A
In de voetsporen van Bavinck
kapotte levens en
liefdes bij Strauss
De een het vlees, de ander de botten
Lilian Faschinger:
rehabilitatie van
Maria Magdalena
BOEKENLEGGER
Jonkheer bezorgt boeken
Te koop
hS'Sllï'lohn Grisham
Kleintje
Geld Bingo
Roosendaal
iream
rkt Goirle
BEURS Breda
Kleintje
bestem
BOEKENGIDS
D2
Tei. oi67-562ir? 9p oude niveau
Vlaamse hemelbestormertjes in roman van Koen Peeters
DONDERDAG 30 MEI 1996
lasapparaat 400 ami 1
Een
plaatsen-
resultaten boeken.
wfJohan Diepstraten
[,t is een zegen voor Nederland
intacten
SAMEN is zoveel leukl,
dan alleen. Gezocht-
I mensen om samen naaro
Première van Refiejj
te gaan. DONDERDAG
mei. Chassé Theater 20
uur. 050-571
ïenw. vrouw 56 ir
nette VRIENDIN om 7
vinkelen en lekker te kld
sen Liefst Roosendaal-1
|Br.o.nr. 12004 bl.teR^
Dansavonden
Eigenzinnig, cultureel
humor... als dit je aan
spreekt kom dan op d0J
derdag 30 mei om
20.30 uur naar
De Reflex-Première!
van Jim van derWoude ij
het Chassé Theater in
Breda. 076-530.31.3?
Goed, beter:
Kleintje
oenen
Zat. 1/6 Café St Cecilia Mitche11 McDeere in Ad
Namen. 20u. Boeken:
30,- 40,- 50,-
/Markten
12 juni 9-17
"juni 10-17
15,- Bel.: 0164-257521.
■markt van 9.00-16.00 uur.
113-5346766/0162-455776,
felstr. Goirle.
Ihip van 11.00-16.00 uur.
Een nieuw pluspunt in uW
reclame:
Het plaatsen van ee
KLEINTJE vormt een w-
zenlijke bijdrage tot het rei
liseren van uw doel. TIEI
DUIZENDEN lezen u I
tooi meegenomen.
|enkt dat onze
jort tot de goed-
per maand is een
(is of crematie
om bij DELA een
Ing af te sluiten,
i-zekerd zijn is heel
premie ook.
bel gratis 06-0113-
Natiira Uitvaartverzekering-
ODbrOMcrr
rik» 622 v
Eindhoven. (Postzegel niet nodig-)
EN BETAALT TERUG
bet Amerikaanse rechtssys-
hier niet bestaat, maar voor
thrillerschrijvers is het een
,p. Een Nederlandse legal
iri|Ier is niet te maken omdat er
ingespeeld kan worden op
4 spannendste onderdeel ervan:
lage en intimidatie van jury-
Als er al een Nederlandse
:-thriller verschijnt,
LTde auteur achter zijn bu-
Lju/een louche advocaat, een
tanken rechter of een corrupte
(finer van justitie verzinnen om
nog iets van te maken. Omdat
in werkelijkheid een zeld-
amheid zijn, hebben die thril-
weinig realiteitswaarde.
jie de thrillers
John Grisham
jr werkelijk-
>jd houdt, weet
iet beter of het
[toerikaanse
htssysteem is
,or en door cor-
jpt. In de wereld
i Grisham
ant altijd weer
pas afgestu-
ie rechten-
(ïdent het in zijn
mtje op tegen de
ivocaten in on-
irispelijke don-
iere pakken en
lire zijden das-
I. Er is geen ad-
iocaat die deugt,
ene idealistische hoofdper-
na: Rudy Bailor in De rain-
tocoat van de duivel, Derby
law in Achter gesloten deuren
Adam Hall in Het vonnis. Ook
fe nieuwe thriller van Grisham,
is een variant op de
««■afgaande. Nicolas Easter,
(en gesjeesde rechtenstudent, in-
iltreert in een jury om de uit-
;omst te manipuleren.
(eer nog dan de andere Gris-
ams is In het geding een echte
thriller omdat de volledige
iman zich in de rechtszaal af-
peelt. Uit honderden potentiële
uyleden wordt een groep men-
iii gekozen die mag oordelen
iter de zaak Wood. De echtgeno-
van de aan kanker overleden
itob Wood daagt de tabaksin-
iistrie voor de rechter om een
van twee miljoen los
It krijgen. Bovendien ligt er een
liljardenclaim omdat het een
class action zaak is: iedere roker
kan aanspraak maken op een be
drag als de tabaksindustrie ver
liest.
Het verweer van de tabaksindus
trie is in In het geding weinig
overtuigend. Het is om die reden
dat zij Rankin Fitch inhuurt
(Finch volgens de achterflap) en
hem miljoenen ter beschikking
stelt om de uitspraak te kopen.
Werkelijk prachtig zijn de smeri
ge intrigantenstreken van deze
Fitch om juryleden verdacht te
maken en onder druk te zetten.
Bijna allemaal
komen ze aan de
beurt en succes
lijkt gegaran
deerd zoals in de
vorige processen,
ware het niet dat
nu Nicolas Eas
ter in de jury zit.
Samen met zijn
vriendin Marlee
die de onderhan
delingen met
Fitch voert,
krijgt Easter het
voor elkaar om
de hele rechts
gang naar zijn
hand te zetten.
Juryleden wor
den door zijn
malversaties gewipt en hij deinst
er niet voor terug om de blinde
juryvoorzitter een hartaanval te
bezorgen. Tot aan het einde blijft
onduidelijk aan welke kant hij
staat. De motieven van Easter en
zijn vriendin om na een vier jaar
zorgvuldige voorbereiding hun
slag te slaan, onthult Grisham
pas na bijna vierhonderd dicht
bedrukte pagina's.
Deze nieuwe Grisham doet den
ken aan zijn vroegere vijf sterren
thrillers als Advocaat van de dui
vel en Achter gesloten deuren'.
spannend vanwege de vele ver
haallijnen en een fraaie apotheo
se. De Engelse titel The runaway
jury zet de lezer méér op het ver
keerde been dan de Nederlandse
vlakke vertaling In het geding.
Een weinig commerciële titel
voor, eindelijk weer als vanouds,
een prima thriller.
John Grisham: 'In het geding'.
Uitg. A.W. Bruna, prijs 39,95.
hor Marjan Mes
Ie verwarring en uitzichtloos-
sid in de levens van Duitse bur
in in een onchristelijke tijd
tijgt bij geen enkele andere au-
tur zo'n veelvormige expressie
is bij de grote Berlijnse toneel-
rozaschrijver Botho Strauss,
toewei zijn werk zich niet op-
inudt met zuiver politieke be
bouwingen haalde de auteur
ich twee jaar geleden toch de
wede van links op de hals naar
inleiding van zijn essay Aan
bellende bokkenzang. Strauss,
auteur van toneelstukken als
hlogie van het weerzien en de
(mans Paren passanten en De
xtSe man, zou zich als een reac-
'Wair hebben opgesteld.
Manks een aantal onmisken-
iir rechtse uitspraken was dit
echter meer literatuur dan
ditiek en bevatte het evenveel
ihigerende als duistere passa-
fs waar geen mens zich aan zou
™ben gestoord indien het uit
wend in een literair tijdschrijft
l" zijn verschenen en niet in een
tant. Zijn nieuwste boek Wonen
ictoen (tegen eindigt eveneens
Kt een duistere litanie van een
M die vindt dat de halve we-
ad is 'verzonken en ingestort.'
'raadselachtige en het my-
Sffle vormen een telkens terug-
wend element in het dichterlij-
proza van deze Berlijnse
bnjver wiens grote thema de
is.
11 Strauss' romans is de liefde
verslaving van de mens die
aoaf het moment van vervulling
I wderzijdse kwelling en gijze-
gleidt. De auteur lijkt daarbij
roeest op een moralist die
^beklaagt over het toenemend
es van menselijkheid. Hoe-
veel in zijn werk een be-
"ouwelijk karakter heeft, biedt
Seen enkele levensbeschou-
_™)ke zekerheid.
'antastische, groteske en
W«iesachtige invaüen halen
„7S Weer de overzichtelijkheid
eruit. Bovendien wordt er
■®en een verhaal veelvuldig
Perspectief gewisseld. De
'el
lil
uiten
in
en" de binnenkant van
en hun situatie worden in
«tem beschreven. Hun eigen
e sPeelt een rol maar ook
meer universele, door grote
MUm7oorbeelden geinspi-
aat t, ,n'ourage- Het meest nog
n hf bij Strauss telkens weer
e' 20ekenCeS Vaj herinnering en
zoeken naar identiteit.
tlipm»0SSe^raSmenten bi Wonen
en liegen vormen een ka-
leidoscoop van tragische mensen
levens. In heel kort bestek weet
de schrijver een onthutsende si
tuatie op te roepen, waarbij een
herinnering aan een vroegere be
levenis soms het hele gevoelsle
ven van zijn personage drama
tisch verandert, met name ten
aanzien van de liefdespartner.
Onthutsend zijn deze wonderlij
ke momentopnamen van wisse
lende gevoelens en bewustwor
dingen niet zelden. Zoals het ver
haal van de uitglijer van een man
die een vrouw gruwelijk mishan
deld zonder te weten waarom en
vervolgens hartstocht voor haar
voelt. 'Het was niet meer dan een
uitglijer die een vederlichte, on
betekenende ontmoeting veran
derde in serieuze, duurzame af
hankelijkheid, in een versla
vingsrelatie. Maar de uitglijer, de
korte passie, droeg als genetische
stempel al de hele geschiedenis
van een ongelukkige hartstocht
in zich.'
Een groot scala van beroepen en
mensentypes, tegen de achter
grond van een onheilszwanger
Duitsland, komt aan de orde,
waarbij het dichterlijke en het
raadselachtige vaak zo groot zijn
dan men alleen naar de betekenis
kan raden. Het naderend onheil
en de vluchtende massa's waar
over wordt gerept, blijven niet
geheel te doorgronden fenome
nen die nochtans gevoelsmatig
intrigeren.
Soms zijn de figuren of de om
standigheden komisch en banaal,
zoals in het geval van twee hove
nierstere die in het kader van de
reclassering een eeuwenoude tuin
met tegenzin onderhouden, een
kunstschilder van uitvergrote
schaamlippen en een Nederland
se, academisch gevormde vrouw
wier zinnenwereld uitbarst in een
plotseling duister, prehistorisch
gedrag. Toch is de context steeds
diepzinnig en nooit anecdotisch
of eenduidig.
Briljant zijn de snel wisselende
emoties van de partners van kan
kerpatiënten beschreven, waarbij
liefde en haat elkaar niet uitslui
ten. Het indrukwekkendst is wel
licht nog het fragment over het
huwelijk van een academica en
een verwarmingsmonteur die aan
kanker lijdt en zelfmoord wil ple
gen, wat door zijn nooit door hem
begrepen vrouw verhinderd
wordt, zowel uit haat als uit
liefde.
Botho Strauss: 'Wonen schemeren
liegen'. Uitg. De Arbeiderspers,
prijs 34.90.
Door Johan Diepstraten
Wie een plaats in de literatuur
wil veroveren, moet eerst de
strijd aangaan met de duizenden
boeken die al geschreven zijn.
Het is een bij voorbaat moedelo
ze onderneming om iets nieuws
toe te voegen aan wat bestaat.
De hoofdpersoon in de nieuwe
roman van Koen Peetere, Het is
niet ernstig, mon amour, be
zocht een boekenbeurs, zag de
ruggen in de bibliotheek en
maakte een uitstapje naar de af
geschoten boeken bij De Slegte.
Dan beseft hij pas echt dat alles
al is geschreven. 'Het is wreed,'
bedenkt hij, 'men is verplicht al
het geschrevene te lezen, om te
kunnen schrijven: dat is onmo
gelijk want het lezen is de vijand
van het schrijven.'
Maar ze zullen blijven bestaan,
de hemelbestormertjes die in
navolging van Nescio's Titaan
tjes de wereld zullen verbazen.
Vier vrienden zijn het bij Koen
Peeters, vier 'weerloze kantoor
bedienden' die zichzelf voorals
nog veelbelovend vinden. Hun
dagelijkse leven mag eentonig
zijn, in hun gedachten zijn ze als
de God van België. Ze richten
het IRC op, het Independent Re
search Centre, om de wereld te
bestuderen.
Vuilniszakken
De gedreven wetenschapers be
denken de malste onderzoeks
projecten. Om te achterhalen
hoe mensen 'morsend' door het
leven gaan, pikken ze vuilnis
zakken op van de straat en ma
ken lijstjes van de inhoud: ge
vulde koffiefilter, doos met be
schimmelde yoghurt, appel
schillen, koffiemok met gebro
ken oor, kippenboutjes, enve
loppe zonder brief, plastic ver
pakking van salami. Ze hopen
op naïeve liefdesbrieven of
zwart geld, maar ze vinden stin
kend afval uit de rekken van de
kruidenier.
Tussen de bedrijven door hou
den ze zich bezig met Nescio, Ri
chard Minne, Masereel, Kurt
Schwitters en Magritte. Maar de
lijstjes die ze maken, de postbo
des en bezorgers van adverten
tiebladen die ze achtervolgen en
de enveloppen die ze beschilde
ren met verf, inkt, bloed en
schoensmeer leveren niets aan
inzicht op. Op éénderde van de
roman weten ze het absoluut ze
ker: in de kunst is alles al ge
daan. En zeker in de Belgische
kunst.
Waterfactor
De uitweg wordt gevonden door
hoofdpersoon Robert Marchand,
die al figureerde in de vorige ro
mans van Koen Peeters. Geen
Belg wil sterven voor zijn vader
land, het is het land met het
minste landsgehalte en de groot
ste waterfactor. In 1830 is het
toevallig samengevoegd en
sindsdien ontbindt het jaar na
jaar. België, zo realiseert Robert
Koen Peeters
zich, is op sterven na dood. En
de Belgische kunst is slechts
'wat eigengereidheid, met veel
citeren en vermengen en uitein
delijk gaan we allemaal onze
weg'. Het verschil is wat de Bel
gen verenigt. De uitweg om uit
de impasse te komen is van een
zeldzame eenvoud: 'Laten we de
Belgische Mythologische Kunst
stichten. Maken wij van België
een kunstwerk, geven het vleu
gels en laten het opstijgen tot
ongekende hoogten.'
Vanaf dat moment is het afgelo
pen met de vrijblijvende frivoli
teit. De lezer verdenkt Koen
Peeters er zelfs van dat hij'echt
een antwoord heeft bedacht op
het postmodernisme. Tien nieu
we stromingen moeten er door
het viertal uitgevonden worden.
Na Brueghel, Ensor, Margritte,
Delvaux en Broodthaers is het
nu de beurt aan het IRC van de
vier wereldhervormertjes. 'Elk
jaar een andere kunst, elke
maand een ander hoofdstuk. En
vermits elke trend reageert op
de vorige trend, en wij de vinger
aan de pols houden, zijn wij zelf
de polsslag.'
Ze hebben alleen één piepklein
probleem: welke richtingen zijn
er te bedenken?
Daarmee is Koen Peeters terug
bij dezelfde zoektocht in zijn vo
rige romans De postbode, Be
zoek onze kelders en Conversa
ties met K., met wie overigens
niet Kafka, maar gewoon de ko
ning wordt bedoeld. Natuurlijk
is het koningschap kitscherig
volksbedrog, feodaal en irratio
neel en dat allemaal op kosten
van de belastingbetaler. Maar
het was ook dezelfde Boudewijn
die België tot een eenheid maak
te. Nu het land uiteen dreigt te
vallen na zijn overlijden - uitge
breid gememoreerd in de nieuwe
roman -, kan alleen de kunst het
land nog verenigen.
De hemelbestormertjes van
Koen Peetere lukt het niet. Ze
probehen weliswaar met zijn
vieren in een tijdsbestek van 12
uur een kloeke roman te schrij
ven, maar alles wat ze onderne
men is bij voorbaat gedoemd te
mislukken.
De Belgische Kunst is uitgeran
geerd en het land heeft geen ko
ning meer. Geen wonder dat Ro
bert Marchand op de laatste pa
gina's voorspelt dat binnenkort
in Brussel het Sarajevaanse
vuur losbaret. Vanaf de Brussel
se heuvels schieten ze met mor
tiergranaten de geschiedenis
aan flarden, de stad wordt et
nisch gezuiverd of vernietigd.
De ondergang van Brussel, 'de
mooiste stad van het lelijkste
land ter wereld', is het symbool
van de ondergang van de Bel
gische cultuur.
Troost
Hier is plotseling een andere
Koen Peeters aan het woord dan
de auteur van de eerste drie ro
mans. Het is over met het avant-
gardisme, met het opstandig
FOTO MEULENHOFF
zoeken naar nieuwe wegen. De
titaantjes dachten nog dat kunst
moet pionieren, verzet plegen en
roepen dat ze de wereld wil ver
beteren. Op één van de laatste
pagina's heeft Robert Marchand
een ander inzicht: 'Ik denk dat
de nieuwe kunst veeleer van de
bedekkende, religieuze soort zal
zijn. Kunst die mensen troost en
volledig vervult.'
Beroemd
Dat wordt ook niets, weet de le
zer, net zoals vanaf het begin
van de roman duidelijk is dat de
titaantjes van het einde van de
twintigste eeuw niet zo beroemd
zullen worden als hun voorgan
gers. Want in plaats van hemel
bestormertjes lijken de vier
méér op de yuppen van de jaren
negentig: ze willen namelijk
grof geld verdienen. Bavinck,
Hoyer, Kees, Japi en Koekebak-
ker aan het begin van deze eeuw
hadden andere idealen. Daarom
zijn ze onsterfelijk geworden.
Ook aan het einde van de aardi
ge roman Het is niet ernstig,
mon amour is Gods troon nog
ongeschokt. Af en toe glimlacht
God even, net ais bijna honderd
jaar geleden, om de malle jon
gens en de gewichtige heren die
denken dat ze veel betekenen.
'En zoo gaat alles z'n gangetje
en wee hem die vraagt: Waar
om?' schreef Nescio al.
Koen Peeters: 'Het is niet ernstig,
mon amour'. Uitg. Meulenhoff,
prijs 34,90.
Door Elly Poppe-Stolk
De boeken van de inmiddels zeventigjarige
Braziliaanse auteur Rubem Fonseca zijn een
verrassende compositie van een spannende
intrige, belangwekkende parallelle ontwik
kelingen, humor en een ongezouten kritische
beschrijving van de Braziliaanse' maat
schappij. In deze compositie vervult een ori
gineel personage een spilfunctie. Na De pad
de geleerde en Grote kunst is nu ook
Fonseca's recente roman Moord in augustus
vertaald. Hierin zijn dezelfde kenmerken te
onderscheiden.
Een belangrijke nieuwigheid is dat de ge
beurtenissen op politiek niveau in Rio de
Janeiro zeer hecht verweven zijn met de lot
gevallen van de hoofdpersoon, politiecom
missaris Mattos. De roman speelt zich name
lijk af in augustus 1954, een van de woeligste
periodes uit het toch al turbulente politieke
verleden van Brazilië. Getülio Vargas, die
van 1930 tot 1945 Braziilië had geleid als
dictator, was in 1950 via vrije verkiezinjgen
constitutioneel president geworden. De oude
politicus bleek echter veel van zijn energie
en slagvaardigheid te hebben verloren.
De chronische corruptie in regering en over
heidsinstellingen werd steeds onbeschaam
der, het maatschappejlijk onbehagen nam
toe en vooral van rechts werd de politieke
druk steeds verder opgevoerd. Een aanslag
op de demagogische afgevaardigde Carlos
Lacerda leidde tot een crisissituatie. De mi
litairen roken hun kans op politieke macht
en dwongen een diepgaand onderzoek af.
Toen de dader een lid van de presidentiële
lijfwacht bleek te zijn, kon Vargas moeilijk
anders dan aftreden, hoewel niets erop wees
dat hij persoonlijk iets met de aanslag te ma
ken had gehad.
Vargas' zelfmoord in de nacht daarop, 24 au
gustus, maakte hem tot een martelaar. Zo
nam hij de militairen de wind uit de zeilen
en werd de democratie weer voor een aantal
jaren veiliggesteld.
Bij wijze van informatieve inleiding bij deze
vertaling van Fonseca's boek zou minimaal
een historisch schetsje als dit op zijn plaats
zijn geweest, want het is geen vanzelfspre
kendheid dat de lezers hier vertrouwd zijn
met de Braziliaanse geschiedenis.
De roman is verfilmd en als miniserie op de
Braziliaanse televisie uitgezonden. In een
land waar de laatste jaren veel ervaring is
opgebouwd met het verfilmen van werk van
literaire schrijvers lag dit voor de hand. Ver-
teltechnisch heeft het boek namelijk veel
Rubem Fonseca
FOTO WERELDBIBLIOTHEEK
weg van een thriller. Het accent ligt op actie,
met snelle scènewisselingen. Dat het vlotte
vertelritme hier en daar wat afzakt, komt
doordat historische personages zoals Vargas
veel minder soepel te hanteren zijn dan fic
tieve.
Fonseca heeft geprobeerd dit nadeel te mini
maliseren door Vargas zelf zoveel mogelijk
buiten de directe handeling te houden. In
plaats daarvan heeft hij diens waardige tra
giek benadrukt door het politieke geharre
war en de onfrisse prakjtijken van zijn om
geving te reconstrueren, waarbij hele reek
sen historische eigennamen moesten worden
genoemd. Deze episodes trekken remsporen
door het boek, maar zodra de draden van de
verhaalstrengen rondom commissaris Mat
tos worden opgepakt, zijn vaart en spanning
ogenblikkelijk weer terug.
Commissaris Mattos is integer, moedig en
intelligent. Hij heeft een grote hekel aan zijn
beroep, want kruimeldieven vastzetten ziet
hij, zolang de overheid geen sociaal beleid
voert, als dweilen met de kraan open; en be
middelde criminelen arresteren blijkt steeds
weer zinloos, omdat het politiecorps door en
door corrupt is. Gekweld door een behoorlij
ke maagzweer doet hij met de moed der wan
hoop wat een politieman volgens hem zou
moeten doen. Zijn collega's begrijpen hem
nauwelijks, maar ze respecteren hem.
Buiten het corps heeft hij, omdat er met hem
niets te ritselen valt, enkele gevaarlijke vij
anden gemaakt onder lieden van het soort
dat cynisch verklaart dat zij het vlees inpik
ken en anderen het met de botten mogen
doen. Zo staan ten slotte maar liefst drie
huurmoordenaars hem naar het leven, elk
met een andere opdrachtgever. Verder heeft
hij te maken met verwikkelingen rondom
zijn vriendin en met de hulpvraag van zijn
vroegere verloofde, die hem eerder had ver
laten om een briljant huwelijk te sluiten en
nu bedrogen en psychisch ziek bij hem aan
klopt. Door deze vrouwen komen zijn
priv)leven en zijn werk riskant dicht bij el
kaar.
Via Mattos, de personen die zijn pad kruisen
en de konkelende politici licht Fonseca de
Braziliaanse maatschappij van de jaren vijf
tig met haar dynamiek, machocultuur, racis
me, corruptie en asociaal grote verschillen
tussen rijk en arm onbarmhartig door. Even
als in Grote kunst worden enkele personen
uit de sociaal-economische elite in verband
gebracht met homoseksualiteit, waarvoor in
Brazilië's machocultuur niet gemakkelijk
wordt uitgekomen.
De toonzetting in Moord in augustus is ern
stiger dan in Fonseca's vorige romans, de
humor is minder uitbundig. Commissaris
Mattos beweegt zich lang niet zo lichtvoetig
door het leven als bijvoorbeeld de levensge
nieter Mandrake uit Grote kunst, maar heeft
wel meer psychologische diepgang. En er is
meer ruimte voor sentiment gekomen, nooit
goedkoop, altijd zorgvuldig gedoseerd.
Het mooiste voorbeeld hiervan staat aan het
eind van het boek, als na Vargas' zelfmoord
bij Mattos de stoppen doorslaan en er een si
tuatie ontstaat die zich wel zou lenen voor
een melodrama, maar dit in handen van deze
auteur gelukkig niet wordt. Zo biedt deze
aantrekkelijke roman de lezers die al met
Fonseca's werk vertrouwd zijn een plezierig
gevoel van herkenning, gecombineerd met de
verrassende ontdekking dat enkele accenten
nu anders liggen.
Rubem Fonseca: 'Moord in augustus'. Uitg.
Wereldbibliotheek, prijs 39,90.
Jonkheer mr. M. Vegelin van
Claerbergen is een gedreven
mens. Jarenlang was hij Hare
Majesteits vertegenwoordiger in
den vreemde. Tegenwoordig doet
hij in boeken. Kinderboeken om
precies te zijn, die zijn zeven jaar
geleden opgerichte stichting Bi
blionef verzamelt', vervoert en
distribueert onder kinderen die
andere wellicht nooit een boek in
handen zouden krijgen.
Inmiddels telt de verzendlijst 27
landen en heeft zijn stichting af
delingen in Nederland, Frankrijk
en Portugal waar vandaan boe
ken - tegen kostprijs betrokken
van uitgevers - op transport gaan
naar landen die behoren tot het
zelfde taalgebied als dat van de
voormalige koloniale machten.
Vlaanderen staat op stapel en
binnenkort opent in Suriname
een nieuw kinderboekendepot de
deuren. Minister Pronk voor Ont
wikkelingssamenwerking zegde
voor het eerste jaar financiële
steun toe. De zoon van de vorig
jaar overleden kinderboeken
schrijfster Annie M.G. Schmidt,
schonk de opbrengst van de jong
ste CD van Paul de Leeuw met
liedjes van Schmidt aan Biblion-
ef. Het idee voor Biblionef is ei
genlijk geboren in de binnenlan
den van Suriname. Vegelin was
er ambassadeur, maar niet van
het type dat voornamelijk huist
achter een bureau bedolven on
der het papier.
„Ik zwierf veel rond in de bush.
Dat is de beste manier om een
land te leren kennen." Tijdens
een expeditie met de geologische
dienst - „Ik hoopte altijd iets te
vinden dat het land werkelijk on
afhankelijk zou maken" - stuitte
Vegelin op een kamp met veertig,
vijftig weeskinderen. „Liefdevol
verzorgd door een boslandonder-
wijzer en zijn vrouw. Die kinde
ren kwamen van de straat, had
den niks. Geen boeken, geen
speelgoed. Aan de ene kant was
de jungle, aan de andere kant de
rivier vol vervelende drijvende
dingen zoals piranha's."
Tijdens de terugtocht mijmerde
Vegelin over de miljoenen boeken
die in de rijke westerse wereld in
de papierversnipperaar belan
den, terwijl tegelijkertijd ander
half miljoen mensen op de wereld
geen toegang hebben tot geschre
ven informatie. Omdat ze analfa
beet zijn, of omdat het materiaal
gewoon ontbreekt.
Enkele jaren later, Vegelin was
inmiddels ambassadeur in
Frankrijk, tilde hij Biblionef van
de grond: Een internationale
stichting die zich tot doel stelt om
kinderen, waar ook ter wereld,
aan leesvoer te helpen.
Lilian Faschinger
Door Peter van Vlerken
In de roman Magdalena zondares
van de Oostenrijkse Lilian
Faschinger (46) brengt een vrouw
zeven mannen om het leven.
Schrijver en hoofdpersoon van
een boek moet je natuurlijk nooit
over één kam scheren, maar vaak
hebben ze wel iets met elkaar ge
meen.
Er is daarom enige aarzeling om
bij Faschinger, die ter promotie
van haar boek in Amsterdam ver
toeft, op visite te gaan. Op de
vraag of ik voor haar op mijn
hoede moet zijn, antwoordt ze
enigszins raadselachtig dat ze mij
wel dapper vindt. Lilian Faschin
ger zal een en al vriendelijkheid
blijken en ik zal levend haar ho
telkamer verlaten.
Magdalena zondares is een op
merkelijke roman en op de
Frankfurter Buchmesse van ver
leden jaar gooide Faschinger er
hoge ogen mee. Uitgeverij Anthos
verwierf de Nederlandse rechten.
De vertaling verscheen rond
Pinksteren.
Niet voor niets rond Pinksteren.
Tijdens de hoogmis van dit
katholieke feest laat Faschinger
haar heldin Magdalena in een
bomvolle kerk een priester ont
voeren. Ze laat hem plaatsnemen
in het zijspan van haar motor en
rijdt een bos in waar ze hem kne
velt en dwingt haar de biecht af
te nemen. Wat volgt is een absur
distisch relaas van een serie
moordenares die verklaart waar
om ze tot haar daden is gekomen.
Gaandeweg laat de priester zich
door haar verleiden. Het boek zit
vol zwarte humor, filosofische
overpeinzingen en is een aan
klacht tegen Oostenrijk en de
katholieke kerk.
Bekrompenheid
Oostenrijk, dat is in de visie van
Faschinger het toppunt van pro
vincialisme, vol verdrongen na-
tionaal-socialistische sentimen
ten.
„Dat merk je ais je laat in de
avond cafés bezoekt, als de man
nen gedronken hebben. Ze heb
ben nieuwe vijanden, de buiten
landers, maar de geest is hetzelf
de gebleven.Wie anders is, werd
- en wordt - in Oostenrijk met
argwaan bekeken. Een verkla
ring zou het berglandschap kun
nen zijn dat uitzicht op de bui
tenwereld belemmert. „Mis
schien", zegt Faschinger, „mis
schien komt het door de dalen.
Om verkeerstechnische redenen
bleven veel mensen vroeger heel
hun leven in hetzelfde dal wonen.
Er kwam veel inteelt voor."
In haar boek laat Faschinger
geen spaan heel van haar land.
Behalve het gebak, deugt er niets.
Oostenrijkse lezers hebben tame
lijk gematigd gereageerd op het
boek, vertelt ze. Kennelijk weten
ze al te goed hoe ze zijn. Faschin
ger:
„Ze zijn ook het een en ander ge
wend in de literatuur. Vergeleken
met Elf ride Jelinek ben ik nog
mild geweest." Op de vraag hoe
ze aan de Oostenrijkse bekrom
penheid heeft kunnen ontsnap
pen, zegt ze: „Ik ben weggegaan,
heel eenvoudig."
Haat komt voort uit liefde. „De
fundamentele impuls is toch om
van je land te houden. Haat is de
keerzijde van dezelfde medaille."
Met haar kritiek op de'katholieke
kerk is het van hetzelfde laken
een pak. Die wordt niet vanuit
een atheïstisch standpunt geuit,
maar vanuit een religieus gevoel.
„Geloofsvragen interesseren mij
in hoge mate. Waar ik me tegen
FOTO ANTHOS
afzet, is de hiërarchie in de kerk,
tegen parasieten die zich als be
middelaars tussen God en de
mensen stellen. De koers van Ro
me is de laatste jaren nog conser
vatiever geworden dan hij al was.
Het gaat om macht. Zo lang vrou
wen geen priester kunnen wor
den, is er iets verkeerd."
De kerk heeft de mensen dom ge
houden, schrijft Faschinger in
haar boek. Ze zegt: „Vrouwen
worden door de kerk in hun tra
ditionele rol gedwongen. In de
Bijbel hebben ze niemand met
wie ze zich kunnen identificeren.
Het model van Maria is moeilijk
na te streven voor een vrouw van
vlees en bloed. En aan Eva, door
wier slechtheid de mensen uit het
paradijs zijn verdreven, wil ook
niemand zich spiegelen."
Aan Maria Magdalena mogelijk
wel. „In het Nieuwe Testament
wordt zij als vriendin van Jezus
beschouwd. Pas later is er het
aspect van haar prostitutie aan
toegevoegd. Ik wilde de figuur
van Maria Magdalena rehabilite
ren."
Door Magdalena zeven moorden
te laten plegen?
„Veel in mijn roman moet niet
helemaal ernstig worden geno
men", antwoordt ze lachend.
Paradijs
De Magdalena van Faschinger
komt tot haar daden omdat de
mannen haar in haar vrijheids
drang beperken. Volgens de Oos
tenrijkse voert de weg naar het
paradijs door de hel. „De hel zit
altijd in het eigen innerlijk. Niet
voor niets raakt Magdalena
steeds weer in die verschrikkelij
ke toestanden verzeild. Ze roept
het kennelijk over zich af."
Terwijl Magdalena biecht, laat
zij de priester zijn seksualiteit
ontdekken.
„Niemand is zo seksueel gefrus
treerd als de katholiek", meent
Faschinger. „Met name mannen
die op jongensscholen en interna
ten hebben gezeten. Zij zijn in
hun jeugd nooit met het andere
geslacht in aanraking gekomen.
Seksualiteit hebben ze altijd ver
drongen, omdat hun lijfelijkheid
en die van de ander verbonden
was met zonde."
Gelooft ze in de biecht als verge
ving van zonden? „Ik accepteer
niet dat een medemens als een
priester zo'n macht kan hebben.
Wel kun je aan de biecht een psy
chotherapeutische werking toe
kennen. Het uitspreken van wat
je gedaan hebt, is een soort verge
ving."
Of ze zelf wel eens gebiecht heeft?
„Nee", antwoordt Lilian
Faschinger, „ik schrijf".
Lilian Faschinger: 'Magdalena
zondares'. Uitg. Anthos, prijs
39,90
V