n Terneuzen /ICE av Vossen: 'Nederland verliest telkens de slag op het gebied van grondkosten' .UISKIL BV grootste en uit van icenten van ter wereld, iet Zeeuws- :-Terneuzen. iduceren wij miljoen ton leststoffen. laatschappij il uit van het iternationale lorsk Hydro. G. Meudec, directeur kolen overslagbedrijf Ovet bv Terneuzen DESTEM 25 jaar Plant Location International (PLI) in Brussel begeleidt per jaar meer dan zeventig bedrij ven van buiten Europa die bin nen de Europese Gemeenschap op zoek zijn naar een geschikte vestigingslocatie. PLI heeft daarmee een derde van de hele markt in handen. De gids voor multinationals zorgde er bij voorbeeld voor dat de Ameri kaanse katalysator-fabrikant Engelhard in Terneuzen neerstreek. Directeur dr. W. Vos sen ziet de concurrentie voor Nederland echter steeds groter worden. P. Bemer, manager Dow Benelux nv in Terneuzen STRATEGISCH PLAN TERUGVERDIENEFFECT REKENMODELLEN CONCURRENTIE HOOFDSTUKKEN tG. Meudec...partnership... foto camile schelstraete „Een haven is een combinatie van twee functies: industrie voor de lokale klanten en logistiek voor de verder weg gelegen klanten. Met zeeboten komen goederen aan in de haven om daarna per binnen schip, trein of vrachtwagen te worden ver voerd naar de klant. Een stuwadoor is be trokken bij beide functies en in de haven is de concurrentie enorm. Om deze concurrentie aan te kun nen zijn de kwaliteit van de dienst verlening en minimalisering van de kosten essentieel. Wat verwachten wij van het Ha venschap met betrekking tot onze concurrentiepositie? Allereerst is goed onderhoud van de bestaande infrastructuur van belang. Waar schijnlijk kan hier wel iets verbe terd worden. Gezien vanaf de zee kant denk ik dat de positie van de haven ten opzichte van het kanaal achter de sluis niet ideaal is. De positie van de Braakmanhaven is beter, daar zijn minder beper kingen qua diepgang en lengte van de zeeboten. Gezien vanuit de lan delijke logistiek kunnen we vast stellen dat de infrastructuur voor de binnenvaart goed is, voor de weg is dit matig en de treininfra- structuur is slecht. Daarnaast is de relatie met de Belgische infra structuur niet efficiënt genoeg voor onze concurrentiepositie met de Gentse haven. Van even groot belang is de tarief stelling voor havengelden, erf pachtcontracten en andere bijko mende kosten. Ook de diensten van derden in de logistieke keten in de haven behoeven de aandacht. Wij verwachten van het Havenschap een partnership bij de acquisitie van nieuwe klanten en een dynamisch beleid voor de promotie van de haven. De afgelopen 25 jaar was het Havenschap een goede part ner voor Ovet en wij zijn ervan overtuigd dat wij in de toekomst nog veel samen zul len werken." 11996 ZATERDAG 22 JUNI 1996 'Subsidie is voor stervenden' zigheid. Deze bon .arna 0,60 per dag MALLORCA), FRANSE Door Frank Deij foto wim kooijman „De Braakmanhaven is een van de belang rijkste bestaansvoorwaarden voor Dow Terneuzen. Voor de aan-en afvoer van pro ducten is deze haven zeer essentieel. Van onze grondstoffen wordt meer dan Procent per boot aangevoerd. pij Meer dan 60 procent van onze pro- ducten wordt verscheept. Het is SP^JI eenvoudigweg de goedkoopste en ipjj veiligste manier om producten te vervoeren. Daarom is het voor |j Dow een aantrekkelijke manier ven transport. Hoe lager immers ttüM °nze kosten, hoe beter onze con- HL^fl eurrentiepositie. Het Havenschap ##jr«j vormt met haar mapier van hande- 'fflffp 'en een echt voorbeeld van hoe au- toriteiten met het bedrijfsleven ||r"-"Tj kunnen meedenken, zodat uitein- |1I|M "jk een win-win situatie ont- fg' staat. Het Havenschap ontwikkelt IfrjHl z'ch de laatste jaren steeds meer als ondernemer. Dat heeft Dow j^Hl zeer positief ondervonden bij de I aanJeg van de nieuwe haven- en ,'JjLÜ opslagfaciliteiten in de Braakman- jESLp naven voor ons bedrijf. Het Haven- Uk"! schap deed de investering, Dow ast de faciliteiten met een langlo pend contract. Daarnaast werken wij op e gebied van acquisitie samen om bedrij ven naar ons industrieterrein te krijgen." Vossen staat daarin niet meer alleen. De Vlaamse minister E. Baldewijns van Openba re Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening pleitte kortgeleden tijdens de jaarvergade ring van de haven van Gent voor een strate gisch plan van alle Belgische havens samen om zo de buitenlandse concurrentie het hoofd te kunnen bieden. Maar of het er ooit van komt. Vossen heeft er een zwaar hoofd in. Begin dit jaar was hij gastspreker op de eer ste gezamenlijke nieuwjaarsreceptie van de Kamers van Koophandel, Arbeidsvoorzie ning en het Havenschap Terneuzen. Hij prik kelde zijn gehoor in Philippine met de uit spraak 'Subsidie is voor de stervenden'. Het was zijn manier om duidelijk te maken dat Nederland, maar ook Vlaanderen, nog steeds achterhaalde ideeën heeft over hoe nieuwe bedrijvigheid aan te trekken en bestaande bedrijven te behouden in een moordende mondiale concurrentiestrijd. Zijn boodschap was mede gericht aan het adres van het ha venschap Terneuzen, dat het nieuwe indus triegebied de Axelse Vlakte wil etaleren, en vorig jaar bij serieuze belangstelling van drie potentiële investeerders telkens de finale miste. Daaronder het Amerikaanse chemie bedrijf Rohm and Haas dat inmiddels her nieuwde belangstelling voor de kanaalzone heeft getoond. Het bedrijf, dat in West-Euro pa een acrylzuur-fabriek wil neerzetten (een investering van 510 miljoen gulden) bekijkt nu of vestiging op het industriegebied De Mosselbanken bij Dow interessant kan zijn. In Philippine ontbrak de tijd zijn denkbeel den verder te ontvouwen. In zijn kantoor te genover het Militair Ziekenhuis in Brussel preekt Vossen met passie over buitenlands investeringsbeleid. In grote lijnen komt zijn kritiek erop neer dat Nederland en ook Vlaanderen, als het om industriebeleid en steunmaatregelen gaat, nog te veel 'in zoomen' op allerlei deelbelangetjes in eigen land. De Nederlandse overheid bedrijft een regionale subsidie-politiek, vindt Vossen. Nee, dan Frankrijk en Engeland. Daar kijken ze in breed verband naar het terugverdienef fect van investeringen. Naar wat investerin gen uiteindelijk voor de regio en het land op leveren in termen van werkgelegenheid, be lastinginkomsten, technologie en toeleve ringsactiviteiten. „In Nederland spreekt men van subsidies en in andere landen van vestigingsprikkels (in centives)," doceert Vossen. „Het verschil is dat subsidies zijn voor stervende bedrijven, 'P. Bemer...voorbeeld... Bedrijfslocaties. Dr. Wilfried Vossen kan er met passie over spreken. Hij droomt soms van bedrijventerreinen. Maar af en toe slaat zijn gedrevenheid om in misprijzen. Als we het over de samenwerking tussen de Nederlandse en Belgische havens, en de ha vens onderling, hebben. Dan jagen er donke re wolken door zijn hoofd. „Ik dacht tien jaar geleden 'waarom doen die mannen dat niet samen? We hebben zoveel gezamenlijke belangen'. Het is toch waanzin nig wat we aan havenbeieid allemaal uitste ken. De concurrentie tpssen Antwerpen, Zee- brugge en Rotterdam met daarbij nog eens dé satellieten Vlissingen, Terneuzen en Gent, is erg droevig voor ons allemaal. Men probeert elkaar vliegen af te vangen en beconcurreert eikaar tót op het bot. Het gevolg is dat wij voor goederenbehandeling en havenactivitei ten met de laagste prijzen ter wereld zitten, terwijl we de beste havens ter wereld hebben. Er is zo weinig besef dat we met samenwer king alleen maar beter van elkaar kunnen worden. Zeker Vlaanderen en Nederland. Want het kan toch nooit zijn dat de haven van Rotterdam de eindstrijd heeft gewonnen en dat er geen een schip nog naar Zeebrugge of Antwerpen komt en dat er in Vlaanderen geen distributieactiviteiten meer zijn." Directeur dr. W. Vossen van Plant Location International: 'Ik zou proberen om meer mensen in Den Haag ervan te overtuigen dat ze Nederland niet in concurrentie met zichzelf maar met het buitenland moeten zien'. foto wim kooijman ongelooflijk veel energie, geld en organisatie in worden gestoken. Dat doe je zomaar niet. Bovendien hebben we nog een godsgeschenk. We liggen aan de delta van alle grote Europe se rivieren en op een minimum afstand van het hart van de grootste consumentenmarkt ter wereld. Ten derde liggen we aan diep vaarwater. Die drie geschenken zijn de basis, voor de rest hebben we zelf gezorgd". „En dan komen we aan het tweede onder werp, de kostenstructuur. En dan loopt er een heleboel fout. De industriële politiek wordt opgeofferd aan de Nederlandse regio nale politiek. Met kleine cijfertjes en de ver keerde benadering en jammer genoeg in con currentie met regio's en landen waar men de goede benadering, en de zware cijfers, het te rugverdieneffect wel onderkent". „In Nederland vindt men het heel normaal dat er miljarden geïnvesteerd zijn in goede scholing, goede havens. Maar bij de vraag wat een stukje grond moet kosten, wordt de Nederlander opeens krenterig. Vraagt ie zich af wat het heeft gekost om dat stukje grond te ontwikkelen en rolt er een prijs van 50 gul den per vierkante meter uit. De anderen zeg gen: 'Hoeveel heeft u ook weer nodig? Twin tig hectare. Dan mag u die voor een gulden hebben, want we hebben al miljarden geïn vesteerd in scholing en infrastructuur. Dat armoedige stukje grond krijgt u van ons voor niets. We zijn zo blij dat u komt met al uw kennis en technologie. Dat voegt waarde toe.' En als zo'n bedrijf dan ook nog een paar hon derd miljoen gulden gaat investeren, blijken er tal van voordelen te behalen. Terwijl men in Nederland niets geeft. Jammer, we hebben het moeilijke van het parcours prachtig voor elkaar. Iedere Nederlander heeft er zowat de helft van zijn wedde ingestoken om zover te geraken en daar waar het gemakkelijk wordt, laten we het op zo'n stomme manier afweten. Nederland verliest telkens de slag op het ge bied van grondkosten en het ontbreken van ernstige aanmoedigingspremies." Als Vossen op de stoel van de directeur van de havenschappen Terneuzen en Vlissingen mocht zitten zou hij het wel weten. „Ik zou eerst mijn verkoop materialen klaarmaken. Dat zijn geen brochuurtjes, hé. Dan praat ik over rekenmodellen om aan kandidaten te to nen hoe het er uit komt te zien als ze bij mij komen. Ik zou proberen om inzicht te krijgen in de behoefte van de bedrijven. Wat zijn de noden van de klant en wie heeft de kenmer ken die aansluiten op mijn product. Nog niet zo lang geleden maakten fabrieken een per fect product en probeerden het dan te verko pen. Maar men is er achter gekomen dat dat zo niet werkt. En dan op pad hé. Want zonder 'sales' wordt er niet verkocht. Want u denkt toch niet dat men perfect weet wat Neder land en België is. Als ik ik Illinois in een taxi zit en ik zeg dat ik van Belgium kom, zeggen ze daar: 'Is that a big town?'. Men kent veel eer Rotterdam, maar zeker niet België en Ne derland, en zeker Zeeland niet. En ik zou toch ook proberen om meer mensen in Den Haag ervan te overtuigen dat ze Nederland niet in concurrentie met zichzelf maar met het buitenland moeten zien". die gered moeten worden. Vanwege de natio nale trots, of omdat het militair of strategisch van belang is. Er moet geld bij, anders komen die jongens er niet uit. Neem Fokker, ja. Of de Boelwerf. Maar incentives zijn er om nieu we, kerngezonde en winstmatige bedrijven, met veel kennis en toegevoegde waarde ervan te overtuigen dat ze bij ons moeten zijn." „Mijn verwijt is dat men in Nederland incen tives behandelt als subsidies en absoluut niet denkt in termen van terugverdienmogelijk- heden. Het probleem is dat men in andere landen wel al op deze wijze werkt. Maar het gaat niet alleen om nieuwe investeringen. Ook om bestaande investeringen te behou den. Dat is een nieuw onderwerp sinds vijf jaar. Er is een hele golf op gang gekomen tot consolidering van bedrijvigheid. Bedrijven worden samengevoegd, zeker in de distribu tiesfeer zie je dat". Het pallet van instrumenten dat de Fransen hebben om bedrijven binnen te loodsen is volgens Vossen vele malen rijker, intelligen ter en simpeler ook. Er bestaan opleidings premies, tewerkstellingspremies, eenmalige bijdragen in contant geld, er zijn investe ringsfondsen. „De terugverdieneffecten zijn door al die voordelen soms wel dertig procent gunstiger dan in Nederland en Vlaanderen". Vossen geeft aan dat grote buitenlandse in vesteerders zoals Japan, Korea, Amerika, bij het zoeken naar een geschikte locatie in Eu ropa zich zelden op een land richten. „Het is bijna nooit zo dat een bedrijf zegt: heren we komen naar Nederland en we gaan uitzoeken of we nu beter in Groningen, Amsterdam of Terneuzen kunnen gaan zitten. Nee, een be drijf zegt: we komen naar Europa, en we kij ken naar Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. Dus u bent in concurrentie met het buitenland". „Als je nu bekijkt waar men in Nederland be reid is iets te doen, dan is dat in het noorden in het land en vroeger in Limburg. In de uit hoeken. Men zegt, die regio's zijn achterge steld. Die moeten we helpen. Een kandidaat investeerder krijgt daar een investeringspre mieregeling (IPR) van misschien 15 tot 20 procent, terwijl hij in Rotterdam, Amsterdam en Terneuzen niets krijgt". Vossen vindt dat een verkeerde benadering. „Je moet je beste troefkaart uitspelen. Is dat de Axelse Vlakte dan moet Nederland de Axelse Vlakte beter wapenen tegen concur rentie". Het gaat steeds om twee hoofdstukken, do ceert Vossen. De aanwezigheid van geschikte locaties, goed opgeleid personeel, scholings mogelijkheden, ontsluitings- en toegangswe gen, havens, vaar- en spoorwegen. En daar naast: de centen. Nederland, Zeeuws-Vlaan deren, de Axelse Vlakte hebben hun zaakjes prima voor elkaar. Er liggen wegen, havens, spoorwegen. En er zijn beschikbare indus trieterreinen. „Nederland heeft dus al die moeilijke dingen al overwonnen. Want in Tsjetsjenië is dat wel anders. Daar moet nog foto wim kooijman De Terneuzense haven ('een van de beste ter wereld') bepaalt het straatbeeld.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 35