de Stem
Het ezelschilderij is terug
De femme
fatale fan
Gerar
niver
Reve
Vlissingse kapster onthult, maar laat mysterie intact
ami
LCOSTE
BE
Elly Stegeman presenteert hedendaagse schilders in De Beyerd in Breda
indag geopend
van 14-18 uur.
Grote Gids
VRIJDAG 17 MEI 1996 DEEL
Oilily
Xiloy
Jackpot
Part-two
Marc O'Polo
Cotton club
Mac
g
I
i- Oilily
- Newman
- Miniman
- Jean D'Artes
- I.K.K.S.
- Ubak
Jean le Bourget
- Pointer
- Barbara Farber
- Kneeltje
- Cakewalk
- Tricot Vem
- Esprit
- Catimirii 8
- O'Neill
- Salty Dog j§
zFGON 0117-452213 S
beslissing om die droom ter harte te ne
men uit vrije wil, of is ook die beslis
sing gedetermineerd
Reve stelt dat vast dat voor hem een
schijnbaar onwrikbaar lot schijnt te
heersen, waarin een ander principe af
en toe wijzigend ingrijpt, al is hiervoor
in geen enkele richting een sluitend be
wijs te leveren. Dat is zijn verklaring
voor de afloop van het verhaal. Door
zijn vlucht wordt Herman niet gedood,
doch slechts zwaar gewond. De schrij
ver heeft de vrouw daarna nooit meer
ontmoet. Want dan wordt Herman ge
dood en word ik blind. Ik kan gelijk
hebben, of ongelijk hebben, maar ik
vind die inzet van het experiment te
hoog om het uit te voeren. Wat vind jij?
Fascinatie
Christine heeft gedurende twee period
des met Reve gecorrespondeerd. De
eersté keer toen hij in respectievelijk
Greonterp en Amsterdam Osdorp
woonde, in de jaren 1966-1969. Van
1980 tot 1983 schreven ze opnieuw,
maar daarna bleven de contacten be
perkt tot enkele telefoontjes. Niettemin
praat zij over een 'levenslange, weder
zijdse fascinatie', terwijl daarnaast
mysterieuze toevalligheden een rol ble
ven spelen.
Zo komt de vriendin met wie ze des
tijds naar de lezing ging, net tijdens
ons gesprek binnenlopen en ging er
destijds zoveel mis tijdens de filmop
namen, dat sommigen dachten dat er
mystieke krachten aan het werk waren.
In het boek draait Hitchcocks Dial M
for murder in de plaatselijke bioscoop.
„En laat die hier nou net in Alhambra
draaien, op de dag dat het boek uit
komt! Reve schrok daar behoorlijk van
toen hij dat hoorde", zegt Christine.
Als kind ging ze vroeg naar bed. „Dan
kan ik lekker nadenken, zei ik tegen
mijn moeder." En dat doet ze nog. Over
het leven: een fractie, van een fractie
van de werkelijkheid, die we vervol
gens zonder enige twijfel verkeerd in
terpreteren. En over de dood: een pa
pieren scherm, waar je doorheen klapt.
Mooie gedachten, maar haar klanten
valt ze hooguit lastig met 'hardstikke
leuk schat', 'mengen met M5 en dan een
beetje Rosso' of 'tot ziens, lieverd'. Ook
weer niet helemaal waar trouwens,
want-naast de obligate Privés, zijn het
hele stapels boeken van Palmen, Mar-
quez, Strindberg, Tolstoi en tal van an
dere literaire schrijvers die het wach
ten in haar kapsalon moeten veraange
namen.
Snorkelen
Zelf heeft ze nooit gepubliceerd, maar
wel geschreven. „Als ik schrijf, ervaar
ik dat alsof ik onder water snorkelend
naar vissen kijk. Het begrip van tijd
vervalt, heel fascinerend. Het zet aller
lei mechanismen op gang, waarvan je
geen idee hebt dat ze bestaan. Toch
praat ik liever met iedereen, dan dat ik
schrijf. Als ik iets heb geschreven, wil
ik het liefst alle letters afzonderlijk de
lucht in gooien. Dan zijn ze weer be
schikbaar om samen te voegen
Heeft Christine een affaire gehad met
de grote volksschrijver?. Heeft ze hem
na de lezing meegenomen naar haar
kapsalon. Heeft ze met hem geslapen?
Is zij werkelijk de 'fatale vrouw' die
Reve beschrijft? Ze wil er niets over
vertellen. Alleen dit: „Er is een ont
moeting geweest. Er is correspondentie
geweest. En daar wil ik het bij laten."
Ijegin jaren tachtig, kort na-
I dat zijn boek De Vierde Man
s verschenen, schreef Ger-
I ail Reve een brief aan Chris-
e In'derwisch. 'Leef in het
Ivérborgene. Graag van je ho-
d, ben ik, met strenge lief
kozingen, Je Gerard', besluit
hij, Maar in de kantlijn volgt
Irjogeen P.S.: 'Nu nog een goe-
Ideraad. Als de pers je ont-
:t, kun je twee dingen
doen. Of gewoon zeggen: rot
i, ik moet dat niet. Of haar
liwoordstaan. In het tweede
I pal moet je de waarheid
I tan het gehele verhaal eerlijk
I toegeven'. Nu, na jaren van
I stilzwijgen, licht de Vlissing-
I se kapster, de femme fatale
luitboek en film, een tip van
ie sluier op.
I [oor Ronald Verstraten
met het keurig geverfde ge
veltje in De Joost de Moorstraat heeft
nniets weg van het sinistere, grote ge-
lauw waarin de schrijver uit De Vierde
Man zijn opzienbarende ontdekking
tot. Christine Haarverzorging staat
eenvoudig op een bescheiden pla-
quette.
tor middelblonde, halflange haar
;mg zij in een schijnbaar vrij, maar in
wkelijkheid met grote zorg gekozen
kapsel' schrijft Reve, maar als ze open
tot, pakt ook dat anders uit. Gitzwart
bar heeft ze. Nu, maar ook toen. „Ik
belde hem op en zei: waarom heb je me
blond gemaakt? 'In Nederland zijn fa
lie vrouwen altijd blond', zei Gerard."
Vijfenveertig jaar zit ze in het kappers-
vak, waarvan de laatste vijfendertig in
neigen zaak. Geboren Vlissingse, als
Christine van Marion, in de Anjelieren-
laan. Vlakbij het vliegveldje dat er nu
riet meer is en waarvan de omwonen-
ien bij het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog als eersten werden
geëvacueerd. Ze weet zich dat nog pre-
ties te herinneren. Zoals ze ook weet
lat ze als kind schrijfster wilde wor
tel.
Het is er niet van gekomen. Ze laat de
aan haar zoon, Meindert Inder-
«isch, die twee gedichtenbundels, een
Welle en een roman op zijn naam
heeft staan. Christine is trots op Mein-
tet „Hij schrijft zulke mooie poëzie.
En verder koestert ze zich in de warme
belangstelling van haar literaire vrien
den: Reve, Adriaan Morriën, Simon
Vinkenoog, wijlen Johnny van Doorn
en stadsgenoot Hans Verhagen, al is ze
ft de laatste inmiddels 'gebrouil-
Wrl'
van de salon hangt ze met
tar vrienden. Foto's met Jeroen Krab-
tijdens de filmopnamen in Vlissin-
!eti, met Morriën in het Zeeuwsvlaam-
je St. Anna ter Muiden, met Willem
j'lnolt voor haar zaak. Hans Dulfer,
«nkenoog en Van Doorn. Reve's foto
Mt een apart plaatsje gekregen. „Hij
®t er zo braaf uit", zegt ze.
«ontmoette hem in 1966, toen ze ne-
êenentwintig was. „Mijn eerste man
Door Hans Rooseboom
Het gaat goed met de schilderkunst.
Schilderen is weer helemaal in. Het
ezelschilderij is terug van wegge
weest. Schilders hebben weer de be
hoefte in hun atelier te zitten. Ze
willen weer kunstenaar zijn, geen
manager of zakenman.
Alle zalen van De Beyerd, centrum
voor beeldende kunst in Breda, han
gen momenteel vol met voorbeelden
van hedendaagse schilderkunst uit
Vlaanderen en Vlaanderen.
De tentoonstelling Ver na Vermeer,
hedendaagse schilders in Nederland
en Vlaanderen is een ruim overzicht
van werk van 25 schilders wier ge
boortejaar ligt tussen 1927 en 1967.
Alle kunstenaars zijn met meer dan
een werk vertegwnoordigd.
De titel Ver na Vermeer is een ver
wijzing naar een verleden waarin de
ei oord- en Zuidnederlandse schil
derkunst veel meer een eenheid
vormden dan tegenwoordig. Het
overzicht is samengesteld door twee
critici: van Vlaamse zijde Ludo Bek
kers en van Nederlandse kant Elly
stegeman. Stegeman, kunsthistori
ca en critica, maakt deel uit van de
staf van De Beyerd en kan dus haar
i^ooflijke keuze in eigen huis eta-
Wij spreken met EUy Stegeman over
oeze actuele tentoonstelling. Het is
een momentopname van de Neder
landse en Vlaamse schilderkunst
anno 1996.
De tentoonstelling draagt de on
dertitel 'Hedendaagse schilders
in Nederland en België' - een
grote tentoonstelling met een of
ficieel aandoende titel. Wat pre
tendeert De Beyerd hiermee?
„Het schilderwerk dat hier is sa
mengebracht is een persoonlijke
keus van wat wij, Ludo Bekkers en
ik, representatief vinden. De ten
toonstelling heet hedendaagse schil
ders, dus niet schilder kunst. Het
zijn individuen die wij gekozen heb
ben."
Er zijn vijftien schilders uit Ne
derland vertegenwoordigd en
tien uit Vlaanderen. Heeft Ne
derland meer goede schilders
dan Vlaanderen?
„Die verdeling is tot stand gekomen
naar rato van de bevolkingsaantal
len. Dat hebben wij niet verzonnen,
dat komt van Ons Erfdeel, de
Vlaams-Nederlandse stichting die
met idee van dit overzicht is geko
men. Afgezien van die bevolkings
aantallen denk ik dat er in Neder
land inderdaad meer schilders actief
zijn dan in Vlaanderen. Daar zijn
meer kunstenaars bezig met bij
voorbeeld beelden."
Wat kan de bezoeker op deze
tentoonstelling verwachten?
„Het zijn grotendeels traditionele
schilderijen, in de oude zin van het
woord. Ezelschilderijen. De laatste
vijf jaar is er een generatie bezig die
weer schildert. Je ziet bij hen een
nieuwe vitaliteit, gekoppeld aan een
historisch bewustzijn. Dat is voor
het eerst in lange tijd. Ik denk dat de
terugkeer naar het schilderen struc
tureel is, niet een kortstondige ople
ving zoals met de Wilde Schilders in
het begin van de jaren '80. Ik zie een
grote behoefte bij de schilders om
weer in het atelier te zitten, en niet
als een manager achter het bureau."
Je stond voor de taak om vijftien
Nederlandse schilders te selecte-
ren voor dit min 'óf meer officiële
overzicht. Terwijl er honderden
schilders actief zijn. Ga er maar
aanstaan.
„Dat was een fantastisch probleem!
Ik heb nog nooit zo iets interessants
moeten doen. De diversiteit is zo
groot. Een bijkomend probleem was
de vraag: wat is 'hedendaags'. Ik heb
voor mezelf besloten de grens voor
hedendaags te leggen bij 1975."
Er zijn op de tentoonstelling ook
oudere kunstenaars vertegen
woordigd. J.C.J. Vanderheyden
bijvoorbeeld loopt naar de 70.
„De nadruk ligt op kunstenaars van
mijn eigen generatie (geboren in de
jaren '50). Die staan het dichtst bij
me. Maar ik heb inderdaad heel be
wust gekozen voor ouderen als Van
derheyden en ook Lucassen. Aller
eerst omdat deze kunstenaars nog
steeds heel intens en belangrijk be
zig zijn. Een argument was voor mij
ook dat deze twee invloed hebben
gehad op kunstenaars die na hen-ge-
was overleden. Een hartaanval tijdens
het sporten. Ik kwam voor het eerst in
een half jaar weer buiten." Met een
vriendin ging ze naar een lezing door
Gerard Reve, georganiseerd door het
Nut in Vlissingen. „Ik had Op weg naar
het Einde en Nader tot U gelezen. En
De Avonden natuurlijk. Daarom ging
ik er naartoe. Ik vond die boeken heel
aangrijpend. Trouwens, die man heeft
ontzettend geleden. Hij is een geteis
terd mens. Ik heb groot respect voor
hem."
De Vierde Man is een raamvertelling.
Een homofiele schrijver pocht tegen
over zijn vriend dat hij 'diverse en bui
tenlandse liefdes heeft gekend'. Dan
vertelt hij over een hartstochtelijke en
korstondige verhouding met een jonge
weduwe van het vrouwelijk geslacht.
Dit verhaal begint op een vrijdagmid
dag, eind mei, ergens in de jaren zestig.
Vanuit zijn woonplaats, de grote stad
A., reist hij naar de Zuidnederlandse
havenstad V., om daar een lezing te
houden. Tijdens de lezing krijgt hij
oogcontact met een dame in een don
kerrode jurk. In de pauze komt ze in
zijn richting. Ze heet Christine en ze is
de penningmeesteres van het cultureel
gezelschap dat hem heeft uitgenodigd.
Hij schat haar hooguit dertig.
In werkelijkheid ging het initiatief van
Reve zelf uit. Christine vertelt dat ze in
de pauze een briefje kreeg van een
Christine zoals ze eruitzag in 1966,
toen ze Reve ontmoette.
foto archief de stem
ober, waarin Reve te kennen gaf dat hij
haar wilde ontmoeten. Dan stopt ze
abrupt met vertellen: „Ik heb jaren niet
in de krant gewild. Eigenlijk nog niet.
Ik wil niet teveel vertellen. Anders gaat
de magie weg. Het boek, het mysterie
moet intact blijven. Het is literatuur.
Of ik wel of niet wat met hem heb ge
had, blijft geheim."
De rode jurk uit het verhaal blijkt niet
te kloppen, evenmin als de bordeauxro
de schoenen met hoge hakken. Ze
droeg die avond zwart, met om haar
hals een ketting met een kruis, precies
zoals op een foto van enkele jaren later.
„Maar met het begin van het boek, kan
ik me helemaal vereenzelvigen. Dat
ben ik écht, de manier waarop ik met
hem praat. Verderop ben ik voor me
zelf onherkenbaar."
„Ik heb een nogal overdreven persoon
lijkheid. Ik drink praktisch nooit, maar
soms vind ik een. Amerikaanse whisky
wel lekker. Als ik er twee op heb, kus ik
al mijn vijanden. Over het boek heb ik
Gerard toen gevraagd: waarom heb je
me zo vlak gemaakt? 'Ik moest je heel
wat octaven laten zakken, anders kreeg
ik de plot niet rond,' zei hij."
Dummy
De voorzitter van het Nut in Vlissin
gen, boekhandelaar Peter Bikker, had
als eerste in de gaten waar De vierde
man over ging. Op een boekenbeurs zag
hij een dummy met de eerste zestien
gedrukte bladzijden. „Hij belde me op
en zei: Christine, dat boek gaat over
jou. Toen heb ik Gerard opgebeld in
Frankrijk. Ik zei, wat heb je nóu ge
daan?. Hij zei: 'Schat, je kunt er niks
tegen doen, want in Nederland mag al
les'."
Haar eerste reactie op het boek, was er
een van ongeloof. „Daarna angst en
schrik. Tenslotte begon ik het leuk te
vinden. Ik werd er heel vrolijk van. Ik
vind het heel bijzonder dat hij me zo
heeft geportretteerd. Het boek heeft in
mijn leven een belangrijke rol ge
speeld. Eén ding heeft hij wel goed ge
zien, ik ben altijd vrij naïef geweest. Er
is wel eens een vergelijking gemaakt
tussen De vierde man en een Keats'
verhaal La belle dame sans merci over
een fatale vrouw, die allerlei onheil
veroorzaakt, zonder dat ze het zelf
weet."
In het boek gebeurt aanvankelijk niet
zo veel, al is de lezer zich wel bewust
van een toenemende spanning. De
schrijver krijgt een, naar later blijkt,
voorspellende droom en op een dag
vindt hij een doosje met wat papieren
in zijn logeerkamer. Christine blijkt al
drie echtgenoten te hebben gehad, die
alledrie op een merkwaardige wijze
Christine lnderwish in haar kapsa
lon in Vlissingen met een foto van
Gerard Reve. „Met het begin van het
boek, kan ik me helemaal vereenzel
vigen. Dat ben ik écht, de manier
waarop ik met hem praat. Verderop
ben ik voor mezelf onherkenbaar.
foto jaap wolterbeek
aan hun eind zijn gekomen. Dan krijgt
het kinderrijmpje uit de droom zijn be
tekenis: Tierelierelier... Wie is nummer
vier...?.
Botsing
In dezelfde kamer staat een foto van
een jonge man, voor wie de schrijver
onmiddellijk valt. Hij hèet Herman en
woont in Düsseldorf. Christine zoekt
Herman op en belooft dat ze hem mee
terug zal nemen. Voor het zover is,
vlucht de schrijver, want hij herinnert
zich de droom en is bang dat er iets
vreselijks zal gebeuren. Dat gebeurt
ook. Herman rijdt met zijn auto tegen
een.schip en raakt een oog kwijt. De
enige bekende botsing in West-Europa
tussen een auto en een schip, grapt Re
ve in het boek.
Voor Herman stonden twee mannen uit
Christine's leven model. De eerste is
Rainer, een architect uit Düsseldorf die
in die tijd verliefd was op Christine.
Net als haar reed hij in een sportwa
gen. Zij in een witte, hij in een rode Au
stin Healy (die ook in het boek voor
komt). In het boek is hij echter geen ar
chitect, maar een loodgieter. „Dat
vond-ie lekkerder natuurlijk", lacht
Christine. „Gerard moet immers niks
hebben van al dat intellectuele gedoe."
De tweede is de man met wie zij al ja
renlang haar leven deelt. Voormalig di
recteur van een scheepvaartbedrijf Jo
seph Gerard Marie, inmiddels gepen
sioneerd, verloor een oog bij een auto
ongeval dat hij en Christine in 1968
hadden. In de verfilming van het boek
botst de auto overigens niet met een
schip, maar met de lading van een
vrachtwagen.
Staat alles volgens een onontkoombare
keten van oorzaak en gevolg vantevo-
ren vast of niet?, vraagt Reve zich in de
eerder genoemde brief aan Christine
af. Hij vervolgt: Daarover is veel getobt
en geschreven. Het beste wel door
Schopenhauer. Hij toont aan, of maakt
op zijn minst aannemelijk, dat in de
wereld twee principes werkzaam zijn:
het mechanisch-causale en het metafy
sische.
Een sluikse blik levert de herkenning
van Reve's handschrift op. Maar vast
houden, of inzien, dat mag niet. Dus
leest Christine de rest, althans wat ze
kwijt wil, voor: En nu is de vraag: door
kruist de helderziende, waarschuwen
de droom als een aparte voorzienigheid
die mechanische orde, of is hij er een
deel van? Anders gezegd: neem ik mijn
komen zijn. J.C.J. Vanderheyden
heeft een goeroe-functie voor jonge
re kunstenaars, wat betreft'manie
ren van waarneming, van bewust
zijn. En Lucassen werkte al in de ja
ren '60 met beeldontleningen. Daar
kreeg hij toen veel kritiek op. Later
werd het mode."
VERVOLG OP PAGINA - E3
Elly Stegeman bij haar favoriete schilderij, van Erik van Lieshout, in De Beyerd. „In België wordt in het al
gemeen kleiner werk gemaakt dan in Nederland. Bovendien is het werk meer literair geïnspireerd. In Neder
land zijn de doeken groter en brutaler.foto kees van dongen