TOUR Zabel, een zelfverzekerde realist Jeroen Blijlevens der^t aan meer dan Den Bosch alleen 'Onder ideale omstandigheden kan alleen een super-Cipollini me kloppen' DE STEM CARBON De racefiets heeft zich de afgelopen decennia in een recordtempo ontwikkeld. In de eerste jaren van de Tour de France kronkelden de reservebanden als slangen over de schouders van de wielerhelden. En de fiets zelf.,.oerdegelijk. Het tover woord voor de huidige generatie: carbonfiber. NEDERLANDSE RITWINNAARS Jeroen Blijlevens is deze dagen een druk bezet mannetje. De coureur met de grootste kans op een Nederlands dagsucces geeft tussen het trainen en koersen door het ene na het andere interview weg. Dat is soms ver moeiend, maar 'Jerommeke' wil niet klagen. „Want wanneer geen enkele journalist meer met me wil praten, is het nog veel slechter met me gesteld," stelt hij laconiek. 30 juni is niet alleen de dag van de EK-finale in Engeland. Het is ook de datum waar wielerminnend Nederland al maanden naar uit kijkt. In de Tour-etappe Den Bosch-Den Bosch zullen dan alle ogen gericht zijn op Jeroen Blijlevens. Dat de Brabander snel is, weet inmiddels iedereen. Dat de concurrentie moordend is, ook. Erik Zabel (vorig jaar goed voor twee Tour-etappes) is misschien wel de gevaarlijkste kaper op de kust. En niet alleen omdat de (voormalige Oost-)Duitser nog een appeltje te schillen heeft met Jerommeke. DE STEM FRAME-VORM De racefiets heeft zich afgelopen decennia in recordtempo ontwikkelt de eerste jaren van de Toi France kronkelden d reservebanden als slanf over de schouders van de lerhelden. Van tijdritfie was geen sprake. Nu gelden de wetten vaij aërodynamica. Nederlandse dragers van gele trui DINSDAG 25 JUNI 1996 E; 'Alles afstemmen op de Tour is link Carbon maakt de racefiets steeds lich ter. FOTOTONVANDEMEULENHOf Door John Graat Misschien wel de meest revolutionaire ontwikkeling in de productie van fietsen is het gebruik van carbonfiber. Eind jaren tachtig is dit materiaal geïntroduceerd. Van carbonfiber worden vooral frames en spaken gefabriceerd. De voordelen zijn le gio, alleen in de kosten schuilt het nadeel. De hoge kostprijs heeft alles te maken met het uiterst gecompliceerde procédé bij de ontwikkeling. Hoe dat gaat? De stof carbon wordt uit olie onttrokken, waarna van dit 'zwarte goud' draden worden getrokken. Van deze draden worden matjes gemaakt, die ver volgens om een teflonbuis worden gespan nen. Dit gebeurt aan de hand van compu teranalyses: de buis is dik waar hij sterk moet zijn en gewichtsbesparend waar het kan. De teflonbuis met de matjes wordt vervol gens in een oven (230 graden) in een mal gelegd. Daar komt er spanning op de mat jes, die vervolgens hard worden. De ver schillende buisjes worden uiteindelijk aan lugs (verbindingsstukken) gelijmd en dus niet gelast, omdat 'lassen' de moleculaire samenstelling van het materiaal beïn vloedt. Na het lijmen is het frame klaar. De voordelen van carbonfiber zijn evident. Carbonfiber is het stijf ste, hardste en lichtste materiaal dat bestaat. Feitelijk is de term 'carbon' dan ook niet juist. Beter is het te spreken van 'composiet frames', omdat het materiaal niet alleen uit carbon bestaat, maar een compositie is van meerdere materialen: glasfiber (soepel), kef- lar (schokbestendig) en carbon (treksterk te). Deze combinatie bepaalt de grote voorde len van composiet-frames: - het gewicht; - er treedt geen 'fatigué' (materiaalmoe heid) op. Staal heeft de eigenschap na een jaar of vijf in sterkte te verminderen, wat ook een natuurlijke eigenschap van alu minium is. Carbon heeft dit niet; - de sterkte. Een composiet-frame is tweeëneenhalf keer sterker dan staal en twee keer sterker dan aluminium. Het nadeel van carbonfiber is tegelijker tijd, dat de kans bestaat dat bij een echte harde klap een scheurtje in de buis ont staat. Dan is langer gebruik levensgevaar lijk en het frame dus waardeloos gewor den. Erik Dekker schat dat ongeveer 25 procent van de Tourrenners op dit mo ment met carbonframes rijden. 1. Joop Zoetemelk, Gerrie Knetemann, Jan Raas 10; 4. Jean-Paul van Poppel 9; 5. Jan Janssen 7; 6. Gerben Karstens, Jelle Nijdam 6; 8. Wout Wagtmans, Erik Breukink 4; 10. Wim van Est, Jo de Roo, Rini Wagtmans, Hennie Kuiper, Henk Lubberding, Bert Oos terbosch, Johan van der Velde, Peter Winnen 3; 18, Theo Middelkamp, Antoon van Schendel, Jan Nolten, Gerrit Voorting, Henk Nijdam, Cees Priem, Theo Smit, Ad Wijnands, Gerrit Solleveld, Adrie van der Poel, Steven Rooks 2; 29. Gerrit Schulte, Hans Dekkers, Henk Faan- hof, Jos Hinsen, Daan de Groot, Huub Zilver berg, Cees van Espen, Jan Krekels, Leo Duyn- dam, Henk Poppe, Gerard Vianen, Fedor den Hertog, Leo van Vliet, Jo Maas, Adrie van Houwelingen, Frits Pirard, Henri Manders, Maarten Ducrot, Johan Lammerts, Nico Ver hoeven, Mathieu Hermans, Gert-Jan Theunis- se, Frans Maassen, Rob Harmeling, Jeroen Blijlevens 1. Door Ad Pertijs De aandacht voor 'Jeroen Den Bosch' begint erg gro te vormen aan te nemen. De verwachtingen stijgen evenredig mee. „Bijna overal wordt mijn naam genoemd als de Tourstart ter sprake komt. Dat brengt alle maal maar extra druk met zich mee en dat is nooit een voordeel. Vorig jaar was die druk van buitenaf er ook wel, maar stukken min der dan nu." Toen bleek hij met die spanning om te kunnen gaan. Blijlevens won vier etappes in het voor jaar. De sectici meenden dat hij het later, wanneer de koersen zwaarder werden, zou moeten laten afweten, maar Blijlevens snoer de hen de mond in de vijfde rit van de Tour de France. Op de boulevard van Duinkerken liet hij de complete sprintelite minstens eèn fiets- lengte achter zich. Maar zelfs dat kon nog niet iedereen overtuigen. Blijlevens: .jErgens ook wel logisch. 'Misschien is hij wel een eendags vlieg,' wordt er gedacht. Daarnaast moet je je in Nederland, zeker in het begin, altijd blij ven bewijzen." De TVM-sprinter deed dat trouw, met zijn ritzege in de Ronde van Spanje als waardige afsluiting van een indrukwekkend seizoen. Weinigen hadden vooraf zo'n jaar van hem verwacht. Ook Blijlevens zelf durfde alleen maar dromen van een Touretappe-zege, maar in grote lijnen had hij zijn doorbraak aange kondigd. „Met mijn beste vriend praat ik re gelmatig over koersen die ik denk te kunnen winnen. Hij zegt dat veel van die voorspellin gen uitkomen. Ook voor dit jaar heb ik hem verteld waar ik denk te winnen. Maar dat blijft dus nog even onder ons." Blijlevens predikt geduld. „Mijn tijd komt heus wel. Het zit me even niet mee," vertelde hij dit voorjaar keer op keer, toen na een flit sende start in Mallorca de volgende zeges uit bleven. Toch knaagde het lange wachten op zijn tweede overwinning aan hem. Begin mei brak de zon eindelijk door. Uitgerekend in zijn geliefde streek rond Duinkerken won hij twee etappes in de Vierdaagse. Daarna volg- Jeroen Blijlevens: „De kracht om ook klassiekers te winnen, zal met de jaren moeten komen. den nog vijf overwinningen in de Ronde van Beieren, maar dat was voornamelijk tussen de amateurs. „Het was wel goed voor het mo raal," zegt zijn ploegleider Cees Priem. Blijlevens is volgens hemzelf klaar voor het grote karwei in Den Bosch. „In grote lijnen is de tactiek voor de eerste etappes dan ook al bepaald," zegt Blijlevens. „In de vlakke ritten rijdt de hele ploeg voor mij. Daarom ook denk ik dat Priem alsnog Jesper Skibby opstelt. Jesper heeft de Giro niet kunnen uitrijden, maar hij komt eraan. Gelukkig maar, want hij kan ontzettend hard rijden in de finale en zo'n man heb je nodig om de sprint voor te be reiden." Net als bijna alle andere renners en ploegen strijken Blijlevens en zijn TVM-companen pas enkele dagen voor de Tour-start neer in Den Bosch. Het parcours van de openings etappe Den Bosch-Den Bosch heeft hij nog niet verkend. „En dat zal ik ook niet meer doen. De meeste wegen rond Den Bosch ken ik toch wel uit mijn amateurtijd. We moeten alleen nog even bekijken waar er dijken lig gen. Op die stukken mag je je immers door de wind van opzij niet laten verrassen." Maar ook al zou hij niet door zijn eigen Bra bant rijden, dan nog was Blijlevens de strijd aangegaan zonder verkenning. „Het is een soort bijgeloof van me geworden. Zelfs de laatste kilometer wil ik vooraf niet zien. Ik zie tijdens de finale wel hoe het loopt. Op die ma nier heb ik steeds al mijn overwinningen be haald. Ook in de Tour, want die aankomst op de boulevard was een heel andere dan die van enkele maanden daarvoor in de Vierdaagse foto cor vos van Duinkerken." Den Bosch gokt op Blijle vens, maar die beseft als geen ander hoeveel kapers er op de kust liggen. En allemaal zul len ze even fris aan het vertrek komen. „Ik ge loof immers niet dat Cipollini ernstig gebles seerd uit de Giro is gestapt. En ook met Ab- doesjaparov moet ik ondanks zijn uitvallen in Italië rekening houden. Daarnaast zie ik An gel Edo, Massimo Strazzer, Jan Svorada, Frédéric Moncassin en uiteraard Erik Zabel als mijn grootste concurrenten in de massa sprint." Zabel zegt zich nog als de dag van vandaag te herinneren hoe Blijlevens hem klopte (zeg maar fopte) in diens eerste sprint bij de profs. Dat was in de Tour de l'Avenir van 1993. „En ik weet ook nog hoe boos hij daarover was," zegt Blijlevens. „Alleen in de finale ben ik trouwens niet meer op kop geko- Door Ad Pertijs En of ik nog weet waar ik Jeroen Blijlevens voor het eerst zag." Erik Zabel (7 juli wordt hij 26) denkt er nu met plezier aan terug. Toen, in het najaar van 1993, kon hij de Nederlander wel wurgen. „Het was in een etap pe van de Tour de l'Avenir. We zaten met een groep voorop en Blijlevens was er ook bij. Later hoorde ik dat hij die ronde op proef meereed bij TVM. Ik weet nog goed dat Jeroen de hele dag geen meter op kop kwam, maar dat hij me op de streep wel klopte. Heel sluw, maar ik kon er niet om lachen." Het was Blijlevens' eerste zege tussen de be roepsrenners. Een heel belangrijke ook, want hij hield er een profcontract aan over. Sindsdien belandden Blijlevens en Zabel regelmatig in el- kaars vaarwater. Zabel kent ondertussen de sterke en zwakke punten van de Nederlander. „In de laatste tweehonderd meter is hij mis schien wel de snelste van ons allemaal, maar - en dat is algemeen bekend - de ritten mogen niet al te zwaar zijn. Hij moet dus soms wel sluw zijn." „Maar de ene dag is de andere niet. Ik heb ook zware finales meegemaakt, waarin Jeroen ge woon meereed alsof er niets aan de hand was. Weet je, hij verbaast velen. Ik hoor van Duitse jongens dat het haast ongelooflijk is hoe hij zich heeft ontwikkeld. Bij de amateurs was hij ken nelijk niet zo'n hoogvlieger." De in Oost-Berlijn geboren Erik Zabel is zelf een produkt van de DDR-school. „Voor mijn ontwikkeling als renner was die opleiding heel belangrijk. Discipline en regelmaat zijn de basis van waaruit je moet werken. De jeugd in het westen neemt het daar volgens mij zo nauw niet mee. Wij reden ons vroeger uit de naad voor een lintje en een bloementuil. Geld heb ik er nooit voor gekregen. We waren al tevreden met een fiets en een trui. Ik hoor nu dat junioren al geld en allerhande condities eisen; anders rijden ze niet. Wat moet er van hen terecht komen?" Op de Oostduitse wielerbanen ontwikkelde Zabel zijn snelheid, maar het echte vak zegt hij in het westen, bij de profs, te hebben geleerd. „Er komt zoveel meer bij kijken dan alleen maar trainen op zijn Oost-Duits. Ik heb het wereldje moeten leren kermen, met al zijn gewoontes en trucjes. Op de baan had ik wel geleerd positie te kiezen en oog te hebben voor de situatie. Toch blijft het op de weg bij proberen te leren een sprint te doorzien. Want ik maak nog steeds fou ten. Iedere situatie is immers anders. Ik ben nu wel zover dat ik achteraf weet wat er fout ging bij een verloren spurt." Zabel is een recht-toe- recht-aan sprinter. Hij liefst gaat hij de confron tatie op kracht aan. „Lichtjes berg-op heb ik ze het liefst. De laatste meters moeten ook weer niet te steil omhoog lopen, want dan is Baldato de sterkste. Ik zit qua type sprinter tussen hem en de rest in. Wanneer alles perfect verloopt, kan alleen een super-Cipollini me kloppen. Met de nadruk dus op super, want ik heb hem al vaak genoeg verslagen." De Duitser won vorig jaar twee Touretappes (Duinkerken-Charleroi en Pau-Bordeaux). In de bergen kan hij niet meer dan aanklampen, maar hij overleeft ze wel. „Als ik heel goed ben, kan ik in de middel zware etappes voorin rijden, maar toch is dat niet voldoende om mee te spelen voor de groene trui," zegt hij. Zabel stelt niet zijn hele seizoen men, daarvoor wel. Ik begreep echter waarom hij zo kwaad was op mij, jjjj daarvoor al drie of vier keer tweede ga, den, steeds achter een andere renner. Dieb' wuste etappe was hij wel zo zeker van zit zaak, dat hij hem al zijn zak dacht te hefc Maar ja, toen kende hij mij nog niet." De Duitser schat dat Blijlevens een van snelste coureurs is op de laatste tweehonfe meter. De Rijenaar wil dat niet tegenspreker „Qua snelheid is misschien alleen Cipoll» beter," zegt hij. Sprinters heb je echter in al] soorten en maten. „Erik Zabel is een comnli tere renner dan ik. Ook op een lastiger pa cours kan hij goed uit de voeten. En net al 'Abdoe' krijgt hij zijn kansen na de bergeta- pes, wanneer veel concurrenten al uit k» zijn." Biijlevens zelf was vorig jaar één van b Wat hem de nodige sneren opleverde. ,Maa hoeveel renners van mijn leeftijd reden J Tour wel uit. En hoeveel waren er al nietvoo mij afgestapt," bijt hij van zich af. „Ikgat» dit jaar zeker proberen zo lang mogelijk koers te blijven. Als ik nu al zeg dat ik voort bergen afstap, kom ik er zeker niet overhee Als het kaarsje uitgaat, houdt het echter op.' De tegenwoordig in het Belgische Hoogstra ten wonende Blijlevens is een sprinter pa sang. 'Schoenmaker blijf bij je leest', is voor. lopig zijn lijfspreuk. „Want ik moet meet® centreren op waar ik goed in ben, en dat zij de massaspurts van de etappekoersen. I), kracht om ook klassiekers te winnen, zalt® de jaren moeten komen." Toch moet hij toege ven dat het soms moeilijk is om geduldig blijven. „Ik word steeds sterker en dan wil wel eens proberen hoever je staat." ZoalsA jaar toen hij aankondigde een gooi te willet doen naar de zege in Gent-Wevelgem. Hi sneuvelde in de laatste kilometers en zij nieuwe concurrent Tom Steels (niet van it partij in de Tour) maakte het karwei welal Zoals hij dat ook al gedaan had in de Omion Het Volk. Een vergelijking is dan snel ge maakt. Blijlevens: „Maar dat mag je i doen. Steels is volgens mij een betere coureai dan ik. Veel meer een man ook voor de klis siekers. Buiten de Omloop Het Volk en Gal Wevelgem heeft hij maar één etappe gev® nen." Het neemt niet weg dat Blijlevensindi toekomst ook klassiekers wil winnen, „Heti immers link voor een sprinter om je heless zoen op de Tour af te stemmen. Ik merk nu: dat ik steeds sterker word voor de klassiek# En dan heb ik het uiteraard over wedstriji als Gent-Wevelgem en de Omloop HetWJ De Ronde van Vlaanderen zal altijd te zwi zijn voor me. Vorig jaar kon ik Gent-Weid gem niet eens uitrijden, nu haakte ik pas ill laatste kilometers af. Ik heb weer een stsj naar voren gemaakt. Het is een kwestie® geduld hebben. Wie weet lukt het jaar al wel." Erik Zabel (op de foto zegevierend in een Tour-etappe van vorig jaar): „Lichtjes berg-op heb ik de aankomsten het liefst. De laatste meters moeten ook weer niet te steil omhoog lopen, want dan is Baldato de sterkste. Ik zit qua type sprinter tussen hem en de rest in. foto cor vos op de Tour af. „Een sprinter wil het hele jaar door winnen. Alleen na de Vierdaagse van Duinkerken (waarin Zabel een rit won, red.) heb ik twintig dagen rust genomen. Tijdens die pau ze won ik trouwens wel Rundum Köln." Hij moet er zelf om lachen. Zabel weet zelf nog al tijd niet precies hoe hij de zaken moet aanpak ken. „Neem het voorjaar. Als je zoals ik een keer Pa rijs-Tours hebt gewonnen, dan verlang je naar weer zo'n zege. Man, zo'n klassieker winnen is veel mooier dan een etappe-zege. Dus probeerde ik al in de voorjaarsklassiekers goed te zijn. Maar hoe goed dat ook was, meedoen voor de ereplaatsen kon ik nog niet. In de Ronde van Vlaanderen werd ik twintigtste. Dat is niet slecht, maar wie valt het op? Dus dacht ik: ik JEROEN BLIJLEVENS Geboren: 29—12—1971 in Rijen Woonplaats; Hoogstraten (B) Prof sinds: 1994 Ploegen; TVM Totaal aantal zeges; 24 Belangrijkste zeges: Tour-etappe Faycamp Duinkerken (1995) en Vuel- ta-etappe Cordoba-Sevilla. Zeges dit seizoen; 8 (etappes in Ronde van Mallorca, Vier- j daagse van Duinkerken 2x)en Ronde j van Beieren 5x). ERIK ZABEL Geboren: 7 juli 1970 in Oost—Berlijn Woonplaats: Fröndenberg (D) Prof sinds: 1993 Ploegen: Telekom, Deutsche Telekom. Totaal aantal zeges: 34 Belangrijkste zeges: Parijs-Tours (1994) Tour-etappes Duinkerken-Charleroi en Pau-Ba- deaux (1995) Zeges dit seizoen: 8 (Rundum Köln, Hannover—Berlijn en etappes Ruta del Sol, Catalaanse wielerweek 3x, Vier daagse van Duinkerken en Ronde van Luxenv burg), rijd ze niet meer, die voorjaarsklassiekers. aan de andere kant is er die twijfel: misse» ben ik volgend jaar zoveel sterker dat ik de M' pers wel tot in de finale kan volgen." „Kijk maar hoe Jalabert zich heeft onl Dat houd je toch niet voor mogelijk. Of Museeuw, voor mij de Kelly van de jarenneg® tig. En daarvoor had je ook nog Guido Boe» pi. Allemaal sprinters die hun specialiteit® legd hebben. Ik denk dat voor ons allema" tijd komt. De jeugd blijf je op een gegeve: ment niet meer voor in de massaspurts, zegt bij de massasprints niet aan de gevare het vak te denken. „Afkloppen, maar ik W nooit in een eindsprint gevallen. De risi®s" len op zich wel mee. Zolang iedereen zich® aan de spelregels houdt. De eersten overt- zelden iets. Daarachter loert het gevaat - gens die op onverantwoorde wijze pr™? tiende te worden in plaats van twaalfde.1 begrijp me goed. Met de jongeren heb ïkf problemen. Ze moeten het vak kunnen la®1' als wij dat gedaan hebben." Waar hij wel aan denkt, is de geestelijke ®1' te. „Ik heb nu al vaak het gevoel dat ikte koersen rijd. Soms ben ik büj dat er een g® weg is. Dan hoef ik die dag tenminste fl j sprinten. Dat is puur geestelijke moene zo'n rustdag ben ik echter weer zo fit en als wat. Dan moet en zal ik winnen. Die noodzakelijke prikkel kan ook van M'-j komen. Zoals in het geval voor de door tl wonnen Parijs-Tours in 1984. ;,Ik wonö 1 jaar vier etappes in de Tour de l'Avenir. t^l opmerkingen te horen in de trant van: ku® sen al die amateurs. En zoiets moeten JJp niet tegen me zeggen. Het was de ideale tie om enkele weken later Parijs-Tours Een op maat gemaakt frame rap 10.000 gulden. Voor profes als Erik Dekker doet dat niet ter FOTO TON VAN DE ME' Door John Graat Tijdens de proloog van de Tour de zullen de coureurs door de stratei Hertogenbosch vooral op speciale fietsen' rijden. De fiets waarmee Indurain vorig jaar op de proppen is vermaard. De vorm ervan reker luut af met de zogenaamde 'diamar die al meer dan honderd jaar wo bruikt. Het gaat hierbij om een frame dat stuk bestaat, als het ware uit één goten. Dergelijke fietsen zijn 'cust| de', dat wil zeggen dat ze speciaal individuele renner helemaal op maat zijn gemaakt. Dat kost dan al rap 10.000 gulden. Voor de professionals doet dat uiteraard niet ter zake. Zo'n fra me heeft immers grote voorde len. Het is helemaal vormgege ven volgens de wetten van de aë rodynamica. De voorkant van de buizen, die dus in de wind komt, is vier keer zo smal als de zij kant. Deze aërodynamica is zelfs doorgevoerd in het op maat gema^ delpennetje, dat ook volgens de houding is gefabriceerd. Een tweede voordeel is dat het composiet-frame betreft. Het bestJ een groot deel uit carbonfiber, dat vederlicht houdt. Het frame blijft j tot een gewicht van ongeveer and kilo, toch ettelijke kilootjes minde^ stalen frames van weleer, die in che nu smalend 'pisbakken' wor noemd. Het carbonfiber heeft ook invloei rij-eigenschappen. De fiets is bere alle kracht wordt - door de cc vorm - meteen omgezet in sneiht vendien geeft het carbonfiber de i soepel gevoel. „Carbon schijnt stijver te zijn," zi Dekker. „Vooral in de bochten var daling voel je dat het materiaal fle Je merkt dat er gewoon minder verloren gaat. En het gewicht Hoeveel? Wat is veel? Als het een ter per uur scheelt bij de beklin een col, vind ik dat veel. Andere zullen het misschien peanuts Maar in de moderne wielersport detail." 1- Joop Zoetemelk 4- Wout Wagtmans Gerrie Knetemann Wim van Est, Gerrit Voorting Raas, Teun van Vliet, Jelle Nijdam Ab Geldermans, Jan Janssen, Gerben Karstens, Jacq Hanef la l° n van der Velde Rmi Wagtmans, Henk Lubbei Adrie van der Poel, Erik Brei

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 22