TOUR
Zabel, een zelfverzekerde realist
Jeroen Blijlevens der^t aan meer dan Den Bosch alleen
'Onder ideale omstandigheden kan alleen een super-Cipollini me kloppen'
DE STEM
CARBON
De racefiets heeft zich de
afgelopen decennia in een
recordtempo ontwikkeld. In
de eerste jaren van de Tour de
France kronkelden de
reservebanden als slangen
over de schouders van de
wielerhelden. En de fiets
zelf.,.oerdegelijk. Het tover
woord voor de huidige
generatie: carbonfiber.
NEDERLANDSE
RITWINNAARS
Jeroen Blijlevens is deze dagen
een druk bezet mannetje. De
coureur met de grootste kans op
een Nederlands dagsucces geeft
tussen het trainen en koersen
door het ene na het andere
interview weg. Dat is soms ver
moeiend, maar 'Jerommeke' wil
niet klagen. „Want wanneer
geen enkele journalist meer met
me wil praten, is het nog veel
slechter met me gesteld," stelt
hij laconiek.
30 juni is niet alleen de dag van de EK-finale in Engeland. Het is
ook de datum waar wielerminnend Nederland al maanden naar uit
kijkt. In de Tour-etappe Den Bosch-Den Bosch zullen dan alle ogen
gericht zijn op Jeroen Blijlevens. Dat de Brabander snel is, weet
inmiddels iedereen. Dat de concurrentie moordend is, ook. Erik
Zabel (vorig jaar goed voor twee Tour-etappes) is misschien wel de
gevaarlijkste kaper op de kust. En niet alleen omdat de (voormalige
Oost-)Duitser nog een appeltje te schillen heeft met Jerommeke.
DE STEM
FRAME-VORM
De racefiets heeft zich
afgelopen decennia in
recordtempo ontwikkelt
de eerste jaren van de Toi
France kronkelden d
reservebanden als slanf
over de schouders van de
lerhelden. Van tijdritfie
was geen sprake.
Nu gelden de wetten vaij
aërodynamica.
Nederlandse
dragers van
gele trui
DINSDAG 25 JUNI
1996 E;
'Alles afstemmen op de Tour is link
Carbon maakt de racefiets steeds lich
ter. FOTOTONVANDEMEULENHOf
Door John Graat
Misschien wel de meest revolutionaire
ontwikkeling in de productie van fietsen
is het gebruik van carbonfiber. Eind jaren
tachtig is dit materiaal geïntroduceerd.
Van carbonfiber worden vooral frames en
spaken gefabriceerd. De voordelen zijn le
gio, alleen in de kosten schuilt het nadeel.
De hoge kostprijs heeft alles te maken met
het uiterst gecompliceerde procédé bij de
ontwikkeling.
Hoe dat gaat? De stof carbon wordt uit
olie onttrokken, waarna van dit 'zwarte
goud' draden worden getrokken. Van deze
draden worden matjes gemaakt, die ver
volgens om een teflonbuis worden gespan
nen. Dit gebeurt aan de hand van compu
teranalyses: de buis is dik waar hij sterk
moet zijn en gewichtsbesparend waar het
kan.
De teflonbuis met de matjes wordt vervol
gens in een oven (230 graden) in een mal
gelegd. Daar komt er spanning op de mat
jes, die vervolgens hard worden. De ver
schillende buisjes worden uiteindelijk aan
lugs (verbindingsstukken) gelijmd en dus
niet gelast, omdat 'lassen' de moleculaire
samenstelling van het materiaal beïn
vloedt. Na het lijmen is het frame
klaar.
De voordelen van carbonfiber zijn
evident. Carbonfiber is het stijf
ste, hardste en lichtste materiaal
dat bestaat. Feitelijk is de term
'carbon' dan ook niet juist. Beter
is het te spreken van 'composiet
frames', omdat het materiaal niet
alleen uit carbon bestaat, maar
een compositie is van meerdere
materialen: glasfiber (soepel), kef-
lar (schokbestendig) en carbon (treksterk
te).
Deze combinatie bepaalt de grote voorde
len van composiet-frames:
- het gewicht;
- er treedt geen 'fatigué' (materiaalmoe
heid) op. Staal heeft de eigenschap na een
jaar of vijf in sterkte te verminderen, wat
ook een natuurlijke eigenschap van alu
minium is. Carbon heeft dit niet;
- de sterkte. Een composiet-frame is
tweeëneenhalf keer sterker dan staal en
twee keer sterker dan aluminium.
Het nadeel van carbonfiber is tegelijker
tijd, dat de kans bestaat dat bij een echte
harde klap een scheurtje in de buis ont
staat. Dan is langer gebruik levensgevaar
lijk en het frame dus waardeloos gewor
den. Erik Dekker schat dat ongeveer 25
procent van de Tourrenners op dit mo
ment met carbonframes rijden.
1. Joop Zoetemelk, Gerrie Knetemann,
Jan Raas 10;
4. Jean-Paul van Poppel 9;
5. Jan Janssen 7;
6. Gerben Karstens, Jelle Nijdam 6;
8. Wout Wagtmans, Erik Breukink 4;
10. Wim van Est, Jo de Roo, Rini Wagtmans,
Hennie Kuiper, Henk Lubberding, Bert Oos
terbosch, Johan van der Velde,
Peter Winnen 3;
18, Theo Middelkamp, Antoon van Schendel,
Jan Nolten, Gerrit Voorting, Henk Nijdam,
Cees Priem, Theo Smit, Ad Wijnands, Gerrit
Solleveld, Adrie van der Poel, Steven Rooks 2;
29. Gerrit Schulte, Hans Dekkers, Henk Faan-
hof, Jos Hinsen, Daan de Groot, Huub Zilver
berg, Cees van Espen, Jan Krekels, Leo Duyn-
dam, Henk Poppe, Gerard Vianen, Fedor den
Hertog, Leo van Vliet, Jo Maas, Adrie van
Houwelingen, Frits Pirard, Henri Manders,
Maarten Ducrot, Johan Lammerts, Nico Ver
hoeven, Mathieu Hermans, Gert-Jan Theunis-
se, Frans Maassen, Rob Harmeling, Jeroen
Blijlevens 1.
Door Ad Pertijs
De aandacht voor 'Jeroen
Den Bosch' begint erg gro
te vormen aan te nemen.
De verwachtingen stijgen
evenredig mee. „Bijna
overal wordt mijn naam genoemd als de
Tourstart ter sprake komt. Dat brengt alle
maal maar extra druk met zich mee en dat is
nooit een voordeel. Vorig jaar was die druk
van buitenaf er ook wel, maar stukken min
der dan nu."
Toen bleek hij met die spanning om te kunnen
gaan. Blijlevens won vier etappes in het voor
jaar. De sectici meenden dat hij het later,
wanneer de koersen zwaarder werden, zou
moeten laten afweten, maar Blijlevens snoer
de hen de mond in de vijfde rit van de Tour de
France. Op de boulevard van Duinkerken liet
hij de complete sprintelite minstens eèn fiets-
lengte achter zich. Maar zelfs dat kon nog niet
iedereen overtuigen. Blijlevens: .jErgens ook
wel logisch. 'Misschien is hij wel een eendags
vlieg,' wordt er gedacht. Daarnaast moet je je
in Nederland, zeker in het begin, altijd blij
ven bewijzen."
De TVM-sprinter deed dat trouw, met zijn
ritzege in de Ronde van Spanje als waardige
afsluiting van een indrukwekkend seizoen.
Weinigen hadden vooraf zo'n jaar van hem
verwacht. Ook Blijlevens zelf durfde alleen
maar dromen van een Touretappe-zege, maar
in grote lijnen had hij zijn doorbraak aange
kondigd. „Met mijn beste vriend praat ik re
gelmatig over koersen die ik denk te kunnen
winnen. Hij zegt dat veel van die voorspellin
gen uitkomen. Ook voor dit jaar heb ik hem
verteld waar ik denk te winnen. Maar dat
blijft dus nog even onder ons."
Blijlevens predikt geduld. „Mijn tijd komt
heus wel. Het zit me even niet mee," vertelde
hij dit voorjaar keer op keer, toen na een flit
sende start in Mallorca de volgende zeges uit
bleven. Toch knaagde het lange wachten op
zijn tweede overwinning aan hem. Begin mei
brak de zon eindelijk door. Uitgerekend in
zijn geliefde streek rond Duinkerken won hij
twee etappes in de Vierdaagse. Daarna volg-
Jeroen Blijlevens: „De kracht om ook klassiekers te winnen, zal met de jaren moeten komen.
den nog vijf overwinningen in de Ronde van
Beieren, maar dat was voornamelijk tussen de
amateurs. „Het was wel goed voor het mo
raal," zegt zijn ploegleider Cees Priem.
Blijlevens is volgens hemzelf klaar voor het
grote karwei in Den Bosch. „In grote lijnen is
de tactiek voor de eerste etappes dan ook al
bepaald," zegt Blijlevens. „In de vlakke ritten
rijdt de hele ploeg voor mij. Daarom ook denk
ik dat Priem alsnog Jesper Skibby opstelt.
Jesper heeft de Giro niet kunnen uitrijden,
maar hij komt eraan. Gelukkig maar, want hij
kan ontzettend hard rijden in de finale en
zo'n man heb je nodig om de sprint voor te be
reiden."
Net als bijna alle andere renners en ploegen
strijken Blijlevens en zijn TVM-companen
pas enkele dagen voor de Tour-start neer in
Den Bosch. Het parcours van de openings
etappe Den Bosch-Den Bosch heeft hij nog
niet verkend. „En dat zal ik ook niet meer
doen. De meeste wegen rond Den Bosch ken
ik toch wel uit mijn amateurtijd. We moeten
alleen nog even bekijken waar er dijken lig
gen. Op die stukken mag je je immers door de
wind van opzij niet laten verrassen."
Maar ook al zou hij niet door zijn eigen Bra
bant rijden, dan nog was Blijlevens de strijd
aangegaan zonder verkenning. „Het is een
soort bijgeloof van me geworden. Zelfs de
laatste kilometer wil ik vooraf niet zien. Ik zie
tijdens de finale wel hoe het loopt. Op die ma
nier heb ik steeds al mijn overwinningen be
haald. Ook in de Tour, want die aankomst op
de boulevard was een heel andere dan die van
enkele maanden daarvoor in de Vierdaagse
foto cor vos
van Duinkerken." Den Bosch gokt op Blijle
vens, maar die beseft als geen ander hoeveel
kapers er op de kust liggen. En allemaal zul
len ze even fris aan het vertrek komen. „Ik ge
loof immers niet dat Cipollini ernstig gebles
seerd uit de Giro is gestapt. En ook met Ab-
doesjaparov moet ik ondanks zijn uitvallen in
Italië rekening houden. Daarnaast zie ik An
gel Edo, Massimo Strazzer, Jan Svorada,
Frédéric Moncassin en uiteraard Erik Zabel
als mijn grootste concurrenten in de massa
sprint." Zabel zegt zich nog als de dag van
vandaag te herinneren hoe Blijlevens hem
klopte (zeg maar fopte) in diens eerste sprint
bij de profs. Dat was in de Tour de l'Avenir
van 1993. „En ik weet ook nog hoe boos hij
daarover was," zegt Blijlevens. „Alleen in de
finale ben ik trouwens niet meer op kop geko-
Door Ad Pertijs
En of ik nog weet waar ik Jeroen Blijlevens
voor het eerst zag." Erik Zabel (7 juli
wordt hij 26) denkt er nu met plezier aan
terug. Toen, in het najaar van 1993, kon hij de
Nederlander wel wurgen. „Het was in een etap
pe van de Tour de l'Avenir. We zaten met een
groep voorop en Blijlevens was er ook bij. Later
hoorde ik dat hij die ronde op proef meereed bij
TVM. Ik weet nog goed dat Jeroen de hele dag
geen meter op kop kwam, maar dat hij me op de
streep wel klopte. Heel sluw, maar ik kon er niet
om lachen."
Het was Blijlevens' eerste zege tussen de be
roepsrenners. Een heel belangrijke ook, want hij
hield er een profcontract aan over. Sindsdien
belandden Blijlevens en Zabel regelmatig in el-
kaars vaarwater. Zabel kent ondertussen de
sterke en zwakke punten van de Nederlander.
„In de laatste tweehonderd meter is hij mis
schien wel de snelste van ons allemaal, maar -
en dat is algemeen bekend - de ritten mogen niet
al te zwaar zijn. Hij moet dus soms wel sluw
zijn."
„Maar de ene dag is de andere niet. Ik heb ook
zware finales meegemaakt, waarin Jeroen ge
woon meereed alsof er niets aan de hand was.
Weet je, hij verbaast velen. Ik hoor van Duitse
jongens dat het haast ongelooflijk is hoe hij zich
heeft ontwikkeld. Bij de amateurs was hij ken
nelijk niet zo'n hoogvlieger."
De in Oost-Berlijn geboren Erik Zabel is zelf
een produkt van de DDR-school. „Voor mijn
ontwikkeling als renner was die opleiding heel
belangrijk. Discipline en regelmaat zijn de basis
van waaruit je moet werken. De jeugd in het
westen neemt het daar volgens mij zo nauw niet
mee. Wij reden ons vroeger uit de naad voor een
lintje en een bloementuil. Geld heb ik er nooit
voor gekregen. We waren al tevreden met een
fiets en een trui. Ik hoor nu dat junioren al geld
en allerhande condities eisen; anders rijden ze
niet. Wat moet er van hen terecht komen?" Op
de Oostduitse wielerbanen ontwikkelde Zabel
zijn snelheid, maar het echte vak zegt hij in het
westen, bij de profs, te hebben geleerd. „Er
komt zoveel meer bij kijken dan alleen maar
trainen op zijn Oost-Duits. Ik heb het wereldje
moeten leren kermen, met al zijn gewoontes en
trucjes. Op de baan had ik wel geleerd positie te
kiezen en oog te hebben voor de situatie. Toch
blijft het op de weg bij proberen te leren een
sprint te doorzien. Want ik maak nog steeds fou
ten. Iedere situatie is immers anders. Ik ben nu
wel zover dat ik achteraf weet wat er fout ging
bij een verloren spurt." Zabel is een recht-toe-
recht-aan sprinter. Hij liefst gaat hij de confron
tatie op kracht aan. „Lichtjes berg-op heb ik ze
het liefst. De laatste meters moeten ook weer
niet te steil omhoog lopen, want dan is Baldato
de sterkste. Ik zit qua type sprinter tussen hem
en de rest in. Wanneer alles perfect verloopt,
kan alleen een super-Cipollini me kloppen. Met
de nadruk dus op super, want ik heb hem al
vaak genoeg verslagen." De Duitser won vorig
jaar twee Touretappes (Duinkerken-Charleroi
en Pau-Bordeaux). In de bergen kan hij niet
meer dan aanklampen, maar hij overleeft ze
wel. „Als ik heel goed ben, kan ik in de middel
zware etappes voorin rijden, maar toch is dat
niet voldoende om mee te spelen voor de groene
trui," zegt hij. Zabel stelt niet zijn hele seizoen
men, daarvoor wel. Ik begreep echter
waarom hij zo kwaad was op mij, jjjj
daarvoor al drie of vier keer tweede ga,
den, steeds achter een andere renner. Dieb'
wuste etappe was hij wel zo zeker
van zit
zaak, dat hij hem al zijn zak dacht te hefc
Maar ja, toen kende hij mij nog niet."
De Duitser schat dat Blijlevens een van
snelste coureurs is op de laatste tweehonfe
meter. De Rijenaar wil dat niet tegenspreker
„Qua snelheid is misschien alleen Cipoll»
beter," zegt hij. Sprinters heb je echter in al]
soorten en maten. „Erik Zabel is een comnli
tere renner dan ik. Ook op een lastiger pa
cours kan hij goed uit de voeten. En net al
'Abdoe' krijgt hij zijn kansen na de bergeta-
pes, wanneer veel concurrenten al uit k»
zijn."
Biijlevens zelf was vorig jaar één van b
Wat hem de nodige sneren opleverde. ,Maa
hoeveel renners van mijn leeftijd reden J
Tour wel uit. En hoeveel waren er al nietvoo
mij afgestapt," bijt hij van zich af. „Ikgat»
dit jaar zeker proberen zo lang mogelijk
koers te blijven. Als ik nu al zeg dat ik voort
bergen afstap, kom ik er zeker niet overhee
Als het kaarsje uitgaat, houdt het echter op.'
De tegenwoordig in het Belgische Hoogstra
ten wonende Blijlevens is een sprinter pa
sang. 'Schoenmaker blijf bij je leest', is voor.
lopig zijn lijfspreuk. „Want ik moet meet®
centreren op waar ik goed in ben, en dat zij
de massaspurts van de etappekoersen. I),
kracht om ook klassiekers te winnen, zalt®
de jaren moeten komen." Toch moet hij toege
ven dat het soms moeilijk is om geduldig
blijven. „Ik word steeds sterker en dan wil
wel eens proberen hoever je staat." ZoalsA
jaar toen hij aankondigde een gooi te willet
doen naar de zege in Gent-Wevelgem. Hi
sneuvelde in de laatste kilometers en zij
nieuwe concurrent Tom Steels (niet van it
partij in de Tour) maakte het karwei welal
Zoals hij dat ook al gedaan had in de Omion
Het Volk. Een vergelijking is dan snel ge
maakt. Blijlevens: „Maar dat mag je i
doen. Steels is volgens mij een betere coureai
dan ik. Veel meer een man ook voor de klis
siekers. Buiten de Omloop Het Volk en Gal
Wevelgem heeft hij maar één etappe gev®
nen." Het neemt niet weg dat Blijlevensindi
toekomst ook klassiekers wil winnen, „Heti
immers link voor een sprinter om je heless
zoen op de Tour af te stemmen. Ik merk nu:
dat ik steeds sterker word voor de klassiek#
En dan heb ik het uiteraard over wedstriji
als Gent-Wevelgem en de Omloop HetWJ
De Ronde van Vlaanderen zal altijd te zwi
zijn voor me. Vorig jaar kon ik Gent-Weid
gem niet eens uitrijden, nu haakte ik pas ill
laatste kilometers af. Ik heb weer een stsj
naar voren gemaakt. Het is een kwestie®
geduld hebben. Wie weet lukt het
jaar al wel."
Erik Zabel (op de foto zegevierend in een Tour-etappe van vorig jaar): „Lichtjes berg-op
heb ik de aankomsten het liefst. De laatste meters moeten ook weer niet te steil omhoog
lopen, want dan is Baldato de sterkste. Ik zit qua type sprinter tussen hem en de rest in.
foto cor vos
op de Tour af. „Een sprinter wil het hele jaar
door winnen. Alleen na de Vierdaagse van
Duinkerken (waarin Zabel een rit won, red.) heb
ik twintig dagen rust genomen. Tijdens die pau
ze won ik trouwens wel Rundum Köln." Hij
moet er zelf om lachen. Zabel weet zelf nog al
tijd niet precies hoe hij de zaken moet aanpak
ken.
„Neem het voorjaar. Als je zoals ik een keer Pa
rijs-Tours hebt gewonnen, dan verlang je naar
weer zo'n zege. Man, zo'n klassieker winnen is
veel mooier dan een etappe-zege. Dus probeerde
ik al in de voorjaarsklassiekers goed te zijn.
Maar hoe goed dat ook was, meedoen voor de
ereplaatsen kon ik nog niet. In de Ronde van
Vlaanderen werd ik twintigtste. Dat is niet
slecht, maar wie valt het op? Dus dacht ik: ik
JEROEN BLIJLEVENS
Geboren: 29—12—1971 in Rijen
Woonplaats; Hoogstraten (B)
Prof sinds: 1994
Ploegen; TVM
Totaal aantal zeges; 24
Belangrijkste zeges: Tour-etappe
Faycamp Duinkerken (1995) en Vuel-
ta-etappe Cordoba-Sevilla.
Zeges dit seizoen; 8
(etappes in Ronde van Mallorca, Vier- j
daagse van Duinkerken 2x)en Ronde j
van Beieren 5x).
ERIK ZABEL
Geboren: 7 juli 1970 in Oost—Berlijn
Woonplaats: Fröndenberg (D)
Prof sinds: 1993
Ploegen: Telekom, Deutsche Telekom.
Totaal aantal zeges: 34
Belangrijkste zeges: Parijs-Tours (1994)
Tour-etappes Duinkerken-Charleroi en Pau-Ba-
deaux (1995)
Zeges dit seizoen: 8
(Rundum Köln, Hannover—Berlijn en etappes
Ruta del Sol, Catalaanse wielerweek 3x, Vier
daagse van Duinkerken en Ronde van Luxenv
burg),
rijd ze niet meer, die voorjaarsklassiekers.
aan de andere kant is er die twijfel: misse»
ben ik volgend jaar zoveel sterker dat ik de M'
pers wel tot in de finale kan volgen."
„Kijk maar hoe Jalabert zich heeft onl
Dat houd je toch niet voor mogelijk. Of
Museeuw, voor mij de Kelly van de jarenneg®
tig. En daarvoor had je ook nog Guido Boe»
pi. Allemaal sprinters die hun specialiteit®
legd hebben. Ik denk dat voor ons allema"
tijd komt. De jeugd blijf je op een gegeve:
ment niet meer voor in de massaspurts,
zegt bij de massasprints niet aan de gevare
het vak te denken. „Afkloppen, maar ik W
nooit in een eindsprint gevallen. De risi®s"
len op zich wel mee. Zolang iedereen zich®
aan de spelregels houdt. De eersten overt-
zelden iets. Daarachter loert het gevaat -
gens die op onverantwoorde wijze pr™?
tiende te worden in plaats van twaalfde.1
begrijp me goed. Met de jongeren heb ïkf
problemen. Ze moeten het vak kunnen la®1'
als wij dat gedaan hebben."
Waar hij wel aan denkt, is de geestelijke ®1'
te. „Ik heb nu al vaak het gevoel dat ikte
koersen rijd. Soms ben ik büj dat er een g®
weg is. Dan hoef ik die dag tenminste fl j
sprinten. Dat is puur geestelijke moene
zo'n rustdag ben ik echter weer zo fit en
als wat. Dan moet en zal ik winnen.
Die noodzakelijke prikkel kan ook van M'-j
komen. Zoals in het geval voor de door tl
wonnen Parijs-Tours in 1984. ;,Ik wonö 1
jaar vier etappes in de Tour de l'Avenir. t^l
opmerkingen te horen in de trant van: ku®
sen al die amateurs. En zoiets moeten JJp
niet tegen me zeggen. Het was de ideale
tie om enkele weken later Parijs-Tours
Een op maat gemaakt frame
rap 10.000 gulden. Voor profes
als Erik Dekker doet dat niet ter
FOTO TON VAN DE ME'
Door John Graat
Tijdens de proloog van de Tour de
zullen de coureurs door de stratei
Hertogenbosch vooral op speciale
fietsen' rijden. De fiets waarmee
Indurain vorig jaar op de proppen
is vermaard. De vorm ervan reker
luut af met de zogenaamde 'diamar
die al meer dan honderd jaar wo
bruikt.
Het gaat hierbij om een frame dat
stuk bestaat, als het ware uit één
goten. Dergelijke fietsen zijn 'cust|
de', dat wil zeggen dat ze speciaal
individuele renner helemaal op
maat zijn gemaakt. Dat kost dan
al rap 10.000 gulden.
Voor de professionals doet dat
uiteraard niet ter zake. Zo'n fra
me heeft immers grote voorde
len. Het is helemaal vormgege
ven volgens de wetten van de aë
rodynamica. De voorkant van de
buizen, die dus in de wind komt,
is vier keer zo smal als de zij
kant. Deze aërodynamica is zelfs
doorgevoerd in het op maat gema^
delpennetje, dat ook volgens de
houding is gefabriceerd.
Een tweede voordeel is dat het
composiet-frame betreft. Het bestJ
een groot deel uit carbonfiber, dat
vederlicht houdt. Het frame blijft j
tot een gewicht van ongeveer and
kilo, toch ettelijke kilootjes minde^
stalen frames van weleer, die in
che nu smalend 'pisbakken' wor
noemd.
Het carbonfiber heeft ook invloei
rij-eigenschappen. De fiets is bere
alle kracht wordt - door de cc
vorm - meteen omgezet in sneiht
vendien geeft het carbonfiber de i
soepel gevoel.
„Carbon schijnt stijver te zijn," zi
Dekker. „Vooral in de bochten var
daling voel je dat het materiaal fle
Je merkt dat er gewoon minder
verloren gaat. En het gewicht
Hoeveel? Wat is veel? Als het een
ter per uur scheelt bij de beklin
een col, vind ik dat veel. Andere
zullen het misschien peanuts
Maar in de moderne wielersport
detail."
1- Joop Zoetemelk
4- Wout Wagtmans
Gerrie Knetemann
Wim van Est, Gerrit Voorting
Raas, Teun van Vliet,
Jelle Nijdam
Ab Geldermans, Jan Janssen,
Gerben Karstens, Jacq Hanef
la l° n van der Velde
Rmi Wagtmans, Henk Lubbei
Adrie van der Poel, Erik Brei