Satchmo: genie en werkpaard
Louis Armstrong bleef
steeds terugkomen
Verhelderende tentoonstelling over Armstrong in Waalse Kerk Breda
Gemeente
DE STEM
UITGIDS - JAZZ FESTIVAL BREDA '96
USTEM
Satchmo in
Amsterdam '59:
tussen Haydn
en Handy
Volwassen
Rol
Scheppend
Fraseren
Schrijfmachine
Ec°nomisch
DINSDAG 14 MEI 1996
Door Frans Oudejans
Januari 1959. Het oog valt op gro
te aanplakbiljetten, enorme witte
letters op zwarte achtergrond.
Een paar woorden maar: zaterdag
7 februari Nachtconcert Louis
Armstrong, Concertgebouw Am
sterdam, impresario Lou van
Rees.
- Ik weet een mooi cadeau voor
m'n verjaardag, zeg ik: samen
naar Satchmo. Zo noemen we
hem sinds we allerlei platen van
hem bezitten, vooral met z'n Hot
Five uit de begintijd, zogeheten
EP'tjes met aan beide zijden twee
nummers, onbreekbaar en dat is
sinds kort iets bijzonders.
- Dan doen we dat toch, zegt ze,
hartstikke leuk. Iets om nooit te
vergeten. En hij is niet zo jong
meer, wie weet of hij nog eens te
rugkomt. (Later blijkt Armstrong
slechts 58 jaar te zijn, in de ogen
van jongeren kennelijk heel oud.)
Concertgebouw gebeld. Ja hoor,
twee kaarten is geen probleem.
Wel een half uur tevoren afhalen,
anders worden ze doorverkocht.
- Ik heb twee kaartjes voor
Satchmo, meld ik opgetogen, dus
dat zit goed.
- Fijn. Wat kosten ze eigenlijk
- Vijftien gulden.
- Vijftien gulden? Voor twee toch
zéker wel?
-Nee, per stuk.
- Lieve hemel en daar komt nog
de oppas bij plus koffie en de gar
derobe. En ik had ook al iets voor
je verjaardag gekocht. Jij bent me
een dure.
Echt boos is ze niet, maar geld is
schaars. Al werken we allebei,
voor dezelfde krant nog wel, een
jong gezin moet uitkijken.
Feestelijk gekleed gaan we die za
terdag naar het Concertgebouw.
Terwijl ik voor de kassa wacht zie
ik dat Armstrongs optreden is ge
klemd tussen een uitvoering van
het Kamerorkest en een van het
Concertgebouw-orkest zelf. Beide
hebben Haydn op het repertoire.
Satchmo's AU Stars spelen Han
dy, niet meer dan een omzetting
van letters en eigenlijk allebei
klassiek.
De zaal puilt uit, want al snel is de
loop er in gekomen, mede dank zij
reclame uit onverwachte hoek.
Sinds jaar en dag kennen de twee
Hilversumse radiozenders de ijze
ren regel dat om 12 uur 's avonds
de knop wordt dichtgedraaid.
Eerst het Wilhelmus en dan diepe
rust. Voor één keer is het anders:
de regeringscommissaris voor het
radiowezen geeft zomaar toestem
ming dat Hilversum 1 in de nacht
van 7 op 8 januari een uur langer
kan doorgaan. De krant vindt het
voorpagina-nieuws en Armstrong
krijgt extra publiciteit.
Het is even wachten voordat Su
perstar en zijn AU Stars verschij
nen. Eerder op de dag zijn ze met
veel vertraging, zonder kostuums
en grote instrumenten uit Stock
holm komen vliegen. Vandaar
naar Den Haag voor een optreden
in de avond en aansluitend naar
het nachtconcert in Amsterdam.
Een slopend gebeuren dus: muzi
kanten in hun daagse kloffie, een
drummer met geleende trommels,
een bassist die een instrument
moet uitproberen dat ouder lijkt
dan hijzelf.
Maar Satchmo's gouden trompet
is er, plus zijn stem en een enorme
stapel witte zakdoeken, want na
elk nummer wordt het voorhoofd
afgeveegd en zoiets kan geen twee
keer met hetzelfde doekje. Een
truc om op te vallen, meent Coks,
die alles doorziet.
De mannen zijn moe. In het begin
valt het niet zo op, maar geleide
lijk blijken hun aardigheidjes
minder spontaan dan ze moeten
overkomen. Toch, bij alle routine,
wat een spel, wat een tempo! Die
Peanuts Hucko op klarinet en dan
trombonist Trummy Young. En
Louis zelf natuurlijk, toeterend en
zingend, alle toppers, van Basin
Street tot Tiger Rag, van La Vie
en Rose tot Adios Muchachos. En
gelukkig voor ons: ook Mack the
Knife en de Faithfull Husar, waar
we op wachten omdat dat net de
plaat is die ik voor m'n verjaardag
heb gekregen.
Iets om nooit te vergeten, zei m'n
vrouw vooraf. Ze heeft weer eens
gelijk gekregen.
Door Hans Rooseboom
't Is even schrikken, want zo
kennen we Satchmo niet.
Uitgeblust, vermagerd, oud.
Aanbeland aan het einde van
zijn pad, kijkt hij wat mis
moedig in de camera. Achter
hem ligt een carrière van 55
slopende jaren.
Het blinkende wit is uit de ogen
verdwenen. Weg zijn die open
gesperde ogen, de brede grijns,
die pose van uitbundigheid en
kracht die hem tot het symbool
van de jazz hadden gemaakt.
Louis Armstrong hij leefde van
1900 tot 1971. Het is alweer 25
jaar geleden dat de pionier en
de ambassadeur van de jazz
overleed in het huis in Corona,
N.Y., waar hij vanaf 1943 had
gewoond. Het zilveren jubileum
van zijn dood was voor de
Stichting Jazz Ten Toon in Bre
da reden om haar jaarlijkse ten
toonstelling te wijden aan de le
gendarische Louis Armstrong.
Die hierbij afgedrukte foto van
Satchmo (Dippermouth, Pops -
wie kan er bogen op drie bijna
men) treft ons op de tentoon
stelling in de Bredase Waalse
Kerk. Met een schok zien we de
mens, en niet de showman die
hij zijn hele leven speelde. Dit is
het portret van een mens die al
les heeft meegemaakt en die het
nu gehad heeft.
En wat een leven heeft Arm
strong gehad! Hij stond aan de
wieg van de jazz. Letterlijk, fi
guurlijk en geografisch. De jazz
werd geboren in dezelfde stad
als hij, New Orleans, de stad
zonder gelijke. Satchmo en de
jazz werden daar beide rond
1900 geboren. Louis was de bes
te van allemaal. Op zijn twin
tigste was New Orleans te klein
voor zijn supertalent. Hij vero
verde de Mississippi, Chicago,
New York, Amerika en tien jaar
later ook Europa.
Hij was de motor achter het los
weken van de jazz uit de wereld
van bordelen, bruiloften en par
tijen. Hij smeedde er een serieu
ze en volwassen kunstvorm van.
Toen hij eenmaal zijn ijzerster-
ke eigen stijl had gevonden, liet
hij die niet meer los en reisde
met zijn eigen AU Stars onver
droten de wereld rond. Hij
stond in alle zalen, hallen, ho
tels en congrescentra op alle
continenten ter wereld. En van
Tokyo tot Nieuw-Zeeland, en
van Praag tot Kaapstad puilden
de zalen uit.
Hij was 's werelds jazzmuzikant
nummer één, maar hij werd een
echte wereldster megaster zeg
gen we nu) toen hij ging optre
den in Hollywoodfilms en -mu
sicals en liedjes scoorde als Hel
lo Dolly en What a wonderful
world. Hij was tenslottte, met
zijn warme menselijke uitstra
ling, de beste ambassadeur die
de door rassenproblemen ge
teisterde Verenigde Staten zich
konden wensen.
Armstrongs leven is een rijk le
ven, en het is ook een rijk gedo
cumenteerd leven. Materiaal
genoeg om er deze aantrekkelij
ke en informatieve tentoonstel
ling uit samen te stellen.
Ronddwalend over de tentooon-
stelling denk je na over het fe
nomeen dat Armstrong was. Er
is dubbels aan Armstrong, iets
tegenstrijdigs. Iets dat te maken
heeft met de rol die hij speelde,
en tegenlijkertijd met de artis
tieke plaats die hij in werkelijk
heid in de geschiedenis inneemt.
Armstrong speelde zijn leven
lang de rol die als jongen van 15
al koos, noodgedwongen koos.
Want Amerikaanse negers had
den rond 1915weinig tot niets te
kiezen. Zwarte vrouwen hadden
al helemaal geen kans in de sa
menleving, en voor zwarte man
nen bestond er alleen een kans
om goed geld te verdienen als
muzikant en als bokser.
Ssfc
Louis Armstrong aan het einde van de rit. Hij had met keihard werken alles gegeven, en het
show-masker kon af. foto jazz ten toon
Armstrong bofte met zijn kolos
sale muziektalent, en met zijn
even grote gave om dat talent
met verve te presenteren. Met
zwier speelde hij de showman,
de zwarte showman. De rol die
hij speelde was die van de
clown, van de zorgeloze, scha
terlachende neger die de blan
ken zo graag zagen. Een latere
generatie zwarte musici, veel
zelfbewuster dan hij, zou Arm
strong een Uncle Tom-houding
verwijten.
Armstrongs rol was in feite tra
gisch, voor hemzelf. Want hij
was het tegendeel van een
clown. Hij was kunstenaar, een
groot kunstenaar, een schep
pend musicus met onafzienbare
artistieke reserves en onuitput
telijke creativiteit.
Achter de openbare show-rol
ging een buitengewoon serieuze
man schuil. Geen seconde was
hij niet met zijn kunst bezig.
Hoe grimmig serieus hij was
kun je horen op de plaatopna
men die hij in de jaren '20
maakte met zijn Hot Five en
Hot Seven. Daar zitten, geluk
kig, opnamen bij van mislukte
sessies, afgebroken nummers,
foute inzetten. Dan gaat het om
momenten waarop Armstrong
'aftikt' omdat iets hem niet be
valt.
„Hold it, hold it, hold it!en de
trein komt tot stilstand. Het na
tuurlijke gezag dat spreekt uit
Armstrongs korte terechtwij
zingen en aanwijzingen is veel
zeggend voor zijn karakter. En
dan te bedenken dat hij dan een
jongen van een jaar of 25 is. Dit
natuurlijke leiderschap, geba
seerd op blindelings aanvaarde
artistieke superioriteit, is alleen
te vergelijken met dat van die
andere reus uit de geschiedenis
van de jazz, Charlie Parker. Ook
van hem bestaan dergelijke op
namen. Armstrong is de domi
nerende en richtingsbepalende
musicus geweest uit de eerste
helft, Parker uit de tweede helft
van de jazzgeschiedenis.
Armstrong, het zij herhaald,
was geen clown. Hij was de man
die van het improviseren een
volwassen kunst heeft gemaakt.
Dus niet zo maar een beetje om
de melodie heen foefelen, een
riedeltje hier en een loopje daar,
maar uitgewogen en gebalan
ceerd fraseren, dat wil zeggen:
een serieus verhaal vertellen
door middel van goed gearticu
leerde zinnen. Improviseren in
de jazz betekent een dialectiek
van vraag en antwoord, van
these en antithese. Dat is alles
uitgebouwd door Louis Arm
strong.
Alle jazzmusici hebben de in
vloed ondergaan van Arm
strongs dwingende wijze van
improviseren. Niet alleen trom
pettisten en niet alleen blazers,
ook pianisten en gitaristen heb
ben van Armstrong geleerd hoe
je een deugdelijke improvisatie
opzet en neerzet.
Luister bijvoorbeeld eens naar
de pianist Earl Hines, die in de
jaren '20 de vaste maat van
Satchmo was, en de beste pia
nist die hij ooit had. Als je goed
op Hines' pianospel let, dan
hoor je hoe hij Armstrongs wij
ze van improviseren op de trom
pet vertaalt naar de piano (het
mooiste voorbeeld is het geniale
spel van Earl Hines in A Mon
day Date, opgenomen op 27 juni
1928).
Armstrongs grote kundigheid
was het resultaat van studeren
en studeren. Alles nam hij se
rieus. Er is op de tentoonstelling
een mooie foto te zien van de
maestro die, bril op, in de kleed
kamer bezig is achter zijn ge
liefde schrijfmachine. Al van
zijn eerstverdiende geld, nog
voor 1920, had hij zijn eerste
schrijfmachine gekocht. Hij was
er gek op.
Dagelijks verstuurde Arm
strong brieven, maar hij ge
bruikte zijn typewriter ook voor
zijn administratie én natuurlijk
om boeken te schrijven. Want
dat deed hij óók. Welke jazzmu
sicus kan bogen op twee best
sellers? In 1936 publiceerde
Armstrong Swing That Music,
van binnenuit geschreven over
het leven van de moderne jazz
musicus. Dat was een primeur.
Voor een breed pu
bliek ging er een
onbekende wereld
open. Een zwarte
wereld. Het boek
betekende een stap
in de emancipatie
van de Amerikaan
se zwarten, die des
tijds in schrikba
rende omstandighe
den moesten leven.
In 1954 ging
Satchmo verder te
rug in zijn leven
met Satchmo: My
Life in New Or
leans. Dat boek
werd een hit. Het
mag rustig een van
de mooiste boeken
uit de hele wereldli
teratuur worden ge
noemd. Armstrong
had een groot ver
teltalent: hij schreef
zoals hij sprak, dus
zeer levendig. Ener
zijds is het boek een
prachtige evocatie
van New Orleans
zoals het niet meer
bestaat. Een we
reldstad en haven
stad, met uitge
strekte zwarte en
Ierse buurten, met
een enorme zelfkant
en onderwereld.
Anderzijds is Arm
strongs autobiogra
fie ontroerend van
wege de eenvoudige
maar waardevolle
levensfilosofie: een
onwrikbare trouw
aan en solidariteit
met de mensen van
wie hij houdt, plus
een onwrikbare
trouw aan zijn eigen talent. Het
talent dat hem in staat stelde
om een uitzonderlijk leven te
leiden.
Het tuchthuis in zijn jeugd is
Armstrongs redding geweest.
Daar werd zijn latente discipli
ne geactiveerd en werkbaar ge
maakt. Daar leerde hij muziek
spelen en lezen. Daar kreeg hij
zijn eerste trompet, het instru
ment waarmee hij de koers van
de 20e-eeuwse muziek zou be
palen. Het instrument overigens
dat als een relikwie wordt be
waard in het New Orleans Jazz
Museum.
Als Armstrong niet op 12-jarige
leeftijd voor een wissewisje van
de straat was geplukt door de
politie, dan was hij de enige op
leiding in zijn leven misgelopen.
Wat zou er van hem terecht zijn
gekomen? Was hij blijven han
gen in de buurt waar hij op
groeide, vol vechtersbazen,
pooiers, drinkers, gokkers en
voor de rest los-arbeiders en
sjouwers. Anonieme analfabe-
tene die geboren worden en
zonder sporen na te laten weer
vertrekken.
Of zou dat levensgrote muzikale
talent van Armstrong er toch
wel uitgekomen zijn, in die stad
vol muziek, vol orkesten, waar
iedere maand een nieuw band
bijkwam. In die tijd waarin een
nieuwe muziek onweerstaan
baar aan het ontstaan was, mu
ziek die de wereld zou gaan ver
overen - onder leiding van die
jongen uit Liberty en Perdido
Street.
Hij is er gekomen. Hij is hier ge
weest, en hij heeft zich niet on
betuigd gelaten, om het zacht
uit te drukken. Hij heeft zich
kapot gewerkt. Hoe hard, dat is
door de bijzondere verdienste
van Jazz Ten Toon keurig in
beeld gebracht.
Ter gelegenheid van de tentoon
stelling is er een boekwerkje
verschenen waarin allereerst de
belangrijkste feiten staan ver
meld. Maar de verantwoordelij
ke samenstellers van Jazz Ten
Toon (Cees Smolders, Marijke
van der Woude, Theo Frumeau
en Johan Weterings) zijn veel
verder gegaan.
Ze hebben een volledig schema
gemaakt van alle honderden
nummers die Armstrong heeft
opgenomen, met. vermelding'
van tijd en plaats, en van alle
deelnemende muzikanten.
Daarenboven heeft Jazz Ten
Toon al die medemuzikanten in
de computer gegooid en daar is
een fraaie alfabetische namen
lijst uitgerold van 387 namen
uit de jazzwereld (van Bernard
Addison tot Frank Zullo). Zelfs
voor specialisten zijn deze lijs
ten een dankbaar bezit.
Hulde voor dit informatieve
boekwerk, dat voor slechts 5,-
op de tentoonstelling te koop is.
De tentoonstelling is eenmalig
en duurt slechts tot en met zon
dag. De liefhebber is gewaar
schuwd.
Louis Armstrong: Satchmo, 'The
Legend'. Tentoonstelling van Jazz
Ten Toon in de Waalse Kerk aan de
Catharinastraat te Breda. Te zien
t/m zondag 19 mei.
Door Rob Cremer
Een man van veel come-backs. In
zijn jonge jaren een avantgardis-
tisch vernieuwer. Daarnaast
eveneens verguisd door emanci
patie-activisten als de verper
soonlijking van de 'American
black entertainer' zoals de blan
ken die graag zagen.
Dat zijn allemaal karakteristie
ken voor Louis 'Satchmo' Amrm-
strong, begenadigd trompettist
en showman. Zijn leven was 'pu
bliek domein' want als mega-ster
was wat hij deed altijd nieuws.
Toch is er om hem altijd een sfeer
van mysterie blijven hangen. Tot
voor kort was zijn geboorte
datum niet eens bekend.
In de meeste standaardwerken
staat nog de datum 4 juli 1900 als
de dag dat Louis Armstrong het
levenslicht zag: het jaar van het
begin van de eeuw en dan de dag
van de Amerikaanse onafhanke
lijkheidsverklaring, het nationale
feest. In 1970 kon Armstrong dan
ook op grootse wijze 'met de rest
van Amerika' zijn 70e verjaardag
vieren, onder meer met een ont
vangst op het Witte Huis.
Noeste arbeid van een jazzlief
hebber bracht begin jaren '70 de
werkelijke datum aan het licht: 4
augustus 1902. Die datum staat
zeer duidelijk in de doopregis
ters. Bij gebrek aan een burgerlij
ke stand in de USA zijn doopre
gisters de enige mogelijkheid om
die duidelijkheid te verschaffen.
De vraag waarom Armstrong
zich twee jaar ouder voordeed
dan hij in werkelijkheid was kan
nooit meer met zekerheid worden
achterhaald. Een feit is dat er
strenge wetten in de USA zijn die
kinderarbeid verbieden, ook als
het om muzikanten aangaat. Al
vroeg kon de getalenteerde Arm
strong met zijn cornet geld ver
dienen in straatorkesten of in de
dansbands van New Orleans. Het
is best mogelijk dat daarin de ba
sis ligt voor de misleiding.
Armstrong zou een lokaal feno
meen zijn gebleven als Joe 'King'
Oliver hem niet in 1923 liet over
komen naar Chicago ter verster
king van zijn dansorkest. Daar
was Olivers 'Creole Jazz Band'
razend populair in de dance-halls
in het negergetto. Ook diverse
blanke musici lieten zich inspire
ren door de verrichtingen van
Olivers musici. Het uitzonderlij
ke talent van de twintigjarige
cornetspeler zorgde ervoor dat
hij feitelijk de eerste individuele
'ster' werd in een muziekgenre
dat tot dan toe alleen maar col
lectieven kende.
De plaatopnames van King Oli
vers Creole Jazzband uit 1923 la
ten het horen: Armstrong mag
zich matenlang als 'solist' profi
leren. Tot die tijd was jazz niets
anders dan ensemblespel. Het
improviseren geschiedde collec
tief, door elkaar heen. Het fan
tastische persoonlijke improvi
seertalent van Armstrong werd
door Oliver uitgebuit, waarmee
een trend werd gezet. Snel evolu
eerde de jazz hierna naar een mu
zieksoort waar individuele pres-
De onverwoestbare Arm
strong kwam in zijn lange car
rière steeds in andere gedaan
ten terug. Deze pose is Arm
strong ten voeten uit. Zo ook
staat hij op het affiche van de
tentoonstelling in de Bredase
Waalse Kerk. foto jazz ten toon
Louis Armstrong en Trummy Young, februari 1959, Houtrust Den Haag
taties van solisten de boventof
gingen voeren.
Armstrongs was met zijn idt
zijn tijd ver vooruit. Met een ft
telijk ongewijzigde aanpak Zi
spel is zo duidelijk herkenba'
of het nu is op de in 1923 opgen'
men platen of zijn successen in
jaren zestig: zijn instrumei
klank, zijn aanpak en zijn man
van improviseren blijven dui,
lijk herkenbaar.
Hij lijkt zijn noten met uitersi
zorg te kiezen en zijn 'timing'
geniaal. In de jaren zeventig b
haalde een musicoloog de do
torsgraad met een proefscht
over de beroemde 64-maten si
(over twee keer het thema) v
Armstrong in een 'Tiger Rag'-0
name uit 1933. Die solo best;
feitelijk uit vele maten lang aa
gehouden noten over een in e
bloedtempo gespeeld ritme. An
strong wisselt die noten niet m
de akkoordenwendingen. Hij ve
andert een noot naar eigen i
zicht, schijnbaar lukraak. Ni
voor wetenschappers. De analy
ervan leverde dus een doctorsti
op-
Platenmaatschappijen gav
Armstrong de kans om specia
studioformaties te vormen voi
het maken van opnamen, i
werd een van de, zo niet hel
hoogtepunt van de jazz uit de ji
ren '20 voor de eeuwigheid vas
gelegd: de platen van de Hot Fii
en Hot Seven. Armstrong vervi
de cornet met de 'weke' toon di
de fellere trompet. Daarna;
bleek het feit dat hij geen stu
had hem juist tot een gewild vo-| I
calist te maken.
Zijn zo indrukwekkende aan]
maakte hem ook tot een van
meest geïmiteerde showmei
Het fenomeen Armstrong k(
vele klonen. Maar het origin!
staat wel torenhoog verheven
ven de kopieën. In de jaren h
tig werkte een showman met
mak naar een typisch Armstroi
hoogtepunt aan het slot, wai
het orkest inviel. De trompel
tie van de bigband liet dan
lectief een noot horen een od
hoger dan de imiteren!
trompetsolist.
Dat liet Armstrong in die
zelf niet gebeuren. Hij zette dl
gewoon de hoogste toon neet
vaak een terts hoger dan de offi
ciële 'high blower' van de hei
begeleidende big band.
Rond 1940 was er weer een mi
kale kentering. Net als in de jan
'20 was de experimenteerdril
onder musici hoog. Nieuwe mu
ziek diende zich aan: de bebo]
Maar dit bleek voor Armstroi
toch een stap te ver. Jarenlai
was zijn muzikale genialiteit zijl
tijd ver vooruit geweest, nu wa
ren anderen die het voortouw m
men met het zetten van nieui
trends.
Gelukkig voor Armstrong diem
zich ook de revival aan. De kla
sieke jazz kreeg ook weer belanj
stelling en werd driftig beoefem
Zo begon hij aan een tweede car
rière en van de jaren '40 tot ai
zijn dood in 1971 zwerft hij
wereld rond met zijn 'All Stars'
Zijn hele leven werd hij zowi
wat instrumentaal spel aangaa
als in zijn zang geïmiteerd. Tc
nu toe weten artiesten daan»
een dik belegde boterham te vei
dienen. De Engelsman S<
Mason bijvoorbeeld met zij
jazzband in Duitsland levi
niets anders dan
show in de stijl vi
Armstrong. En
chael Varekamp,
huidige trompet!
van The Dutch S'
College Band,
ook wat van.
Van avantgardistisi
vernieuwer, die w
gekopieerd door B
sici die in experimo
teerdrift op zoek «i
ren naar 'the
thing', tot een
ter die een showwl
zette die tot op de dr
van vandaag
de plank levert vc
imitatoren. Net als"
mand dacht dat
strong pass®
kwam hij ij®''
terug met nieuwe M
Zijn hitversie
Hello Dolly leva?
hem meteen weer»!
zoveelste filrnr°l op
de verfilming
Barbara Strer
van de gelijknanui
musical.
Die come backs
zelfs over het
heen. Een Nederlanf
se bierbrouwer z»
de met een televisi
pot voor een gig'
sche revival van
nummer What
derful wor
Armstrong-imlta
konden weer sc
door met raspste»
tekst in de mi®
te zingen. En da
schiedt dan nag
alleen maar
blanke artiesten-
die kritiek
emancipatie-h
dan toch te zwaa'
geweest?
lEen trompet van het mo
positie aan het trompet-fe
Door Hans Rooseboom
Bezoekers van het Jazz 1
tival Breda, dat van
staande donderdag tot
met zondag duurt, loper
kans dat ze worden staa
gehouden om een was
van vragen te beantwr
den.
De gemeente Breda gaat
grootscheepse enquête ho
naar de aard van het publie
dens het Jazz Festival,
vreemd genoeg is er niet:
kend over de bezoekers aa
internationale evenement.
»Het Jazz Festival is verr
het grootste evenement van
da, zegt A. van der Lindei
gemeente Breda. „Het ii
tot vijf maal groter dan all
here evenmenten in de
Maar we weten absoluut
over hoe de bezoekers het
val ervaren en zelfs niet hc
Bezoekers zijn opgebouwd
etreft leeftijd, plaats van
Komst, inkomen etc."
He gemeente gaat het toeris
ezoek aan Breda in kaart
gen en ze begint met het
„li Wat men wil wet
welke naamsbekendheid
eett om er op termijn eer
stemme bel6id °P te kUn"e
«Het toerisme wordt een s
Zangrijker segment van c
»?g'" aldus Van der
"Maar een echt
wenstisch beleid
heeft Breda niet."
De
enquête zal wor-
1® gehouden onder
sir!?6! mensen °P
straat en nog eens
"terd opt
Ögavond in Het
Nacht 'Ptijdenshet
wUlen°°nCert,"Wij
kr»! 6en beeld
Knjgen van welke
ensen er zoal Bre-
ezoeken tijdens
aiH„ Festival,"
4US Van der Lin-
"Dat Wil zeggen dat
W6 5agen naar in-
leeftijd, op-
Komen,
andere
Da„°'nsgegevens.
Ernaast willen we
peten
Wat de econo-
Tanh1t betekenis
is utJazz Festival
aachhoeVeel over
latingen vinden