De treurigheid van het leven Confi Torgny Lindgren: 'Er is iets dat het leven leefbaar maakt Vlegabi BOEKENLEGGER KINDERBOEKEN Van Arnhem tot Bolivia Op naar de Gouden Strop Tussen de tunnelbewoners Pubers en halve gedachten DE STEM BOEKENGIDS Dl pE STEM 'De asielhond' van Henk Raaff: zedenschets zonder raffinement Vlaamse Latei DONDERDAG 2 MEI 1996 Door Johan Diepstraten Voor zowel zijn debuut Dubbel spoor (1993) als voor De afreke ning (1994) werd Jac Toes geno mineerd voor de Gouden Strop. Het zou vreemd zijn als hij voor zijn derde thriller, Verraad, ook niet in aanmerking komt voor de hoogste prijs, want Jac Toes heeft steeds meer greep gekregen op zijn twee vaste hoofdfiguren Benter en De Wacht. Met Dubbelspoor bleef Toes dicht bij huis: als voormalig kra ker situeerde hij de thriller in het Arnhemse krakersmilieu. Een verzwegen 'moord' uit de ja ren zeventig is aanleiding voor een reeks criminele gebeurtenis sen. De afrekening heeft de Gel derse maffia als onderwerp. Met Verraad gaat Jac Toes ver over de grenzen. Eén van zijn hoofd personen reist af naar Bolivia en verzeilt tussen de topcriminelen van de cocaïnekartels. Maar voor het zover is, is de geboorte stad van Toes ruimschoots aan bod gekomen. De manier waarop de stad Arn hem te kijk wordt gezet, is een running gag in zijn thrillers. 'Waar eens de psalmen galmden waren nu de peeskamertjes en in het koor hadden beeldende kun stenaars hun seksuele fantasieën in olieverf ondergebracht.' Het Spijkerkwartier, eens de speel tuin voor negentiende-eeuwse architecten, is door een gemeen telijk beleid 'dat uitblonk in stompzinigheid' totaal verloede rd. Toes voert in zijn thrillers een eenmans-strijd tegen de overij verige architecten die Arnhem hebben verminkt. Het duo Fred Benter en Donald de Wacht, de één cocktailexpert en de andere beroepspessimist en oorlogscorrespondent in rus te, krijgt te maken met de moord op de prostituee Teresa Rosales. Als eenmaal is gebleken dat zij als koerierster optrad voor een drugsmaffia, vertrekt Benter naar Zuid-Amerika om de grote jongens aan te pakken. De thrillers van Jac Toes moeten het niet hebben van een span nende opbouw of een verrassend ingenieuze plot. Wat dit betreft zijn de drie thrillers varianten op de bekende politieromans, hoe degelijk Toes ze ook heeft gecomponeerd. Dat Toes de no minaties behaalde, heeft vooral te maken met de spitse dialogen, de sfeer en de onderlinge ver houding tussen de speurders. In Verraad gaat het tweetal net niet met elkaar op de vuist, al scheelt het niet veel. Onconventioneel is de manier waarop zij met criminelen om gaan. In Bolivia past Benter een verhoormethode toe die hij van de Belgische Rijkswacht heeft afgekeken. De verdachte wordt geboeid en geblinddoekt op een stoel gezet. Over zijn hoofd krijgt hij een olievat. Vervolgens beuken de verhoorders een tijdje met stok ken op het ijzer. De verdachte smeekt vervolgens om alles te mogen vertellen. De criminelen communiceren met elkaar op Internet via een nieuwsgroep, uiteraard onder schuilnaam. De kaaskop, de pas taman en de fruitfan sturen el kaar boodschappen, verpakt als vegetarische recepten. 'Fruitfan heeft achttien kilo rijst. Hij kookt ze in de drie pannen. Na twee dagen sudderen verpakt hij ze in veertien wollen lappen. De vraag luidt dan of het dan gaar is. Kaaskop antwoordt: die berei ding is precies zoals ik het zelf zou doen.' Helaas doet Jac Toes weinig met dit gegeven. Hadden Benter en De Wacht maar een Internet-aansluiting, dan had Toes de eerste Internet-thriller op zijn naam staan. Ook dat is een manier om geschiedenis te schrijven. Jac. Toes: 'Verraad'. Uitgeverij De Boekerij. Prijs: 27,90. De jaarlijkse Maand van het Spannende Boek wordt op 23 mei ingezet. Uitgevers zullen dan extra aandacht geven aan thrillers van Nederlandse en buitenlandse makelij. Hoogte punt van deze actiemaand is de bekendmaking van de winnaar van de Gouden Strop, de prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek. Dat gebeurt op 20 juni. Aan deze prijs is een be drag van 25.000 gulden verbom den. Vorig jaar ging Tim Krabbé met de eer strijken. Zijn Vertraging werd door de jury verkozen bo ven de boeken van Henk Apo theker, René Appel, Charles den Tex en Jacob Vis. Door Johan Diepstraten In vergelijking met zo'n tien jaar geleden verschijnen er te genwoordig steeds meer romans die het alleen moeten hebben van de gebeurtenissen. Het zijn de kloeke romans van de gebo ren vertellers. Dat zij wat minder aandacht hebben voor de karakterisering van de personages is een telkens terugkerend punt van kritiek. De inzet is nooit hoog: vertellers willen vertellen en hun belang rijkste doel is de lezer te amuse ren. Dat is ook het enige wat Henk Raaff met zijn roman De asiel hond wil en daarmee plaatst hij zich in een naoorlogse traditie die ergens begint bij Ben Bor- gart en Marcus Heeresma en eindigt bij Paul Koeck, Paul Verhuyck en Allard Schroder. Henk Raaff was ooit vissers- maat, bordenwasser, houthak ker, bouwvakker en reisleider en met deze biografische noti ties aan het begin van zijn ro man De asielhond is de toon ge zet. Let op, zo lijkt de waarschu wing te luiden, hier is geen ver tegenwoordiger van het acade misme in de literatuur aan het werk. De aanbeveling op de achterflap maakt dat ook dui delijk: 'Met De asielhond wekt Henk Raaff een sinds Tijl Uilen spiegel en Lof der Zotheid slui merend Nederlands genre weer tot leven.' Commentaar Al na de eerste hoofdstukken laat Henk Raaff er geen misver stand over bestaan wat volgens hem de kruising inhoudt van een avonturen- en schelmenro man. Opvallend daarbij is dat niet zijn romanpersonages, maar de auteur zelf lak heeft aan het burgermansfatsoen. In uitgebreide terzijdes is het Henk Raaff die commentaar geeft op de ontwikkelingen in de jaren zestig, zeventig en tachtig. Niet als een ware Tijl Uilen spiegel, maar als een wat cyni sche beschouwer bagatelliseert hij de idealen uit de flower po wer- en Provo-tijd. 'Nederland zou niet de broedplaats van de wereldrevolutie worden, doch integendeel een onbeduidend geïsoleerd bekakt vervettend land bevolkt door zeurkousen en steuntrekkers, oplichters en dominees waarvan de domste provo het tot de domste minis ter van Defensie zou brengen. En nog steeds strijdt onbenul Henk Raaff met eigenbelang om de voor rang.' Ach, had Henk Raaff maar ge kozen voor een romanfiguur die met een frisse kijk op de wereld een aantal idealen zou nastre ven of in ieder geval de zeur kousen en steuntrekkers een vrolijke spiegel zou voorhou den. Maar nee, Hannes, Klaas, Lena, Hein en andere stamgas ten van café Frits zijn kennelijk in de wieg gelegd om geen enke le inhoud aan hun leven te ge ven. Zulke mensen streven niet naar geluk, zij streven ernaar een beetje vorm en stijl aan hun ongeluk te geven, zoals het mot to van Hjalmar Söderberg aan geeft. Dat ongeluk wordt breed uitge meten in de roman en zelfs na ruim tweehonderd pagina's heeft de lezer zich nog geen mo ment verveeld, al heeft hij zich soms geërgerd aan de terzijdes. Consequent hanteert Henk Raaff een cynische, amusante stijl. Op het moment dat Hannes en Lena een verhouding krijgen, heet dat bij Raaff: 'Eigenlijk was hij (Hannes) niet zozeer ge bleven als wel niet meer wegge gaan. Van lieverlede was er iets gegroeid dat wat Lena be trof meer op angst voor een zaamheid dan op passie ge stoeld was. Lena geloofde in die dagen niet ooit meer van ie mand te houden. Ze leefde in een treurige schemer waarbij ze haar verleden probeerde te ver geten en aan de toekomst niet wilde denken.' Lachlust Tijl Uilenspiegel? De Lof er zot heid? Weinig van dat al. Het verleden en de toekomst van de sombere Lena vormen het hoofdbestanddeel van de ro man. Aan Henk Raaf is het wel toevertrouwd om een intens treurig leven te schilderen, zo treurig dat al die wanhoop enigszins de lachlust opwekt. Tragi-komisch zijn de verwik kelingen want Lena is een wil loze prooi voor iedere man die zij ontmoet. Daar is Hannes, die in een stomdronken bui een cocktailprikker door zijn neus steekt en daaraan overlijdt ('De aan het stokje klevende lever worst bracht een etterende ont steking op gang die via de oog kas op de hersenen sloeg'). Dan is er de vertegenwoordiger in vlakgommen, nietjes en vilt stiften die Lena verovert. 'Lek ker petsjes, daar houwen vrou wen van, petsjes' en hij sloeg haar hard in het gezicht. Wat te denken van de grote liefde Hein die haar na een amoureuze nacht alleen achterlaat. En ja hoor, Lena raakt in verwach ting en krijgt de kleine Klaas, het halfgewenste kind. Ook hij is voorbestemd tot een misera bel bestaan in een tochtig on derkomen waar vocht en schim mel het leven bepalen. Het is van Henk Raaff ongetwij- FOTO CONTACT feld de bedoeling geweest om met De asielhond een zeden schets te schrijven van de laat ste drie decennia, maar daarin ontbreekt nu weer net het raffi nement. Een enkele keer klin ken er zelfs in de becommenta riërende terzijdes wat rancu neuze tonen door. Voor de baaierd van gebeurte nissen is het niet echt van be lang om een bijfiguur te nemen die in 1943 dienst nam bij de Waffen-SS. Vreemd is het dat deze merkwaardige figuur op zijn sterfbed mag uithalen naar het militaristische optreden van de Tweede Wereldoorlog tot he den. 'Waarschijnlijk was het wartaal van een doodzieke man,' realiseert Lena zich, maar de lezer krijgt niettemin maar liefst veertien pagina's ex treem-rechtse propaganda te slikken. Dat had wel wat min der gekund. Staan Lena en Klaas model 'voor de ontreddering aller tij den' zoals de uitgever belooft? Daarvoor zijn de beschreven le vens toch iets te burlesk en te weinig aannemelijk. Bovendien is die taak eerder weggelegd voor de schrijvers die zich niet ophouden in de marge van de li teratuur, waar Henk Raaff zich bevindt. Hij is een verteller met weinig pretenties, maar hij heeft wel allure. Henk Raaff: 'De asielhond'. Uitg. Contact, prijs 39,90. Door Gerrit van den Hoven Om Torgny Lindgrens nieuwe boek Het licht deed uitgeverij De Bezige Bij een rood promotiewik kel met een citaat van de schrij ver J. Bernlef. Bernlef vergelijkt de Zweedse auteur met Gabriel Garcia Marquez, 'maar dan kou der'. Geïnteresseerd bestudeert Lindgren de net verschenen Ne derlandse uitgave. „Mmmm. Mm", bromt hij. „Ik houd wel van Marquez. Luis Borges vind ik eigenlijk nog beter." De Borges van het noorden dan? „Oh nee. Nee. Borges behoort met Elias Canetti tot schrijvers die niet zo veel van het leven afweten. Zij le ven een intellectueel leven." Toch is de vergelijking met Mar quez zo gek nog niet, moet Lind gren na enig nadenken toegeven. „Ook in mijn boeken gebeuren merkwaardige, wonderlijke din gen, dat hebben we gemeen. Ja, en de onzekerheid van het leven. Er zijn geen regels voor het leven. Er zijn geen natuurlijke wetten. Je kunt alles verwachten. Altijd. Maar ik heb Marquez ook eens ontmoet. Hij scheen toen meer politiek geïnteresseerd. Ik zie mezelf niet als een politiek schrijver." Torgny Lindgren. Sinds vier jaar lid van het selecte gezelschap dat de Nobelprijs voor literatuur uit reikt. Publiceerde twaalf romans en een verhalenbundel. In meer dan veertig talen vertaald. In Ne derland verschenen tot nu toe vier boeken in vertaling. Boeken waarin de Zweedse auteur zinnen schrijft die zich vastzetten in het achterhoofd van de lezer. Zinnen als kreupelhout. Zinnen die zich lenen om beet te pakken en te be tasten. Verhalen die je niet losla ten, geschreven in een proza dat uitblinkt door eenvoud en direct heid. Ouderling Lindgren zelf oogt op een prach tige lentedag in zonnig Amster dam als een ouderling, weggelo pen uit de boeken van Maarten 't Hart. Zware zwarte schoenen, zwarte broek met streepje, zwart colbert met vest. Zijn fletsblauwe ogen zijn waterig, zijn stem zacht en bedachtzaam. Regelmatig val len diepe stiltes, maar hij pakt toch steeds zelf de draad op. Soms schakelt hij van Engels Torgny Lindgren even over op het Duits. Naarmate het gesprek vordert, worden zijn zuchten per vraag langer en zwaarder. Alsof vragen hem ver moeien. „Ik ben maar een simpel mens", zal hij meermalen bezwe ren. Hij werd geboren in 1938 in Norsjö in het noorden van Zwe den, waar het leven zich langza mer leek te voltrekken. De wereld was ver weg, televisie was onbe kend en de oorlog van Hitier be stond alleen in de krant. Hij groeide hij op met de verhalen van zijn streek. Verhalen die hij hoorde van zijn grootmoeder, verteld terwijl hij haar pijp stopt. Legendes en volksverhalen, maar ook verha len uit de bijbel. Haar verhalen vormen de onuitputtelijke bron waaruit Lindgren put. Zijn ro man Bathseba bijvoorbeeld was in feite haar interpretatie van de bijbelvertelling waarin koning David in de ban raakt van Bath seba. Op zesjarige leeftijd kreeg Torg ny tuberculose en tot zijn der tiende was hij ziek. Hij las alles wat hij te pakken kon krijgen, veel Zweedse auteurs, maar ook Dostojevski. „De gebroeders Ka- ramazov las ik toen ik tien jaar was." Op veertienjarige leeftijd, toen hij beter was verklaard, verliet hij zijn geboortstreek en ging naar het Noordzweedse stadje Umea om naar school te gaan. Hij studeerde af als theoloog, maar zou altijd blijven schrijven. „Ik ben vanaf mijn jeugd geïsoleerd geweest, op mezelf. Eerst vanwe ge de ziekte, later door mijn schrijversschap. En ik houd daarvan." Dichter Lindgrens boeken hebben een langzame ontstaansgeschiedenis. Hij werkt als een dichter. „Het verhaal zit in mijn hoofd, vaak jaren. Daar groeit het, ik orden de thema's, werk aan de taal, de grammatica. Er moet muziek in zitten. Dan schrijf ik het op. Alles in een keer, zonder iets te veran deren. Ik kijk ook niet terug naar wat ik geschreven heb." Ook het schrijven zelf gaat ter gend traag. „Soms denk ik dagen na over één zin." Een korte lach. „Ik ben aan een nieuw boek be gonnen. Dat zal in 2005 wel klaar zijn." Aan Het licht, in Zweden in 1987 gepubliceerd, begon Lindgren al op 18-jarige leeftijd. Het is een boek dat begint met de zoektocht van Jaspar naar een vrouw die hij in een ander dorp denkt te vin den. Hij keert terug zonder vrouw, maar brengt wel een ko nijn mee. Dat knaagdier brengt 'de grote ziekte' naar zijn dorp Kadis. Het hele dorp sterft uit, FOTO DIJKSTRA zes mensen, drie vrouwen en drie mannen, blijven over. Dan begint de ellende pas goed. Wat te doen met de bezittingen van de doden? Kadis wordt een chaos waar de vreemdste dingen gebeuren en het reusachtige varken Blasius door een rechtbank als schuldige ter dood wordt veroordeeld. In de universiteitsbibliotheek van Umea las Lindgren over mid deleeuwse rechtszaken waarbij ratten en gekke koeien werden veroordeeld. „Ik vond dat bijzon der en ik begon erover te denken. Toen vond ik een landkaart uit 1420. Daarop was een dorp met de naam Kadis. Dertig jaar later was het dorpje op een nieuwere kaart compleet verdwenen. Ik dacht over wat gebeurd zou kun nen zijn. Zo kwam ik op de pest, de grote ziekte. Die twee verha len schenen samen te komen. En 25 jaar later schreef ik het op. De laatste impuls om het te gaan op- Kathy en haar katten, diep onder de grond in New York FOTO TEUN VOETEN I Onder het asfalt van New York ligt een honderden kilometers lang net van metro- en spoortun nels, waarin daklozen hun eigen nest gebouwd hebben, soms vol stinkende rotzooi, soms met keu ken en tv. Teun Voeten, antropo loog en fotograaf, las en hoorde sterke verhalen over dit onder grondse volk, ook de geruchten dat daar beneden metropersoneel aan het spit gebraden zou wor den. Hij ging in 1994 en '95 zelf op onderzoek uit en zijn journa listieke verslag en 32 foto's (op klein formaat: een halve paper back-bladzijde) zin onderge bracht in het boek Tunnelmen sen. Voeten had een onderkomen in de tunnel, maar ook een kamertje in Brooklyn waar hij zich na drie, vier dagen kon opfrissen en zijn aantekeningen kon uitwerken. Hij won het vertrouwen van een stuk of twaalf holbewoners. Pra ten over het verleden is eigenlijk taboe in deze wereld. Hun leven is volgens Voeten vaak een 'tries te opeenvolging van schandalen, mislukkingen en drama's'. Een reconstructie is uiterst moeilijk: 'Veel tunnelmensen hebben gees telijke problemen, verdringen of schrijven kwam in de jaren zes tig, toen in Amerikaanse kranten de eerste berichten verschenen over aids." Filosofie Zijn hoofdpersonen zijn steevast eenvoudige, ongeletterde Zweed se mannen en vrouwen die dicht bij de natuur staan. Ze proberen de slinger van het leven te begrij pen, verhaspelen bijbelse taal en oude levenswijsheden. „Ze zijn op zichzelf", zegt Lindgren. „Dat is belangrijk." Hij lacht bij de vraag of hij iets wil betekenen voor mensen, ze iets wil meege ven het leven aan te kunnen. „Nee. Ik denk dat er een verschil is tussen zeggen en laten zien. Als je Wittgenstein leest, is het ver schil duidelijk. Hij zegt het. Ik niet, ik wil tonen. Hoe is het om te leven, wat betekent het een menselijk wezen te zijn, wat be tekent het voor mij." Hij schakelt over op Duits. „Ik wil situaties creeëren waaraan lezers zich kunnen scherpen. Niet om te begrijpen of zo. Natuurlijk is er een hoop filosofie in mijn boeken. Ik heb veel filosofen ge lezen: Wittgenstein, Nietzsche, Kierkegaard. Ze waren heel be langrijk. Maar ik wil beelden op roepen die verbonden zijn met de filosofie en ik wil dat die beelden bruikbaar zijn." Hij verduidelijkt zijn betoog met Het licht. „Als het leven te sterk helt naar het chaotische zoals in Het licht, wil ik mijn lezers laten uitvinden dat er iets is dat tegen overgesteld is aan chaos. Dat is niet orde, maar je kunt het 'het licht' noemen, of 'liefde', of 'vreugde'. Er is iets dat het leven leefbaar maakt. Maar wat dat iets is, valt moeilijk te grijpen in een woorden. Als ik dat kon, dan had ik dat gedaan in een ingezon den brief: 'Geachte mijnheer.."' Hij zegt dat hij niet alleen wil schrijven voor intellectuelen of andere schrijvers. „In Zweden worden mijn boeken door allerlei mensen gelezen. Dat is wat ik wil." Vandaar ook dat hij zijn boeken graag begrijpelijk, helder en overzichtelijk wil houden. Hoe hij dat doet? Uiteraard heeft hij een eenvoudige verklaring. „Ik ben de simpelheid zelve." Torgny Lindgren: 'Het licht'. Uitg. De Bezige Bij, prijs 44.90 Door Muriel Boll 'Meisjes van der- tien, niet zo ge- I lukkig... Meisjes I van dertien, er net tussenin,' zong Paul van Vliet eens. Over zo'n meisje schreef Peter van Gestel een boek: Nachtogen. Hij schreef eerder boeiende verha len, o.a. Lieve Claire, over pu bers die niet klak keloos doen wat volwassenen van hen verwachten. Nachtogen gaat over Laura. Ze is niet echt mesjok ke, vindt Laura zelf, maar volgens De illustratie van Norman Rockwell op haar moeder is ze omslag van 'Nachtogen' wel een beetje mal en haar vader ziet haar vast als 'die slome Laura die er niets 1 van snapt'. Laura draagt een bril sinds haar zevende jaar en nog steeds heeft ze daar een enorme hekel aan. Ze kan toch alles zien, vindt ze zelf, vooral in het donker. Dat de din gen er in het echt vaak anders uitzien, is voor Laura geen pro bleem, integendeel, ze schept haar eigen wereld. De dag voor haar veertiende ver jaardag begint slecht. Laura ver slaapt zich, omdat ze tegen een proefwerk biologie opziet en la ter ontdekt ze dat haar vader niet met een paar vrienden naar de wintersport gaat, zoals hij be weert, maar met een opgetutte mevrouw die in een parfumerie werkt. Door de ontdekking dat haar vader met een vreemde vrouw gaat 'rollebollen in de sneeuw', raakt Laura nog meer van slag. Die dag, die avond en die nacht blijft ze van huis weg en als ze 24 uur later weer op duikt, is ze heel wat ouder gewor den. Laura gaat aan het zwerven in het centrum van de stad, waar ze haar oudere nichtje Liesbeth te genkomt; ze worden gesnapt bij het stelen van een lippenstift. La ter jaagt Laura de parfumerieme- vrouw de stuipen op het lijf en heeft ze een vreemd filosofisch gesprek met een oude man in een snackbar. 'Mooi stelletje zijn wij,' zei de oude man. 'Jij bent pienter. Niet dat je daar gelukkiger van wordt. Evenknieën zijn dun ge zaaid. Je krijgt te maken met mensen die dommer of nog pien terder zijn, tel uit je winst.' 's Avonds gaat ze naar een feest, waar ze Liesbeth weer treft en Liesbeths vriendje, Tommie. Het is zo'n feestje waar je voorname lijk in je eentje feestviert en waar je uiterst diepzinnige onzinge- sprekken kunt hebben met een wildvreemde. Laura en Liesbeth gaan met Tommie in een gejatte auto op weg naar het zuiden, weg van ouders waar je toch niets aan hebt. Echt ver komen ze niet, poor Ronald Verstraten De kasseien in Lotenhulle z bedekt met asfalt. Geruislc en sneller dan ooit slingert weg naar Deinze langs do: Oostvlaamse akkers. Dit lat schap wordt U gratis aangeI den, roepen Land- en Tu boUw, maar een vrachtwaf vol biggen waarschuwt v< ongepast gedrag: Verboc onder de last te komen. vergeten gebeurtenissen en ver-I mengen fantasie, wens en werke-l lijkheid naar believen. Drank- l drugsmisbruik verergeren deze verschijnselen.' Zijn hoofdpersoon is Bernard,! omschreven als 'de beroemdste dakloze in New York' en 'The Lord of the Tunnel'. Bernard stu deerde journalistiek en filosofie, ging naar de filmschool trouwde een vermaarde danseres. Maar als reisleider liet hij zich verleiden tot het smokkelen van I cocaïne, met name voor de shovj-1 wereld (o.a. wijlen John Belushi). Na relatieproblemen en overma-1 tig cokegebruik viel hij zeer diep. Voeten maakte mee dat twee van zijn zoons, een FBI-agent en i student, Bernard tegen de kerst op kwamen halen, eerst ging naar een kledingszaak en toen I naar goed restaurant. Daarna ging Bernard gewoon weer on- j dergronds. Teun Voeten doet in zijn boek I geen beleidsaanbevelingen, hij is niet meer dan een Europese pot tenkijker. Hij laat mensen aan het woord en die zorgen voor 'verstandige en rake observaties', Teun Voeten: 'Tunnelmensen', Uitg. Atlas, prijs 39,90. ;r Voor je het weet rijd je Dei binnen, het museum voor Kan gebeuren", zegt een o Belg vol begrip. Een eindje te wacht het ontvangstcomité: hanen en vier sufgetreden 1 pen. Tanige graanpikkers, inoedelijke reïncarnaties van temse kunstenaars. Valerius Saedeleer, die meer dan hond julo woog, is er zo te zien niet Van zowat alle kunstenaars Sint-Martens-Latem hangt staat wel werk in het Mus' van Deinze en Leiestreek. Li na de bloeiperiode van zowel eerste, als de tweede groep va kunstenaarskolonie, duurt uitstraling van kunstenaars immer voort. George Minne bert Servaes, Constant Permi Boger Raveel hebben er een wige plek. Er is iets bijzonders aan de in het museum. Toch al rijk Latemnaars, is collectie tijd. uitgebreid met werken uit anc musea en uit particulier b' Tot 19 mei maken de werken uit van de tentoonste Sint-Martens-Latem - Worpl de 1880-1914. Een confront^ tussen twee kunstenaarskolo: die tot ver buiten eigen streek kend werden. De ene bevom de Vlaamse Leiestreek, de am bij Bremen in Noord-Duitsla: De confrontatie was een idee de Landkreis Osterholz in dersachsen. Het museum in D ze besloot daarop een vrij kl< maar kwalitatief hoogstaandi lectie van Worpsweder kur naars te tonen, naast het vJ van hun Vlaamse tijdgenoten tentoonstelling, die later Worpswede verhuist, kan wo gezien als een artistiek ev ment, maar evenzeer als ku historisch project. Leider Beide dorpen hadden een a tieke pater familias. In Sint-1 tens—Latem maakte de geb Latemnaar Albijn Van den A ie de groep jonge schilders dl zich eind vorige eeuw kws vestigen, wegwijs in zijn dor verwelkomde hij De Saede Maurits Niekerk, Minne, J De Praetere, Gustave en maar dat is ook niet de bedoeling. Onderweg nemen ze een lifter I mee. Kris heeft gedaan waar de anderen mee koketteren: hij is echt van huis weggelopen. Van de vier jongeren is Liesbeth de meest realistische, van wie je voelt dat ze zich vrij gauw aan het leven zal aanpassen, Tommie is een sympathieke jongen die een beetje de macho uithangt en Lau ra is het denkende, observerende type. Kris blijkt Laura's evenknie te zijn en net zo kwetsbaar. Van Gestel portretteert hen pubers van vlees en bloed. Hij laat ze in hun gesprekken als het ware hun nagels aan elkaar slij pen, terwijl ze razendsnel hun ge-1 dachten ontwikkelen achter ad- remme zinnen. Die gedachten schrijft hij niet kant-en-klaar voor je op, de lezer moet zelf maar achter de woorden zoeken naar wat hij wil vinden. Zo 1 hij de gedachten in het hoofd van I de lezer ontstaan, zoals dat ook bij Laura en de anderen gebeurt. Hier en daar vind ik de dialogen wat te bedacht, maar het is wel de manier waarop veel pubers denken. Van Gestel maakt Lau- ra's eenzaamheid des te schrij nender door haar kippigheid, en I door de manier waarop hij haar in het lege huis laat rondscharre len en laat praten met een opg^ zette uil met zijn nachtogen. Bij gebrek aan ouderlijke belangstel ling neemt die uil soms de rol van ouder over, soms is hij het stem metje van binnen waartegen Laura zich afzet of het juist mee eens is. In Nachtogen geeft Van Gestel een levendig beeld van 21 spannende uren uit het leven van Laura, maar meer dan die beel den geeft hij je niet. Genoeg om de kleuren en geluiden vanzelf m je hoofd te laten ontstaan die er een mooie film van maken. Het boek ziet er heel aantrekke lijk uit met op de omslag een te kening (van Norman RockweW van een meisje dat peinzend in dc spiegel kijkt. Peter van Gestel: 'Nachtoge"- Uitg. Fontein 27,50 VERVOLG VAN VOORPAGIN, GROTE GIDS In ons minder 'uitgaande land hebben die op onges ge terreinen aan de stads gevestigde reuzenbiosc nog steeds geen ingang ge den. Decatron, de eige van de Belgische megaple is bijvoorbeeld al jaren m gemeente Amsterdam in derhandeling over een re complex in Diemen. Ondertussen vormt de Met lis-gigant in Antwerpen me 27 zalen al een paar jaar ee degen concurrent voor de bi pen in Zeeuws-Vlaanc West-Brabant en Breda. Dl den, vooral jonge Nederl! filmliefhebbers, rijden weekend naar Antwerpei bioscoopbezoek aan Metr te verbinden met 'stappen' Sinjorenstad. Volgens eigenaar Cattoir v meerzalenbioscoop De KI van Engeland in Hulst, di heel aardig kan concurrere Metropolis, zijn de Westbra se en Bredase bioscopen 'tsl nig meegegaan met de mo tijd om de concurrentieslai de megaplexen aan te kuj| Zijn eigen bioscoop heeft haar zesde zaal geopend danks een inwonerstal i slechts 9000 is in Hulst week een aardig gemiddeld het allernieuwste Holly] aanbod te zien. >jAls je maar genoeg op] dan krijg je van de filmvei ders een groot deel van de r Premièrefilms toegewezen, we hebben er dan ook jare hard aan gewerkt om o: streekbioscoop waar te k [naken. We hebben zo onj het beste geluid en de besti [en van Nederland", aldu; toir. De Koning van Engelant een feestzaal voor bruilof partijen en nu na 63 jaar fi toning een echt megaplex Publiek uit heel Zeeuws- deren en uit de grensstrei Helgië. „Ik heb al mijn hele concurrentie van Antwerp

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 22