Week nd
Directeur Dick Ahles heeft vertrouwen in de toekomst van het dagblad
ry
1 doep11 t6nt waar aan d
TT
De drukkers brachten elke nacht een lichamelijk offer
de Stem
I v!rCet^' ^oen waren oc
J oude loodzetmachin
i aren schitterende, tam
l,®enieuze apparaten,
I „Q e'genlijk maar eei
Imj waren stuk voo
andig werkende zetfat
I koden aan hun bed
I mw i 1 Van zo'n appara;
I niet L lbaar lood. Daai
I ,°?en hangen. Je ko
J mp ,ni2en- Zeiden ze.
I akt dat er iemand zie
I Geluid
De informatie-industrie in Zuid-
West-Nederland is zich aan het
herschikken. Twee krantenbe-
drijven, De Stem en het Bra
bants Nieuwsblad, fuseren
onder de vleugels van VNU. In
Breda, de toekomstige hoofdves
tiging, wordt volgens strak sche
ma gewerkt aan uitbreiding van
de drukpers. Het nieuwe kran-
tenbedrijf koopt kabelkranten
en regionale commerciële radio
zenders. Nog dit jaar begint in
Brabant de regionale tv met
twee zenders tegelijk. In Zee
land blijft het, nog, bij één. Dan
is er nog het gevecht om de
kabel en de elektronische grond
mist die Internet heet. Nieuwe
media in de delta, maar raken
we niet in coma bij zo'n geïnten
siveerd informatie-bombarde-
ment?
In een modern krantenbedrijf
gaat tegenwoordig vrijwel alles
per computer. Teksten, foto's en
advertenties worden digitaal per
beeldscherm aangeleverd en ook
zetmachines en drukpers wor
den aangestuurd door chips. Bij
het zien van al die ingenieuze
elektronica is het haast onvoor
stelbaar dat het ooit anders
ging. Toch is het nog maar net
20 jaar geleden dat bij De Stem
het lood-perk definitief werd
afgesloten. Wie het meegemaakt
heeft, denkt er met weemoed
aan terug.
[term ineens op: de E
Snelweg- In de toek<
gekoppelde computt
je gebruiker ongeke
Rijkheden bieden. Ai
je Elektronische Sn
ristalliseerd in ond
nternet. Op dat Int:
dag en nacht inf orn
ósseld. Ook krante
■dat medium ontdek'
[inmiddels druk bezi
(diensten op te zettei
[sinds kort ook op In
[dat gedrukte krant
[site elkaar prima ki
■vullen.
Door Paul de Schipper
M ijn oma had zo'n ouderwetse bui-
M I zenradio, waarvan het groene
lampje oplichtte naarmate de ra
dio warmer werd. Met zijn vinger zocht Dick
Ahles langs de zendernamen vol exotische
aantrekkingskracht: Beromünster, Droit-
wich, Sottens... Hij las de krant en luisterde
naar 'de berichten van half een'. Simpel was
de wereld.
Nu toetst hij zijn afspraken in een agenda
computer, probeert als directeur van de uit
geversmaatschappij Zuidwest-Nederland
twee kranten te fuseren, De Stem en het Bra
bants Nieuwsblad, kan desgewenst de eigen
krant op Internet lezen, kijkt naar de eigen
beeldkrant en luistert naar de eigen radio
zender. En zijn ogen gaan kritisch over de ba
lans van de uitgeversmaatschappij Zuidwest-
Nederland, de nieuwe, snel uitdijende uitge
versgigant in de delta.
Een eendagsvlinder die elke morgen door de
brievenbus dwarrelt.
Daar gaat het eerst om.
De eendagsvlinder die het op moet nemen te
gen snelle beelden en de wereld in een half
uur; de regio in tien minuten. Informatie, ver
maak, reclame en dat ook nog allemaal uit
een huis: VNU.
Een mens besteedt 2,5 uur per dag aan media,
waarvan twintig minuten aan de krant. Die
cijfers zijn al jaren hetzelfde. De tv wint het
elke dag van haar papieren rivaal. Ondertus
sen stijgt de hoeveelheid informatie die wordt
aangeboden, explosief. Een ontwikkeling die
neigt naar een overdosis die de consument, zo
vrezen sommige deskundigen, een informa
tie-coma bezorgt, waarbij de krant letterlijk
buiten beeld raakt.
„Nee," meent Ahles, „door de zogeheten ge
zinsverdunning, het toenemend aantal zelf
standig wonenden, daalt het aantal huishou
dens dat kranten leest, weliswaar relatief,
maar het aantal lezers van kranten stijgt al
jaren."
Rustpunt
Informatie-moeheid, wordt dan niet de
ondergang van de geschreven krant, ver
zekert Ahles. Maar wat moeten we met
al die nieuwe media?
„De krant blijft," zegt de directeur van de
nieuwe uitgeversmaatschappij. „Tv is alles-
'De krant blijft'
Dick Ahles, directeur van de uit
geversmaatschappij Zuidwest-Ne
derland: „Ik zie de krant als een
grabbelton, waar je een heleboel in
stopt en waar iedereen wel wat in
vinden kan.foto cor viveen
overheersend en Internet creëert niks
gemeenschappelijks. Het computer
informatienetwerk Internet is voor
veel mensen nog te ver weg, de radio
heeft zijn eigen dynamiek, maar een
krant is een rustpunt. Een krant biedt
je stof tot praten. Wat wij straks wil
len brengen, is een krant die in regio
naal opzicht onmisbaar is, kwalitatief
goed in elkaar zit en die ook iets we
relds uitstraalt, dus op nationaal en
internationaal terrein. Hoe we dat
doen? Met de techniek. Die helpt daar
bij en biedt mogelijkheden om flexibel
te zijn en heel dicht bij de mensen te
komen: één, twee, drie edities prima,
maar als de regionale berichtgeving
twintig edities eist, mij ook prima. Zo
kun je ook over het formaat discussië
ren. Is het huidige formaat niet te
groot, te onhandig? Hoe dan ook, het
gaat erom dat het een krant wordt,
waarvan de lezer zegt; met deze krant
kan ik me identificeren. Dit is mijn
krant."
Hij analyseert het gedrag van de wispelturige
Koning Klant die lezer heet: „De lezer leest de
krant als tijdspassering en om de informatie.
Dat blijft, ondanks alle andere media. Ik zie
de krant als een grabbelton, waar je een hele
boel in stopt en waar iedereen wel wat in vin
den kan. Nieuws, achtergronden, maar ook
mededelingen. De scheepvaartberichten vind
ik fantastisch. Die horen er gewoon bij."
VNU
Een fusiekrant van VNU, Regio TV van VNU,
de Radio Continu van VNU, de kabelkranten
van Vorselmans van VNU. Cultuur-pessimis
ten reppen over een commerciële be-
wustzijnscontrole, de optimisten zien
de vrije markt als beste waarborg
van de vrije informatie. Ahles, het zal
niet verwonderen, behoort tot de
tweede categorie. In zijn visie zal het
marktprincipe juist de verscheiden
heid garanderen.
„Ik geloof ten eerste niet dat de ver
schillende media binnen de uitge
versmaatschappij onderling met el
kaar zullen concurreren. Het zal ook
niet zo zijn dat radio of tv simpelweg
gebruik zullen maken van de nieuws-
machine van het dagblad. Zo werkt
het niet. Je produceert een krant op
een krantenmanier, niet op een ra
diomanier. Artikelen uit een krant
zijn in die vorm niet geschikt voor
andere media. Als je het als uitgever
goed doet, moet het weekblad het
dagblad niet in de weg zitten. Het be
tekent dat je als uitgever niet op kor
te termijn zoveel mogelijk geld moet
willen verdienen, want dan loop je
het risico dat er op lange termijn
grenzen vervagen. Het gaat er om dat
je het concept, de kracht van elk van
je produkten goed bewaakt."
De journalistenbond NVJ erkent dat
in het nieuwe medialandschap de rol
van het papier minder wordt, maar wil wel
waarborgen voor een professionele informa
tiestroom.
De bond vreest voor vervagende grenzen, dat
journalisten informatie-verwerkers worden,
gedwongen om hun kopij af te staan aan radio
en tv-stations van hun uitgever. Dat betekent
een aanslag op de auteursrechten van het
journalistiek product.
De uitgever: „Auteursrechten beschermen de
vorm, niet de inhoud. Aan de andere kant
houden we compartimentering. De radio zal
niet drijven op de redactie van het dagblad."
Risico-spreiding
In de jaren tachtig kocht elke kranten-uitge
ver kabelkranten. Dat heette toen 'bescher
ming van de markt'. In het begin van de jaren
negentig, toen het wat minder ging, vielen de
krantenbedrijven terug op de kern-activitei
ten, nu wordt de kerstboom weer aangekleed
tot een informatief-industrieel complex.
Van marktbescherming naar marktbe
heersing?
„De filosofie is risico-spreiding. Het gaat er
om dat we de basis verbreden. Dat moet je
doen in tijden dat het goed gaat, net zoals je
het overtollig vet eruit moet halen als het
goed gaat. Met de uitgeversmaatschappij
Zuidwest-Nederland willen we een zo breed
mogelijk media-aanbod presenteren. Dat wil
zeggen dat we in onze regio elke consument
een informatie-product willen aanbieden, zo
wel op gebied van reclame en advertentie als
op het gebied van nieuws en informatie."
Trek je dan toch geen energie weg uit de
krantenbusiness?
„De krant blijft door de omvang van de acti
viteit de kern van het bedrijf. Het antwoord
op die vraag wordt bovendien een stuk een
voudiger als elk product hetzelfde rendement
heeft.
Door Hein Sluijter
et is een krankzinnig kunstje. Ik
I heb het geleerd bij deze krant.
JLa a^^Het is overigens wel lang gele
den, dat ik mij die vaardigheid heb toegeëi
gend. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik
moet wel bijna dertig jaar teruggaan in de
tijd. Naar de jaren zestig. Achterin ergens.
Die verworvenheid is ook best wat vermake
lijk. Alleen mensen van om en nabij mijn
leeftijd kunnen het. En dan nog slechts zij die
volop hebben meegemaakt dat het produkt
krant vervaardigd werd met lood. Duizenden
kilo's lood. Misschien wel tienduizenden,
want er was veel van het zware lood nodig.
Elke dag.
Sinds eind 1975 hebben wisselende compu
tersystemen en fotografische zetmachines de
taak van het lood overgenomen. Ook al weer
twintig jaar geleden, denk je dan. Dat bete
kent, dat ik in de periode daarvóór tien jaar
heb kunnen oefenen om het huzarenstukje
terdege onder de knie te krijgen. Dit is het: ik
kan vlot spiegelschrift lezen en dan ook nog
eens op de kop! Omdat ik daar dus geenszins
bescheiden in ben, zeg ik er voor alle duide
lijkheid bij, dat ik zo'n tekst echt gewoon lees
als een krant of een boek.
In die dagen werd een krantenpagina opge
maakt binnen een metalen raam, dat even
groot was als de uiteindelijke papieren pagi
na. Binnen dat raam was het spelen geblazen.
Met loden zetregels die voorzien waren van
Het lood was heilig
tekst in spiegelschrift en dito koppen. En ver
der met van ander metaal gemaakte clichés
van foto's en advertenties die later vervangen
werden door kunststof. Het spel werd opge
voerd door de opmakers van de technische
dienst. Ongelooflijk wat die daar handig in
waren.
Voorrecht
Ze stonden aan de ene kant van de tafel. Ze
genoten het voorrecht om tegen de loden pa-
gina-in-wording aan te kijken zoals iedereen
ook gewoon de krant leest. Weliswaar ont
waarden zij slechts spiegelschrift maar dat
was geen probleem. Aan de andere kant van
de tafel mochten de redacteuren vertoeven
die verantwoordelijk voor die pagina waren.
Zij zagen alles dus ook nog eens op de kop.
Wij verkeerden dientengevolge in een sterk
nadelige positie. Want je moest die rare te
kens op dat moment wel kunnen lezen. Op
zulke plekken is, uit de nood geboren, mijn
wonderlijke leesvermogen ontstaan.
In het begin had je er de grootste moeite mee.
Het leek wel Sanskriet. Je hersenen wilden
maar niet geloven, dat het toch eigenlijk om
gewone letters ging. Het was even doorbijten.
Maar dan kon je het ook. En je leert het nooit
meer af. Ook niet als je twintig jaar geen lo
den pagina meer onder ogen hebt gehad. Het
is net als met fietsen of zwemmen. Als je je
daarvan langdurig onthoudt, dan blijk je het
toch nog te kunnen. Zo is mijn ervaring.
Ik ben nog gaan kijken in ons eigen bedrijfs
museum. Daar ligt de laatste loden pagina.
En ja hoor, flitsend las ik nog' steeds de tek
sten. De pagina is gedateerd: maandag 10 no
vember 1975. Het wonderlijke is, dat ik er
haast iedere oudere collega mee kon verba
zen. Bijna iedereen verkeerde in de veronder
stelling, dat pas vijf jaar later het lood vaar
wel was gezegd, toen de krant verhuisde van
de Reigerstraat in het centrum van de stad
naar de nieuwbouw op het aan de rand gele
gen Spinveld. Een voorbeeld van ongewilde
geschiedvervalsing.
Duidelijker kan niet. Informatie is een
woon marktartikel waarvoor de gewone cal
nomische wetten gelden.
En de monopolie-positie, VNU, VNU
nog eens VNU?
„Het zal nooit een volledig monopolie zijn l
blijven altijd gaten in de markt. Je zult zit
dat er altijd weer een slimme jongen is Hi
met beperkte technische middelen op klei»
schaal goedkoper kan. De ervaring leert da'j
als semi-monopolist altijd weer wordt
troefd."
PZC
Lood was ook heilig. Het was redacteuren
verboden het aan te raken. Alleen zetters en
andere leden van de technische dienst moch
ten hun handen sluiten om het koele metaal.
Toch gebeurde het op sommige momenten
wel. Dat je met je vingers aan het lood zat.
Omdat het onvermijdelijk was. Maar het was
link om een gezet tweekolommertje met twee
handen enkele meters te vervoeren. Als je dat
niet handig genoeg volbracht, was de kans
groot dat het tweekolommertje op de grond
kletterde en uiteen viel. Alle regels lagen dan
door elkaar. Het was een heel werk om het
zaakje weer op orde te krijgen. Ik hoor nog
het woeste tieren van de technische mannen
die dat karwei dan moesten klaren.
Nu zijn we niet abrupt op die maandag 10 no
vember op het nieuwe systeem overgegaan.
Even nog gingen oud en nieuw samen. Er
werd zowel fotografisch als met lood gezet. In
elk geval werd aanvankelijk de rotatiepers
aan het Kasteelplein nog met lood gevoed.
Dat wil zeggen met de oude, voor mij ver
Op krantengebied is er voor de
fusie-maatschappij in het
straks nog maar één regionale
rent, de Provinciale Zeeuwse
Koopt VNU die ook op als
van de uitgeversmaatschappij Zuidwesl
Nederland?
„Dat is aan de hoofddirectie van VNU. Vi,
de PZC komt een moment van keuze, het ïl
lemma van de noodzaak tot investeren en
zelfstandigheid. Ik weet trouwens niet of hï
aantrekkelijk is om nog groter te worden.
fusie van De Stem en het Brabants Nieuws]
blad is in zoverre een ideale fusie, omdat
in staat zijn de totale krantenproduktie
een lokatie te concentreren: op de verniemS
de, uitgebreide pers in Breda. Groei je groter]
dan bereik je de grenzen van je capaciteit mi
alle problemen die daar bijhoren."
Het Brabants Nieuwsblad etaleert in ha
fusie-proces heel sterk de eigen cultwA
service gericht, dicht bij de mensen enjii
op het nieuws? Numeriek zijn ze daar ij
de minderheid binnen het nieuwe g;
bedrijf. Wat is de garantie voor het
houd van die cultuur?
„Garantie? Geen garantie! Behoud van cul
tuur kun je als directie niet op het papier r
gelen. Het enige wat je kan hopen, is dat hel
beste van de twee bedrijven straks binnen del
nieuwe organisatie wordt verenigd. Zo'n fusitl
is een tamelijk chaotisch sociaal proces waar
je als directie maar heel ten dele invloed o
hebt."
De nieuwe krant die straks van de per
sen gaat rollen, heeft nog geen titel. Ofl
komen er twee titels? Ahles zwijgt, om
dat hij het nog niet weet. Is het dan 'j
zeg ene de greep'?
„Twee kranten bij elkaar stoppen, fuseren,
net als een trap metselen en niet weten hoejr
de volgende trede maakt," schreef ooit depu-l
blicist en oud NRC-hoofdredacteur H.J.A.|
Hofland.
Het fusieproces van yan de twee kranten kentl
zijn eigen karakteristieke mechanismen.
integratie van de advertentieverkoop, de ad
ministratie is al aan de gang, de techniek za'
op termijn volgen. Met de redacties is het een]
ander geval. Die hebben hun eigen overleg-,
structuren, hangen aan identiteit, al lijkt dail
meer het geval bij het Brabants Nieuwsblad
dan bij De Stem. Dat is de wetmatigheid van
het Calimero-effect: de vrees opgeslokt te|
worden.
Breed veld
Eén krant, twee kranten, twee titels
Ahles trekt een vragend gezicht: „We wach-|
ten op de nieuwe organisatie op de nieuwel
krant, maar ik weet niet wat het wordt. Ik|
weet nog niet waar we uitkomen."
Media binden lezers en kijkers aan zich mtll
een toenemende aandacht voor incidenten, de
uitvergroting van details, maar de media
markt sluit zich ook voor bepaalde onderwer
pen. Gekleurde verhalen verdringen de nuan
ce: meer van hetzelfde. Minder research, maar|
allemaal naar de brand.
Is de pers niet van de ene zuil in de anie-\
re terecht gekomen? Van de kerk bij dt|
beurs?
Ahles die eerst de krant leest, nooit de beurs
berichten maar wel elke dag de omzetcijfers
„Als ik naar de krant in het algemeen kijk, zie
ik twee tegenstrijdige dingen. Aan
kant is de krant van nu minder een persoon
lijk politiek forum dan vroeger. Aan de ande
re kant zie je een grote groei van bijlagen, van
kwalitatief goede achtergrondverhalen,
regionale krant moet je je per definitie op een
breed veld bewegen, maar de suggestie over]
oppervlakkigheid is niet de mijne. Vrc
bedienden media hun eigen zuil, nu bedienen
ze allemaal de brede stroom en willen ze
onderscheiden op het incident."
trouwde, halfronde stypes, waarop wéér in
spiegelschrift een hele pagina stond en die zo
de pers in ging. Voor het gemak kon je een
stype ook een matrijs noemen, maar hele
maal juist was dit niet.
Gewichtheffers
Die stypes waren er de oorzaak van dat
drukkers in die tijd flink uit de kluiten ge
wassen kerels moesten zijn, sterke lui me
een uitstekende conditie. Eén zo'n styp
woog 25 kilo. Die moesten die mannen
nachts boven hun macht in de pers tillen. W
wichtheffers waren het. Helden van
nachtelijk bedrijf.
Daar waren wij, weke nachtdienstredacte
ren, niets bij. In één zo'n nacht waren ei so,
150 stypes met de blote handen te v^rsl°
wen. Een enkele drukker monteerde
veertig keer zo'n ding, hoog op de rollen,
bracht daarmee een niet gering lichame i.
offer in het belang van de lezer.
Die betrekkelijke spierbundels beneden l
redactie was boven) gaven ook een ge'
van veiligheid. Het gebeurde in de voorna
nogal eens, dat er wat late en lav""
uitgaanders de direct aan de straat
de, vaak openstaande hal van de pers be
den. Meestal werden die vriendelijk te wo
gestaan, werden desnoods op een klein ro
leidinkje in de hal getracteerd, maar kwa,
beslist niet verder het gebouw in. Daar
gen ze de kans niet voor.
LEES VERDER OP VOLGENDE PAGINA
;enpaar iaar ëeled€
De achterliggende g
Door Léon Krijnen
Of de krant stral
zo vragen mij
have-nots, zij
zonder modem, zonder pr
Isef van wat Internet is. 'He
(vraag wanneer hij zal verd
>eweren sommigen stellig
Iverdwijnen staat vast'.
lOf die laatste opvatting kl
mens, en ook geen dagblad
ten wel dat er
voor een uitgever
maar twee mo
menten zijn
waarop ze op de
elektronische
trein kunnen
springen. Het ene
is te vroeg en het
andere te laat.
I Daarom begint
de ene na de gn-
dere krant een si
te op Internet, de
een wat vroeger,
de ander wat la
ter, en allemaal
weten ze best dat
I ze nu nog niet te
I laat zijn, maar
misschien wel
veel te vroeg. Ze
weten allemaal
dat er voorlopig
weinig of geen
geld aan te ver
dienen valt. Ze
veronderstellen
dat het initiatief
ooit geld zal kun
nen genereren en
hopen slechts dat dat m
dan ze nu zelf zo voorzie
ten.
Terwijl wij, Dagblad
voorzichtige stappen op
ten zijn, is hier een milj
sie van de drukpersen g,
ven spreekt een redelijk
van de uitgever in het n.
Portie is niet gebaseerd
nonden van een natte vi:
I ieder geval verwachten
economische levensduur
sen de krant nog gedr.
waarschijnlijk nog veel 1
Plastic A-viertje
Intussen durf ik ook nie
«ant nooit zal verdwijr
vermoed ik, niet meer i
VERVOLG VAN VORIGE I
I ^e zouden onherroepeli
I oen. Het postuur van d<
lontmoedigde elke dries
hun gewicht in goud waa
Later had het uiterlijk v
I "tekenis meer voor een
en. In plaats van de sty
e' sterke maar buigzam
aal het product war<
I eiv?Ze?machines hadde
I nog^j p' 1° bedrijf br
stefa doordringend tikk
topt,: toonhooj
Het fed aan die ™ke
I in Uld leek nog het i
alleen611 forse regenbui
""een wat metaliger.