Satchmo: genie en werkpaard Louis Armstrong bleef steeds terugkomen Verhelderende tentoonstelling over Armstrong in Waalse Kerk Breda Gemeente DE STEM UITGIDS - JAZZ FESTIVAL BREDA '96 USTEM Satchmo in Amsterdam '59: tussen Haydn en Handy Volwassen Rol Scheppend Fraseren Schrijfmachine Ec°nomisch DINSDAG 14 MEI 1996 Door Frans Oudejans Januari 1959. Het oog valt op gro te aanplakbiljetten, enorme witte letters op zwarte achtergrond. Een paar woorden maar: zaterdag 7 februari Nachtconcert Louis Armstrong, Concertgebouw Am sterdam, impresario Lou van Rees. - Ik weet een mooi cadeau voor m'n verjaardag, zeg ik: samen naar Satchmo. Zo noemen we hem sinds we allerlei platen van hem bezitten, vooral met z'n Hot Five uit de begintijd, zogeheten EP'tjes met aan beide zijden twee nummers, onbreekbaar en dat is sinds kort iets bijzonders. - Dan doen we dat toch, zegt ze, hartstikke leuk. Iets om nooit te vergeten. En hij is niet zo jong meer, wie weet of hij nog eens te rugkomt. (Later blijkt Armstrong slechts 58 jaar te zijn, in de ogen van jongeren kennelijk heel oud.) Concertgebouw gebeld. Ja hoor, twee kaarten is geen probleem. Wel een half uur tevoren afhalen, anders worden ze doorverkocht. - Ik heb twee kaartjes voor Satchmo, meld ik opgetogen, dus dat zit goed. - Fijn. Wat kosten ze eigenlijk - Vijftien gulden. - Vijftien gulden? Voor twee toch zéker wel? -Nee, per stuk. - Lieve hemel en daar komt nog de oppas bij plus koffie en de gar derobe. En ik had ook al iets voor je verjaardag gekocht. Jij bent me een dure. Echt boos is ze niet, maar geld is schaars. Al werken we allebei, voor dezelfde krant nog wel, een jong gezin moet uitkijken. Feestelijk gekleed gaan we die za terdag naar het Concertgebouw. Terwijl ik voor de kassa wacht zie ik dat Armstrongs optreden is ge klemd tussen een uitvoering van het Kamerorkest en een van het Concertgebouw-orkest zelf. Beide hebben Haydn op het repertoire. Satchmo's AU Stars spelen Han dy, niet meer dan een omzetting van letters en eigenlijk allebei klassiek. De zaal puilt uit, want al snel is de loop er in gekomen, mede dank zij reclame uit onverwachte hoek. Sinds jaar en dag kennen de twee Hilversumse radiozenders de ijze ren regel dat om 12 uur 's avonds de knop wordt dichtgedraaid. Eerst het Wilhelmus en dan diepe rust. Voor één keer is het anders: de regeringscommissaris voor het radiowezen geeft zomaar toestem ming dat Hilversum 1 in de nacht van 7 op 8 januari een uur langer kan doorgaan. De krant vindt het voorpagina-nieuws en Armstrong krijgt extra publiciteit. Het is even wachten voordat Su perstar en zijn AU Stars verschij nen. Eerder op de dag zijn ze met veel vertraging, zonder kostuums en grote instrumenten uit Stock holm komen vliegen. Vandaar naar Den Haag voor een optreden in de avond en aansluitend naar het nachtconcert in Amsterdam. Een slopend gebeuren dus: muzi kanten in hun daagse kloffie, een drummer met geleende trommels, een bassist die een instrument moet uitproberen dat ouder lijkt dan hijzelf. Maar Satchmo's gouden trompet is er, plus zijn stem en een enorme stapel witte zakdoeken, want na elk nummer wordt het voorhoofd afgeveegd en zoiets kan geen twee keer met hetzelfde doekje. Een truc om op te vallen, meent Coks, die alles doorziet. De mannen zijn moe. In het begin valt het niet zo op, maar geleide lijk blijken hun aardigheidjes minder spontaan dan ze moeten overkomen. Toch, bij alle routine, wat een spel, wat een tempo! Die Peanuts Hucko op klarinet en dan trombonist Trummy Young. En Louis zelf natuurlijk, toeterend en zingend, alle toppers, van Basin Street tot Tiger Rag, van La Vie en Rose tot Adios Muchachos. En gelukkig voor ons: ook Mack the Knife en de Faithfull Husar, waar we op wachten omdat dat net de plaat is die ik voor m'n verjaardag heb gekregen. Iets om nooit te vergeten, zei m'n vrouw vooraf. Ze heeft weer eens gelijk gekregen. Door Hans Rooseboom 't Is even schrikken, want zo kennen we Satchmo niet. Uitgeblust, vermagerd, oud. Aanbeland aan het einde van zijn pad, kijkt hij wat mis moedig in de camera. Achter hem ligt een carrière van 55 slopende jaren. Het blinkende wit is uit de ogen verdwenen. Weg zijn die open gesperde ogen, de brede grijns, die pose van uitbundigheid en kracht die hem tot het symbool van de jazz hadden gemaakt. Louis Armstrong hij leefde van 1900 tot 1971. Het is alweer 25 jaar geleden dat de pionier en de ambassadeur van de jazz overleed in het huis in Corona, N.Y., waar hij vanaf 1943 had gewoond. Het zilveren jubileum van zijn dood was voor de Stichting Jazz Ten Toon in Bre da reden om haar jaarlijkse ten toonstelling te wijden aan de le gendarische Louis Armstrong. Die hierbij afgedrukte foto van Satchmo (Dippermouth, Pops - wie kan er bogen op drie bijna men) treft ons op de tentoon stelling in de Bredase Waalse Kerk. Met een schok zien we de mens, en niet de showman die hij zijn hele leven speelde. Dit is het portret van een mens die al les heeft meegemaakt en die het nu gehad heeft. En wat een leven heeft Arm strong gehad! Hij stond aan de wieg van de jazz. Letterlijk, fi guurlijk en geografisch. De jazz werd geboren in dezelfde stad als hij, New Orleans, de stad zonder gelijke. Satchmo en de jazz werden daar beide rond 1900 geboren. Louis was de bes te van allemaal. Op zijn twin tigste was New Orleans te klein voor zijn supertalent. Hij vero verde de Mississippi, Chicago, New York, Amerika en tien jaar later ook Europa. Hij was de motor achter het los weken van de jazz uit de wereld van bordelen, bruiloften en par tijen. Hij smeedde er een serieu ze en volwassen kunstvorm van. Toen hij eenmaal zijn ijzerster- ke eigen stijl had gevonden, liet hij die niet meer los en reisde met zijn eigen AU Stars onver droten de wereld rond. Hij stond in alle zalen, hallen, ho tels en congrescentra op alle continenten ter wereld. En van Tokyo tot Nieuw-Zeeland, en van Praag tot Kaapstad puilden de zalen uit. Hij was 's werelds jazzmuzikant nummer één, maar hij werd een echte wereldster megaster zeg gen we nu) toen hij ging optre den in Hollywoodfilms en -mu sicals en liedjes scoorde als Hel lo Dolly en What a wonderful world. Hij was tenslottte, met zijn warme menselijke uitstra ling, de beste ambassadeur die de door rassenproblemen ge teisterde Verenigde Staten zich konden wensen. Armstrongs leven is een rijk le ven, en het is ook een rijk gedo cumenteerd leven. Materiaal genoeg om er deze aantrekkelij ke en informatieve tentoonstel ling uit samen te stellen. Ronddwalend over de tentooon- stelling denk je na over het fe nomeen dat Armstrong was. Er is dubbels aan Armstrong, iets tegenstrijdigs. Iets dat te maken heeft met de rol die hij speelde, en tegenlijkertijd met de artis tieke plaats die hij in werkelijk heid in de geschiedenis inneemt. Armstrong speelde zijn leven lang de rol die als jongen van 15 al koos, noodgedwongen koos. Want Amerikaanse negers had den rond 1915weinig tot niets te kiezen. Zwarte vrouwen hadden al helemaal geen kans in de sa menleving, en voor zwarte man nen bestond er alleen een kans om goed geld te verdienen als muzikant en als bokser. Ssfc Louis Armstrong aan het einde van de rit. Hij had met keihard werken alles gegeven, en het show-masker kon af. foto jazz ten toon Armstrong bofte met zijn kolos sale muziektalent, en met zijn even grote gave om dat talent met verve te presenteren. Met zwier speelde hij de showman, de zwarte showman. De rol die hij speelde was die van de clown, van de zorgeloze, scha terlachende neger die de blan ken zo graag zagen. Een latere generatie zwarte musici, veel zelfbewuster dan hij, zou Arm strong een Uncle Tom-houding verwijten. Armstrongs rol was in feite tra gisch, voor hemzelf. Want hij was het tegendeel van een clown. Hij was kunstenaar, een groot kunstenaar, een schep pend musicus met onafzienbare artistieke reserves en onuitput telijke creativiteit. Achter de openbare show-rol ging een buitengewoon serieuze man schuil. Geen seconde was hij niet met zijn kunst bezig. Hoe grimmig serieus hij was kun je horen op de plaatopna men die hij in de jaren '20 maakte met zijn Hot Five en Hot Seven. Daar zitten, geluk kig, opnamen bij van mislukte sessies, afgebroken nummers, foute inzetten. Dan gaat het om momenten waarop Armstrong 'aftikt' omdat iets hem niet be valt. „Hold it, hold it, hold it!en de trein komt tot stilstand. Het na tuurlijke gezag dat spreekt uit Armstrongs korte terechtwij zingen en aanwijzingen is veel zeggend voor zijn karakter. En dan te bedenken dat hij dan een jongen van een jaar of 25 is. Dit natuurlijke leiderschap, geba seerd op blindelings aanvaarde artistieke superioriteit, is alleen te vergelijken met dat van die andere reus uit de geschiedenis van de jazz, Charlie Parker. Ook van hem bestaan dergelijke op namen. Armstrong is de domi nerende en richtingsbepalende musicus geweest uit de eerste helft, Parker uit de tweede helft van de jazzgeschiedenis. Armstrong, het zij herhaald, was geen clown. Hij was de man die van het improviseren een volwassen kunst heeft gemaakt. Dus niet zo maar een beetje om de melodie heen foefelen, een riedeltje hier en een loopje daar, maar uitgewogen en gebalan ceerd fraseren, dat wil zeggen: een serieus verhaal vertellen door middel van goed gearticu leerde zinnen. Improviseren in de jazz betekent een dialectiek van vraag en antwoord, van these en antithese. Dat is alles uitgebouwd door Louis Arm strong. Alle jazzmusici hebben de in vloed ondergaan van Arm strongs dwingende wijze van improviseren. Niet alleen trom pettisten en niet alleen blazers, ook pianisten en gitaristen heb ben van Armstrong geleerd hoe je een deugdelijke improvisatie opzet en neerzet. Luister bijvoorbeeld eens naar de pianist Earl Hines, die in de jaren '20 de vaste maat van Satchmo was, en de beste pia nist die hij ooit had. Als je goed op Hines' pianospel let, dan hoor je hoe hij Armstrongs wij ze van improviseren op de trom pet vertaalt naar de piano (het mooiste voorbeeld is het geniale spel van Earl Hines in A Mon day Date, opgenomen op 27 juni 1928). Armstrongs grote kundigheid was het resultaat van studeren en studeren. Alles nam hij se rieus. Er is op de tentoonstelling een mooie foto te zien van de maestro die, bril op, in de kleed kamer bezig is achter zijn ge liefde schrijfmachine. Al van zijn eerstverdiende geld, nog voor 1920, had hij zijn eerste schrijfmachine gekocht. Hij was er gek op. Dagelijks verstuurde Arm strong brieven, maar hij ge bruikte zijn typewriter ook voor zijn administratie én natuurlijk om boeken te schrijven. Want dat deed hij óók. Welke jazzmu sicus kan bogen op twee best sellers? In 1936 publiceerde Armstrong Swing That Music, van binnenuit geschreven over het leven van de moderne jazz musicus. Dat was een primeur. Voor een breed pu bliek ging er een onbekende wereld open. Een zwarte wereld. Het boek betekende een stap in de emancipatie van de Amerikaan se zwarten, die des tijds in schrikba rende omstandighe den moesten leven. In 1954 ging Satchmo verder te rug in zijn leven met Satchmo: My Life in New Or leans. Dat boek werd een hit. Het mag rustig een van de mooiste boeken uit de hele wereldli teratuur worden ge noemd. Armstrong had een groot ver teltalent: hij schreef zoals hij sprak, dus zeer levendig. Ener zijds is het boek een prachtige evocatie van New Orleans zoals het niet meer bestaat. Een we reldstad en haven stad, met uitge strekte zwarte en Ierse buurten, met een enorme zelfkant en onderwereld. Anderzijds is Arm strongs autobiogra fie ontroerend van wege de eenvoudige maar waardevolle levensfilosofie: een onwrikbare trouw aan en solidariteit met de mensen van wie hij houdt, plus een onwrikbare trouw aan zijn eigen talent. Het talent dat hem in staat stelde om een uitzonderlijk leven te leiden. Het tuchthuis in zijn jeugd is Armstrongs redding geweest. Daar werd zijn latente discipli ne geactiveerd en werkbaar ge maakt. Daar leerde hij muziek spelen en lezen. Daar kreeg hij zijn eerste trompet, het instru ment waarmee hij de koers van de 20e-eeuwse muziek zou be palen. Het instrument overigens dat als een relikwie wordt be waard in het New Orleans Jazz Museum. Als Armstrong niet op 12-jarige leeftijd voor een wissewisje van de straat was geplukt door de politie, dan was hij de enige op leiding in zijn leven misgelopen. Wat zou er van hem terecht zijn gekomen? Was hij blijven han gen in de buurt waar hij op groeide, vol vechtersbazen, pooiers, drinkers, gokkers en voor de rest los-arbeiders en sjouwers. Anonieme analfabe- tene die geboren worden en zonder sporen na te laten weer vertrekken. Of zou dat levensgrote muzikale talent van Armstrong er toch wel uitgekomen zijn, in die stad vol muziek, vol orkesten, waar iedere maand een nieuw band bijkwam. In die tijd waarin een nieuwe muziek onweerstaan baar aan het ontstaan was, mu ziek die de wereld zou gaan ver overen - onder leiding van die jongen uit Liberty en Perdido Street. Hij is er gekomen. Hij is hier ge weest, en hij heeft zich niet on betuigd gelaten, om het zacht uit te drukken. Hij heeft zich kapot gewerkt. Hoe hard, dat is door de bijzondere verdienste van Jazz Ten Toon keurig in beeld gebracht. Ter gelegenheid van de tentoon stelling is er een boekwerkje verschenen waarin allereerst de belangrijkste feiten staan ver meld. Maar de verantwoordelij ke samenstellers van Jazz Ten Toon (Cees Smolders, Marijke van der Woude, Theo Frumeau en Johan Weterings) zijn veel verder gegaan. Ze hebben een volledig schema gemaakt van alle honderden nummers die Armstrong heeft opgenomen, met. vermelding' van tijd en plaats, en van alle deelnemende muzikanten. Daarenboven heeft Jazz Ten Toon al die medemuzikanten in de computer gegooid en daar is een fraaie alfabetische namen lijst uitgerold van 387 namen uit de jazzwereld (van Bernard Addison tot Frank Zullo). Zelfs voor specialisten zijn deze lijs ten een dankbaar bezit. Hulde voor dit informatieve boekwerk, dat voor slechts 5,- op de tentoonstelling te koop is. De tentoonstelling is eenmalig en duurt slechts tot en met zon dag. De liefhebber is gewaar schuwd. Louis Armstrong: Satchmo, 'The Legend'. Tentoonstelling van Jazz Ten Toon in de Waalse Kerk aan de Catharinastraat te Breda. Te zien t/m zondag 19 mei. Door Rob Cremer Een man van veel come-backs. In zijn jonge jaren een avantgardis- tisch vernieuwer. Daarnaast eveneens verguisd door emanci patie-activisten als de verper soonlijking van de 'American black entertainer' zoals de blan ken die graag zagen. Dat zijn allemaal karakteristie ken voor Louis 'Satchmo' Amrm- strong, begenadigd trompettist en showman. Zijn leven was 'pu bliek domein' want als mega-ster was wat hij deed altijd nieuws. Toch is er om hem altijd een sfeer van mysterie blijven hangen. Tot voor kort was zijn geboorte datum niet eens bekend. In de meeste standaardwerken staat nog de datum 4 juli 1900 als de dag dat Louis Armstrong het levenslicht zag: het jaar van het begin van de eeuw en dan de dag van de Amerikaanse onafhanke lijkheidsverklaring, het nationale feest. In 1970 kon Armstrong dan ook op grootse wijze 'met de rest van Amerika' zijn 70e verjaardag vieren, onder meer met een ont vangst op het Witte Huis. Noeste arbeid van een jazzlief hebber bracht begin jaren '70 de werkelijke datum aan het licht: 4 augustus 1902. Die datum staat zeer duidelijk in de doopregis ters. Bij gebrek aan een burgerlij ke stand in de USA zijn doopre gisters de enige mogelijkheid om die duidelijkheid te verschaffen. De vraag waarom Armstrong zich twee jaar ouder voordeed dan hij in werkelijkheid was kan nooit meer met zekerheid worden achterhaald. Een feit is dat er strenge wetten in de USA zijn die kinderarbeid verbieden, ook als het om muzikanten aangaat. Al vroeg kon de getalenteerde Arm strong met zijn cornet geld ver dienen in straatorkesten of in de dansbands van New Orleans. Het is best mogelijk dat daarin de ba sis ligt voor de misleiding. Armstrong zou een lokaal feno meen zijn gebleven als Joe 'King' Oliver hem niet in 1923 liet over komen naar Chicago ter verster king van zijn dansorkest. Daar was Olivers 'Creole Jazz Band' razend populair in de dance-halls in het negergetto. Ook diverse blanke musici lieten zich inspire ren door de verrichtingen van Olivers musici. Het uitzonderlij ke talent van de twintigjarige cornetspeler zorgde ervoor dat hij feitelijk de eerste individuele 'ster' werd in een muziekgenre dat tot dan toe alleen maar col lectieven kende. De plaatopnames van King Oli vers Creole Jazzband uit 1923 la ten het horen: Armstrong mag zich matenlang als 'solist' profi leren. Tot die tijd was jazz niets anders dan ensemblespel. Het improviseren geschiedde collec tief, door elkaar heen. Het fan tastische persoonlijke improvi seertalent van Armstrong werd door Oliver uitgebuit, waarmee een trend werd gezet. Snel evolu eerde de jazz hierna naar een mu zieksoort waar individuele pres- De onverwoestbare Arm strong kwam in zijn lange car rière steeds in andere gedaan ten terug. Deze pose is Arm strong ten voeten uit. Zo ook staat hij op het affiche van de tentoonstelling in de Bredase Waalse Kerk. foto jazz ten toon Louis Armstrong en Trummy Young, februari 1959, Houtrust Den Haag taties van solisten de boventof gingen voeren. Armstrongs was met zijn idt zijn tijd ver vooruit. Met een ft telijk ongewijzigde aanpak Zi spel is zo duidelijk herkenba' of het nu is op de in 1923 opgen' men platen of zijn successen in jaren zestig: zijn instrumei klank, zijn aanpak en zijn man van improviseren blijven dui, lijk herkenbaar. Hij lijkt zijn noten met uitersi zorg te kiezen en zijn 'timing' geniaal. In de jaren zeventig b haalde een musicoloog de do torsgraad met een proefscht over de beroemde 64-maten si (over twee keer het thema) v Armstrong in een 'Tiger Rag'-0 name uit 1933. Die solo best; feitelijk uit vele maten lang aa gehouden noten over een in e bloedtempo gespeeld ritme. An strong wisselt die noten niet m de akkoordenwendingen. Hij ve andert een noot naar eigen i zicht, schijnbaar lukraak. Ni voor wetenschappers. De analy ervan leverde dus een doctorsti op- Platenmaatschappijen gav Armstrong de kans om specia studioformaties te vormen voi het maken van opnamen, i werd een van de, zo niet hel hoogtepunt van de jazz uit de ji ren '20 voor de eeuwigheid vas gelegd: de platen van de Hot Fii en Hot Seven. Armstrong vervi de cornet met de 'weke' toon di de fellere trompet. Daarna; bleek het feit dat hij geen stu had hem juist tot een gewild vo-| I calist te maken. Zijn zo indrukwekkende aan] maakte hem ook tot een van meest geïmiteerde showmei Het fenomeen Armstrong k( vele klonen. Maar het origin! staat wel torenhoog verheven ven de kopieën. In de jaren h tig werkte een showman met mak naar een typisch Armstroi hoogtepunt aan het slot, wai het orkest inviel. De trompel tie van de bigband liet dan lectief een noot horen een od hoger dan de imiteren! trompetsolist. Dat liet Armstrong in die zelf niet gebeuren. Hij zette dl gewoon de hoogste toon neet vaak een terts hoger dan de offi ciële 'high blower' van de hei begeleidende big band. Rond 1940 was er weer een mi kale kentering. Net als in de jan '20 was de experimenteerdril onder musici hoog. Nieuwe mu ziek diende zich aan: de bebo] Maar dit bleek voor Armstroi toch een stap te ver. Jarenlai was zijn muzikale genialiteit zijl tijd ver vooruit geweest, nu wa ren anderen die het voortouw m men met het zetten van nieui trends. Gelukkig voor Armstrong diem zich ook de revival aan. De kla sieke jazz kreeg ook weer belanj stelling en werd driftig beoefem Zo begon hij aan een tweede car rière en van de jaren '40 tot ai zijn dood in 1971 zwerft hij wereld rond met zijn 'All Stars' Zijn hele leven werd hij zowi wat instrumentaal spel aangaa als in zijn zang geïmiteerd. Tc nu toe weten artiesten daan» een dik belegde boterham te vei dienen. De Engelsman S< Mason bijvoorbeeld met zij jazzband in Duitsland levi niets anders dan show in de stijl vi Armstrong. En chael Varekamp, huidige trompet! van The Dutch S' College Band, ook wat van. Van avantgardistisi vernieuwer, die w gekopieerd door B sici die in experimo teerdrift op zoek «i ren naar 'the thing', tot een ter die een showwl zette die tot op de dr van vandaag de plank levert vc imitatoren. Net als" mand dacht dat strong pass® kwam hij ij®'' terug met nieuwe M Zijn hitversie Hello Dolly leva? hem meteen weer»! zoveelste filrnr°l op de verfilming Barbara Strer van de gelijknanui musical. Die come backs zelfs over het heen. Een Nederlanf se bierbrouwer z» de met een televisi pot voor een gig' sche revival van nummer What derful wor Armstrong-imlta konden weer sc door met raspste» tekst in de mi® te zingen. En da schiedt dan nag alleen maar blanke artiesten- die kritiek emancipatie-h dan toch te zwaa' geweest? lEen trompet van het mo positie aan het trompet-fe Door Hans Rooseboom Bezoekers van het Jazz 1 tival Breda, dat van staande donderdag tot met zondag duurt, loper kans dat ze worden staa gehouden om een was van vragen te beantwr den. De gemeente Breda gaat grootscheepse enquête ho naar de aard van het publie dens het Jazz Festival, vreemd genoeg is er niet: kend over de bezoekers aa internationale evenement. »Het Jazz Festival is verr het grootste evenement van da, zegt A. van der Lindei gemeente Breda. „Het ii tot vijf maal groter dan all here evenmenten in de Maar we weten absoluut over hoe de bezoekers het val ervaren en zelfs niet hc Bezoekers zijn opgebouwd etreft leeftijd, plaats van Komst, inkomen etc." He gemeente gaat het toeris ezoek aan Breda in kaart gen en ze begint met het „li Wat men wil wet welke naamsbekendheid eett om er op termijn eer stemme bel6id °P te kUn"e «Het toerisme wordt een s Zangrijker segment van c »?g'" aldus Van der "Maar een echt wenstisch beleid heeft Breda niet." De enquête zal wor- 1® gehouden onder sir!?6! mensen °P straat en nog eens "terd opt Ögavond in Het Nacht 'Ptijdenshet wUlen°°nCert,"Wij kr»! 6en beeld Knjgen van welke ensen er zoal Bre- ezoeken tijdens aiH„ Festival," 4US Van der Lin- "Dat Wil zeggen dat W6 5agen naar in- leeftijd, op- Komen, andere Da„°'nsgegevens. Ernaast willen we peten Wat de econo- Tanh1t betekenis is utJazz Festival aachhoeVeel over latingen vinden

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 20