Weekend inden (PORT ER m/v ER D M/V Mislukking werd stukje trots 'Terug naar Iran, met dit regime aan de macht? Dat wordt een bloedbad' RM/V T* bestem Onze toekomst wordt aangeboord E2 IN OP ZOOM De Nederlandse overheid heeft beslist dat Iran een veilig land is en dat Iraanse vluchtelingen dus hier geen asiel kunnen krijgen. Dat heeft voor veel onrust gezorgd onder de Iraanse vluch telingen, want volgens hen is er daar nog steeds sprake van een schrikbewind dat tegenstanders meedogenloos vervolgt. Zij vre zen dat dat hen bij terugkeer de gevangenis of erger wacht. Een aantal zelfmoorden onder de Iraanse vluchtelingen heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat de psychische nood enorm groot is. 'We weten dat we een probleem zijn voor jullie, maar wij hebben ook een probleem, een regime dat doodt, ook hier, ook in Nederland' ZATERDAG 11 MEI 1996 Waarborg- installateur iiden en daarmee onze activiteiten rlands grootste sanitairorganisatie 'showroom van circa 300 m» Wrt iculieren en bedrijven alsmede de •ren wij complete badkamers als ichtstreeks aan de algemeen directeur •search Development afdelingen irdelijk voorde verdere uitbouw en implementatie ervan in de verschillen- JA and R D is nauw betrokken bij rnieuwing. onde universitaire opleiding ie kennis van de ISO 9000 normen en vensverwerking Minimaal driejaar rkeur opgedaan in een voedingsmidde Nederlandse en Engelse taal in woord Leeftijdsindicatie: 30 - 35 jaar. :en kandidaat die beschikt over goede 1 vermogen en in staat is om mensen te dient hij/zij goed kunnen functioneren. delijkheidsgevoel en teamgeest, of u bent bereid zich hier te vestigen. den binnen de Fri-d'Or groep kket arbeidsvoorwaarden, waaronder |eid tot deelname aan bedrijfssparen 'erzekeringen. 23 mei a.s. richten aan: room, t.a.v. mevrouw M.A.D.T. Potters- (als parttime baan. pgen. ,t verkoop van sanitair; len uitvoering; i niveau en uw leeftijd is vanaf circa i) is erg belangrijk. Contactuele en ■smate van verantwoordelijkheidsge- fchappen. al zelfstandig opererend. De show- ■t: wij zijn namelijk een hecht team aaire arbeidsvoorwaarden. ^sollicitatie incl. c.v. en referenties Postbus 71, 4840 AB Prinsenbeek f| t.a.v. de directie ands grootste onafhankelijke Reifendienst GmbH met ves- Jostenrijk en Zwitserland. 'd, zoeken wij een fenbranche, een commerciële loten, de Engelse, Duitse en st en in het bezit is van een pft u interesse, dan kunt u uw 3anden, Postbus 6935, 4802 ht u bellen met de heer LJ.P.j iebedrijven te Bergen op Zoom en Tilburg, jge kwaliteit voorgebakken diepgevroren d'Or behoort tot de grootste aardappel- onze produkten wordt geëxporteerd. Hazlewood Foods PLC. Momenteel zijn in onze organisatie. .lisatie zijn wij voor onmiddellijke voor de nieuwe functie van: Het begint er op te lijken dat het ongeveer als «ilgt gegaan is. Wim Kok belandde per abuis in ie kelderruimte van het Tweede-Kamerge- taiw in Den Haag. Piekerend over Pronk, Lin- schoten en Chirac doolde hij door de marmer- wittegangen „Het lijkt wel Schiphol," dacht hij plotseling. Hij waande zich in de riante, onder- aardse toiletruimte van onze nationale luchtha ven. En toen kreeg hij een idee. (n rechte, ondergrondse kilometers gerekend is Je basement van het parlement niet eens zo ver m de buik van Schiphol, waar reizigers zich in tern ontladen. Je graaft een eindje, je verlengt een gang en je bent er. Regeren is om je heen zien, weet de premier. Je zet een paar deuren legen elkaar open en voor twee problemen tornt daar opeens een paarse, synergetische oplossing tevoorschijn. Het ene probleem is het klimaat. Zelf wordt Wim Kok nergens warm of koud van, maar in ie samenleving is ongerustheid ontstaan over ie schroeiende, Canarische zomers en de gas- slurpende Elfstedenwinters. De broeikas be neemt ons de adem en het afschaffen van alle alarmfases blijkt ook al niet te helpen. Overstro mingen aan de ene kant, uitdroging aan de an dere kant. Hoe moet het kabinet daar uitko men? Ondertussen zijn de openbare hoorzittingen over het weer begonnen. De Commissie Kli maatverandering steekt natte vingers in de lucht onder voorzitterschap van de heer Van Middelkoop van het GPV, die geknipt is voor ieze zware functie, omdat hij de plagen van Egypte uit de H. Schrift altijd uiterst letterlijk tót genomen. Wim Kok kneep 'm wel een beetje. Voor je het weet, ontstaat er weer twijfel aan de geloof waardigheid van minister Sorgdrager. Winnie is instaat een foute deodorant in haar handtasje te hebben en bovendien heeft ze al veel te hard gereden samen met Hans Dijkstal. De commis sie begint binnenkort aan de verhoren van de teen Kroli, Bernhard en Timofeeff en mevrouw taers. Steeds harder worden de geruchten dat deze mensen met alle winden meewaaien en sjoemelen met satellietbeelden, als bepaalde vakantiebestemmingen leuke cadeautjes aan telen. Het lijkt erop dat na RSV, ABP, IRT en ICR nu het KNMI aan de beurt komt. Hoelang scharrelde hij nu al in dat niemands land zonder daglicht? Kok wist het niet meer. Maar hg wist wel dat daar beneden, onder de S'ond, de toekomst ligt. De onderlaag van Ne derland zit al vol sanitaire zorgvoorzieningen en «ie die met elkaar verbindt, heb je het begin tan een prachtig nationaal gangenstelsel. We weten niet de lucht in, want die hoge glazen gebouwen maken de mensen moe en ziek. We weten naar de kelder. Daar kunnen we schui ft tegen alle rampen. De aardkost is onze pa raplu, onze parasol en ons schuifdak. to rolde het tweede probleem automatisch "aar een oplossing. De HSL-iijn hoeft niet over oo niet om het Groene Hart. Schoffel die snelle «w onder de aarde. Laat de boorkoppen maar "'aaien in de poreuze grond, laten we een weg «en door de kneedbare, tolerante klei van Nederland. Ons land is niet vol, maar hol. Het is mooie proef, een duik in het diepe en we ®o wel waar we uitkomen, oen Wim Kok weer op begane grond was, «teerde hij zijn plannen voor de eerste ne- P boor-kilometers aan het volk. Hij roemde e BV Nederland en dat was niet zomaar een die op een vrijdagmiddag is bedacht door |:!*st<j'[Tiende voorlichters. Het is echt letter- Neder-land: neder, naar beneden, onder- g onds. En BV is natuurlijk niks anders dan Boor Wnging. j3| onze premier heeft een goud- f aangeboord. 'a"9 zit er nu goed in. De weersverwach- at zeer binnenkort de schuldigen aan de Jatversionn9 worden gevonden en opge- W ui koelcellen. Daarna kan gewerkt wor- y.| aaJ de nieuwe dimensie van Nederland. Wde maand staat al de eerste openbare """Z'uing gepland. Door Paul de Schipper erug naar Iran? Ze maken mij dood. Ik ben een mohareb, een afvallige. Wie mij vermoordt, krijgt een he mel vol met mooie vrouwen." De staartklok aan de wand tikt, op tafel staan speculaasjes. Zij kijkt tv, de middagreclame van SBS6, hij zit op de bank met bloemetjes bekleding. „Ah..." schrikt zijn vrouw, die half meeluis tert, „terug? Ja, ze maken jou dood." Hij: „We voelen ons veilig hier, maar ach, we sterven elke dag een beetje." Zij, zich omdraaiend: „Elk uur..." Ze zijn bang. Hij heeft een geheim telefoon nummer net als de meeste Iraanse vluchtelin gen in Nederland: „Ik weet dat jullie Neder landers je naam noemen als iemand belt, maar ik durf niet, ik zeg alleen 'hallo'. Ver trouw niemand! Zo leven wij." Daewood heet hij, de Farsi-naam voor David. Haar naam is Azita en op de bank zit Nader, een vriend en mede-vluchteling. „Zij zeggen dat ze van God gezonden zijn. Het is een regime gestuurd door God. Ik ben tegen het regime, tegen hen, dus tegen God. Bij jul lie stuurden ze vierhonderd jaar geleden de ketters naar de brandstapel. Ik ben moslim, maar een ketter omdat ik hen niet steun." Zijn vriend Nader: „Holland is een democra tisch land. De democratische landen hebben deze eeuw al twee grote fouten gemaakt. In 1917 hebben ze het cortuiïunisme niet gestopt. Die ellende heeft zeventig jaar geduurd. In de jaren dertig weigerden ze om Hitier te stop pen. De hele wereld heeft geweten wat er toen gebeurde. Nu weigeren de democratische lan den om de erfenis van Khomeini, de radicale islam te stoppen. Dat is het derde gevaar van deze eeuw. De fanatieke moslims worden steeds sterker. Het westen is blij met goedko pe olie, zij hebben onze olie dus zijn we ang stig, laten ons chanteren. Maar we zullen met zijn allen moeten boeten voor wat we nu niet doen: Iran stoppen. Over een aantal jaren kunnen we koude winters verwachten! Vervloekt Deawood had een handelsfirma in Teheran, samen met twee compagnons: import en ex port, auto's uit Japan, kleding uit Taiwan. Een van zijn partners wilde zijn paspoort ver nieuwen in verband met een zakenreis. Op een dag kwamen de mannen van de Savak, de geheime politie. Ze kwamen voor Daewood, wilden zijn aandeel in de zaak in ruil voor het verlangde paspoort. Hij weigerde: „Ik wil niks verkopen." Een paar weken later kwamen ze terug, lieten een brief zien, de getuigenis van een vrouw die schreef dat ze met deawood in bed gelegen had. „Een hoer die ze ervoor betaald had den." De verachting klinkt door in zijn stem, zijn vrouw trekt met haar gezicht. „Ze hiel den dat papier voor m'n neus. Als je verkoopt, verscheuren wij de brief zeiden ze." Het werd ruzie. Zijn vrouw: „Je werd heel kwaad." Ze vloekten tegen elkaar, scholden, de koop- FOTO DE STEM DICK DE BOER Daewood in een Bredase winkelstraat: „We voelen ons veilig hier, maar ach, we sterven elke dag een beetje." Gevlucht en eenzaam man en de geheime agenten. En hij riep 'Klootzakken' en 'Zonen van de duivel' tegen de van Godgezondenen. „Ik deed in mijn woede hetzelfde wat Rushdie heeft gedaan, hen vervloeken en dus God be ledigen." „Je bent in gevaar," waarschuwden zijn col- lega's. Koopman Deawood deed wat wijs was. Hij vertrok uit de hoofdstad Teheran en dook onder bij familie op het platteland. Hij hoor de hoe de geheime dienst drie keer bij zijn vrouw langs kwam en bij zijn vader. Zelfs zijn moeder die lerares is, kreeg op school bezoek van de agenten van regime. „Vader gaf mijn vrouw geld en ze vertrok met onze kinderen naar India." Een maand zaten ze daar in een hotel. Een zwager regelde voor Deawood wat met valse paspoorten. Via de zuidelijke havenstad Bandar vluchtte hij op het schip van een bevriende relatie naar Du bai en vandaar naar India. Verschrikkelijk „Iran heeft goede contacten met India. We voelden ons niet veilig. We hebben een vlucht naar Parijs genomen en zijn in Amsterdam uitgestapt. We kwamen op Schiphol en zeiden tegen de politie: we zijn vluchtelingen. Wat moeten we doen? Tien maanden zaten we in een opvancentrum in Slagharen. Met de hele familie in een klein kamertje. Het was de ver schrikkelijkste tijd van mijn leven. Boven op elkaar met al die verschillende nationalitei ten. Altijd ruzie, altijd vechten. Onzekerheid, niet weten of 'je wordt teruggestuurd. Je kin deren die geen kleren hebben. Ik had geen geld meer, ik kon ze niets geven. Zelf had ik twee overhemden. Die droeg ik, om en om." Vriend Nader laat een lijstje zien: het zijn de straftarieven van de Islamitische Republiek Iran, gekopieerd uit de Iraanse regerings krant Keyhan. Iedereen die 'de heilige zaken van de Islam of een van de grote profeten be ledigt, krijgt drie maanden tot twee jaar ge vangenisstraf en 74 zweepslagen.' Tenzij hij of zij als mohareb wordt beschouwd. Voor de mohareb, de afvallige, geldt maar één route: naar de hel. Nader: „Zo is Iran: met drie man praten op straat over het regime, jij voor tien jaar in de cel. Altijd controle, in elke wijk. Je moet dit, je moet dat, elke vrijdag naar het gebed. Ben je er niet, dan wordt je naam genoteerd. Je moet er zijn...moet, moet, altijd moet, nooit vrijheid, altijd angst." Terug Deawood: „Na die tien maanden kregen we een huis in Breda toegewezen, maar de buren, Hollandse mensen, klaagden over de kinderen die in de tuin speelden en lawaai maakten. Ik ging naar het gemeentehuis en vroeg: ik ben hier in Holland, vertellen jullie mij, hoe ik moet wonen? Ik wilde praten met de buren, maar ze zeiden: daar is het gat van de deur." Azita, zijn vrouw: „Nu wonen we hier in een vierkamer-appartement in de binnenstad. Mooi hoor, Nederland is goed voor ons, maar we willen terug. Ik wil mijn moeder zien. Wat hebben we hier. Ons huis in Teheran was veel groter dan dit. We hadden er een goed leven. Dat laat je niet zomaar achter." Ze wil terug, mist haar moeder. Hij: „We denken eraan om tijdelijk te schei den. Dan kan zij veilig naar huis op haar ei gen naam, want mijn naam staat genoteerd bij de grensbewaking." Ze voelt zich hier niet thuis, niet welkom: „Wij zijn zwarthaar, jullie zijn blond. Op straat, als iemand kijkt, voel ik dat ze denken: oh, zwart haar, weer van die buitenlanders." Vriend Nader: „We weten dat we een pro bleem zijn voor jullie, maar wij hebben ook een probleem; een regime dat doodt, ook hier, ook in Nederland. Denk maar aan die Soheil die jongen die van de flat sprong... Hij was al leen. Bij hem was nooit een journalist. Jullie zijn hier vrij om te schrijven. Laat zien wat er gebeurt, hier met de vluchtelingen en daar in Iran. Jullie journalisten zijn ook verantwoor delijk voor de geschiedenis." Stilte, de klok tikt, zwijgende beelden van een SBS6-soap. Nader: „Kijk mijn haar, ik was niet grijs toen ik hier kwam, twee jaar geleden, geen haartje moet je nu eens kijken." Deawood: „Zie je die asbak. Veel roken, hè." Discriminatie Vriend Nader: „Ik vind Nederlanders goede mensen, maar het doet pijn als je in de bus komt, er is een lege stoel, maar een jongen legt zijn been erop als hij mij ziet. Ik hou van die jongen, maar hij wil mij niet. Hij voelt niet, dat ik ook liever thuis ben in Teheran dan in een bus in Breda..." Het soap-paar kust elkaar, de speculaasjes staan onaangeroerd, de koffie is koud. „Ik vraag je: wat is er beter? Een keer dood gaan in Iran of hier elke dag sterven?" Azita: „Elk moment..." Ze vertelt over haar cursus Nederlands: „Ik betaal belasting voor jullie zegt de leraar te gen ons. Ik heb hem gezegd: ik wou dat ik be lasting kon betalen. Als ik in de stad loop, hier in Breda, voel ik dat de mensen me aan kijken alsof ik een dief ben. Ik ga niet naar het centrum, alleen als het echt nodig is; ko pen, naar de kassa, betalen en terug... niet winkels kijken, terug." Deawood: „Dieven? Sinds we hier wonen zijn er al vier fietsen ge stolen. Een keer heb ik de dieven weg zien rennen. Ze hadden geen zwart haar, het wa ren Hollandse jongens." Hij draait een shaggie, slaat op zijn knie: „Ik ben geen dief. Ik wil werken, mijn lijf wordt lui, mijn benen stram. Geef mij werk! Ik wil alles doen: in de fabriek, op de boerderij. Het maakt me niets uit, maar geef me werk." Hij laat foto's zien, straatbeelden van Breda- naars, bierdrinkend op een zonnig terras: „Ik zit op een foto-cursus. Dit was een opdracht. Heel raar, want ik mag hier zo maar foto's maken op straat. In Teheran staat er dan di rect een jongen bij je met een geweer. Die rij den daar rond op brommers. Ze hebben ver gunning om te doden." Nader: „Ze heten bassijis. De overheid ge bruikt ze om onvrede over de economische si tuatie te onderdrukken. Ze dragen rode hoofdbanden als teken van hun fanatsime en wreedheid. Ze arresteren vrouwen die onvol doende gesluierd gaan en vallen mannen en vrouwen aan als ze samen over straat lopen." Onrustig De onzekerheid van het Nederlands beleid, maakt de Iraanse vluchteiingengemeeschap onrustig. Deawood: „Ze zeggen nu: Iran een veilig land. Hoezo veilig? Wat is er veranderd? Gisteren was het nog onveilig. Een mohareb gaat er dood nog steeds, alleen, hun methoden zijn veranderd. Laatst hebben ze een katho lieke priester vermoord. Een auto-ongeluk zeiden ze. Van de universiteit in Isfahan-heb ben ze twee leraren weggehaald. Die zijn ge vonden op de vuilnisbelt, hadden een injectie met lucht gekregen. Veilig? Ja, nu kom je in de krant als je doodgaat, hartaanval, gecondo leerd, sorry. Rafsanjani en Khamenei doen alsof het beter gaat. Ze doden anders, maar ze doden nog steeds." Azita: „Terug naar Iran, met dit regime aan de macht? Dat wordt een bloedbad." ■VERVOLG VAN VORIGE PAGINA Het boek van De Veer is een chronologisch overzicht van doorzettingsvermogen, ontbe ringen, discipline en kameraadschap. Na een wekenlange strijd tegen de elementen, waar van pakijs de belangrijkste vijand was, werd op 11 september 1596 vastgesteld dat er niets anders op zat dan te overwinteren. Het schip zat muurvast in het ijs. Naast vorst, sneeuw en mist waren ijsberen een zeer groot gevaar. Zo noteerde De Veer op 15 september 1596 dat drie beren over het ijs richting schip kwamen. Een stak zijn hoofd in een kuip gezouten vlees die naast het schip was neergezet en werd doodgeschoten. „We sneden de dode beer open, haalden er de ingewanden uit en zetten hem op vier poten neer om hem zo te laten bevriezen. Als het schip losraakte wilden we hem meenemen naar Nederland". Van 11 tot 24 september werden met een slee de bomen om een huis te bouwen aangesleept. Zonder de scheepstimmerman, want die was inmiddels overleden. Vanaf 25 september wordt aan het huis gebouwd, het in het ijs zit tende schip diende als verblijfplaats. Op 2 ok tober is het geraamte van het huis af. „Wij zetten er om het te vieren een stuk ijs op, bij wijqe van meiboom". Eind oktober kon Het Behouden Huys, zoals zij dat noemden, betrokken worden. De zon liet zich inmiddels niet meer zien, de pool nacht was begonnen. De ijsberen waren ver dwenen en de eerste poolvos kon worden ge vangen. „Gebraden smaakte hij als konijn". De vossen bleken de volgende maanden een uitkomst. Het was het enige onderdeel van het menu dat niet voortdurend op rantsoen stond. De kou bleef toeslaan. Sommige dagen kwa men de mannen niet uit de kooi om nog een beetje warmte te behouden. Want doordat het huis was ondergesneeuwd, zat de schoorsteen dicht en kon rook niet ontsnappen. De oplos sing, zo dachten ze, was het gebruik van steenkool die van het schip was meegenomen. Om de warmte zolang mogelijk binnenshuis te houden werden alle naden en kieren van het Behouden Huys afgesloten. De gevolgen laten zich raden. „Verkwikt door de warmte bleven we nog lang met elkaar praten, totdat we een voor een duizelig werden en het benauwd kregen. De sterkste van ons kreeg de deur open. De binnenstromende kou, die eerst onze grootste vijand was geweest, verfriste ons en redde ons van de verstikkingsdood. De schipper deelde versterkende wijn uit toen we allemaal waren bijgekomen". Tweede Kerstdag 1596 troosten de mannen elkaar. Zonnewende, de zon was op weg naar het noorden. Op Driekoningen werden van een hoeveelheidje meel pannekoeken gebak ken en de konstabel mocht zich Koning van Nova Zembla noemen. Eind januari 1597 werd het lichter, hoewel Willem Barentsz voorhield dat het nog een tijdje zou duren voor de zon boven de kim zou verrijzen. De Veer, erop uitgestuurd om nog wat voorraad van het schip te halen, beweer de op 24 januari de zon gezien te hebben, hij werd niet geloofd. Van Heemskerck, de schipper, klom op 27 ja nuari in de schoorsteen, om te zien of daaruit ontsnapt kon worden mocht het huis onder gesneeuwd zijn. Toen zag hij voor het eerst de zon en De Veer werd alsnog geloofd. Een op 12 februari geschoten beer leverde 100 pond vet op. „Er was zoveel vet dat iedereen zijn eigen lamp in zijn kooi net zo lang mocht laten branden als hij wilde". Toch ging de algemene conditie achteruit. Het hout halen, dat alleen kon als de weersom standigheden gunstig waren, kostte steeds meer inspanning. Er waren inmiddels al en kele bemanningsleden overleden. „Het enige dat ons op de been hield was het besef dat we zouden sterven als we niets de den". In april 1797 werd tevergeefs geprobeerd het schip los te krijgen. Eind mei lag het nog in een ijsklomp en de mannen werden wanho pig- „De mannen wilden zo graag vertrekken dat ze besloten Willem Barentsz te vragen om de schipper aan te spreken. Barentsz hield een mooi praatje en suste de mannen. Het was geen muiterij en ze bleven gehoorzaam". Probleem voor Van Heemskerck was dat hij zijn schip niet wilde achterlaten. Toch ging hij eind mei overstag en gaf toestemming de sloepen van het schip op te tuigen om dan daarmee de zee op te kunnen. Toen dat ge beurd was en de resten van de schamele scheepsvoorraad ingeladen liet Van Heemskerck Barentsz, die al geruime tijd ziek was, weten dat het tijd was te vertrekken. Ba rentsz schreef voor vertrek nog een briefje met de wederwaardigheden van zijn schip. Het briefje werd in een kruithoorn opgebor gen in de schoorsteen van Het Behouden Huys. Het werd in de 19e eeuw gevonden en is nu in bezit van het Rijksmuseum. Barentsz en een andere zieke werden naar de sloepen gesleept en de thuisreis kon beginnen. Bijna 400 mijl werd langs de kust van Nova Zembla gevaren. Hoewel: gevaren. Regelma tig moesten de twee sloepen over ijs worden gezeuld. 20 Juni 1597 staat als een zwarte dag in de boeken. Een van de mannen, Claes Andriesz werd doodziek. En De Veer noteert: De hoogbootsman kwam ons vertellen hoe het met hem was. Willem Barentsz zei toen dat het voor hem ook spoedig afgelopen zou zijn. Wij wisten niet dat Barentsz zo ziek was, want we zaten gewoon met elkaar te praten. Willem Barentsz keek naar de kaart die ik van onze reis had gemaakt. Toen legde hij de kaart weg en zei tegen mij: „Gerrit, geef me eens wat te drinken". Dat deed ik, maar toen hij gedronken had, werd hij zo beroerd dat z'n ogen wegdraaiden en hij direct stierf. De dood van Willem Barentsz maakte ons erg be droefd, want hij was onze leider geweest en de enige stuurman in onze boot, en we hadden een absoluut vertrouwen in hem. Maar dit was Gods wil, en daar konden we niets tegen doen". De Veer vermeldt niet hoe Barentsz is begra ven. Het meest waarschijnlijk lijkt dat hij in de sneeuw begraven is of een zeemansgraf kreeg. De resterende bemanning maakte nog een ge vaarlijke tocht tot zij op 25 augustus uitein delijk Kildin, in het noorden van het huidige Finland, bereikte. Daar bleek, weer een van die toevalligheden, dat inmiddels Jan Rijp met zijn schip - het jaar daarvoor terug naar Nederland gevaren - in het verderop gelegen Kola lag. Via de rivier daar tussen ging het met de sloepen richting Kola. Daar werd in gescheept aan boord bij Rijp en 18 september 1597 kon de thuisreis beginnen. 1 November, Allerheiligen, zagen de overwinteraars ruim 17 maanden na hun uitreis, eindelijk Amster dam weer. Een mythe kon beginnen. Om de Noord. De tochten van Willem Barentsz en Jacob van Heemskerck en de overwintering op Nova Zembla zoals opgetekend door Gerrit de Veer. Vertaling Vibeke Roeper en Doede- rick Wildeman, uitgeverij Sun, ISBN 90 6168 463 3, prijs 34,50.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 19