Terneuzen
Eerste havenschap-directeur Willem Blok blikt tevreden terug
XEDOS.
rlopig
snst
Arum
enten
oplossing.
25 jctar
E3
K. Horstra, directeur
Zuid-Chemie Sas van
Gent en voorzitter
Kamer van Koophandel
M. Verbrugge,
directeur
Verbrugge
in Terneuzen
Nederland in de jaren '50.
'Nederland industrialiseert' is
de leus, maar Zeeuws-Vlaande-
ren lijkt dichtgeplakt met oude
kranten. De jeugd heeft er geen
toekomst en het werkloosheids
percentage is er het dubbele van
de rest van Nederland. De boe
ren ploegen hun land en in de
kanaalzone roken een paar
schoorstenen zoals ze dat al
jaren doen. Plannen zijn er wel,
maar noch kapitaal noch initia
tief doorbreken de veilige, tradi
tionele verhoudingen.
„Een achterland van Nederland,
door een brede stroom geschei
den van het moederland, verge
ten en verwaarloosd en geremd
in zijn ontwikkeling," schreef de
Terneuzense pastoor Jos van
Campen in 1957 in het Zeeuws
Tijdschrift.
PROJECTEN
AANGEPAST
KRACHT
LEIBAND
1996
mm
ZATERDAG 22 JUNI 1996
'Laat ze maar investeren'
070 - 3 750 750,
mtotaal van meer
het Rifk alsme-
fn op het terrein
communicatie
tyngen op lange-
hemen t.
15-618500
iK. Horstra...regelgeving...
foto wim kooijman
„Het havensdhap is dé organisatie die tot
taak heeft, via haar verordenende activi
teiten, te komen tot het bevorderen van
een efficiënte, correcte, de algeme
ne welvaart- in het havengebied
verhogende regelgeving. Het ha-
yenschap heeft tevens tot taak
nieuwe 'klanten' te lokken om de
economische functie van de haven
te optimaliseren.
De industrie die aangelokt is of
wordt door de haven(s) is in het al
gemeen een industrie die gebruik
maakt van bulkgoederen als
grondstof en/of eindproducten af
levert in hoeveelheden waarbij
vrachtkosten cruciaal ;zijn. De in
dustrie heeft derhalve behoefte
aan een efficiënte kostenbewuste
haven, waarin op- en overslag te
gen concurrerende prijs mogelijk
is.
Daarnaast heeft de industrie be
hoefte aan 'eluster'vorming die
moet leiden tot onder andere een
arbeidsmarkt met op de industrie
afgestemde goed opgeleide en ge
trainde krachten; een efficiënte
dienstverlenende sector; een vol
doende omvang van de industriesector om
via onderlinge toelevering/afname van
half producten, 'afvalproducten', energie
en dergelijke kosten te kunnen verjagen.
Het Havenschap Terneuzen, een havenge
bied beslaand dat primair een industrie
haven moet worden genoemd, met de
daarbij behorende grote toegevoegde
waarde, zal voor versterking van de regio
hierop haar aandacht richten.
Dat betekent:
1. Versterking van samenwerking met het
industrie- en haü'èagébied langs het ka
naal op Belgisch grondgebied. Terneuzen
en Gent zijn en blijven concurrenten, ze
ker, maar productiever is het te benadruk
ken dat zij complementair zijn. Vakmen
sen, toeleveranciers, schepen, treinen, au
to's overschrijden de landsgrens.' Meer
diensten, banden, samenwerking en uit
wisseling over de grens moeten worden
bevorderd.
2. Bij de ontwikkeling van ter beschikking
zijnde en komende terreinen is momenteel
de keuze uit belangstellenden beperkt.
Toch is het ook hierbij nuttig de comple
mentariteit ten opzichte van gebruikers
van de bestaande industrie en haven niet
uit het oog te verliezen. Hiermee wordt de
kracht het aanwezige bedrijfsleven, dat
haven en havenschap hebben gemaakt tot
wat het nu is,' verder versterkt."
Verbrugge...olie...
FOTO WIM KOOijMAN
I j,'Hs haven de motor is van de
I Ha act-iviteiten in de regio,
,ar, "en rk van overtuigd, dan is
l nal havenschaP de olie. Kijk je
I Hi r omvang en kwaliteit van
e activiteiten, dan is het een zeer
I van 0l!e Sehleken. Op het gebied
I eg en constante optimali-
van de infrastructuur moet
I lm ffvenschap een sleutelrol spe-
I daarnaast is gerichte en voor-
eer actieve acquisitie door het
I da k!jSC?laP' samenwerking met
Da n iven kn de regio, essentieel,
li groot "CUrrentie iS were]dwijd zeer
'Nfv.
Door Paul de Schipper
w
illem Blok zat in die jaren
op de secretarie van de ge
meente Terneuzen: „Het
stond stil. De haven kwam
niet van de grond. We hadden een smal ka
naal, de sluis was klein, oud en versleten. Er
moest enorm veel verbeterd worden. Schepen
tot 8500 ton, groter kon er niet binnen. Het
was een rijkshaven, maar de regering stopte
er geen geld in. De haven van Terneuzen
moest zichzelf maar bedruipen, vonden ze in
Den Haag."
Toch veranderde er wel wat, ook al was dat
beneden de Westerschelde niet direct merk
baar. Gaandeweg de wederopbouw nam de
regering Drees de teugels van de economie
strakker in handen. Achterblijvende gebieden
kregen steun toegezegd. Zo ook Terneuzen in
1959. Bijna tegelijkertijd tekenden Nederland
en België een akkoord over de verbetering
van het Kanaal van Gent naar Terneuzen en
begon het graafwerk. In de Nieuw-Neuzen-
polder streek Dow Chemical neer. Terneuzen
en daarmee de kanaalzone, leek vleugels te
krijgen.
In het oude gemeentehuis van Terneuzen
groeide Willem Blok van stoffig ambtenaar
tot assistent van de toenmalig burgemeester
Hedzer Rijpstra. Zijn taakgebieden waren:
industrialisatie, planologie en voorlichting.
In 1968 voeren de eerste schepen door de
nieuwe zeesluis richting'Gent. De oude kades
van Terneuzen lieten ze over bakboord liggen.
Nog steeds was die ene vraag niet beant
woord: wie gaat de Terneuzense haven run
nen? En, nog belangrijker: wie gaat die haven
aanpa'ssen aan de nieuwe mogelijkheden van
het verbrede kanaal? Blok: „Het Rijk wilde er
wel van af, maar zocht naar een bestuurscon-
structie waarbij men toch een vinger in de
pap kon houden."
In Den Haag circuleerde toen al de ontwerp-
wet op de Havenschappen. Die voorzag in een
opzet waarbij Rijk, provincie en gemeente
voortaan samen de haven bestuurden. Blok:
„Het Rijk wilde dus niet alleen. Aan de ande
re kant had je hier de Vereniging van Haven-
belangen, een organisatie van het bedrijfsle
ven, die vond het beheer van de haven een
overheidstaak, al wilde ze natuurlijk wel in
vloed hebben. Hoe dan ook, na veel schermut
selingen heeft het Rijk uiteindelijk de knoop
doorgehakt. Er kwam voor Terneuzen in eer
ste instantie een commissie: noem het maar
een havenschap in oprichting. Dat was in
1970."
De commissie koos Blok als secretaris. Blok;
„De commissie deed gewoon of het een ha
venschapsbestuur was."
Al snel kwamen de eerste projecten van de
grond: een roll-on-roll-off-haven, waarmee
Terneuzen inspeelde op de vraag naar moder
ne overslagtechnieken. De commissie Haven
schap liep tegen haar eigen beperkingen aan
toen de financiële zaken moesten worden af
gewikkeld. Blok: „Het Rijk kon niet betalen,
de gemeente ook niet, want er bestond eigen
lijk geen organisatie." Voor secretaris Blok
stapelde het werk zich op: „Ik deèd de haven-
zaken, maar ik schreef ook de voorstellen
voor de gemeenteraad. Ik zei tegen de burge
meester: 'Zo kan het niet langer'."
Burgemeester Aschoff van Terneuzen, de op
volger van Rijpstra, vond dat ook. „Er moet
een directeur komen," liet hij de commissie
Havenschap weten en polste vervolgens Blok
voor die baan.
Blok: „Zelf had ik er niet echt aan gedacht. Ik
meende dat ze daar een ingenieur voor moes
ten hebben, maar Aschoff vroeg: 'Wil jij het
V
Oud-directeur Willem Blok: 'De haven van Terneuzen moest zichzelf maar bedruipen, vonden ze in Den Haag.' fotocamileschelstraete
doen'? In Middelburg tijdens een vergadering
moest ik even op de gang. Toen ik terugkwam,
was het geregeld. Pas later had ik in de gaten
dat ik wel drie rangen omhoog ging en dat het
salaris heel interessant was."
Het Havenschap Terneuzen startte officieel
op 1 september 1971. De taak: het beheer van
de havens langs het kanaal tot aan de grens.
Niet echt een glorieus begin trouwens, want
Blok kwam terecht in een hok met spinnen
webben naast het oude Terneuzense stadhuis
aan de Noordstraat. Zijn secretaresse moest
hij delen met de burgemeester. Later verhuis
de hij naar een ruimte aan de Herengracht.
Daar richtte hij een Technische Dienst op en
kon hij zijn eerste medewerkers aannemen.
Een van hen was de onlangs bij het haven
schap afgezwaaide Krijn van den Hoven.
Lachend herinnert Blok zich die eerste jaren,
vooral de vergaderingen met de ambtelijke
heren van het Havenschapsbestuur die hun
stukken over havens vergaten als de secreta
resse binnenkwam met koffie. Blok: „Het was
een charmante dame en het was de tijd van de
korte rokjes. Je zag dê ogen meegaan als ze
richting deur liep. Daar draaide ze zich dan
even om, waarop de heren betrapt bloosden
en zich weer over de papieren bogen."
Een van Bloks eerste taken was het doen ac
cepteren van het Havenschap Terneuzen bij
het regionale bedrijfsleven. Dat betekende
bezoeken, praten en contacten cultiveren.
Blok: „En natuurlijk moesten we hard aan het
werk om de havens verder aan te passen. Het
nieuwe kanaal was klaar. Er lag nu een sluis
voor schepen tot 70.000 ton, maar aan de Ze-
venaarhaven konden maar schepen tot 10.000
ton liggen. Die moest dus aangepast worden."
Zo kwam ook de Massagoedhaven tot stand,
al stond die aanvankelijk niet zo op papier.
Blok: „Dat was eigenlijk een handigheidje
van ir. Zuurdeeg van Rijkswaterstaat. Hij be
dacht een soort zwaaikom voor schepen, want
ja die moesten toch kunnen draaien, een soort
nautische rotonde. Daar is uiteindelijk de
Massagoedhaven uit ontstaan."
Via bedrijven in de Kanaalzone raakte Blok
in contact met leveranciers van grondstoffen
in het buitenland: „Met de Finnen, de Noren
en de Zweden. Die hadden veel belangstelling
voor Terneuzen. Er kwamen bosproducten
met de Bore Line en van lieverlee kwam er
belangstelling voor andere activiteiten. Zo
zijn bedrijven als Elopak en Elocoat in Ter
neuzen terechtgekomen.
Gewoon omdat er goede contacten zijn tussen
Terneuzen en Scandinavië."
Een leuke bezigheid? Al die mooie reisjes?
„Zomaar op reis gaan naar Japan of zo, dat
heb ik nooit gedaan. Werven doe je via be
staande relaties die je kunnen introduceren.
Plompverloren in Tokyo aankomen en zeg
gen: 'Hier ben ik, Blok, from Terneuzen', nee,
zo gaat dat niet. Bovendien moet je zorgen dat
je thuis je zaken op orde hebt. Dat er ruimte is
en dat de haven schoon is, vooral in het noor
den stellen ze daar prijs op."
Samen eten is de olie van de vriendschap,
sprak ooit Felix Timmermans. Als recht
geaard Zeeuws-Vlaming heeft Blok nooit het
goede van het leven vergeten: „De ambiance
van het contact daar gaat het ook om. Hollan
ders die hier komen werken en wonen, heb
ben de drift om zich zo snel mogelijk Zeeuws-
Vlaming te voelen. Ik heb nooit geaarzeld om
daar gebruik van te maken en ze te helpen. Bij
een lunch of tijdens een etentje praat je im
mers het best."
Auberge des Moules in Philippine, Hotel Roy
al in Sas van Gent en restaurant Zomerlust in
Axel zagen Blok zodoende regelmatig als
gastheer verschijnen. Niemand die ervan op
keek, het hoorde bij de stijl van de streek en
bovendien boerde het Havenschap Terneuzen
best, zeker vergeleken bij toenmalige breke
benen als het Havenschap Delfzijl of het Ha
venschap Moerdijk dat deelnemende gemeen
ten tot de bedelstaf bracht. Geen wonder dat
Willem Blok bijna jaarlijks tevreden de cij
fers van zijn havenschap kon presenteren.
Ging het een keer minder, dan hoefde hij niet
in paniek te raken. Neem bijvoorbeeld 1976.
Dat heette een slecht jaar voor het Haven
schap Terneuzen met een positief saldo van
slechts 40.000 gulden, maar in datzelfde jaar
draaide het Havenschap Delfzijl met een te
kort van 15 miljoen.
Er waren wel eens conflicten, bijvoorbeeld
toen de gemeente Terneuzen een nieuwe weg
wilde aanleggen en die door de tuin van het
nieuwe havenschapskantoor plande, een tuin
waarvan de inrichting door Blok zelf ontwor
pen was. „Nee," zei Blok, „ja," zei Terneuzen.
Blok achteraf: „We hebben het uitgepraat,
zoals we ook binnen het havenschapsbestuur
er altijd wel in slaagden de zaken uit te pra
ten."
Wat is anno 1996 de kracht van de Terneuzen
se haven?
„Diep vaarwater. Goeie verbindingen met het
achterland en een flexibele overslag- en dis
tributiecapaciteit. Wat betreft de handelsha
vens hebben bedrijven als Verbrugge en De
Hoop door hun investeringen de uitbreidin
gen mogelijk gemaakt. Voor de industrieha
vens geldt hetzelfde voor Dow Chemical en
Hydro Agri. Prima wat die bedrijven doen.
Laat ze maar investeren. Dat is goed voor
Terneuzen, dat is goed voor Zeeuws-Vlaande
ren." En lachend: „Dat is goed voor het ha
vengeld."
Volgens Blok is de haveneconomie van Mid-
den-Zeeuws-Vlaanderen een economie die
voorzien is van schokdempers: „Op afstand
geleid en wel op zo'n manier dat je de uiter
sten van een economische crisis minder hard
voelt. Door de variëteit van bedrijvigheid, ko-
lenoverslag, maar ook papier, chemie en ook
voedingsmiddelen, vlak je de toppen af, net
als de dalen, waardoor de economische bewe
gingen egaler worden. Gaat het bij de een
even wat minder, dan is het bij de ander altijd
nog redelijk en komen daar de schepen. Zo
blijf je als haven en als havenschap keurig
drijven."
In 1985 zwaaide Blok af als directeur van het
Havenschap Terneuzen. Hij is nu 76 en een te
vreden mens. Terwijl hij vanuit zijn flat over
de Westerschelde uitkijkt en een container
boot tussen de cactussen op de vensterbank
richting Antwerpen koerst, loopt hij naar de
boekenkast. Hij haalt er een in blauwe om
slag gebonden boek uit. Het is zijn eigenhan
dig geschreven levensboek, geïllustreerd met
kleurige tekeningen. Een citaat over zijn le
ven als havenschapsdirecteur: „In overheids
dienst zijn er maar weinig functies die zo veel
mogelijkheden bieden tot zelfstandigheid als
de onderhavige, althans als men er van houdt
om zelf de boontjes te doppen en niet aan de
leiband te lopen."
Het Havenschap begon in 1971 in een hok met spinnenwebben. De huisvesting is in de afgelopen 25 jaar sterk verbeterd.
FOTO WIM KOOIJMAN