de stem
Zilvermeeuwen terroriseren andere vogels en jatten Belgisch vlees
ra
cd
A
O
ra
ra
ra
ra
lil?
S
lil
5-p
E1
Ze voeden hun jongen met kosjer vlees, maar soms verslikken ze
zich in een condoom. Dat kotsen ze uit naast hun nest, bij het label
waar de rabbijn als afzender opstaat. Ze smokkelen rottend vlees
bij duizenden kilo's over de Belgisch-Nederlandse grens, met de
douane-labels van de EU er nog aan. En hebben ze niet genoeg, dan
kannibaliseren ze hun omgeving, vreten de eieren op bij de soortge
noot of plunderen het nest van de grutto, van de plevier en van al
die andere vogels waarvoor het natuurgebied Saaftinge ook
bestemd is.
Overbevolkt
Bisschop Muskens ten strijde tegen armoe
Werner Freund leeft met wolven
Een boswachter in polderland
RDAG 1 JUNI 1996 D5
E ra o 0
oj iz v
Ol ra u c
ra ai
ai o
c^.ÏN^B
■C 4-> nj QJ >M—
i r\ r-1 -r w
CD
ca co
!l<ü
°1£
"O J* QJ U
C "fö 0 -O
(U c
N oiqj 2
c <a -rj "3
<U -f
tc C <D
C O m OJ
ra o.
-ï
3 0) 0) O
I"O O
p-5 -
S 2-2
N
c E
dj <a
fsj <3
O) "O
CU
ra ca
c x
ui
I ,<u O-J
.V CL O
Z 2-5
0 ra c
c x <5
flj"4" o
«S=E
oi.== .t;
ai ra -c
sis
Ö1 f— p
c -c -c
iê"
S si e
ts o
cg
•+-: <u
e c
te »- ra
.*■5 S -Ü
i/T j—
-"O ra 5j
Pjc .E 0
C :=s 5
ëf i
+2 «3 4_
5 3
-Q
a5 g"g
-T- 'Cr
a.
a; O
'■P ai
Q- c
E
N O Jjj g c 2
T3 O
CU
W aiü a;
tl C cn
03 P x"
O 3}
«B-S ai
01-— <y
m CD "q3
5 u.t; o
CL O 3
c .E, 0
0 o-b
t-c
su c?
-3 s!
K>2 ra
Olfll N
fe &i
ÉL.3
wi ro
1 IO J
22 3
Si ai
x "O Q.
c2 a,
ft> E "o
O) J, te
5 2 2
0 "O I
«SI
1 0
O 0
.12 U
H» 0
o
Os-
oco
c
"3 qj
CO *-> +->
«'5?
O <y
+-" vo "O
1.1 O
Si ra
c ra
®o a
c a> "P
lil
o a
-! 2 ai c
o "O ra
c ra 0
a3 o
c <u
Q^'f
wO
O 12
5 5
U c OJ
cu ra
"K -55 .2
ra +3
x .0 ra
cu P- E
P t o
c ra tr
ra Q-.te
c +-
Sj2
ra "O .52
x ra X
0 ra
i Ol to i/i
C u_ O
ra -£
JS cu
u s
I-»—
W m
X "O 3
<U C
+-> ra ra
x 3*2 )-
u qj D
cu _Q "O
§-■*
cu ca!
'rac
■p ra c
<5 Ol-#-»
+J cu
c
13 ti
15
ai-
c: u to
■g^ g
cu cu 2
E -^ c
:ÜX. S
|Ib|
ix oi>
J ui -
J V r*
j X C O
.2 o
3 Jr. E
3 $L
.E5 ra ■-
c QJ
c "o
ra c
ra
g 'n a3
cu ra "ra
1?*
I s-g
cï>
:=T CU r-
N .E
- <u
c +J
CL) to
t; 'P c
ra lu
N c_
ai ^4;
oi° m
g
Si-s
12 ai O
cu ai-0
cu <u
cu +J
S c 9-"5
ir
o. o o
o o o
cu -o
■'P' cu 5
"aJ o
p c
p o cu
a o o
p CTP
§«|!ïS
>>^^1:5
-?!.EaiS
o 2 -2
ca rt> Q-P 5
■o ?s S-J-:
d) <1
P
^£3
■H
U
(S>
Pi
O
^4
Vl
0
1
a
"H
o
p
ai O
<u
ai
cu
cp
P o
E .12 E
01 Ir
O o (U
c E N
<u c
cu
ai
cu cu
o
E
CU "O
C 3
O
X
0
rjP c
w> (U m
ra 2
Sfc-g
9 E S>3
,S t
c -2 "a
CU "co
P X) -
S5 g
t 5
°5|
i.« s
w J2 U
c cu CU r-
i 5-S1 g
i e5 'Ë-S£
I ra ra a cu
I ra -o
- ra p ra
-F, ra
.y t a»
ra ex
E p
oi
- S"*^ o
3 ra o
Ij"»
,££.!2 ai
J u c ra
on Q o P
C
53 g=_
ra •- q
ai.y
_s^ «-»!
i- ra "7^ c
CU O co
ai>
ra ca ai
N N
x c
w ra ra
"N S
ra ai
p ra o
IJ
op
Q O)
iu. ^.E
a +i
2 te u
CO g *P
-* vo
c c c
CU ra ai
p ra cu
•E c -
P ra
O-.E
'a c ra
x ra ai
CL
"ra "ra
ra c
3 c S
•S-ï-oJ
n C O®
S-o 5 a
fl
0
M
0 CM
0
fl -H
O ra
■r» ra
0
0 u
w p,
fi 0
0 *0
Pi
0
»o
f—
c ra .E
cu o.
E .2 ra
m cu ra
.2 ai 5
Q.H-
"E 2 gJ
si-s
EOl
ra ca
x ra ~o
ra +-•
n
4_. c cu
ra ra o
Ek— N
^-n
CL C P
o
O
g.
u Q-nj
to ra +-«
ra 1/1
ai.E i2
-ia
ra o cu
c E Q
ra
Q- cu P
N ra ra
ra jS o u
c 5 °-iö
ra ra ut o
-M °-
j_. ra 4-»
iE X cu
x p
ra E co
Q 2 .2, 'a.
CU C
ra ra rn o
u u al o
ra 2 c
CLQ-^ê
X O w
2 P 0
»- u o
ra
.2, c 0 c
ra Q ai
ra .E1 c
c c a
XL ra 0 p
x: "üt oi <u
v_> cu 'i- v-
ra n ra ai
-£ ra 'c
0 p ra g
H- c P ro
:=r ra Era
0 c
E c 0 o
g S N 0
u
s °"°jü
E a
Z o c.
CL X- V
3 g 11
.01 O
1
u 2i.«
O '3
O u, I-1 0
O 1— c "i
«c
c -S1
i S -g .2.
5 ctt
I si
O 0 4-J
LU P X»
■8 a 0
,c? oi
•6 -&i
45 P
li
l.a' I
"•e.a.
'^loi
ffil-
!§i$
3 C^N
S- ra oi"
--Orii c
Si-oPfJ
S
Weekend
ZATERDAG 1 JUNI 1996
Q. 0 I
O CT)P C
ra c
mS
.3 -d i
■S^ I s
c - i
- 0. 1
g|
'5 .12 T2 0
2
i2 "o i
0 0
Ol.rgx i
cu
ra ra T-
I iöfig*
ra E -§ ra S I
ra cu to I
S <5 c «M
ai ra ra •- I
o p ra c c r I
c Q. .E,0 QJ
ra oi Q-ts 2 r-
-rj O w ca c I
c C Tp ra I
ra cu ra ra 1
ra c o r- i_
S C JS I
r- V
T2SI^
a 3 ra ra .E 0
p oiP x c Q
Door Saaftinge-gidsen
verzamelde EU douane-vleesmerken.
Door Paul de Schipper
Boven Saaftinge wolkt het
van de zilvermeeuwen.
„Als een witte waas,"
zegt iemand die bij Em-
mahaven op de dijk staat.
Saaftinge is anno 1996 het domein van de zil
vermeeuw, een vliegende dictator, die geen
natuurlijke vijanden kent.
«n asgrijze rug en een jodelend geluid
*ieauw, kieauw, kieauw.' Het lijkt of ze je
net duizend tegelijk uitlachen, maar de roep
van de zilvermeeuw heeft ook iets weg van
miauwen.
Ilaakzaam hangen ze in de blauwe lucht, op
de vleugels gejaagd door indringers.
As maar op," bromt Saaftinge-gids Richard
Sleijenberg, „ze zijn zo aggressief dat ze te-
8en je kop aanvliegen."
•anaf de dijk wees hij al: „Kijk, over een ge
wed van vijfendertig vierkante kilometer
struikel je over de nesten. Je ziet niks anders
als zilvers."
„De zilvermeeuw is een kannibaal, want hij eet zijn eigen soort. Het is gewoon een heel pragmatisch dier. Wat eetbaar is, dat vreet-ie op en de rest kotst hij uit.
FOTO'S CAM1LLE SCHELSTRAETE
De ratten van de lucht
Het is niet te veel gezegd. We lopen door een
overbevolkte kraamkamer. De eieren van de
zilvermeeuwen liggen voor het oprapen langs
ae kreekranden. Donzige jongen duiken weg
ln het lange gras. Ze hebben de schutkleur
van legervesten. En overal slingeren botten
rond.
„Op 15 april vonden we er het eerste
01 Ze zijn nu aan het broeden." Hij onder-
teekt zichzelf, raapt iets op naast een nest,
een verflodderd stuk gummi omhoog:
wüvuuviu OlUli gLAllAJ.111
"Hier uit de braakbal van een meeuw, alsje-
een condoom. Meeuwen gebruiken dat
Wet hoor, dat halen ze bij de mensen weg."
e gids mompelt: „Het water zou een keer op
de Groenplaats moeten staan." Hij bedoelt
dat het springtij een keer in Antwerpen over
de kade moet lopen om in Saaftinge de eieren
van de zilvermeeuwen weg te spoelen. Ble-
ijenberg: „Vorig jaar kwam er een hoge vloed
overheen. Die vernietigde veel eieren. Dat is
nu niet gebeurd, dus krijgen we een geboorte
explosie die niks meer met natuurbeheer te
maken heeft. Ik ben een groene jongen, maar
van dit soort groen ben ik niet gediend. Die
zilvermeeuwen zijn de pest voor Saaftinge."
En niet alleen voor Saaftinge.
„Het zijn verschrikkelijke rovers en kanniba
len," zegt Dirk Fluyt, beheerder van de Bos-
wachterij Westenschouwen, „de reden waar
om ze zich hier zo thuisvoelen is eenvoudig.
Ze volgen de mensen. De mensen produceren
afval en waar afvalbergen liggen, zijn de zil
vermeeuwen.
In 1947 vond de Belgische natuurgids Jean
Maebe de eerste zilvermeeuw in het Verdron
ken Land van Saaftinge, temidden van kolo
nie broeden kokmeeuwen en kluten. Het Del
tagebied telt nu drie grote kolonies van zil
vermeeuwen: de Maasvlakte, de Kop van
Schouwen en het Verdronken Land van Saaf
tinge. In de kolonie op de Kop van Schouwen,
ook bekend als de Meeuwenduinen, broedden
in 1995 volgens de tellingen 3700 paar zilver
meeuwen. In het Verdronken Land verbleven
in 1979 5500 broedparen, nu zijn dat er vol
gens officiële waarnemingen 8500, maar die
cijfers zijn discutabel, omdat de schattingen,
aldus Peter Mijninger van het Instituut Kust
en Zee van Rijkswaterstaat, 'er wel twintig
procent naast kunnen zijn.'
„Die zilvermeeuwen sjouwen alles mee," ver
telt Dirk Fluyt, „en wat ze niet lusten, kotsen
ze uit naast hun nest. Daar vinden we botjes,
plastic en zelfs condooms." Fluyt vond er op
een dag ook witte metalen strips met cijfers
erop.
Hij stond voor een raadsel. Tot hij nog niet
zolang geleden in contact kwam met gidsen
uit het Land van Saaftinge. Die wisten het
wel. „Dat zijn vleesmerken van de Belgische
douane," vertelden ze de verbaasde beheer
der, die daarmee het bewijs in handen had,
dat 'zijn' meeuwen dagelijks tot in België
vliegen om zichzelf en, in de broedtijd, ook
hun jongen te voeden.
Franse grens
„Ze gaan tot aan de Franse grens," weet Fluyt
inmiddels. Een proef met geringde vogels
toonde hem aan dat de zilvermeeuwen die in
Antwerpse slachtafval wroeten en die Vlaam
se en Waalse vuilnisbelten verkennen, even
gemakkelijk naar Tilburg vliegen om daar
naar voedsel te zoeken: „En ook De Kragge,
de belt van Bergen op Zoom, is voor de meeu
wen van Schouwen een prima keuken."
„Je hebt zilvermeeuwen in drie soorten," ana
lyseert Richard Bleijenberg, sinds 1948 actief
in het Verdronken Land van Saaftinge, „al
lereerst heb je de konijnenvreters. Die zijn re
delijk onschuldig. Ze gaan de dijk over, de
polder in en jagen op muizen en ander klein
wild. Ze trekken rustig de jonge konijnen uit
hun hol. De velletjes vinden we dan later
naast hun nest. Dan heb je de krabbenvreters.
Dat zijn de specialisten die zich voeden met al
wat de zee biedt: krabben, mossels en kok
kels. De schelpen kraken ze in hun krop en
die spugen ze als braaksel uit. Ze zijn niet
kinderachtig hoor, want ze sjouwen hele zee
sterren mee door de lucht. Als derde soort heb
je de vleesvreters, dat is de grootste categorie.
Die voedt zich met vleesresten die ze oppik
ken op vuilnisbelten of bij slachthuizen. Ze
nemen flinke 'coteletten' mee, dat kun je zien
aan de botten die ik in Saaftinge vind. Die
zijn soms wel tien centimeter. Soms zitten de
stukken spek en het rottend vlees er nog aan,
allemaal eiwitten die liggen te bederven in
een natuurgebied."
Veeziekten
Hij suggereert het gevaar van het overbren
gen van besmettelijke veeziekten. Bleijen
berg: „Blaasjesziekte, varkenspest. Dat zijn
ziekten die zich soms plots verplaatsen van
Vlaanderen naar West-Brabant. Hoe dat kan,
weet niemand, maar misschien gebeurt het
wel door de lucht. Meeuwen vreten resten van
koeien en varkens. In België ligt dat kennelijk
gewoon in de open lucht. Alle rottingsbacte
riën sjouwen ze mee het natuurgebied in en
weer verder, als ze op reis gaan naar zee of
naar Schouwen-Duiveland of naar de belten
van Brabant. Wat is vijftig kilometer voor een
zilvermeeuw. Hij gaat 's avonds in Saaftinge
slapen, vliegt 's morgens vroeg naar het zui
den om zich in Vlaanderen vol te vreten en
laat het onverteerbaar overschot van zijn
maaltijd als vuilnis achter in het natuurge
bied waar hij nestelt. Ik denk dat zilver
meeuw een risico wordt voor de volksgezond
heid. Je kun toch niet ongestraft duizenden
kilo's rottend vlees in de open natuur
neersmijten."
Risico's voor de volksgezondheid?
„In theorie sowieso," meent bioloog George
Sponselee uit Hulst, „dat vlees ligt in België
open en bloot. De zilvermeeuw neemt het
mee, dat spaart het bedrijf weer afvaltrans-
port. Destructie van besmette dieren moet
volgens de regels in dichte ruimten plaatsvin
den. Daar moet de zilvermeeuw niet bij kun
nen komen. Niettemin is het fourageren uit
open vleescontainers ook geen frisse bezig
heid. Het is in ieder geval een bron van botu-
lisme. We zien ook dat de eerste slachtoffers
van die ziekte in Saaftinge zilvermeeuwen
zijn."
Kan een meeuw inderdaad ziektes overbren
gen?
„Ik zou u ontraden de eieren van zilvermeeu
wen te eten", zegt ornitholoog en meeuwen
kenner N. van Swelm, verbonden aan het Or
nithologisch Station Voorne, maar gevaar
voor de volksgezondheid acht hij niet aanwe
zig, „daar maak ik me niet druk om. Er zijn
mij geen gevallen bekend van besmette meeu
wen. Een zilvermeeuw is gewoon van nature
een rover met een grote actieradius: vandaag
in Tilburg, morgen op Texel."
Dat de zilvermeeuw een veelvraat is en dui
zenden kilo's vleesafval door de lucht trans
porteert, kan hij wel bevestigen: „Tijdens de
broedtijd heeft hij makkelijk een kilo per nest
per dag nodig. Met een paar duizend nesten,
kom je dan gauw aan flinke getallen."
„Containers met vlees horen dicht te zijn.
Daar horen meeuwen niet bij te kunnen. Dat
zijn geen Nederlandse regels, maar dat geldt
in België en in de hele EU."
Woordvoerder Ruyter van de Veterinaire
Dienst van het Ministerie van Volksgezond
heid, Ruintelijke Ordening en Milieubeleid
(VROM) is zeer stellig in zijn bewering.
Maar in Saaftinqe vinden ze de EU-vleesla-
bels?
„Dat zou onmogelijk moeten zijn."
En de risico's?
„Neem ratten. Dat zijn per defintie dragers
van parasieten, een enorme bron van gevaar.
Ratten verspreiden bijvoorbeeld de ziekte van
Weil. Een meeuw is gelukkig lang zover nog
niet."
Plaag
Natuurgids Bleijenberg wil alleen maar op
recht waarschuwen. Hij is bezorgd. Volgens
hem is heel Saaftinge vergeven van de zilver
meeuwen: „Het is een plaag. Op de terreinen
die begraasd zijn door koeien, zouden nu wei
devogels als de scholekster en grutto een kans
moeten krijgen om te nestelen. Dat is de na
tuurfunctie van Saaftinge; een huis zijn voor
alle vogels, maar die weidevogels zie je nau
welijks. Geen wonder, want hun eieren wor
den opgeschrokt door de zilvermeeuw. Vijf
tien jaar geleden hadden we hier nog 300 paar
kluten broeden, vorig week heb ik nog twee
koppeltjes gevonden, verscholen in een wei
land binnendijks. Ook de grutto is weg, ge
woon gevlucht voor de terreur van de zilver
meeuw."
In de jaren vijftig was de zilvermeeuw vogel
vrij. Duizenden exemplaren werden vergif
tigd of afgeschoten, maar aldus ornitholoog
Van Swelm: „Voor iedere dode zilvermeeuw
kwamen er drie bij. Ze rukten op naar het
binnenland, volgden eenvoudig het spoor van
de vuilnisbelten. Later is men de eieren uit de
nesten gaan rapen in de grote kolonies. Aar
dig verzonnnen, maar het werkte niet. De
meeuwen verspreidden zich. Er ontstonden
kleinere kolonies waar geen controle meer op
was. Het Ministerie van Landbouw heeft nu
besloten de grote kolonies ongemoeid te la
ten."
In Zeeland worden derhalve de grote kolonies
met rustgelaten, omdat de zilvermeeuwen
populatie zou stabiliseren. Die conclusie is
gebaseerd op tellingen. En in de vogelwereld
is niets zo aanvechtbaar als tellingen. Saaf
tinge-gids Bleijenberg bestrijdt de zilver
meeuwen-telling van het Instituut Kust en
Zee: „Het zijn er veel meer dan 8500 paren,
minstens 10.000 en dan zeg ik er geeneen te
veel."
Pragmatisch
Ornitholoog Van Swelm vindt de zilver
meeuw eigenlijk een schitterend beest: „Hij is
een aaseter. Ook een kannibaal ja, want hij
eet zijn eigen soort. Het is gewoon een heel
pragmatisch dier. Wat eetbaar is, dat vreet-ie
op en de rest kotst hij uit."
„De beste manier om het aantal zilvermeeu
wen te verminderen is," meent Van Swelm,
„het aantal vuilnisbelten te verminderen."
Dirk Fluyt van de boswachterij Westenschou
wen: „De belt hier in de buurt is afgedekt,
maar hun aantal is niet verminderd, integen
deel."
Mijninger van het Instituut Kust en Zee: „Ei
eren rapen helpt niet. Dat middel is erger dan
de kwaal. Met rust laten is het beste. Het eni
ge nadeel is dat ze zoveel troep meenemen in
het natuurgebied."
Bleijenberg: „Onze hele wegwerpmaatschap
pij ligt in Saaftinge uitgekotst."
Fluyt: „Het is maatschappelijk geaccepteerd
maar het is een plaag voor het gebied."
Saaftinge-gids Bleijenberg heeft een eigen
oplossing bij de hand: „Met een paar vrijwil
ligers het gebied in. De meeste nesten hebben
drie eieren. Je prikt er twee van lek, zodat de
meeuw doorgaat met broeden, want prik je ze
allemaal, dan begint hij een nieuw nest. Dat
moet nu gebeuren, wil je die meute onder con
trole houden."
„Straks in juni en juli," waarschuwt hij, „dan
vreten ze het meest. Dan plunderen ze nesten
van andere vogels. Jonge bergeenden die naar
de oever van de Schelde proberen te zwem
men, worden opgeschrokt, geliquideerd. Zo
roeien de zilvermeeuwen de natuur hier uit.
Straks beginnen de grote transporten naar
Saaftinge. Dan gaat die hele roversbende
weer op de vleugels."
ZIE WEEKEND 2
ZIE WEEKEND 3
ZIE WEEKEND 4