ziek' Atlanta 96 Olympisch toernooi als tussendoortje 1956 Bondscoach Cor van der Geest gelooft in Olympisch judoweekje zonder rellen Bij tennissers komt het Atlanta-gevoel na het grasgevoel pESTEM 2 JULI 1996 let als met honden en kinde- goed opvoeden, consequent kken. Dat is niet altijd even de ene dag anders dan de ouwens ook hoor. Ik ben ook c, kan soms behoorlijk cha- t me menselijk. Als Bonfire n mij om hem toch te stimu- laat blijken dat hij zijn best len, heb ik dat ook meteen e wat-ie kan en dat geeft mij oei. Het uiteindelijke doel is n een paard zo stabiel moge- moet wel weten wat ik aan Leerzaam ven geeft achteraf toe dat zij Et van de periode, waarin zij risco werkte. Op de Olympi- Seoul ('88) werd zij met het 26e in de individuele rang- 990 koos zij definitief voor rppel, waarmee de blondine n van Barcelona een vierde en later wereldkampioene Idbeker veroverde, was ik wel té vaak té kwaad et het cryptisch uit de mond die na Seoul '88 in zee ging ben vrijwel altijd een wolk igheid boven de pistes han- fers die de officials voor de le sportarena's geven, zijn de 'erdeeld. Of het nu om kunst- aats, turnen of dressuur gaat. Junsven, die toegeeft zelf ook te hebben gehad met jury- er soms best sprake van 'po- 1 woord fraude neemt zij niet Verstand van sport heb je mensen die ten schieten of die juist vrien- zijn. En dat kan wel eens (bepaalde besluiten of beoor- is Indoor Brabant vond ik dat e muziek van de Stones en de toen aanwezige Olympische |:d gewaardeerd. Het was ook (lisschien was de dressuurwe- aan zoiets vernieuwends. Ik vanuit dat in de jury mensen Istand van hebben, anders kan ed mee ophouden. In de ring Iiaties geleverd, daar moet het in." ssuurwereld een voordeel om pante, blonde vrouw uit te zien jen Duitse politieman in uni- |per Klaus Balkenhol te zijn? i," roept Anky van Grunsven. rereld lopen hele mooie vrou- Iens ook hele mooie mannen nummer 1 zullen worden. Na- rzorgd uiterlijk hoort bij deze is geen modeshow. Het gaat Ih om de prestatie van mens en e oogst. De interesse van tien- iianse universiteiten, die het ereldtalent graag in de zwem- villen opnemen, was aange- de plaatselijke universiteit op de stoep. De zwemmer kan ;oed herinneren en lacht op- met hem naar een training van earn van de universiteit ge- met allerlei aanbiedingen op 1 cheergirlsl Ja, hij vroeg of ik oeten. Ze zijn aan me voorge- lingen was Van den Hoogen- r de indruk. Van de cheergirls end: „Ik heb al een vriendin, niet leuk vinden als ik naar Maaiveld hij geprezen en gewaardeerd, Amerikanen zijn jaloers op nt, maar in Nederland steekt nnelijk dat een ventje van PSv )reken naar de wereldtop. Van id: „Hier moet iedereen gelijk kop boven het maaiveld uit- ze hem er meteen af. Daar baal an." e zwemmers. De verhoudingen goed. Er is geen jaloezie. Al- ik merk. Maar de buitenwacht ire dingen vertellen. Mijn oma e fan. Ze was laatst bij de NK it op de tribune en hoorde daar en. Ouders van andere zwem mensen roddelden aan de lo er mij. Mijn prestaties lijden er egendeel. Maar van al die rod el eens doodziek. Ach, het is ty- ïds, die eeuwige drang naarni- oen maar." *1 '099' DINSDAG 2 JULI 1996 E5 m .A. 1S1 OLYMPIC GAMLS Zomerspelen: Melbourne, 22 november-8 december. 17 Sporten, 67 landen, 3337 deelnemers on der wie 375 vrouwen. Geen Nederlandse medailles (boycot). Paardensport: Stockholm, 10-17 juni. «Winterspelen: Cortina (I), 26 januari-5 fe- bruari. 32 Landen, 820 deelnemers, 132 vrouwen. Het leek een vlucht van het IOC. Voor het eerst gingen de Spelen down under, toevallig net in een tijd dat het noorde lijk halfrond verkilde in de Koude Oor- 7, log. Duitsland spleet doormidden, in Korea werd gevochten en China zat in de greep van de revolutie. De Chinese deelneming verliep als een klucht: uitnodigingen gingen naar zo- r wel het communistisch als het nationa- I listische regime. De communisten zei den meteen ja, waarop de nationalisten aanvankelijk weigerden, maar hun be sluit terugdraaiden. Waarop ook de ,|n communisten alsnog op hun beslissing terugkwamen,' en hun tickets ver scheurden, maar in hun vuistje lachten toen Melbourne bij de opening de ver keerde vlag liet wapperen. Meer zat het IOC met de Russen in haar maag. Volgens het reglement moesten sporters amateurs zijn, en mocht het nationale Olympisch Comité geen regeringsinvloed toestaan. Alsof "Rusland geen beroepssporters klaar- stoomde in Robocop-laboratoria, en een comité ongemoeid liet! Toen de USSR zelf ook nog met eisen kwam (een hoofdzetel in het IOC, plus erkenning van Russisch als Olympische taal), werd toetreding geweigerd, waar op de Russen snel eieren voor hun geld kozen. Desondanks bleef het woelig. Door de strijd om het Suez-kanaal trokken Egypte, Irak en Libanon zich terug; na de Russische inval in Hongarije- beslo ten Nederland, Zwitserland en Spanje tot een boycot. Pijnlijk voor de vijf Hol landse atleten, die al waren afgereisd, en nog pijnlijker voor iedereen, toen bleek dat Hongarije zelf wèl meedeed. Toen het Hongaarse waterpolo-team in de halve finale tegen Rusland moest, werd de wedstrijd gestaakt wegens een vechtpartij tussen de spelers. De stapel aanvraagformulieren voor politiek asiel, die Australië had klaarliggen, bleek evenmin een luxe. Anderzijds waren er ook voorbeelden van verbroedering. Zo pinkte de sport wereld een traantje weg toen in maart je '57 de Amerikaan Connolly (hamer slingeren) het ja-woord kreeg van de Tjechische discuswerpster Olga Fikoto- va. Maar toen wisten we ook nog niet dat het paar in '73 weer zou scheiden. Brokken rezen in vele kelen bij de slui tingsceremonie. Massaal verlieten de atleten hun nationale vlaggen om dwars door elkaar hand-in-hand of om helzend te eindigen in zang en dans. Daarmee maakte Melbourne heel wat organisatie-flaters goed. De specie van de stadions was nog nat bij de start. En ondanks hevige protesten bleef de re gering vasthouden aan strenge quaran taine-eisen voor paarden waardoor - te gen alle regels in - deze tak van sport werd losgeweekt van de rest en een half jaar eerder in Stockholm plaats vond. Maar ook de Winterspelen hadden een opstootje: bij de binnenkomst in het stadion viel fakkeldrager Guido Coro- ho. De vlam bleef echter branden en de Spelen gingen door. Opmerkelijk verliep de tien kilometer hardlopen voor mannen. Goud ging tiaar Rusland door een bizarre tactiek van Vladimir Kutz, die tegenstander jhfte (Engeland) op het verkeerde heen zette: hij viel halverwege terug op een wandeltempo. Quichotte' op medaillejacht Hij had een hoofd vol mooie gedach ten. Cor van der Geest werd in 1992 aangesteld als bondscoach van de judovrouwen en wilde in zijn kleine gebied van de grote sportwereld alle neuzen dezelfde kant op krijgen. De Spaanse 'Don Quichotte' was er niets bij. In veel rellen was Cor van der Geest echter de centrale man. Zijn gedrag, meestal luidruchtig, was en blijft voor een aantal coaches een voorna me bron van ergernis. Een andere droom, waarin goede prestaties de hoofdrol speelden, kwam wel uit. Op de mat zijn de vrouwen van Nederland sterk, snel, saamhorig en succesvol. Door Jaap Bakker In Atlanta ligt een Olym pische kroon op vier jaar werk te wachten. Voor minder dan twee medailles -de kleur maakt niet uit - doet vrouwenbonds- coach Cor van der Geest het niet. „Halen we die niet, dan hou ik er mee op." Het is het lot van de coach, beoordeeld wor den op resultaten. Maar Van der Geest, een vijftigjarige Bloemendaler, een spraakma kend persoon in de judowereld, maalt er niet om. Hij doet er gerust een schepje bovenop. „Als we die twee medailles niet pakken, dan duik ik onder. Ik neem het eerste vliegtuig naar huis. Iedereen mag me dan veroordelen, iedereen mag me een slechte trainer vinden." „Want luister," zegt hij, „De winnaar heeft altijd gelijk. Dat is misschien niet zo, maar dat moeten we wel zo houden. Ik vind dat wel aardig." Het is de bravoure, die hem tekent. Van der Geest weet wat hij wil, is wie hij is. Emotio neel, een allemachtige schreeuwerd soms, maar barstensvol bevlogenheid. Als judoka was hij, in de dagen van Wim Ruska, hooguit een subtopper. Als coach is hij een kampioe nenmaker. Zijn club, sinds 25 jaar Kenamju, bevindt zich aan de top. Daar, in Haarlem, 'verkoopt' hij judo als een groepsgebeuren en als amuse ment. Tweeduizend toeschouwers bij een clubwedstrijd in de Europa Cup; uniek voor judo in Nederland. Belangstelling En langs de zijlijn, maar in het middelpunt van de belangstelling, loopt dan Cor van der Geest. Hij jut de toeschouwers op, hij maant ze tot stilte. Alles in woord en gebaar. „Ik wil show, ik wil binding met het publiek. Wat moet ik met twee coaches die als zout zakken langs de mat zitten? Ik laat me gaan en de mensen vinden het prachtig. Maar ik Cor van der Geest (rechts) vertelt Atlanta-ganger Claudia Zwiers (midden) hoe ze haar tegenstandster vast moet pakken. foto martin mooij doe het niet voor mezelf, hè. Ik doe het voor de sporters." En iedere dag weer is bij Kenamju saamho righeid een toverwoord. Maar buiten de muren van zijn sportschool, buiten de hechte kring van de nationale vrou wenselectie, oogst Van der Geest eerder af keer dan sympathie. Bij veel van zijn collega's tenminste. Chris de Korte is een topcoach in Nederland, trainer van de Olympische judoka's Angeli- que Seriese en Mark Huizinga. Met Van der Geest wisselt hij geen woord. Peter Ooms was een topcoach in Nederland, trainer van onder anderen Monique van der Lee. Ooms en Van der Geest pasten zelden door één deur. Willem Visser is de bondscoach van de man nen. Hij en Van der Geest negeren elkaar. Windmolens En terwijl de sporters de afgelopen jaren prestaties van wereldformaat leverden, ver dween iedere ippon in de diepe schaduw van de Hollandse rellerigheid. „Ik slijt snel," zegt Van der Geest. Dat komt omdat hij hard werkt, maar ook omdat hij vecht op een pad vol windmolens. Hij zoekt zijn woorden voorzichtig, omdat hij vindt dat de judosport aan de vooravond van Atlanta niet gebaat is bij nieuwe rellen. Op de Spelen namelijk moet aan het volk thuis voor de buis het sportieve aspect worden getoond. Moeten de sporters worden aangesproken op hun resultaten, niet op vetes tussen hun trai ners. „Maar na Atlanta," zegt Van der Geest, „dan moet het afgelopen zijn met deze krank zinnige situatie." Dan is het tijd voor de cul- tuuromslag. Maar ach, dat riep hij vier jaar geleden ook. „In 1992 was mijn hoogste doel het bijeen brengen van de cp^ches. Ik ben zelf ook club trainer, weet hoe het voelt om een pupil dage lijks te begeleiden en vervolgens bij een be langrijk toernooi te moeten afstaan aan de bondscoach. Maar van mij hoefde dat niet. Angelique Seriese wordt straks in Atlanta be geleid door Chris de Korte, haar clubtrainer. Hij zit op de stoel langs de mat. Met Peter Ooms en Monique van der Lee deed ik het zelfde. Toch bleven de problemen. Ik heb ge merkt dat er in de judowereld geen enkele brug naar samenwerking is te slaan." „Hoe het komt? Het is allemaal te doen om macht en jaloezie. Allemaal politiek. Ga naar zo'n coach toe en vraag of hij jaloers is op de resultaten van Kenamju. Natuurlijk zegt hij nee. Maar ik voel het wel zo, al is dat onder huids. Ik kan niets hard maken. Dat frusteert me verschrikkelijk. Bij geen van de trainers bestaat de behoefte kennis of informatie uit te wisselen. Want waarom zou je een ander ster ker maken? Ik doe dat wel. Op een groot toer nooi geef ik de andere coaches mijn mening over de tegenstander. Ik vertel ze hoe ik het zou aanpakken. Wat ze daar ook van vinden, wat ze er ook mee doen. Toch blijven ze kat ten." „Ik wilde een cultuuromslag, maar die doel stelling is faliekant mislukt. De sfeer is alleen maar slechter geworden. We zijn allemaal vakmannen met onze eigen aanpak en kermis, maar communicatie vindt niet plaats. De sporters zijn de slachtoffers. En de sport zelf. Want judo is in Nederland een kleine sport, maar had zonder al die rellen een middelgro te kunnen zijn. Dat zijn hele trieste zaken." Ergernis In vgql rellen is Cor van der Geest zelf echter de centrale man. Zijn gedrag, meestal luid ruchtig, blijft voor een aantal coaches een voorname bron van ergernis. Diverse malen is hij daarvoor 'aangeklaagd' bij de bond. „Ik ga wel eens te ver. Dat weet ik. Maar het feit dat ik een schreeuwerd ben, vind ik geen reden om me te bekritiseren. Dat is zo ongenuanceerd. Ik kan vaak niets met de kritiek. Kijk, als ze zeggen dat ik niet deug als trainer, dat ik mijn werk niet goed doe, dat de inhoud van mijn trainingen niet goed is, daar zou ik iets mee kunnen. Dat is gefundeerde kritiek. Maar die heb ik nooit te horen gekre gen." „En ik wijs keihard naar zaken die ik heb be reikt. In 1992 begon ik met een selectie van veertien dames. Nu staan er vaak vijftig op de mat. De sfeer in de ploeg is veel beter gewor den. De resultaten zijn omhoog gegaan. Met de vrouwenploeg hebben we de Europese titel voor landenteams gewonnen. We hebben de afgelopen jaren verschrikkelijk veel medail les behaald. Dat zijn allemaal zaken, die ze mij nooit meer afpakken." Zeeman Een loopbaan als toptrainer had hij 25 jaar geleden niet voor ogen. Zeeman worden leek zijn roeping, maar bleek dat door chronische zeeziekte niet te zijn. En van judo had Van der Geest al bijna afstand genomen, toen hij werd opgeroepen voor militaire dienst. „Daar ben ik weer gaan judoën. Je kreeg er namelijk vrij voor." Via een 'baan' als judoleraar van een speel tuinvereniging in Haarlem kwam hij uitein delijk toch voor een leven lang op de tatami terecht. „Ik wilde met mensen omgaan. Met judoka's heb je ontzettend nauw contact. Dat is een verschrikkelijk mooi aspect van de sport. Misschien wel het belangrijkste. Dag in dag uit met die judoka's werken. En niet op zo'n manier dat ze bij mij aan het handje lo pen. Ik wil onafhankelijke sporters. Mensen, die straks niet gemankeerd de maatschappij instappen." Niet alleen de prestaties zorgen voor de ener gie die hij nodig heeft. Binnen Kenamju pre dikt hij bovenal de saamhorigheid. Judo als groepsgebeuren. „Ik heb eens een judoka ge had die meer individueel wilde trainen. Ik zei: 'Kom morgen om twaalf uur maar terug'. 'Maar dan is er niemand', zei hij. 'Precies, maar je wilt toch alleen trainen', was mijn antwoord. Judoën kun je niet alleen doen. Je hebt altijd iemand nodig om vast te pakken." „Bovendien wil ik dat mijn judoka's respect hebben voor elkaar. Als er iemand van de ploeg op de mat staat, moeten de anderen toe kijken, aanmoedigen. En niet met de rug naar de mat toe op de tribune zitten praten, zoals ik nog wel eens zie." „Binnen de club heb ik voor iedereen oog. Niet alleen voor de mensen die successen boe ken, nee, voor iedereen. En ik wil dat alle sporters respect voor elkaar hebben." Vrouwenselectie Tegelijk zorgen de topprestaties voor de voe dingsbodem die hij nodig heeft. „Met Ke namju werden we steeds beter. Vijf of zes jaar geleden werden we voor het eerst Nederlands kampioen, nu hebben we veruit de beste club. Met de vrouwenselectie wil ik hetzelfde: steeds beter worden. Hoe ik aan die drang kom? Laat er een psycholoog op los, en hij zal zeggen dat ik het allemaal doe, omdat ik als sporter zelf geen topper was. Misschien zit daar iets in." Atlanta moet een volgend hoogtepunt wor den. Hij reist af met zes judoka's, van wie er vier - Jessica en Jenny Gal, Tamara Meijer en Claudia Zwiers - uit zijn eigen sportschool komen. Seriese is een pupil van De Korte uit Rotterdam, Karin Kienhuis traint bij Jur Raatjes in Groningen. In de mannenselectie is Ben Sonnemans namens Kenamju vertegen woordigd. De Nijmeegse bondscoach Willem Visser heeft verder de leiding over Patrick Klas (Jan Joosen, Tilburg), Mark Huizinga (De Korte) en zijn clubpupil Danny Ebbers. Over medaillekandidaten laat Van der Geest, wiens contract na de Spelen afloopt, zich niet uit. „Tamara Meijer is pas zeventien, een gewel dig talent, maar op deze Olympische Spelen zal ze vooral veel moeten leren. Maar verder ga ik niet in op de kansen. Als ik nu twee me daillekandidaten bij naam noem, sla ik er in één adem meteen drie over." En dat past nu eenmaal niet in zijn denkwijze. Een dag in Rosmalen, vijf weken voor het begin van de Olympische Spelen. Op het Autotron spelen tennissers om punten, geld en een bokaal. De zon brandt behaaglijk, het is half zo warm als straks in Atlanta. Lekker warm dus, voor een zoektocht naar de olympische droom. Door Jaap Bakker Hoe het is met zijn At- lanta-gevoel? Jan Sie- merink is even verrast door die vraag. „Want ik ben hier ei genlijk op zoek naar het grasgevoel. Na Wimbledon komt het Atlanta-gevoel," ver klaart Siemerink. Dat ant woord klinkt misschien vreemd in de oren van atleten die al maanden, of zelfs jaren pijn lijden om straks in Amerika zo snel en sterk mogelijk te zijn. Of van turnsters die zich omwille van de Olympische Droom iedere dag opnieuw in vreemde bochten wringen. Of van zwemmers. Zij tikken aan en zwemmen terug, elke och tend opnieuw, voor dag en dauw, met de vijf olympische ringen in het achterhoofd. Maar in de wondere wereld van het tennis is het antwoord van Jan Siemerink doodge woon. Tennissers spelen vandaag in Rosma len, volgende week in Halle, daarna op Wim bledon. En als een olympisch weekje hen schikt en ze hebben terloops met een aardige prestatie toch al aan de kwalificatie-eisen voldaan, ach, dan is Atlanta misschien best aardig. Geschiedenis Stanley Franker, directeur sportief van de va derlandse tennisbond, zegt deze ochtend: „Als winnaar kan je op de Olympische Spelen toch geschiedenis schrijven." Paul Haarhuis zegt: „Wie weet nog dat Mare Rosset vier jaar geleden olympisch tenniskampioen is gewor den? Niemand toch? Maar dat Ellen van Lan- gen in Barcelona op de 800 meter goud heeft gewonnen, is bij iedereen bekend. Tennis heeft op de Spelen nu eenmaal geen traditie." Voor tennissers heeft een olympisch toernooi nog meer nadelen. Ze kunnen twee weken niet voldoen aan contractuele verplichtingen met sponsors, er zijn geen punten voor de we reldranglijst te verdienen en een mooi bedrag levert een knappe prestatie ook al niet op. „Ach, dat gezeur altijd over centen. Er is echt geen tennisser in de top honderd die zich door het prijzengeld laat leiden," verzucht Sieme rink. „Alles draait om de punten die we in een toernooi kunnen behalen. Wij rekenen zelfs in punten," vult Krajicek aan. En omdat die punten heilig zijn, gaat bijvoor beeld Sjeng Schalken niet naar Atlanta. „Ik heb net een stabiele plaats op de ranglijst. Dat wil ik zo houden. Atlanta past gewoon niet in mijn programma. Toch is het geen keu ze die ik zomaar even heb gemaakt, ik wil na melijk absoluut een keer meedoen aan de Olympische Spelen. Dat moet dan maar over vier jaar, in Sydney," vertelt hij. 'Verrassing De middag in Rosmalen heeft een verrassing. Op een persconferentie vertelt Paul Haarhuis dat als zijn dubbelmaatje Jacco Eltingh niet naar de Spelen gaat, hij ook van deelneming Jacco Eltingh beschouwt Atlanta wel als meer dan een tussendoortje: „De Spelen wil ik voor geen goud missen.foto anp afziet. Pas twee weken lat.er, na zijn neder laag op de openingsdag van Wimbledon tegen de Zweed Thomas Johansson, geeft Eltingh definitief aan ook te willen. „De Spelen wil ik voor geen goud missen," zegt hij zelfs. „Gelukkig maar, want zonder Jacco naar At lanta gaan, zou voor mij weinig zin gehad hebben," aldus Haarhuis. „We staan samen al jaren aan de top en willen op de Spelen onze erelijst compleet maken. Ik zou er weinig voor gevoeld hebben om daar een beetje als outsi der rond te lopen." Maar de Olympische ge dachte dan? „Dat meedoen belangrijker is dan winnen? Die gedachte is volledig achter haald." Thomas Muster is niet in Rosmalen aanwezig, maar spreekt juist deze dag ook al woorden die er niet om liegen. „Tennis hoort niet op de Olympische Spelen thuis," zegt de Oostenrijker. „De Spelen zijn voor traditio nele sporten als zwemmen en atletiek. Voor sporters in die disciplines is Atlanta een hoogtepunt waar ze vier jaar naar hebben toegewerkt. Wij hebben onze eigen belangrij ke prijzen." Tickets Eerder op de dag had Stanley Franker al ver teld: „Michael Stich gaat ook niet. Vier jaar geleden won hij met Boris Becker de finale in het dubbelspel en de Duitse media hadden in Barcelona alleen nog maar oog voor tennis. Daar baalden de andere Duitse sporters van. Stich kon dat wel begrijpen en blijft daarom deze keer weg." Evenals Becker trouwens. Net als Schalken, Siemerink, Haarhuis, El tingh en de vrouwen Schultz en Bollegraf heeft Richard Krajicek voldaan aan de olym pische kwalificatie-eisen. Stanley Franker heeft voor zowel de vrouwen als mannen drie tickets te vergeven, maar de verdeling ervan zal hem geen hoofdbrekens bezorgen. Ook Krajicek hoeft namelijk geen accreditatie op zijn naam te hebben. Over het waarom laat Krajicek zich door gaans voorzichtig uit, maar tijdens het ten nistoernooi in Antwerpen, in februari van dit jaar, liet hij zich dezelfde woorden ontvallen als Muster: 'de Spelen zijn er voor atleten, zwemmers, noem maar op'. „Ik zal binnenkort eens een gulden in de lucht gooien. Kop of munt, kijken of ik ga," sprak Krajicek in België bovendien weinig eerbie dig. Die dag in Rosmalen, vijf weken voor de Spe len, weet van de Nederlandse mannen dus al leen Siemerink zeker dat hij straks gebruik maakt van het olympische tussendoortje. Van een woord met zo'n negatieve lading wil de tennisser zelf, net als Stanley Franker, overi gens niets weten. „Het is inderdaad zo dat de tijd voor een voorbereiding ontbreekt, maar tennis is abso luut een volwaardige olympische sport," vindt de directeur. „Een finale tussen Sam pras en Agassi zal op televisie waarschijnlijk beter worden bekeken dan bijvoorbeeld de volleybalfinale."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 25