A In de voetsporen van Bavinck kapotte levens en liefdes bij Strauss De een het vlees, de ander de botten Lilian Faschinger: rehabilitatie van Maria Magdalena BOEKENLEGGER Jonkheer bezorgt boeken Te koop hS'Sllï'lohn Grisham Kleintje Geld Bingo Roosendaal iream rkt Goirle BEURS Breda Kleintje bestem BOEKENGIDS D2 Tei. oi67-562ir? 9p oude niveau Vlaamse hemelbestormertjes in roman van Koen Peeters DONDERDAG 30 MEI 1996 lasapparaat 400 ami 1 Een plaatsen- resultaten boeken. wfJohan Diepstraten [,t is een zegen voor Nederland intacten SAMEN is zoveel leukl, dan alleen. Gezocht- I mensen om samen naaro Première van Refiejj te gaan. DONDERDAG mei. Chassé Theater 20 uur. 050-571 ïenw. vrouw 56 ir nette VRIENDIN om 7 vinkelen en lekker te kld sen Liefst Roosendaal-1 |Br.o.nr. 12004 bl.teR^ Dansavonden Eigenzinnig, cultureel humor... als dit je aan spreekt kom dan op d0J derdag 30 mei om 20.30 uur naar De Reflex-Première! van Jim van derWoude ij het Chassé Theater in Breda. 076-530.31.3? Goed, beter: Kleintje oenen Zat. 1/6 Café St Cecilia Mitche11 McDeere in Ad Namen. 20u. Boeken: 30,- 40,- 50,- /Markten 12 juni 9-17 "juni 10-17 15,- Bel.: 0164-257521. ■markt van 9.00-16.00 uur. 113-5346766/0162-455776, felstr. Goirle. Ihip van 11.00-16.00 uur. Een nieuw pluspunt in uW reclame: Het plaatsen van ee KLEINTJE vormt een w- zenlijke bijdrage tot het rei liseren van uw doel. TIEI DUIZENDEN lezen u I tooi meegenomen. |enkt dat onze jort tot de goed- per maand is een (is of crematie om bij DELA een Ing af te sluiten, i-zekerd zijn is heel premie ook. bel gratis 06-0113- Natiira Uitvaartverzekering- ODbrOMcrr rik» 622 v Eindhoven. (Postzegel niet nodig-) EN BETAALT TERUG bet Amerikaanse rechtssys- hier niet bestaat, maar voor thrillerschrijvers is het een ,p. Een Nederlandse legal iri|Ier is niet te maken omdat er ingespeeld kan worden op 4 spannendste onderdeel ervan: lage en intimidatie van jury- Als er al een Nederlandse :-thriller verschijnt, LTde auteur achter zijn bu- Lju/een louche advocaat, een tanken rechter of een corrupte (finer van justitie verzinnen om nog iets van te maken. Omdat in werkelijkheid een zeld- amheid zijn, hebben die thril- weinig realiteitswaarde. jie de thrillers John Grisham jr werkelijk- >jd houdt, weet iet beter of het [toerikaanse htssysteem is ,or en door cor- jpt. In de wereld i Grisham ant altijd weer pas afgestu- ie rechten- (ïdent het in zijn mtje op tegen de ivocaten in on- irispelijke don- iere pakken en lire zijden das- I. Er is geen ad- iocaat die deugt, ene idealistische hoofdper- na: Rudy Bailor in De rain- tocoat van de duivel, Derby law in Achter gesloten deuren Adam Hall in Het vonnis. Ook fe nieuwe thriller van Grisham, is een variant op de ««■afgaande. Nicolas Easter, (en gesjeesde rechtenstudent, in- iltreert in een jury om de uit- ;omst te manipuleren. (eer nog dan de andere Gris- ams is In het geding een echte thriller omdat de volledige iman zich in de rechtszaal af- peelt. Uit honderden potentiële uyleden wordt een groep men- iii gekozen die mag oordelen iter de zaak Wood. De echtgeno- van de aan kanker overleden itob Wood daagt de tabaksin- iistrie voor de rechter om een van twee miljoen los It krijgen. Bovendien ligt er een liljardenclaim omdat het een class action zaak is: iedere roker kan aanspraak maken op een be drag als de tabaksindustrie ver liest. Het verweer van de tabaksindus trie is in In het geding weinig overtuigend. Het is om die reden dat zij Rankin Fitch inhuurt (Finch volgens de achterflap) en hem miljoenen ter beschikking stelt om de uitspraak te kopen. Werkelijk prachtig zijn de smeri ge intrigantenstreken van deze Fitch om juryleden verdacht te maken en onder druk te zetten. Bijna allemaal komen ze aan de beurt en succes lijkt gegaran deerd zoals in de vorige processen, ware het niet dat nu Nicolas Eas ter in de jury zit. Samen met zijn vriendin Marlee die de onderhan delingen met Fitch voert, krijgt Easter het voor elkaar om de hele rechts gang naar zijn hand te zetten. Juryleden wor den door zijn malversaties gewipt en hij deinst er niet voor terug om de blinde juryvoorzitter een hartaanval te bezorgen. Tot aan het einde blijft onduidelijk aan welke kant hij staat. De motieven van Easter en zijn vriendin om na een vier jaar zorgvuldige voorbereiding hun slag te slaan, onthult Grisham pas na bijna vierhonderd dicht bedrukte pagina's. Deze nieuwe Grisham doet den ken aan zijn vroegere vijf sterren thrillers als Advocaat van de dui vel en Achter gesloten deuren'. spannend vanwege de vele ver haallijnen en een fraaie apotheo se. De Engelse titel The runaway jury zet de lezer méér op het ver keerde been dan de Nederlandse vlakke vertaling In het geding. Een weinig commerciële titel voor, eindelijk weer als vanouds, een prima thriller. John Grisham: 'In het geding'. Uitg. A.W. Bruna, prijs 39,95. hor Marjan Mes Ie verwarring en uitzichtloos- sid in de levens van Duitse bur in in een onchristelijke tijd tijgt bij geen enkele andere au- tur zo'n veelvormige expressie is bij de grote Berlijnse toneel- rozaschrijver Botho Strauss, toewei zijn werk zich niet op- inudt met zuiver politieke be bouwingen haalde de auteur ich twee jaar geleden toch de wede van links op de hals naar inleiding van zijn essay Aan bellende bokkenzang. Strauss, auteur van toneelstukken als hlogie van het weerzien en de (mans Paren passanten en De xtSe man, zou zich als een reac- 'Wair hebben opgesteld. Manks een aantal onmisken- iir rechtse uitspraken was dit echter meer literatuur dan ditiek en bevatte het evenveel ihigerende als duistere passa- fs waar geen mens zich aan zou ™ben gestoord indien het uit wend in een literair tijdschrijft l" zijn verschenen en niet in een tant. Zijn nieuwste boek Wonen ictoen (tegen eindigt eveneens Kt een duistere litanie van een M die vindt dat de halve we- ad is 'verzonken en ingestort.' 'raadselachtige en het my- Sffle vormen een telkens terug- wend element in het dichterlij- proza van deze Berlijnse bnjver wiens grote thema de is. 11 Strauss' romans is de liefde verslaving van de mens die aoaf het moment van vervulling I wderzijdse kwelling en gijze- gleidt. De auteur lijkt daarbij roeest op een moralist die ^beklaagt over het toenemend es van menselijkheid. Hoe- veel in zijn werk een be- "ouwelijk karakter heeft, biedt Seen enkele levensbeschou- _™)ke zekerheid. 'antastische, groteske en W«iesachtige invaüen halen „7S Weer de overzichtelijkheid eruit. Bovendien wordt er ■®en een verhaal veelvuldig Perspectief gewisseld. De 'el lil uiten in en" de binnenkant van en hun situatie worden in «tem beschreven. Hun eigen e sPeelt een rol maar ook meer universele, door grote MUm7oorbeelden geinspi- aat t, ,n'ourage- Het meest nog n hf bij Strauss telkens weer e' 20ekenCeS Vaj herinnering en zoeken naar identiteit. tlipm»0SSe^raSmenten bi Wonen en liegen vormen een ka- leidoscoop van tragische mensen levens. In heel kort bestek weet de schrijver een onthutsende si tuatie op te roepen, waarbij een herinnering aan een vroegere be levenis soms het hele gevoelsle ven van zijn personage drama tisch verandert, met name ten aanzien van de liefdespartner. Onthutsend zijn deze wonderlij ke momentopnamen van wisse lende gevoelens en bewustwor dingen niet zelden. Zoals het ver haal van de uitglijer van een man die een vrouw gruwelijk mishan deld zonder te weten waarom en vervolgens hartstocht voor haar voelt. 'Het was niet meer dan een uitglijer die een vederlichte, on betekenende ontmoeting veran derde in serieuze, duurzame af hankelijkheid, in een versla vingsrelatie. Maar de uitglijer, de korte passie, droeg als genetische stempel al de hele geschiedenis van een ongelukkige hartstocht in zich.' Een groot scala van beroepen en mensentypes, tegen de achter grond van een onheilszwanger Duitsland, komt aan de orde, waarbij het dichterlijke en het raadselachtige vaak zo groot zijn dan men alleen naar de betekenis kan raden. Het naderend onheil en de vluchtende massa's waar over wordt gerept, blijven niet geheel te doorgronden fenome nen die nochtans gevoelsmatig intrigeren. Soms zijn de figuren of de om standigheden komisch en banaal, zoals in het geval van twee hove nierstere die in het kader van de reclassering een eeuwenoude tuin met tegenzin onderhouden, een kunstschilder van uitvergrote schaamlippen en een Nederland se, academisch gevormde vrouw wier zinnenwereld uitbarst in een plotseling duister, prehistorisch gedrag. Toch is de context steeds diepzinnig en nooit anecdotisch of eenduidig. Briljant zijn de snel wisselende emoties van de partners van kan kerpatiënten beschreven, waarbij liefde en haat elkaar niet uitslui ten. Het indrukwekkendst is wel licht nog het fragment over het huwelijk van een academica en een verwarmingsmonteur die aan kanker lijdt en zelfmoord wil ple gen, wat door zijn nooit door hem begrepen vrouw verhinderd wordt, zowel uit haat als uit liefde. Botho Strauss: 'Wonen schemeren liegen'. Uitg. De Arbeiderspers, prijs 34.90. Door Johan Diepstraten Wie een plaats in de literatuur wil veroveren, moet eerst de strijd aangaan met de duizenden boeken die al geschreven zijn. Het is een bij voorbaat moedelo ze onderneming om iets nieuws toe te voegen aan wat bestaat. De hoofdpersoon in de nieuwe roman van Koen Peetere, Het is niet ernstig, mon amour, be zocht een boekenbeurs, zag de ruggen in de bibliotheek en maakte een uitstapje naar de af geschoten boeken bij De Slegte. Dan beseft hij pas echt dat alles al is geschreven. 'Het is wreed,' bedenkt hij, 'men is verplicht al het geschrevene te lezen, om te kunnen schrijven: dat is onmo gelijk want het lezen is de vijand van het schrijven.' Maar ze zullen blijven bestaan, de hemelbestormertjes die in navolging van Nescio's Titaan tjes de wereld zullen verbazen. Vier vrienden zijn het bij Koen Peeters, vier 'weerloze kantoor bedienden' die zichzelf voorals nog veelbelovend vinden. Hun dagelijkse leven mag eentonig zijn, in hun gedachten zijn ze als de God van België. Ze richten het IRC op, het Independent Re search Centre, om de wereld te bestuderen. Vuilniszakken De gedreven wetenschapers be denken de malste onderzoeks projecten. Om te achterhalen hoe mensen 'morsend' door het leven gaan, pikken ze vuilnis zakken op van de straat en ma ken lijstjes van de inhoud: ge vulde koffiefilter, doos met be schimmelde yoghurt, appel schillen, koffiemok met gebro ken oor, kippenboutjes, enve loppe zonder brief, plastic ver pakking van salami. Ze hopen op naïeve liefdesbrieven of zwart geld, maar ze vinden stin kend afval uit de rekken van de kruidenier. Tussen de bedrijven door hou den ze zich bezig met Nescio, Ri chard Minne, Masereel, Kurt Schwitters en Magritte. Maar de lijstjes die ze maken, de postbo des en bezorgers van adverten tiebladen die ze achtervolgen en de enveloppen die ze beschilde ren met verf, inkt, bloed en schoensmeer leveren niets aan inzicht op. Op éénderde van de roman weten ze het absoluut ze ker: in de kunst is alles al ge daan. En zeker in de Belgische kunst. Waterfactor De uitweg wordt gevonden door hoofdpersoon Robert Marchand, die al figureerde in de vorige ro mans van Koen Peeters. Geen Belg wil sterven voor zijn vader land, het is het land met het minste landsgehalte en de groot ste waterfactor. In 1830 is het toevallig samengevoegd en sindsdien ontbindt het jaar na jaar. België, zo realiseert Robert Koen Peeters zich, is op sterven na dood. En de Belgische kunst is slechts 'wat eigengereidheid, met veel citeren en vermengen en uitein delijk gaan we allemaal onze weg'. Het verschil is wat de Bel gen verenigt. De uitweg om uit de impasse te komen is van een zeldzame eenvoud: 'Laten we de Belgische Mythologische Kunst stichten. Maken wij van België een kunstwerk, geven het vleu gels en laten het opstijgen tot ongekende hoogten.' Vanaf dat moment is het afgelo pen met de vrijblijvende frivoli teit. De lezer verdenkt Koen Peeters er zelfs van dat hij'echt een antwoord heeft bedacht op het postmodernisme. Tien nieu we stromingen moeten er door het viertal uitgevonden worden. Na Brueghel, Ensor, Margritte, Delvaux en Broodthaers is het nu de beurt aan het IRC van de vier wereldhervormertjes. 'Elk jaar een andere kunst, elke maand een ander hoofdstuk. En vermits elke trend reageert op de vorige trend, en wij de vinger aan de pols houden, zijn wij zelf de polsslag.' Ze hebben alleen één piepklein probleem: welke richtingen zijn er te bedenken? Daarmee is Koen Peeters terug bij dezelfde zoektocht in zijn vo rige romans De postbode, Be zoek onze kelders en Conversa ties met K., met wie overigens niet Kafka, maar gewoon de ko ning wordt bedoeld. Natuurlijk is het koningschap kitscherig volksbedrog, feodaal en irratio neel en dat allemaal op kosten van de belastingbetaler. Maar het was ook dezelfde Boudewijn die België tot een eenheid maak te. Nu het land uiteen dreigt te vallen na zijn overlijden - uitge breid gememoreerd in de nieuwe roman -, kan alleen de kunst het land nog verenigen. De hemelbestormertjes van Koen Peetere lukt het niet. Ze probehen weliswaar met zijn vieren in een tijdsbestek van 12 uur een kloeke roman te schrij ven, maar alles wat ze onderne men is bij voorbaat gedoemd te mislukken. De Belgische Kunst is uitgeran geerd en het land heeft geen ko ning meer. Geen wonder dat Ro bert Marchand op de laatste pa gina's voorspelt dat binnenkort in Brussel het Sarajevaanse vuur losbaret. Vanaf de Brussel se heuvels schieten ze met mor tiergranaten de geschiedenis aan flarden, de stad wordt et nisch gezuiverd of vernietigd. De ondergang van Brussel, 'de mooiste stad van het lelijkste land ter wereld', is het symbool van de ondergang van de Bel gische cultuur. Troost Hier is plotseling een andere Koen Peeters aan het woord dan de auteur van de eerste drie ro mans. Het is over met het avant- gardisme, met het opstandig FOTO MEULENHOFF zoeken naar nieuwe wegen. De titaantjes dachten nog dat kunst moet pionieren, verzet plegen en roepen dat ze de wereld wil ver beteren. Op één van de laatste pagina's heeft Robert Marchand een ander inzicht: 'Ik denk dat de nieuwe kunst veeleer van de bedekkende, religieuze soort zal zijn. Kunst die mensen troost en volledig vervult.' Beroemd Dat wordt ook niets, weet de le zer, net zoals vanaf het begin van de roman duidelijk is dat de titaantjes van het einde van de twintigste eeuw niet zo beroemd zullen worden als hun voorgan gers. Want in plaats van hemel bestormertjes lijken de vier méér op de yuppen van de jaren negentig: ze willen namelijk grof geld verdienen. Bavinck, Hoyer, Kees, Japi en Koekebak- ker aan het begin van deze eeuw hadden andere idealen. Daarom zijn ze onsterfelijk geworden. Ook aan het einde van de aardi ge roman Het is niet ernstig, mon amour is Gods troon nog ongeschokt. Af en toe glimlacht God even, net ais bijna honderd jaar geleden, om de malle jon gens en de gewichtige heren die denken dat ze veel betekenen. 'En zoo gaat alles z'n gangetje en wee hem die vraagt: Waar om?' schreef Nescio al. Koen Peeters: 'Het is niet ernstig, mon amour'. Uitg. Meulenhoff, prijs 34,90. Door Elly Poppe-Stolk De boeken van de inmiddels zeventigjarige Braziliaanse auteur Rubem Fonseca zijn een verrassende compositie van een spannende intrige, belangwekkende parallelle ontwik kelingen, humor en een ongezouten kritische beschrijving van de Braziliaanse' maat schappij. In deze compositie vervult een ori gineel personage een spilfunctie. Na De pad de geleerde en Grote kunst is nu ook Fonseca's recente roman Moord in augustus vertaald. Hierin zijn dezelfde kenmerken te onderscheiden. Een belangrijke nieuwigheid is dat de ge beurtenissen op politiek niveau in Rio de Janeiro zeer hecht verweven zijn met de lot gevallen van de hoofdpersoon, politiecom missaris Mattos. De roman speelt zich name lijk af in augustus 1954, een van de woeligste periodes uit het toch al turbulente politieke verleden van Brazilië. Getülio Vargas, die van 1930 tot 1945 Braziilië had geleid als dictator, was in 1950 via vrije verkiezinjgen constitutioneel president geworden. De oude politicus bleek echter veel van zijn energie en slagvaardigheid te hebben verloren. De chronische corruptie in regering en over heidsinstellingen werd steeds onbeschaam der, het maatschappejlijk onbehagen nam toe en vooral van rechts werd de politieke druk steeds verder opgevoerd. Een aanslag op de demagogische afgevaardigde Carlos Lacerda leidde tot een crisissituatie. De mi litairen roken hun kans op politieke macht en dwongen een diepgaand onderzoek af. Toen de dader een lid van de presidentiële lijfwacht bleek te zijn, kon Vargas moeilijk anders dan aftreden, hoewel niets erop wees dat hij persoonlijk iets met de aanslag te ma ken had gehad. Vargas' zelfmoord in de nacht daarop, 24 au gustus, maakte hem tot een martelaar. Zo nam hij de militairen de wind uit de zeilen en werd de democratie weer voor een aantal jaren veiliggesteld. Bij wijze van informatieve inleiding bij deze vertaling van Fonseca's boek zou minimaal een historisch schetsje als dit op zijn plaats zijn geweest, want het is geen vanzelfspre kendheid dat de lezers hier vertrouwd zijn met de Braziliaanse geschiedenis. De roman is verfilmd en als miniserie op de Braziliaanse televisie uitgezonden. In een land waar de laatste jaren veel ervaring is opgebouwd met het verfilmen van werk van literaire schrijvers lag dit voor de hand. Ver- teltechnisch heeft het boek namelijk veel Rubem Fonseca FOTO WERELDBIBLIOTHEEK weg van een thriller. Het accent ligt op actie, met snelle scènewisselingen. Dat het vlotte vertelritme hier en daar wat afzakt, komt doordat historische personages zoals Vargas veel minder soepel te hanteren zijn dan fic tieve. Fonseca heeft geprobeerd dit nadeel te mini maliseren door Vargas zelf zoveel mogelijk buiten de directe handeling te houden. In plaats daarvan heeft hij diens waardige tra giek benadrukt door het politieke geharre war en de onfrisse prakjtijken van zijn om geving te reconstrueren, waarbij hele reek sen historische eigennamen moesten worden genoemd. Deze episodes trekken remsporen door het boek, maar zodra de draden van de verhaalstrengen rondom commissaris Mat tos worden opgepakt, zijn vaart en spanning ogenblikkelijk weer terug. Commissaris Mattos is integer, moedig en intelligent. Hij heeft een grote hekel aan zijn beroep, want kruimeldieven vastzetten ziet hij, zolang de overheid geen sociaal beleid voert, als dweilen met de kraan open; en be middelde criminelen arresteren blijkt steeds weer zinloos, omdat het politiecorps door en door corrupt is. Gekweld door een behoorlij ke maagzweer doet hij met de moed der wan hoop wat een politieman volgens hem zou moeten doen. Zijn collega's begrijpen hem nauwelijks, maar ze respecteren hem. Buiten het corps heeft hij, omdat er met hem niets te ritselen valt, enkele gevaarlijke vij anden gemaakt onder lieden van het soort dat cynisch verklaart dat zij het vlees inpik ken en anderen het met de botten mogen doen. Zo staan ten slotte maar liefst drie huurmoordenaars hem naar het leven, elk met een andere opdrachtgever. Verder heeft hij te maken met verwikkelingen rondom zijn vriendin en met de hulpvraag van zijn vroegere verloofde, die hem eerder had ver laten om een briljant huwelijk te sluiten en nu bedrogen en psychisch ziek bij hem aan klopt. Door deze vrouwen komen zijn priv)leven en zijn werk riskant dicht bij el kaar. Via Mattos, de personen die zijn pad kruisen en de konkelende politici licht Fonseca de Braziliaanse maatschappij van de jaren vijf tig met haar dynamiek, machocultuur, racis me, corruptie en asociaal grote verschillen tussen rijk en arm onbarmhartig door. Even als in Grote kunst worden enkele personen uit de sociaal-economische elite in verband gebracht met homoseksualiteit, waarvoor in Brazilië's machocultuur niet gemakkelijk wordt uitgekomen. De toonzetting in Moord in augustus is ern stiger dan in Fonseca's vorige romans, de humor is minder uitbundig. Commissaris Mattos beweegt zich lang niet zo lichtvoetig door het leven als bijvoorbeeld de levensge nieter Mandrake uit Grote kunst, maar heeft wel meer psychologische diepgang. En er is meer ruimte voor sentiment gekomen, nooit goedkoop, altijd zorgvuldig gedoseerd. Het mooiste voorbeeld hiervan staat aan het eind van het boek, als na Vargas' zelfmoord bij Mattos de stoppen doorslaan en er een si tuatie ontstaat die zich wel zou lenen voor een melodrama, maar dit in handen van deze auteur gelukkig niet wordt. Zo biedt deze aantrekkelijke roman de lezers die al met Fonseca's werk vertrouwd zijn een plezierig gevoel van herkenning, gecombineerd met de verrassende ontdekking dat enkele accenten nu anders liggen. Rubem Fonseca: 'Moord in augustus'. Uitg. Wereldbibliotheek, prijs 39,90. Jonkheer mr. M. Vegelin van Claerbergen is een gedreven mens. Jarenlang was hij Hare Majesteits vertegenwoordiger in den vreemde. Tegenwoordig doet hij in boeken. Kinderboeken om precies te zijn, die zijn zeven jaar geleden opgerichte stichting Bi blionef verzamelt', vervoert en distribueert onder kinderen die andere wellicht nooit een boek in handen zouden krijgen. Inmiddels telt de verzendlijst 27 landen en heeft zijn stichting af delingen in Nederland, Frankrijk en Portugal waar vandaan boe ken - tegen kostprijs betrokken van uitgevers - op transport gaan naar landen die behoren tot het zelfde taalgebied als dat van de voormalige koloniale machten. Vlaanderen staat op stapel en binnenkort opent in Suriname een nieuw kinderboekendepot de deuren. Minister Pronk voor Ont wikkelingssamenwerking zegde voor het eerste jaar financiële steun toe. De zoon van de vorig jaar overleden kinderboeken schrijfster Annie M.G. Schmidt, schonk de opbrengst van de jong ste CD van Paul de Leeuw met liedjes van Schmidt aan Biblion- ef. Het idee voor Biblionef is ei genlijk geboren in de binnenlan den van Suriname. Vegelin was er ambassadeur, maar niet van het type dat voornamelijk huist achter een bureau bedolven on der het papier. „Ik zwierf veel rond in de bush. Dat is de beste manier om een land te leren kennen." Tijdens een expeditie met de geologische dienst - „Ik hoopte altijd iets te vinden dat het land werkelijk on afhankelijk zou maken" - stuitte Vegelin op een kamp met veertig, vijftig weeskinderen. „Liefdevol verzorgd door een boslandonder- wijzer en zijn vrouw. Die kinde ren kwamen van de straat, had den niks. Geen boeken, geen speelgoed. Aan de ene kant was de jungle, aan de andere kant de rivier vol vervelende drijvende dingen zoals piranha's." Tijdens de terugtocht mijmerde Vegelin over de miljoenen boeken die in de rijke westerse wereld in de papierversnipperaar belan den, terwijl tegelijkertijd ander half miljoen mensen op de wereld geen toegang hebben tot geschre ven informatie. Omdat ze analfa beet zijn, of omdat het materiaal gewoon ontbreekt. Enkele jaren later, Vegelin was inmiddels ambassadeur in Frankrijk, tilde hij Biblionef van de grond: Een internationale stichting die zich tot doel stelt om kinderen, waar ook ter wereld, aan leesvoer te helpen. Lilian Faschinger Door Peter van Vlerken In de roman Magdalena zondares van de Oostenrijkse Lilian Faschinger (46) brengt een vrouw zeven mannen om het leven. Schrijver en hoofdpersoon van een boek moet je natuurlijk nooit over één kam scheren, maar vaak hebben ze wel iets met elkaar ge meen. Er is daarom enige aarzeling om bij Faschinger, die ter promotie van haar boek in Amsterdam ver toeft, op visite te gaan. Op de vraag of ik voor haar op mijn hoede moet zijn, antwoordt ze enigszins raadselachtig dat ze mij wel dapper vindt. Lilian Faschin ger zal een en al vriendelijkheid blijken en ik zal levend haar ho telkamer verlaten. Magdalena zondares is een op merkelijke roman en op de Frankfurter Buchmesse van ver leden jaar gooide Faschinger er hoge ogen mee. Uitgeverij Anthos verwierf de Nederlandse rechten. De vertaling verscheen rond Pinksteren. Niet voor niets rond Pinksteren. Tijdens de hoogmis van dit katholieke feest laat Faschinger haar heldin Magdalena in een bomvolle kerk een priester ont voeren. Ze laat hem plaatsnemen in het zijspan van haar motor en rijdt een bos in waar ze hem kne velt en dwingt haar de biecht af te nemen. Wat volgt is een absur distisch relaas van een serie moordenares die verklaart waar om ze tot haar daden is gekomen. Gaandeweg laat de priester zich door haar verleiden. Het boek zit vol zwarte humor, filosofische overpeinzingen en is een aan klacht tegen Oostenrijk en de katholieke kerk. Bekrompenheid Oostenrijk, dat is in de visie van Faschinger het toppunt van pro vincialisme, vol verdrongen na- tionaal-socialistische sentimen ten. „Dat merk je ais je laat in de avond cafés bezoekt, als de man nen gedronken hebben. Ze heb ben nieuwe vijanden, de buiten landers, maar de geest is hetzelf de gebleven.Wie anders is, werd - en wordt - in Oostenrijk met argwaan bekeken. Een verkla ring zou het berglandschap kun nen zijn dat uitzicht op de bui tenwereld belemmert. „Mis schien", zegt Faschinger, „mis schien komt het door de dalen. Om verkeerstechnische redenen bleven veel mensen vroeger heel hun leven in hetzelfde dal wonen. Er kwam veel inteelt voor." In haar boek laat Faschinger geen spaan heel van haar land. Behalve het gebak, deugt er niets. Oostenrijkse lezers hebben tame lijk gematigd gereageerd op het boek, vertelt ze. Kennelijk weten ze al te goed hoe ze zijn. Faschin ger: „Ze zijn ook het een en ander ge wend in de literatuur. Vergeleken met Elf ride Jelinek ben ik nog mild geweest." Op de vraag hoe ze aan de Oostenrijkse bekrom penheid heeft kunnen ontsnap pen, zegt ze: „Ik ben weggegaan, heel eenvoudig." Haat komt voort uit liefde. „De fundamentele impuls is toch om van je land te houden. Haat is de keerzijde van dezelfde medaille." Met haar kritiek op de'katholieke kerk is het van hetzelfde laken een pak. Die wordt niet vanuit een atheïstisch standpunt geuit, maar vanuit een religieus gevoel. „Geloofsvragen interesseren mij in hoge mate. Waar ik me tegen FOTO ANTHOS afzet, is de hiërarchie in de kerk, tegen parasieten die zich als be middelaars tussen God en de mensen stellen. De koers van Ro me is de laatste jaren nog conser vatiever geworden dan hij al was. Het gaat om macht. Zo lang vrou wen geen priester kunnen wor den, is er iets verkeerd." De kerk heeft de mensen dom ge houden, schrijft Faschinger in haar boek. Ze zegt: „Vrouwen worden door de kerk in hun tra ditionele rol gedwongen. In de Bijbel hebben ze niemand met wie ze zich kunnen identificeren. Het model van Maria is moeilijk na te streven voor een vrouw van vlees en bloed. En aan Eva, door wier slechtheid de mensen uit het paradijs zijn verdreven, wil ook niemand zich spiegelen." Aan Maria Magdalena mogelijk wel. „In het Nieuwe Testament wordt zij als vriendin van Jezus beschouwd. Pas later is er het aspect van haar prostitutie aan toegevoegd. Ik wilde de figuur van Maria Magdalena rehabilite ren." Door Magdalena zeven moorden te laten plegen? „Veel in mijn roman moet niet helemaal ernstig worden geno men", antwoordt ze lachend. Paradijs De Magdalena van Faschinger komt tot haar daden omdat de mannen haar in haar vrijheids drang beperken. Volgens de Oos tenrijkse voert de weg naar het paradijs door de hel. „De hel zit altijd in het eigen innerlijk. Niet voor niets raakt Magdalena steeds weer in die verschrikkelij ke toestanden verzeild. Ze roept het kennelijk over zich af." Terwijl Magdalena biecht, laat zij de priester zijn seksualiteit ontdekken. „Niemand is zo seksueel gefrus treerd als de katholiek", meent Faschinger. „Met name mannen die op jongensscholen en interna ten hebben gezeten. Zij zijn in hun jeugd nooit met het andere geslacht in aanraking gekomen. Seksualiteit hebben ze altijd ver drongen, omdat hun lijfelijkheid en die van de ander verbonden was met zonde." Gelooft ze in de biecht als verge ving van zonden? „Ik accepteer niet dat een medemens als een priester zo'n macht kan hebben. Wel kun je aan de biecht een psy chotherapeutische werking toe kennen. Het uitspreken van wat je gedaan hebt, is een soort verge ving." Of ze zelf wel eens gebiecht heeft? „Nee", antwoordt Lilian Faschinger, „ik schrijf". Lilian Faschinger: 'Magdalena zondares'. Uitg. Anthos, prijs 39,90 V

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 21