordt straks in Atlanta be
geleid door Chris de Korte, haar clubtrainer.
Hij zit op de stoel langs de mat. Met Peter
Ooms en Monique van der Lee deed ik het
zelfde. Toch bleven de problemen. Ik heb ge
merkt dat er in de judowereld geen enkele
brug naar samenwerking is te slaan."
„Hoe het komt? Het is allemaal te doen om
macht en jaloezie. Allemaal politiek. Ga naar
zo'n coach toe en vraag of hij jaloers is op de
resultaten van Kenamju. Natuurlijk zegt hij
nee. Maar ik voel het wel zo, al is dat onder
huids. Ik kan niets hard maken. Dat frusteert
me verschrikkelijk. Bij geen van de trainers
bestaat de behoefte kennis of informatie uit te
wisselen. Want waarom zou je een ander ster
ker maken? Ik doe dat wel. Op een groot toer
nooi geef ik de andere coaches mijn mening
over de tegenstander. Ik vertel ze hoe ik het
zou aanpakken. Wat ze daar ook van vinden,
wat ze er ook mee doen. Toch blijven ze kat
ten."
„Ik wilde een cultuuromslag, maar die doel
stelling is faliekant mislukt. De sfeer is alleen
maar slechter geworden. We zijn allemaal
vakmannen met onze eigen aanpak en kermis,
maar communicatie vindt niet plaats. De
sporters zijn de slachtoffers. En de sport zelf.
Want judo is in Nederland een kleine sport,
maar had zonder al die rellen een middelgro
te kunnen zijn. Dat zijn hele trieste zaken."
Ergernis
In vgql rellen is Cor van der Geest zelf echter
de centrale man. Zijn gedrag, meestal luid
ruchtig, blijft voor een aantal coaches een
voorname bron van ergernis.
Diverse malen is hij daarvoor 'aangeklaagd'
bij de bond. „Ik ga wel eens te ver. Dat weet
ik. Maar het feit dat ik een schreeuwerd ben,
vind ik geen reden om me te bekritiseren. Dat
is zo ongenuanceerd. Ik kan vaak niets met de
kritiek. Kijk, als ze zeggen dat ik niet deug als
trainer, dat ik mijn werk niet goed doe, dat de
inhoud van mijn trainingen niet goed is, daar
zou ik iets mee kunnen. Dat is gefundeerde
kritiek. Maar die heb ik nooit te horen gekre
gen."
„En ik wijs keihard naar zaken die ik heb be
reikt. In 1992 begon ik met een selectie van
veertien dames. Nu staan er vaak vijftig op de
mat. De sfeer in de ploeg is veel beter gewor
den. De resultaten zijn omhoog gegaan. Met
de vrouwenploeg hebben we de Europese titel
voor landenteams gewonnen. We hebben de
afgelopen jaren verschrikkelijk veel medail
les behaald. Dat zijn allemaal zaken, die ze
mij nooit meer afpakken."
Zeeman
Een loopbaan als toptrainer had hij 25 jaar
geleden niet voor ogen. Zeeman worden leek
zijn roeping, maar bleek dat door chronische
zeeziekte niet te zijn. En van judo had Van
der Geest al bijna afstand genomen, toen hij
werd opgeroepen voor militaire dienst. „Daar
ben ik weer gaan judoën. Je kreeg er namelijk
vrij voor."
Via een 'baan' als judoleraar van een speel
tuinvereniging in Haarlem kwam hij uitein
delijk toch voor een leven lang op de tatami
terecht. „Ik wilde met mensen omgaan. Met
judoka's heb je ontzettend nauw contact. Dat
is een verschrikkelijk mooi aspect van de
sport. Misschien wel het belangrijkste. Dag in
dag uit met die judoka's werken. En niet op
zo'n manier dat ze bij mij aan het handje lo
pen. Ik wil onafhankelijke sporters. Mensen,
die straks niet gemankeerd de maatschappij
instappen."
Niet alleen de prestaties zorgen voor de ener
gie die hij nodig heeft. Binnen Kenamju pre
dikt hij bovenal de saamhorigheid. Judo als
groepsgebeuren. „Ik heb eens een judoka ge
had die meer individueel wilde trainen. Ik zei:
'Kom morgen om twaalf uur maar terug'.
'Maar dan is er niemand', zei hij. 'Precies,
maar je wilt toch alleen trainen', was mijn
antwoord. Judoën kun je niet alleen doen. Je
hebt altijd iemand nodig om vast te pakken."
„Bovendien wil ik dat mijn judoka's respect
hebben voor elkaar. Als er iemand van de
ploeg op de mat staat, moeten de anderen toe
kijken, aanmoedigen. En niet met de rug naar
de mat toe op de tribune zitten praten, zoals
ik nog wel eens zie."
„Binnen de club heb ik voor iedereen oog.
Niet alleen voor de mensen die successen boe
ken, nee, voor iedereen. En ik wil dat alle
sporters respect voor elkaar hebben."
Vrouwenselectie
Tegelijk zorgen de topprestaties voor de voe
dingsbodem die hij nodig heeft. „Met Ke
namju werden we steeds beter. Vijf of zes jaar
geleden werden we voor het eerst Nederlands
kampioen, nu hebben we veruit de beste club.
Met de vrouwenselectie wil ik hetzelfde:
steeds beter worden. Hoe ik aan die drang
kom? Laat er een psycholoog op los, en hij zal
zeggen dat ik het allemaal doe, omdat ik als
sporter zelf geen topper was. Misschien zit
daar iets in."
Atlanta moet een volgend hoogtepunt wor
den. Hij reist af met zes judoka's, van wie er
vier - Jessica en Jenny Gal, Tamara Meijer en
Claudia Zwiers - uit zijn eigen sportschool
komen. Seriese is een pupil van De Korte uit
Rotterdam, Karin Kienhuis traint bij Jur
Raatjes in Groningen. In de mannenselectie is
Ben Sonnemans namens Kenamju vertegen
woordigd. De Nijmeegse bondscoach Willem
Visser heeft verder de leiding over Patrick
Klas (Jan Joosen, Tilburg), Mark Huizinga
(De Korte) en zijn clubpupil Danny Ebbers.
Over medaillekandidaten laat Van der Geest,
wiens contract na de Spelen afloopt, zich niet
uit.
„Tamara Meijer is pas zeventien, een gewel
dig talent, maar op deze Olympische Spelen
zal ze vooral veel moeten leren. Maar verder
ga ik niet in op de kansen. Als ik nu twee me
daillekandidaten bij naam noem, sla ik er in
één adem meteen drie over." En dat past nu
eenmaal niet in zijn denkwijze.
Een dag in Rosmalen, vijf weken voor het begin van de Olympische Spelen.
Op het Autotron spelen tennissers om punten, geld en een bokaal. De zon
brandt behaaglijk, het is half zo warm als straks in Atlanta. Lekker warm
dus, voor een zoektocht naar de olympische droom.
Door Jaap Bakker
Hoe het is met zijn At-
lanta-gevoel? Jan Sie-
merink is even verrast
door die vraag.
„Want ik ben hier ei
genlijk op zoek naar
het grasgevoel. Na
Wimbledon komt het
Atlanta-gevoel," ver
klaart Siemerink. Dat ant
woord klinkt misschien vreemd in de oren
van atleten die al maanden, of zelfs jaren pijn
lijden om straks in Amerika zo snel en sterk
mogelijk te zijn.
Of van turnsters die zich omwille van de
Olympische Droom iedere dag opnieuw in
vreemde bochten wringen. Of van zwemmers.
Zij tikken aan en zwemmen terug, elke och
tend opnieuw, voor dag en dauw, met de vijf
olympische ringen in het achterhoofd.
Maar in de wondere wereld van het tennis is
het antwoord van Jan Siemerink doodge
woon. Tennissers spelen vandaag in Rosma
len, volgende week in Halle, daarna op Wim
bledon. En als een olympisch weekje hen
schikt en ze hebben terloops met een aardige
prestatie toch al aan de kwalificatie-eisen
voldaan, ach, dan is Atlanta misschien best
aardig.
Geschiedenis
Stanley Franker, directeur sportief van de va
derlandse tennisbond, zegt deze ochtend:
„Als winnaar kan je op de Olympische Spelen
toch geschiedenis schrijven." Paul Haarhuis
zegt: „Wie weet nog dat Mare Rosset vier jaar
geleden olympisch tenniskampioen is gewor
den? Niemand toch? Maar dat Ellen van Lan-
gen in Barcelona op de 800 meter goud heeft
gewonnen, is bij iedereen bekend. Tennis
heeft op de Spelen nu eenmaal geen traditie."
Voor tennissers heeft een olympisch toernooi
nog meer nadelen. Ze kunnen twee weken
niet voldoen aan contractuele verplichtingen
met sponsors, er zijn geen punten voor de we
reldranglijst te verdienen en een mooi bedrag
levert een knappe prestatie ook al niet op.
„Ach, dat gezeur altijd over centen. Er is echt
geen tennisser in de top honderd die zich door
het prijzengeld laat leiden," verzucht Sieme
rink. „Alles draait om de punten die we in een
toernooi kunnen behalen. Wij rekenen zelfs in
punten," vult Krajicek aan.
En omdat die punten heilig zijn, gaat bijvoor
beeld Sjeng Schalken niet naar Atlanta. „Ik
heb net een stabiele plaats op de ranglijst.
Dat wil ik zo houden. Atlanta past gewoon
niet in mijn programma. Toch is het geen keu
ze die ik zomaar even heb gemaakt, ik wil na
melijk absoluut een keer meedoen aan de
Olympische Spelen. Dat moet dan maar over
vier jaar, in Sydney," vertelt hij.
'Verrassing
De middag in Rosmalen heeft een verrassing.
Op een persconferentie vertelt Paul Haarhuis
dat als zijn dubbelmaatje Jacco Eltingh niet
naar de Spelen gaat, hij ook van deelneming
Jacco Eltingh beschouwt Atlanta wel als meer dan een tussendoortje: „De Spelen wil ik
voor geen goud missen.foto anp
afziet. Pas twee weken lat.er, na zijn neder
laag op de openingsdag van Wimbledon tegen
de Zweed Thomas Johansson, geeft Eltingh
definitief aan ook te willen. „De Spelen wil ik
voor geen goud missen," zegt hij zelfs.
„Gelukkig maar, want zonder Jacco naar At
lanta gaan, zou voor mij weinig zin gehad
hebben," aldus Haarhuis. „We staan samen al
jaren aan de top en willen op de Spelen onze
erelijst compleet maken. Ik zou er weinig voor
gevoeld hebben om daar een beetje als outsi
der rond te lopen." Maar de Olympische ge
dachte dan? „Dat meedoen belangrijker is
dan winnen? Die gedachte is volledig achter
haald." Thomas Muster is niet in Rosmalen
aanwezig, maar spreekt juist deze dag ook al
woorden die er niet om liegen. „Tennis hoort
niet op de Olympische Spelen thuis," zegt de
Oostenrijker. „De Spelen zijn voor traditio
nele sporten als zwemmen en atletiek. Voor
sporters in die disciplines is Atlanta een
hoogtepunt waar ze vier jaar naar hebben
toegewerkt. Wij hebben onze eigen belangrij
ke prijzen."
Tickets
Eerder op de dag had Stanley Franker al ver
teld: „Michael Stich gaat ook niet. Vier jaar
geleden won hij met Boris Becker de finale in
het dubbelspel en de Duitse media hadden in
Barcelona alleen nog maar oog voor tennis.
Daar baalden de andere Duitse sporters van.
Stich kon dat wel begrijpen en blijft daarom
deze keer weg." Evenals Becker trouwens.
Net als Schalken, Siemerink, Haarhuis, El
tingh en de vrouwen Schultz en Bollegraf
heeft Richard Krajicek voldaan aan de olym
pische kwalificatie-eisen. Stanley Franker
heeft voor zowel de vrouwen als mannen drie
tickets te vergeven, maar de verdeling ervan
zal hem geen hoofdbrekens bezorgen. Ook
Krajicek hoeft namelijk geen accreditatie op
zijn naam te hebben.
Over het waarom laat Krajicek zich door
gaans voorzichtig uit, maar tijdens het ten
nistoernooi in Antwerpen, in februari van dit
jaar, liet hij zich dezelfde woorden ontvallen
als Muster: 'de Spelen zijn er voor atleten,
zwemmers, noem maar op'.
„Ik zal binnenkort eens een gulden in de lucht
gooien. Kop of munt, kijken of ik ga," sprak
Krajicek in België bovendien weinig eerbie
dig.
Die dag in Rosmalen, vijf weken voor de Spe
len, weet van de Nederlandse mannen dus al
leen Siemerink zeker dat hij straks gebruik
maakt van het olympische tussendoortje. Van
een woord met zo'n negatieve lading wil de
tennisser zelf, net als Stanley Franker, overi
gens niets weten.
„Het is inderdaad zo dat de tijd voor een
voorbereiding ontbreekt, maar tennis is abso
luut een volwaardige olympische sport,"
vindt de directeur. „Een finale tussen Sam
pras en Agassi zal op televisie waarschijnlijk
beter worden bekeken dan bijvoorbeeld de
volleybalfinale."