De treurigheid van het leven
Confi
Torgny Lindgren: 'Er is iets dat het leven leefbaar maakt
Vlegabi
BOEKENLEGGER
KINDERBOEKEN
Van Arnhem
tot Bolivia
Op naar de Gouden Strop
Tussen de tunnelbewoners
Pubers en halve gedachten
DE STEM
BOEKENGIDS
Dl pE STEM
'De asielhond' van Henk Raaff: zedenschets zonder raffinement
Vlaamse Latei
DONDERDAG 2 MEI 1996
Door Johan Diepstraten
Voor zowel zijn debuut Dubbel
spoor (1993) als voor De afreke
ning (1994) werd Jac Toes geno
mineerd voor de Gouden Strop.
Het zou vreemd zijn als hij voor
zijn derde thriller, Verraad, ook
niet in aanmerking komt voor de
hoogste prijs, want Jac Toes
heeft steeds meer greep gekregen
op zijn twee vaste hoofdfiguren
Benter en De Wacht.
Met Dubbelspoor bleef Toes
dicht bij huis: als voormalig kra
ker situeerde hij de thriller in
het Arnhemse krakersmilieu.
Een verzwegen 'moord' uit de ja
ren zeventig is aanleiding voor
een reeks criminele gebeurtenis
sen. De afrekening heeft de Gel
derse maffia als onderwerp. Met
Verraad gaat Jac Toes ver over
de grenzen. Eén van zijn hoofd
personen reist af naar Bolivia en
verzeilt tussen de topcriminelen
van de cocaïnekartels. Maar
voor het zover is, is de geboorte
stad van Toes ruimschoots aan
bod gekomen.
De manier waarop de stad Arn
hem te kijk wordt gezet, is een
running gag in zijn thrillers.
'Waar eens de psalmen galmden
waren nu de peeskamertjes en in
het koor hadden beeldende kun
stenaars hun seksuele fantasieën
in olieverf ondergebracht.' Het
Spijkerkwartier, eens de speel
tuin voor negentiende-eeuwse
architecten, is door een gemeen
telijk beleid 'dat uitblonk in
stompzinigheid' totaal verloede
rd.
Toes voert in zijn thrillers een
eenmans-strijd tegen de overij
verige architecten die Arnhem
hebben verminkt.
Het duo Fred Benter en Donald
de Wacht, de één cocktailexpert
en de andere beroepspessimist
en oorlogscorrespondent in rus
te, krijgt te maken met de moord
op de prostituee Teresa Rosales.
Als eenmaal is gebleken dat zij
als koerierster optrad voor een
drugsmaffia, vertrekt Benter
naar Zuid-Amerika om de grote
jongens aan te pakken.
De thrillers van Jac Toes moeten
het niet hebben van een span
nende opbouw of een verrassend
ingenieuze plot. Wat dit betreft
zijn de drie thrillers varianten
op de bekende politieromans,
hoe degelijk Toes ze ook heeft
gecomponeerd. Dat Toes de no
minaties behaalde, heeft vooral
te maken met de spitse dialogen,
de sfeer en de onderlinge ver
houding tussen de speurders. In
Verraad gaat het tweetal net niet
met elkaar op de vuist, al scheelt
het niet veel.
Onconventioneel is de manier
waarop zij met criminelen om
gaan. In Bolivia past Benter een
verhoormethode toe die hij van
de Belgische Rijkswacht heeft
afgekeken.
De verdachte wordt geboeid en
geblinddoekt op een stoel gezet.
Over zijn hoofd krijgt hij een
olievat. Vervolgens beuken de
verhoorders een tijdje met stok
ken op het ijzer. De verdachte
smeekt vervolgens om alles te
mogen vertellen.
De criminelen communiceren
met elkaar op Internet via een
nieuwsgroep, uiteraard onder
schuilnaam. De kaaskop, de pas
taman en de fruitfan sturen el
kaar boodschappen, verpakt als
vegetarische recepten. 'Fruitfan
heeft achttien kilo rijst. Hij
kookt ze in de drie pannen. Na
twee dagen sudderen verpakt hij
ze in veertien wollen lappen. De
vraag luidt dan of het dan gaar
is.
Kaaskop antwoordt: die berei
ding is precies zoals ik het zelf
zou doen.' Helaas doet Jac Toes
weinig met dit gegeven. Hadden
Benter en De Wacht maar een
Internet-aansluiting, dan had
Toes de eerste Internet-thriller
op zijn naam staan. Ook dat is
een manier om geschiedenis te
schrijven.
Jac. Toes: 'Verraad'. Uitgeverij De
Boekerij. Prijs: 27,90.
De jaarlijkse Maand van het
Spannende Boek wordt op 23
mei ingezet. Uitgevers zullen
dan extra aandacht geven aan
thrillers van Nederlandse en
buitenlandse makelij. Hoogte
punt van deze actiemaand is de
bekendmaking van de winnaar
van de Gouden Strop, de prijs
voor het beste Nederlandstalige
spannende boek. Dat gebeurt op
20 juni. Aan deze prijs is een be
drag van 25.000 gulden verbom
den.
Vorig jaar ging Tim Krabbé met
de eer strijken. Zijn Vertraging
werd door de jury verkozen bo
ven de boeken van Henk Apo
theker, René Appel, Charles den
Tex en Jacob Vis.
Door Johan Diepstraten
In vergelijking met zo'n tien
jaar geleden verschijnen er te
genwoordig steeds meer romans
die het alleen moeten hebben
van de gebeurtenissen. Het zijn
de kloeke romans van de gebo
ren vertellers.
Dat zij wat minder aandacht
hebben voor de karakterisering
van de personages is een telkens
terugkerend punt van kritiek.
De inzet is nooit hoog: vertellers
willen vertellen en hun belang
rijkste doel is de lezer te amuse
ren.
Dat is ook het enige wat Henk
Raaff met zijn roman De asiel
hond wil en daarmee plaatst hij
zich in een naoorlogse traditie
die ergens begint bij Ben Bor-
gart en Marcus Heeresma en
eindigt bij Paul Koeck, Paul
Verhuyck en Allard Schroder.
Henk Raaff was ooit vissers-
maat, bordenwasser, houthak
ker, bouwvakker en reisleider
en met deze biografische noti
ties aan het begin van zijn ro
man De asielhond is de toon ge
zet.
Let op, zo lijkt de waarschu
wing te luiden, hier is geen ver
tegenwoordiger van het acade
misme in de literatuur aan het
werk. De aanbeveling op de
achterflap maakt dat ook dui
delijk: 'Met De asielhond wekt
Henk Raaff een sinds Tijl Uilen
spiegel en Lof der Zotheid slui
merend Nederlands genre weer
tot leven.'
Commentaar
Al na de eerste hoofdstukken
laat Henk Raaff er geen misver
stand over bestaan wat volgens
hem de kruising inhoudt van
een avonturen- en schelmenro
man. Opvallend daarbij is dat
niet zijn romanpersonages,
maar de auteur zelf lak heeft
aan het burgermansfatsoen. In
uitgebreide terzijdes is het
Henk Raaff die commentaar
geeft op de ontwikkelingen in
de jaren zestig, zeventig en
tachtig.
Niet als een ware Tijl Uilen
spiegel, maar als een wat cyni
sche beschouwer bagatelliseert
hij de idealen uit de flower po
wer- en Provo-tijd. 'Nederland
zou niet de broedplaats van de
wereldrevolutie worden, doch
integendeel een onbeduidend
geïsoleerd bekakt vervettend
land bevolkt door zeurkousen
en steuntrekkers, oplichters en
dominees waarvan de domste
provo het tot de domste minis
ter van Defensie zou brengen.
En nog steeds strijdt onbenul
Henk Raaff
met eigenbelang om de voor
rang.'
Ach, had Henk Raaff maar ge
kozen voor een romanfiguur die
met een frisse kijk op de wereld
een aantal idealen zou nastre
ven of in ieder geval de zeur
kousen en steuntrekkers een
vrolijke spiegel zou voorhou
den. Maar nee, Hannes, Klaas,
Lena, Hein en andere stamgas
ten van café Frits zijn kennelijk
in de wieg gelegd om geen enke
le inhoud aan hun leven te ge
ven. Zulke mensen streven niet
naar geluk, zij streven ernaar
een beetje vorm en stijl aan hun
ongeluk te geven, zoals het mot
to van Hjalmar Söderberg aan
geeft.
Dat ongeluk wordt breed uitge
meten in de roman en zelfs na
ruim tweehonderd pagina's
heeft de lezer zich nog geen mo
ment verveeld, al heeft hij zich
soms geërgerd aan de terzijdes.
Consequent hanteert Henk
Raaff een cynische, amusante
stijl. Op het moment dat Hannes
en Lena een verhouding krijgen,
heet dat bij Raaff: 'Eigenlijk
was hij (Hannes) niet zozeer ge
bleven als wel niet meer wegge
gaan. Van lieverlede was er
iets gegroeid dat wat Lena be
trof meer op angst voor een
zaamheid dan op passie ge
stoeld was. Lena geloofde in die
dagen niet ooit meer van ie
mand te houden. Ze leefde in
een treurige schemer waarbij ze
haar verleden probeerde te ver
geten en aan de toekomst niet
wilde denken.'
Lachlust
Tijl Uilenspiegel? De Lof er zot
heid? Weinig van dat al. Het
verleden en de toekomst van de
sombere Lena vormen het
hoofdbestanddeel van de ro
man. Aan Henk Raaf is het wel
toevertrouwd om een intens
treurig leven te schilderen, zo
treurig dat al die wanhoop
enigszins de lachlust opwekt.
Tragi-komisch zijn de verwik
kelingen want Lena is een wil
loze prooi voor iedere man die
zij ontmoet. Daar is Hannes, die
in een stomdronken bui een
cocktailprikker door zijn neus
steekt en daaraan overlijdt ('De
aan het stokje klevende lever
worst bracht een etterende ont
steking op gang die via de oog
kas op de hersenen sloeg').
Dan is er de vertegenwoordiger
in vlakgommen, nietjes en vilt
stiften die Lena verovert. 'Lek
ker petsjes, daar houwen vrou
wen van, petsjes' en hij sloeg
haar hard in het gezicht. Wat te
denken van de grote liefde Hein
die haar na een amoureuze
nacht alleen achterlaat. En ja
hoor, Lena raakt in verwach
ting en krijgt de kleine Klaas,
het halfgewenste kind. Ook hij
is voorbestemd tot een misera
bel bestaan in een tochtig on
derkomen waar vocht en schim
mel het leven bepalen.
Het is van Henk Raaff ongetwij-
FOTO CONTACT
feld de bedoeling geweest om
met De asielhond een zeden
schets te schrijven van de laat
ste drie decennia, maar daarin
ontbreekt nu weer net het raffi
nement. Een enkele keer klin
ken er zelfs in de becommenta
riërende terzijdes wat rancu
neuze tonen door.
Voor de baaierd van gebeurte
nissen is het niet echt van be
lang om een bijfiguur te nemen
die in 1943 dienst nam bij de
Waffen-SS. Vreemd is het dat
deze merkwaardige figuur op
zijn sterfbed mag uithalen naar
het militaristische optreden van
de Tweede Wereldoorlog tot he
den. 'Waarschijnlijk was het
wartaal van een doodzieke
man,' realiseert Lena zich, maar
de lezer krijgt niettemin maar
liefst veertien pagina's ex
treem-rechtse propaganda te
slikken. Dat had wel wat min
der gekund.
Staan Lena en Klaas model
'voor de ontreddering aller tij
den' zoals de uitgever belooft?
Daarvoor zijn de beschreven le
vens toch iets te burlesk en te
weinig aannemelijk. Bovendien
is die taak eerder weggelegd
voor de schrijvers die zich niet
ophouden in de marge van de li
teratuur, waar Henk Raaff zich
bevindt. Hij is een verteller met
weinig pretenties, maar hij
heeft wel allure.
Henk Raaff: 'De asielhond'. Uitg.
Contact, prijs 39,90.
Door Gerrit van den Hoven
Om Torgny Lindgrens nieuwe
boek Het licht deed uitgeverij De
Bezige Bij een rood promotiewik
kel met een citaat van de schrij
ver J. Bernlef. Bernlef vergelijkt
de Zweedse auteur met Gabriel
Garcia Marquez, 'maar dan kou
der'. Geïnteresseerd bestudeert
Lindgren de net verschenen Ne
derlandse uitgave. „Mmmm.
Mm", bromt hij. „Ik houd wel
van Marquez. Luis Borges vind ik
eigenlijk nog beter." De Borges
van het noorden dan? „Oh nee.
Nee. Borges behoort met Elias
Canetti tot schrijvers die niet zo
veel van het leven afweten. Zij le
ven een intellectueel leven."
Toch is de vergelijking met Mar
quez zo gek nog niet, moet Lind
gren na enig nadenken toegeven.
„Ook in mijn boeken gebeuren
merkwaardige, wonderlijke din
gen, dat hebben we gemeen. Ja,
en de onzekerheid van het leven.
Er zijn geen regels voor het leven.
Er zijn geen natuurlijke wetten.
Je kunt alles verwachten. Altijd.
Maar ik heb Marquez ook eens
ontmoet. Hij scheen toen meer
politiek geïnteresseerd. Ik zie
mezelf niet als een politiek
schrijver."
Torgny Lindgren. Sinds vier jaar
lid van het selecte gezelschap dat
de Nobelprijs voor literatuur uit
reikt. Publiceerde twaalf romans
en een verhalenbundel. In meer
dan veertig talen vertaald. In Ne
derland verschenen tot nu toe
vier boeken in vertaling. Boeken
waarin de Zweedse auteur zinnen
schrijft die zich vastzetten in het
achterhoofd van de lezer. Zinnen
als kreupelhout. Zinnen die zich
lenen om beet te pakken en te be
tasten. Verhalen die je niet losla
ten, geschreven in een proza dat
uitblinkt door eenvoud en direct
heid.
Ouderling
Lindgren zelf oogt op een prach
tige lentedag in zonnig Amster
dam als een ouderling, weggelo
pen uit de boeken van Maarten 't
Hart. Zware zwarte schoenen,
zwarte broek met streepje, zwart
colbert met vest. Zijn fletsblauwe
ogen zijn waterig, zijn stem zacht
en bedachtzaam. Regelmatig val
len diepe stiltes, maar hij pakt
toch steeds zelf de draad op.
Soms schakelt hij van Engels
Torgny Lindgren
even over op het Duits. Naarmate
het gesprek vordert, worden zijn
zuchten per vraag langer en
zwaarder. Alsof vragen hem ver
moeien. „Ik ben maar een simpel
mens", zal hij meermalen bezwe
ren.
Hij werd geboren in 1938 in
Norsjö in het noorden van Zwe
den, waar het leven zich langza
mer leek te voltrekken. De wereld
was ver weg, televisie was onbe
kend en de oorlog van Hitier be
stond alleen in de krant. Hij
groeide hij op met de verhalen
van zijn streek.
Verhalen die hij hoorde van zijn
grootmoeder, verteld terwijl hij
haar pijp stopt. Legendes en
volksverhalen, maar ook verha
len uit de bijbel. Haar verhalen
vormen de onuitputtelijke bron
waaruit Lindgren put. Zijn ro
man Bathseba bijvoorbeeld was
in feite haar interpretatie van de
bijbelvertelling waarin koning
David in de ban raakt van Bath
seba.
Op zesjarige leeftijd kreeg Torg
ny tuberculose en tot zijn der
tiende was hij ziek. Hij las alles
wat hij te pakken kon krijgen,
veel Zweedse auteurs, maar ook
Dostojevski. „De gebroeders Ka-
ramazov las ik toen ik tien jaar
was."
Op veertienjarige leeftijd, toen
hij beter was verklaard, verliet
hij zijn geboortstreek en ging
naar het Noordzweedse stadje
Umea om naar school te gaan. Hij
studeerde af als theoloog, maar
zou altijd blijven schrijven. „Ik
ben vanaf mijn jeugd geïsoleerd
geweest, op mezelf. Eerst vanwe
ge de ziekte, later door mijn
schrijversschap. En ik houd
daarvan."
Dichter
Lindgrens boeken hebben een
langzame ontstaansgeschiedenis.
Hij werkt als een dichter. „Het
verhaal zit in mijn hoofd, vaak
jaren. Daar groeit het, ik orden
de thema's, werk aan de taal, de
grammatica. Er moet muziek in
zitten. Dan schrijf ik het op. Alles
in een keer, zonder iets te veran
deren. Ik kijk ook niet terug naar
wat ik geschreven heb."
Ook het schrijven zelf gaat ter
gend traag. „Soms denk ik dagen
na over één zin." Een korte lach.
„Ik ben aan een nieuw boek be
gonnen. Dat zal in 2005 wel klaar
zijn."
Aan Het licht, in Zweden in 1987
gepubliceerd, begon Lindgren al
op 18-jarige leeftijd. Het is een
boek dat begint met de zoektocht
van Jaspar naar een vrouw die hij
in een ander dorp denkt te vin
den. Hij keert terug zonder
vrouw, maar brengt wel een ko
nijn mee. Dat knaagdier brengt
'de grote ziekte' naar zijn dorp
Kadis. Het hele dorp sterft uit,
FOTO DIJKSTRA
zes mensen, drie vrouwen en drie
mannen, blijven over. Dan begint
de ellende pas goed. Wat te doen
met de bezittingen van de doden?
Kadis wordt een chaos waar de
vreemdste dingen gebeuren en
het reusachtige varken Blasius
door een rechtbank als schuldige
ter dood wordt veroordeeld.
In de universiteitsbibliotheek
van Umea las Lindgren over mid
deleeuwse rechtszaken waarbij
ratten en gekke koeien werden
veroordeeld. „Ik vond dat bijzon
der en ik begon erover te denken.
Toen vond ik een landkaart uit
1420. Daarop was een dorp met
de naam Kadis. Dertig jaar later
was het dorpje op een nieuwere
kaart compleet verdwenen. Ik
dacht over wat gebeurd zou kun
nen zijn. Zo kwam ik op de pest,
de grote ziekte. Die twee verha
len schenen samen te komen. En
25 jaar later schreef ik het op. De
laatste impuls om het te gaan op-
Kathy en haar katten, diep onder de grond in New York
FOTO TEUN VOETEN I
Onder het asfalt van New York
ligt een honderden kilometers
lang net van metro- en spoortun
nels, waarin daklozen hun eigen
nest gebouwd hebben, soms vol
stinkende rotzooi, soms met keu
ken en tv. Teun Voeten, antropo
loog en fotograaf, las en hoorde
sterke verhalen over dit onder
grondse volk, ook de geruchten
dat daar beneden metropersoneel
aan het spit gebraden zou wor
den. Hij ging in 1994 en '95 zelf
op onderzoek uit en zijn journa
listieke verslag en 32 foto's (op
klein formaat: een halve paper
back-bladzijde) zin onderge
bracht in het boek Tunnelmen
sen.
Voeten had een onderkomen in de
tunnel, maar ook een kamertje in
Brooklyn waar hij zich na drie,
vier dagen kon opfrissen en zijn
aantekeningen kon uitwerken.
Hij won het vertrouwen van een
stuk of twaalf holbewoners. Pra
ten over het verleden is eigenlijk
taboe in deze wereld. Hun leven
is volgens Voeten vaak een 'tries
te opeenvolging van schandalen,
mislukkingen en drama's'. Een
reconstructie is uiterst moeilijk:
'Veel tunnelmensen hebben gees
telijke problemen, verdringen of
schrijven kwam in de jaren zes
tig, toen in Amerikaanse kranten
de eerste berichten verschenen
over aids."
Filosofie
Zijn hoofdpersonen zijn steevast
eenvoudige, ongeletterde Zweed
se mannen en vrouwen die dicht
bij de natuur staan. Ze proberen
de slinger van het leven te begrij
pen, verhaspelen bijbelse taal en
oude levenswijsheden. „Ze zijn
op zichzelf", zegt Lindgren. „Dat
is belangrijk." Hij lacht bij de
vraag of hij iets wil betekenen
voor mensen, ze iets wil meege
ven het leven aan te kunnen.
„Nee. Ik denk dat er een verschil
is tussen zeggen en laten zien. Als
je Wittgenstein leest, is het ver
schil duidelijk. Hij zegt het. Ik
niet, ik wil tonen. Hoe is het om
te leven, wat betekent het een
menselijk wezen te zijn, wat be
tekent het voor mij."
Hij schakelt over op Duits. „Ik
wil situaties creeëren waaraan
lezers zich kunnen scherpen. Niet
om te begrijpen of zo. Natuurlijk
is er een hoop filosofie in mijn
boeken. Ik heb veel filosofen ge
lezen: Wittgenstein, Nietzsche,
Kierkegaard. Ze waren heel be
langrijk. Maar ik wil beelden op
roepen die verbonden zijn met de
filosofie en ik wil dat die beelden
bruikbaar zijn."
Hij verduidelijkt zijn betoog met
Het licht. „Als het leven te sterk
helt naar het chaotische zoals in
Het licht, wil ik mijn lezers laten
uitvinden dat er iets is dat tegen
overgesteld is aan chaos. Dat is
niet orde, maar je kunt het 'het
licht' noemen, of 'liefde', of
'vreugde'. Er is iets dat het leven
leefbaar maakt. Maar wat dat
iets is, valt moeilijk te grijpen in
een woorden. Als ik dat kon, dan
had ik dat gedaan in een ingezon
den brief: 'Geachte mijnheer.."'
Hij zegt dat hij niet alleen wil
schrijven voor intellectuelen of
andere schrijvers. „In Zweden
worden mijn boeken door allerlei
mensen gelezen. Dat is wat ik
wil." Vandaar ook dat hij zijn
boeken graag begrijpelijk, helder
en overzichtelijk wil houden. Hoe
hij dat doet? Uiteraard heeft hij
een eenvoudige verklaring. „Ik
ben de simpelheid zelve."
Torgny Lindgren: 'Het licht'. Uitg.
De Bezige Bij, prijs 44.90
Door Muriel Boll
'Meisjes van der-
tien, niet zo ge- I
lukkig... Meisjes I
van dertien, er net
tussenin,' zong
Paul van Vliet
eens.
Over zo'n meisje
schreef Peter van
Gestel een boek:
Nachtogen. Hij
schreef eerder
boeiende verha
len, o.a. Lieve
Claire, over pu
bers die niet klak
keloos doen wat
volwassenen van
hen verwachten.
Nachtogen gaat
over Laura. Ze is
niet echt mesjok
ke, vindt Laura
zelf, maar volgens De illustratie van Norman Rockwell op
haar moeder is ze omslag van 'Nachtogen'
wel een beetje
mal en haar vader ziet haar vast
als 'die slome Laura die er niets
1 van snapt'.
Laura draagt een bril sinds haar
zevende jaar en nog steeds heeft
ze daar een enorme hekel aan. Ze
kan toch alles zien, vindt ze zelf,
vooral in het donker. Dat de din
gen er in het echt vaak anders
uitzien, is voor Laura geen pro
bleem, integendeel, ze schept
haar eigen wereld.
De dag voor haar veertiende ver
jaardag begint slecht. Laura ver
slaapt zich, omdat ze tegen een
proefwerk biologie opziet en la
ter ontdekt ze dat haar vader niet
met een paar vrienden naar de
wintersport gaat, zoals hij be
weert, maar met een opgetutte
mevrouw die in een parfumerie
werkt. Door de ontdekking dat
haar vader met een vreemde
vrouw gaat 'rollebollen in de
sneeuw', raakt Laura nog meer
van slag. Die dag, die avond en
die nacht blijft ze van huis weg
en als ze 24 uur later weer op
duikt, is ze heel wat ouder gewor
den.
Laura gaat aan het zwerven in
het centrum van de stad, waar ze
haar oudere nichtje Liesbeth te
genkomt; ze worden gesnapt bij
het stelen van een lippenstift. La
ter jaagt Laura de parfumerieme-
vrouw de stuipen op het lijf en
heeft ze een vreemd filosofisch
gesprek met een oude man in een
snackbar. 'Mooi stelletje zijn wij,'
zei de oude man. 'Jij bent pienter.
Niet dat je daar gelukkiger van
wordt. Evenknieën zijn dun ge
zaaid. Je krijgt te maken met
mensen die dommer of nog pien
terder zijn, tel uit je winst.'
's Avonds gaat ze naar een feest,
waar ze Liesbeth weer treft en
Liesbeths vriendje, Tommie. Het
is zo'n feestje waar je voorname
lijk in je eentje feestviert en waar
je uiterst diepzinnige onzinge-
sprekken kunt hebben met een
wildvreemde. Laura en Liesbeth
gaan met Tommie in een gejatte
auto op weg naar het zuiden, weg
van ouders waar je toch niets aan
hebt. Echt ver komen ze niet,
poor Ronald Verstraten
De kasseien in Lotenhulle z
bedekt met asfalt. Geruislc
en sneller dan ooit slingert
weg naar Deinze langs do:
Oostvlaamse akkers. Dit lat
schap wordt U gratis aangeI
den, roepen Land- en Tu
boUw, maar een vrachtwaf
vol biggen waarschuwt v<
ongepast gedrag: Verboc
onder de last te komen.
vergeten gebeurtenissen en ver-I
mengen fantasie, wens en werke-l
lijkheid naar believen. Drank- l
drugsmisbruik verergeren deze
verschijnselen.'
Zijn hoofdpersoon is Bernard,!
omschreven als 'de beroemdste
dakloze in New York' en 'The
Lord of the Tunnel'. Bernard stu
deerde journalistiek en filosofie,
ging naar de filmschool
trouwde een vermaarde danseres.
Maar als reisleider liet hij zich
verleiden tot het smokkelen van I
cocaïne, met name voor de shovj-1
wereld (o.a. wijlen John Belushi).
Na relatieproblemen en overma-1
tig cokegebruik viel hij zeer diep.
Voeten maakte mee dat twee van
zijn zoons, een FBI-agent en i
student, Bernard tegen de kerst
op kwamen halen, eerst ging
naar een kledingszaak en toen I
naar goed restaurant. Daarna
ging Bernard gewoon weer on- j
dergronds.
Teun Voeten doet in zijn boek I
geen beleidsaanbevelingen, hij is
niet meer dan een Europese pot
tenkijker. Hij laat mensen aan
het woord en die zorgen voor
'verstandige en rake observaties',
Teun Voeten: 'Tunnelmensen',
Uitg. Atlas, prijs 39,90.
;r
Voor je het weet rijd je Dei
binnen, het museum voor
Kan gebeuren", zegt een o
Belg vol begrip. Een eindje te
wacht het ontvangstcomité:
hanen en vier sufgetreden 1
pen. Tanige graanpikkers,
inoedelijke reïncarnaties van
temse kunstenaars. Valerius
Saedeleer, die meer dan hond
julo woog, is er zo te zien niet
Van zowat alle kunstenaars
Sint-Martens-Latem hangt
staat wel werk in het Mus'
van Deinze en Leiestreek. Li
na de bloeiperiode van zowel
eerste, als de tweede groep va
kunstenaarskolonie, duurt
uitstraling van kunstenaars
immer voort. George Minne
bert Servaes, Constant Permi
Boger Raveel hebben er een
wige plek.
Er is iets bijzonders aan de
in het museum. Toch al rijk
Latemnaars, is collectie tijd.
uitgebreid met werken uit anc
musea en uit particulier b'
Tot 19 mei maken de werken
uit van de tentoonste
Sint-Martens-Latem - Worpl
de 1880-1914. Een confront^
tussen twee kunstenaarskolo:
die tot ver buiten eigen streek
kend werden. De ene bevom
de Vlaamse Leiestreek, de am
bij Bremen in Noord-Duitsla:
De confrontatie was een idee
de Landkreis Osterholz in
dersachsen. Het museum in D
ze besloot daarop een vrij kl<
maar kwalitatief hoogstaandi
lectie van Worpsweder kur
naars te tonen, naast het vJ
van hun Vlaamse tijdgenoten
tentoonstelling, die later
Worpswede verhuist, kan wo
gezien als een artistiek ev
ment, maar evenzeer als ku
historisch project.
Leider
Beide dorpen hadden een a
tieke pater familias. In Sint-1
tens—Latem maakte de geb
Latemnaar Albijn Van den A
ie de groep jonge schilders dl
zich eind vorige eeuw kws
vestigen, wegwijs in zijn dor
verwelkomde hij De Saede
Maurits Niekerk, Minne, J
De Praetere, Gustave en
maar dat is ook niet de bedoeling.
Onderweg nemen ze een lifter I
mee. Kris heeft gedaan waar de
anderen mee koketteren: hij is
echt van huis weggelopen.
Van de vier jongeren is Liesbeth
de meest realistische, van wie je
voelt dat ze zich vrij gauw aan
het leven zal aanpassen, Tommie
is een sympathieke jongen die een
beetje de macho uithangt en Lau
ra is het denkende, observerende
type. Kris blijkt Laura's evenknie
te zijn en net zo kwetsbaar.
Van Gestel portretteert hen
pubers van vlees en bloed. Hij
laat ze in hun gesprekken als het
ware hun nagels aan elkaar slij
pen, terwijl ze razendsnel hun ge-1
dachten ontwikkelen achter ad-
remme zinnen. Die gedachten
schrijft hij niet kant-en-klaar
voor je op, de lezer moet zelf
maar achter de woorden zoeken
naar wat hij wil vinden. Zo 1
hij de gedachten in het hoofd van I
de lezer ontstaan, zoals dat ook
bij Laura en de anderen gebeurt.
Hier en daar vind ik de dialogen
wat te bedacht, maar het is wel
de manier waarop veel pubers
denken. Van Gestel maakt Lau-
ra's eenzaamheid des te schrij
nender door haar kippigheid, en I
door de manier waarop hij haar
in het lege huis laat rondscharre
len en laat praten met een opg^
zette uil met zijn nachtogen. Bij
gebrek aan ouderlijke belangstel
ling neemt die uil soms de rol van
ouder over, soms is hij het stem
metje van binnen waartegen
Laura zich afzet of het juist mee
eens is. In Nachtogen geeft Van
Gestel een levendig beeld van 21
spannende uren uit het leven van
Laura, maar meer dan die beel
den geeft hij je niet. Genoeg om
de kleuren en geluiden vanzelf m
je hoofd te laten ontstaan die er
een mooie film van maken.
Het boek ziet er heel aantrekke
lijk uit met op de omslag een te
kening (van Norman RockweW
van een meisje dat peinzend in dc
spiegel kijkt.
Peter van Gestel: 'Nachtoge"-
Uitg. Fontein 27,50
VERVOLG VAN VOORPAGIN,
GROTE GIDS
In ons minder 'uitgaande
land hebben die op onges
ge terreinen aan de stads
gevestigde reuzenbiosc
nog steeds geen ingang ge
den. Decatron, de eige
van de Belgische megaple
is bijvoorbeeld al jaren m
gemeente Amsterdam in
derhandeling over een re
complex in Diemen.
Ondertussen vormt de Met
lis-gigant in Antwerpen me
27 zalen al een paar jaar ee
degen concurrent voor de bi
pen in Zeeuws-Vlaanc
West-Brabant en Breda. Dl
den, vooral jonge Nederl!
filmliefhebbers, rijden
weekend naar Antwerpei
bioscoopbezoek aan Metr
te verbinden met 'stappen'
Sinjorenstad.
Volgens eigenaar Cattoir v
meerzalenbioscoop De KI
van Engeland in Hulst, di
heel aardig kan concurrere
Metropolis, zijn de Westbra
se en Bredase bioscopen 'tsl
nig meegegaan met de mo
tijd om de concurrentieslai
de megaplexen aan te kuj|
Zijn eigen bioscoop heeft
haar zesde zaal geopend
danks een inwonerstal i
slechts 9000 is in Hulst
week een aardig gemiddeld
het allernieuwste Holly]
aanbod te zien.
>jAls je maar genoeg op]
dan krijg je van de filmvei
ders een groot deel van de r
Premièrefilms toegewezen,
we hebben er dan ook jare
hard aan gewerkt om o:
streekbioscoop waar te k
[naken. We hebben zo onj
het beste geluid en de besti
[en van Nederland", aldu;
toir.
De Koning van Engelant
een feestzaal voor bruilof
partijen en nu na 63 jaar fi
toning een echt megaplex
Publiek uit heel Zeeuws-
deren en uit de grensstrei
Helgië. „Ik heb al mijn hele
concurrentie van Antwerp