'Havens motor Zeeuwse economie'
DE STEM
Havenschappen willen concurrentiepositie versterken met internationaal imago
D4
r sHT
Vossen verwacht
meer concurrentie
111 ij
S||
Eerste directeur
Blok is tevreden
s s
Terneuzense
haven in beeld
Van den Hemel:
en dan die kick
als ze komen...
Havenschap Temeuzen
zaterdag22 junh996 deel
dag 22 juni 1996
3RW
Het Havenschap Terneuzen
bestaat binnenkort 25 jaar.
De Stem staat vandaag
uitgebreid stil
bij deze mijlpaal.
«4r, 7
U O) T, U
i_ o qj
o cjs a
O 3 .Q
C Q-DIQ)
Q. nj "O
'ai .2 j
.2 §1^2
■2 Tri =g
aj Q "O
ui - +-*
t: c: tr
O r-
F. cu
v r; QJ
QJ «j
s.g s
T3 aj M
c oj <v
O ■»-> "O
"O x_
u b: o
S 42 «J QJ
c tJ -* ai
So O {3<i>
_q Q- t
"5 o-S
2 c <u P
-O O)
.ctCS O
qj qj qj _5
Q- Q
3.5 u
|2Sf
§4£S
q-*r; oj -
lill
cd
Q.=
d .e
J2 U
XI £5
qj vo
m 3 2
V i- vi
Q^ QJ E
-2-° c O
co qj
qj qj
t! tl
"r.-
u QJ
id i/i"d
w
o r.E
O LO Oi
KJ qj
x qj qj
- "O
E a>
o3 I- -Q
S c
-o .E
PAG NA 2
O <0 c
üs 'i
92 4—
öl°3
■5
lü qj
2
N
J2 QJ ■- 3)
c 2 M
•jz: O s: <u
H--A WT3
C -f
fj to ra
52 r- X
c
r QJ oj
qj qj
-O -O
2B, S3
ti
FOTO SKY PICTURES
ÏS QJ +-
qj "o qj
44
o w y
45 -c 0j c
c <U E TL'>
-£ 01= o,q
Jj, c E 9o
O ra 01 QJ
w ra c aj
u f i
o!«t5
c V ra o
qj qj jc qj
c O F
ts 5 u. to oj
qj qj -v
<D S c OID
ip 2 Jf
i ra '55 m cl v
fc ra o c J. ra
h«q q. qj b i
o -
-P QJ
QJ
QJ
O "o
=5°
3-"S 0
S.-c£«.
ai
4- 3 z C
QJ O
-r N
■PAGINA 3
'2*
o-
1 V, w
I
1 -O t_
I QJ OI
I QJ Ol
f to
l* l E
S ra ra
22 au*
l.g-E
S
"Ö5
o aj
qj -c
o c
E
c wo 32
0) c 5
c oj
c 1) 1-
f0
JD Qj ra
51^
qj qj
ra x g
qj .qj
05x22 N
Qj
'c c
oj qj
E
t qj
O -e
£ra
E E 5
o qjiz'n
E 'S_2 52
0J T3
5 o QJ -
o ta
iH' u c
+-> qj qj
c 7: o
qj 5 p
QJ JJ
a3 ■- -c
qj id u
ai c v
'c
2 314
0 si?
c o ta ai
qj rsi
Q. C 01 r*
ra ra S o «J Sj
c"!
c ra
3 (D
g qj B
j dl4' oj
2S -32, p
*- o
qj.
QJ Qj
s— qj
- -| c
ei
qj _c
P
c
ai^
s-s
A3 -32 ^O
j'-:
™S:^«
OI QJ C
o a -J 3
C -H qj -C
c O c
o O ra®
o ai "O
w_ r=, qj
qj
v. :=T v c
ai
qj .9-
1
la "O
ai QJ S
E
o
ai ?5 c QJ
O (D
"O
32 22
x» eo S
QJ
qj -*■' >_r w-
qj qj
I I
i qj qj
S.9-S
-J ai c
-a "S
c-g-S-5
aj +3 ai c
o lo c _22
Sj Qj 'ai «2
-T3 c
Js 2 QJ QJ
qj p u
ID QJ r CU
ct3 e+j
'n
P "TT,
wn QJ "O O
QJ QJ O
Ö"S raïl
3 OI 4_i QJ
j_> qj qj c
tu t^T-C O
x ai CN
UI S (D C
T QJ
o5 c?
:=r c qj s
qj -=* qj c
O ,QJ "O aj
qj tl
ai a."0 Sr
li IS
+j QJ qj qj C
to "o qj
Tl J J5
s 1
aj «o +rf .5
qj i_ qj
'f-ë g^-c
S §-•- g g
"K ra d tl
ai^c -2.
cü .E 2 ai
ra g--°
+-' ^3 i_ P
Q. P qj !P u
qj o u* qj
h n +-• qj
.t: ra t c
£-S_ra
Jt-S ra
tt. 10
qj qj
E P
"O P
O QJ
wl qj
qj x
11722
qj _a
qj 4_|
qj 1/»
C C
qj qj
qj qj
'"M
- S <v
'-O CA
ai S qj
qj 1
-p -O
r£ "p a -p
g'
o-|£
n oj 22 qj
■H t! -O +J 4-" V- XI
J2 ou -t ra 01 "i ra
i-\ o c a -<t)
>i§
ra ra e:
S®»
ra o E
tr i -= c
o c qj 22
o o a
wo na *5
qj 1- .- 1/1
a a
p ai£0
ilUS
id o o 1/1
in
+-j" qj
oj c
O- c c
ilo i i'
ra
j c
c2s
Sjj3.fi!
"5 qj "o
i"H c
aj if
qj
■PAGINA 4
De havens als motor van de
Zeeuwse economie?
„Jazeker. Kijk maar eens om je
heen wat in die afgelopen 25
jaar allemaal is gebeurd."
Directeur J. Philippen van het
jubilerende havenschap Terneu
zen hoeft maar uit het raam van
het karakteristieke haven
schapsgebouw te kijken om het
bewijs te leveren dat de bedrij
vigheid in 'zijn' havens de
Zeeuwse economie stut.
Door Frank Deij
Ik ken de getallen niet precies. Maar ze
ker 20 procent van de Zeeuwse beroeps
bevolking is direct of indirect afhanke
lijk van wat er in de havengebieden ge
beurt. Dat zijn 28.000 van de 140.000 mensen.
Als het slecht gaat in de havens gaat het ook
bij hen slecht," redeneert hij heel simpel.
„Het havenschap Terneuzen heeft in die 25
jaar ongeveer een miljard gulden in de kanaal
zone geïnvesteerd. Dat heeft een hefboomwer
king gehad op het bedrijfsleven dat in dezelfde
periode 10 miljard gulden in dit gebied inves
teerde. Er is een rechtstreeks verband. Het feit
dat Dow hier zit heeft toch alles te maken met
■PAGINA 5
Eindredactie: René van der Velden
vormgeving: Karei van der Pol
Wij hebben meer last van wetten en
regelgeving'
de infrastructuur. Met de voor- en de achter
deur. Ze hebben toch een prima locatie aan de
Braakmanhaven. (Dow neemt via de haven 90
procent van de 5 miljoen ton grondstoffen in,
red). Dat heeft veel geld gekost. Dit gebied le
vert de staat elk jaar een miljard op in termen
van btw en het vermijden van uitgaven voor
uitkeringen. Dat is veel. Denk de haven weg,
dan denk je de motor uit een auto weg."
Het verhaal over de Terneuzense haven, en dat
geldt de laatste jaren ook voor Vlissingen waar
Philippen ook directeur is, heeft veel weg van
een successtory. De overslag van beide havens
is de afgelopen jaren opgelopen tot zo'n 22
miljoen ton, elke haven neemt de helft voor
zijn rekening. Daarmee staat het Zeeuwse ha
vengebied in Nederland op de derde plaats.
Ook in de regio Scheldemond, waar Antwer
pen en Zeebrugge respectievelijk 110 en 45
miljoen ton overslag hebben, nemen Vlissin
gen en Terneuzen de derde plaats in. Op gelij-
ke'voet met concurrent Gent (22 miljoen ton).
REUZEN
Philippen verwacht in het jaar 2000 verder uit
te groeien naar 30 miljoen ton overslag. De
twee logistieke reuzen in het havengebied -
Ovet (kolenoverslag) en Verbrugge Internatio
nal (houtproducten) zijn snelle groeiers. Phi
lippen heeft ook goede verwachtingen van een
nog op te zetten lijndienst tussen Terneuzen en
Noorwegen. Hij gaat er tevens van uit dat de
strategische alliantie tussen Rotterdam en
Vlissingen zijn vruchten zal afwerpen.
Partijen hebben elkaar gevonden in de Exploi
tatiemaatschappij Schelde Maas (EMS) die in
Vlissingen Oost een 135 hectare groot indus
trieterrein wil benutten voor activiteiten als
stukgoed en neo-bulk, ruimtevretende opslag
van auto's, houtproducten en staal. Activitei
ten waarvoor in Rotterdam, dat wilde groeien
in chemie, distributie, containers en fruit, on
voldoende ruimte was en de directe aanleiding
vormden voor de vrijage met Vlissingen. Vlis
singen fungeert in die positie als frontsoldaat
in de concurrentie tussen Antwerpen en Rot
terdam.
Philippen is enthousiast over de samenwer
king. „Wij raken onze ruimte kwijt. Rotter
dam krijgt daardoor ruimte. Wat wil je nog
meer? Ik ben ervan overtuigd dat we daar
meer van gaan profiteren. De Randstad groeit
economisch minder snel en dat wordt groten
deels veroorzaakt door de' congestie van de
wegen. Het gebied slibt dicht. Het kabinet
heeft de discussie aangezwengeld over de aan
leg van een Tweede Maasvlakte die tien mil
jard gaat kosten. Maar waar is er nog ruimte
die een volwaardige vervanging biedt voor
Rotterdam? Hier toch. De samenwerking tus
sen Rotterdam en Vlissingen geeft al aan in
welke richting je moet denken. En als je toch
tien miljard moet uitgeven, denk dan aan een
tweede zeesluis bij Terneuzen die dieper kan
zijn, waardoor je in de kanaalzone ook een
volwaardig alternatief krijgt. We proberen in
de discussie een plaats te geven aan Terneu
zen." Zonder zorgen is Philippen niet: Voor
het gemak snijdt hij de havengebonden activi
teiten in twee grove plakken. Tweederde is in
dustrie, een derde is logistiek (vervoer en over
slag). „De industrie beschikt over productie
processen die in de rijpheidfsfase zitten. Noem
maar op: Pechiney, Dow, KSG. Ze hebben al
lemaal producten die al jarenlang gemaakt
worden, en ook allemaal elders worden ge
maakt en toegepast. Ze zijn niet nieuw-nieuw.
De tucht van de markt is dat die bedrijven elk
jaar productiviteitsverbetering moeten laten
zien. De prijzen moeten omlaag. In de praktijk
betekent dat vaak dat er mensen weg moeten.
Het verlies van die werkgelegenheid moet je
compenseren met het aantrekken van nieuwe
industrie en dat is heel lastig. Het klinkt para
doxaal want complex-vorming van industrie
is in principe goed. In het verleden trok indus
trie industrie aan. Maar anderzijds betekent
het hebben van industrie en welvaart dat de
bereidheid om nieuwe industrie aan te trekken
minder wordt. Het maatschappelijk draagvlak
valt weg. We zijn in Nederland een beetje in
dustriemoe. Dat uit zich in steeds meer regel
geving en milieuwetten. De middelen die het
Rijk beschikbaar stelt zijn niet voor de volle
honderd procent afgestemd op het aantrekken
van nieuwe industrie."
Dat gevoegd bij het hoge kostenniveau, hoge
belastingen en geringe loondifferentiatie
maakt het volgens directeur Philippen moei
lijk voor een volgroeide economie om industrie
aan te trekken. „Dus dan houd je eigenlijk al
leen maar de logistieke kant over om de daling
van werkgelegenheid te compenseren. Dat
doen we goed. In logistiek opzicht zijn we de
sterkst groeiende haven, gemiddeld 8,5 pro
cent groei, terwijl andere havens stabiel ble
ven."
Alleen de ontwikkeling is eenzijdig. De
Zeeuwse havens zijn afhankelijk van invoerla-
ding. „Negentig procent van de goederen
stroom is import'. Er gaat maar weinig uit en
dat is niet goed voor de kostprijs, want sche
pen vertrekken leeg. Als je dat kunt verande
ren, heeft dat.invloed op de kostprijs en je con
currentiepositie. Daar moeten we in de toe
komst goed op letten." Een voorbeeld van het
Directeur J. Philippen van het haven-
schap Terneuzen. foto's camile schelstraete
benutten van de lege schepen is het onderzoek
naar het opzetten van een lijndienst tussen
Terneuzen en Noorwegen. Het Havenschap
Vlissingen verkent met hetzelfde oogmerk de
Engelse markt.
Een nadeel is dat de groei vooral zit in de sec
toren waar een lager groeipercentage zit dan
in de containerbusiness. „Er komen steeds
meer containers, dat betekent dat er voor de
rest van de goederenstromen, bulk, neo-bulk
en stukgoed minder ruimte voor groei over
blijft. Wil je dan nog groeien dan zul je markt
aandeel van anderen moeten winnen. En wil je
winnen dan moet je concurrentiepositie sterk
zijn."
Is die dan zoveel slechter dan de omringende
havens?.
„Wij hebben minder subsidiemogelijkheden
om in haveninfrastructuur te investeren. Wij
hebben meer last van wetten en regelgeving.
En met het kostenniveau gaan we ook de ver
keerde kant op. De beloodsingtarieven, ver-
keersbegeleidingstarieven, kosten voor bag-
gerspecieberging en -verwerking. In de ons
omringende havens is dat veel minder het ge
val. Je moet sterker groeien ten opzichte van
concurrentie met minder sterke concurrentie
positie. Ra ra, hoe doe je dat?. Dat is de groot
ste bedreiging van de Zeeuwse havens."
Om de concurrentiepositie te versterken wer
ken de Zeeuwse havenschappen aan hun ima
go. „We willen naar een internationaal ima
go." In die visie past een wens van de gemeen
te Sas van Gent - die samen met Rijk, provin
cie en de gemeente Terneuzen het havenschap
vormt - iets van de gemeente terug te vinden in
de naamgeving niet. Sasse bestuurders hebben
het nooit leuk gevonden dat het havenschap
alleen maar de naam Terneuzen droeg. Philip
pen gaat nog een stap verder. De naam Ter
neuzen zal wellicht ook verdwijnen. „We wil
len af van het schap-idee. De naam heeft iets
van het coöperatisme van dertig jaar geleden.
Ik vind havenbedrijf een. veel mooiere bena
ming. We willen af van het lokale. Betekent
dat je minimaal naar havenschap Zeeland
moet. Of iets Engels. Zoals in Vlissingen, Flus
hing Port Scaldia."
ROTTERDAM
Stilstaan bij 25 jaar havenschap betekent on
herroepelijk ook terugkomen op een van de
grootste teleurstellingen in de geschiedenis
van het schap. Ondanks lovende cijfers over de
groeimogelijkheden en het terugverdieneffect
van investeringen in het Zeeuwse havengebied
besloot minister Jorritsma, tegen het advies
van de Nationale Havenraad in, alle havenge
bonden gelden tot 1999 richting Rotterdam te
sluizen. Philippen had het niet zien aankomen.
„Ik kon mij dat absoluut niet voorstellen om
dat het advies gedragen werd door alle par
tijen." Achteraf begrijpt hij wel hoe het gelo
pen is. „Er was iets van verbazing bij de grote
havens. Zo van: hoe kan dat nu dat Rotter
damse en Amsterdamse projecten minder sco
ren dan Terneuzen. Uit het onderzoek had
moeten uitkomen: Rotterdam één, Amsterdam
twee, dan een hele tijd niets, en dan pas Vlis
singen en Terneuzen. Toen die verwachting
niet uit kwam, hebben Rotterdam en Amster
dam de methodiek aangevochten. Vervolgens
zijn alle gegevens geactualiseerd, ook de crite
ria waaraan de havenbelangen worden afge
meten werden aangescherpt. Dat veranderde
uiteindelijk niets aan de uitslag maar dan was
het kwaad ook al geschied."
DOORBRAAK
Volgens Philippen heeft de randstedelijke lob
by het de minister niet gemakkelijk gemaakt
om het advies van de havenraad te volgen.
„Daarbij kwam dat er op dat moment niet echt
geld beschikbaar was. De grote verdienste van
het onderzoek is dat er geld is gekomen. Maar
dat kwam uit budget voor stedelijke ontwik
keling. Daar kon de minister niet vrij over be
schikken. Toen kreeg ze van de kamer opge
legd om dat geld in de grootstedelijke gebie
den aan te wenden. Maar er was een door
braak. Er kwam geld. We hebben met leedwe
zen aangezien dat het naar Rotterdam ging.
Maar dat wil wel zeggen dat we na 1999 ge
woon geaccepteerd hebben binnen Nederland
dat er ook geld gaat naar Aütrichepolder en
Axelse Vlakte. Na 1999 wint het beste project.
En dan staan we er goed voor. Tot die tijd
moeten we ons behelpen, met overgangsmaat
regelen. Een daarvan is de samenwerking met
Rotterdam waardoor we toch een deel van dat
potje naar Zeeland halen. Anders is de uittre
ding van het Rijk waardoor straks 75 miljoen
gulden bijgeschreven wordt op de rekening
van Terneuzen en Vlissingen. Daaruit zullen
we ons bedruipen. We zijn niet onthand. Ja,
dat wist de minister ook."
Dus is de teleurstelling minder groot?
„Het wordt begrijpelijk."
Was de verontwaardiging dan niet gespeeld?
„Ach, de verontwaardiging is altijd misschien
een beetje gespeeld, maar was ook oprecht
omdat we vinden dat als de havenraad een ad
vies uitbrengt de minister wel heel zwaarwe
gende argumenten moet hebben om daar van
af te wijken. Dat vinden we nog steeds du
bieus."
We zijn in Nederland een beetje indus
triemoe'