w
JK
N
f
DE STEM
Het grawelkabinetj e van Goya
De megabioscoop rukt op in Nederland
n
Spanje herdenkt de 250e geboortedag van zijn grootste schilder
0.- tot 30.000.-
ASION-TIP
J
ASION-TIP
af 30.000.-
DL 1.8 inj.
rt 1.4 CL
s.
erto
cendo 1.5i
T 1.8 inj.
s.
SLi 1.6 16V
1.8 inj.
1.8CLX16V
Turbo 120 PK
.4i
llenge' uitv.
april 1993
febr. 1993
sept. 1992
jan. 1993
juni 1992
jan. 1992
febr. 1992
okt. 1992
maart 1993
"1
T 1.6 GLX 16V 5-drs.
metaalic, stuurbekrachti- i
entr. port. vergr. 21.000
1994 Prijs 27.650.-
GL 1.8 inj.
L Nevada
ioncar
ega 2.0i
febr. 1992
mrt. 1993
juni 1991
L 1.8i kleur groen metal- i
pleet o.a. stuurbekrachti-
<anteldak, centr. port. ver-
veloursbekl. 14.000 km,
Prijs 29.750.J
2.0i automaat
1.8 LPG
erhbouw
2.0 inj. alle
ies
GLT
omatic 2.5
GLE Estate
una RT 1.8i
ace RT 2.2i
GLT
onderb.
nov. 1993
jan. 1994
juli 1995
mei 1992
mrt. 1993
okt. 1994
okt. 1991
mei 1993
Grote Gids
DONDERDAG 2 MEI 1996 DEEL I
uk,, Kokke
get kon eigenlijk niet mooier. In
maart van dit jaar vonden werklui
g toeval in een Madrileens over
heidsgebouw een groot schilderij
met een voorstelling van geesten
jji bet vagevuur, omgeven door de
heilige Drie-eenheid, de maagd
Maria, Petrus, Johannes de Doper
at een Italiaanse bisschop.
getnaamloze werk zou omstreeks 1780
ilderd zijn en bevond zich in een
vertrek, waar doorgaans de ge
denken worden bewaard die rege-
mgsfunctionarissen in Madrid hebben
n. Niemand die wist hoe het
ij daar terecht was gekomen,
de verrassing was groot. En al
snel wist men wie het schilderij van 2,4
bij 1,1 meter zou hebben geschilderd:
Francisco de Goya y Lucientes, kort
weg Goya.
Dit had geen thriller-schrijver kunnen
bedenken. Vlak voordat Spanje de 250e
geboortedag van een van zijn grootste
enaars zou vieren met een gran-
tentoonstelling in het Prado in
Madrid, vond men zomaar een schilde-
tij van de meester zelf. De conservato
ren van het Prado, met directeur José
Luzón voorop, waren verrukt.
Het herontdekte werk zou de trekpleis
ter worden van de grote Goya-téntoon-
een waarlijke parel op de
Nu heerst in Madrid de grote ontnuch
teringen zijn inmiddels reputaties, ook
die van Prado-directeur Luzón, ge
sneuveld. Het schilderij bleek niet van
de hand van de neo-barok Goya te zijn,
maar van diens -tijdgenoot Mariano
Salvador Maella. En wat de ontdekking
het jaar had moeten zijn, werd al
een schandaal. Sceptici, die in eer
ste instantie al twijfelden aan de au
thenticiteit van de gevonden 'Goya',
begonnen te vermoeden dat er opzet in
was. Het zou immers wel heel
erg toevallig zijn dat vlak voor de ope
ning van de Goya-tentoonstelling een
'Goya' ontdekt werd. Het Prado werd
verdacht een smerig spel te heb-
De derde mei 1808 in Madrid: de executies op de berg Principe Pio
Directeur Luzón, die eerst bij en hoog
en bij laag volhield dat het om een ech
te Goya zou gaan, zag met lede ogen dat
zelfs zijn eigen museummensen begon
nen te twijfelen. En toen kunsthisto
risch onderzoek zonneklaar maakte dat
het schilderij een echte Maella was en
zeker geen Goya, moest hij met het
schaamrood op de kaken bekennen een
beoordelingsfout te hebben gemaakt.
Vervolgens diende hij zijn ontslag in.
De affaire-Goya begon steeds meer op
de zaak-Van Meegeren te lijken. Ai
moet voor de eerlijkheid gezegd dat
Maella in de verste verte geen Goya-
vervalserwas. Hooguit schilderde hij in
diens stijl. Naar alle waarschijnlijkheid
zal Goya net als jaren geleden Rem
brandt niet aan een grote schoonmaak
ontkomen. Deskundigen vermoeden nu
dat er over de wereld tussen de 70 en
schilderijen zijn die ten onrechte
aan de Spaanse meester zijn toege
schreven. Sommige daarvan sieren nog
steeds de wanden van belangrijke mu
sea, die nog steeds doen of hun neus
bloedt.
Ondanks, of misschien juist dankzij het
schandaal, staan nu dagelijks duizen
den Spanjaarden en buitenlanders voor
kassa's van het Prado, het fameuze
museum van Madrid. Normaliter her-
[t het Prado al de grootste Goya-
'özameling ter wereld. Voor deze ten-
tonstelling heeft men in dertien zalen
1 schilderijen opgehangen, waaron-
een veertigtal bruiklenen uit bin-
en buitenland. Goya in Madrid is
Is Vermeer in Den Haag en straks
«n Steen in het Rijksmuseum: een wa-
rehype.
Wie was Francisco de Goya y Lucien-
geboren in 1745 te Feundetodos bij
jaragoza en overleden in 1828 in Bor
deaux? Hij kwam uit een redelijk artis
tiek milieu. Zijn vader verdiende de
kost met het snijden van altaarstukken
en de jonge Goya ging al snel in de leer
bij een van de schildersateliers. Maar
echt lukken wilde het in eerste instan
tie niet. Hij faalde tot twee keer toe in
een wedstrijd van de Academie voor
Schone Kunsten in San Fernando. In
1771 vertrok hij naar Parma, Italië, om
verder te studeren aan de kunstacade
mie.
Terug in Spanje huwde hij een vrouw
die afkomstig was uit een schildersnest:
Josefa Bayeu. Dankzij dat huwelijk
werd Goya in 1775 geïntroduceerd bij
het Spaanse hof. Het zou een gouden
greep blijken. Goya schilderde talloze
portretten en kartons, ontwerpen voor
tapijten. Toen Karei IV in 1789 koning
werd, benoemde hij Goya tot hofschil
der. Weer volgden talloze portretten,
dit keer met veelal Karei IV en zijn fa
milie als onderwerp. Goya sprak het
woord van zijn broodheren, zo leek het,
maar niks is minder waar.
Wie het staatsieportret ziet dat Goya
van Karei en zijn familie schilderde
tussen 1800 en 1801, zal een complete
ontluistering van de koninklijke waar
digheid ervaren. In onze tijd ontstaat er
grote ophef wanneer een landelijk och
tendblad Hare Majesteit iets al te ge
rimpeld afbeeldt. Maar het schilderij
van Goya is weinig anders dan een ge
nadeloze verzameling onderkinnen,
haakneuzen en pukkels, althans van de
oudere leden van het gezelschap.
Slechts de jongelingen zijn verbeeld in
hun jeugdige, prille schoonheid.
Was Karei IV zo verblind geraakt door
de grandioze manier waarop de schil
der zijn kleding had gepenseeld, com
pleet met zijden sjerpen en flonkerende
onderscheidingen dat hij zijn eigen pot
sierlijkheid, zijn eigen lelijkheid niet
meer zag? Je zou het welhaast vermoe
den.
Matig
De tentoonstelling in het Prado begint
met de tapijtkartons die vaak nog ge
tuigen van een picturale onbeholpen
heid bij de kunstenaar. Goya had in
zijn beginjaren problemen met het per
spectief en slaagde er niet in om vrou
wen te schilderen met kruiken op him
hoofden zonder de gedachte op te roe
pen dat die kruiken stomweg in de
schildering zijn geplant. Het zijn voor
een groot deel matige schilderstukken,
die niets van Goya's latere genialiteit
verraden.
Nee, de echte Goya manifesteert zich
pas een paar zalen verderop, waar zijn
religieuze voorstellingen en koninklijke
portretten getoond worden, waar een
van de meest befaamde naakten hangt
(Maya, ca 1797-1800). In deze schilde
rijen is de kunstenaar de virtuoos die
hij moet zijn, die met meerdere kwasten
tegelijk haast tastbare stofuitdrukkin
gen neerzette. En zo gaat het zalen ach
ter elkaar door.
Totdat.
Totdat we in de zaal komen waar zijn
oorlogsschilderijen hangen, die af
schuwwekkende taferelen van slach
tingen en executies. We schrijven het
jaar 1808, het jaar waarin de kunste
naar zijn society-mantel aflegde en ver
ruilde voor het idioom van de betrok
kenheid. Het is de tijd van de Spaanse
onafhankelijkheidsstrijd tegen de
Franse overheersing. Goya tekende en
etste in die tijd als een razende;' zijn
werken op papier, helaas niet opgeno
men in de tentoonstelling, werden pam
fletten tegen dood en onderdrukking,
tegen knechting en marteling?
Executie
Het curieuze was dat Goya in eerste in
stantie veel verwachtte van de bezet
ting van Spanje door de Napoleonti
sche legers in 1808. Spanje had in zijn
ogen dringend behoefte aan liberale
hervormingen, maar het bloedige op
treden van het Franse leger maakte aan
die hoop al snel een einde. Het Spaanse
volk verzette zich tegen die nieuwe
vorm van onderdrukking en Goya koos
voor zijn landgenoten.
Op de derde mei van 1808 voltrok zich
in Madrid een bloederig drama toen een
groep Madrileense burgers en verzets-
Twee etende oude mannen
De naakte Maya
foor Marjan Mes
he megabioscoop verovert Nederland in snel
tempo. Royale filmtheaters met zeven of acht
perfect geoutilleerde bioscoopzalen en een
geamerikaniseerde horeca-entourage waar
een voornamelijk jong publiek komt kijken
"aar het actuele Amerikaanse filmamuse
ment.
Megaplexen zijn er al in Maastricht, Gronin
gen, Den Haag, Scheveningen en Rotterdam.
Amsterdam moet nog volgen, pal naast Tus-
eninski moet een nieuw megatheater met
dertien zalen komen boven de Hema. Ook
'ndhoven krijgt binnenkort een reuzebio
scoop met acht zalen. Breda is voorlopig nog
met aan de beurt, omdat hier (na onderzoek)
Je markt te klein werd bevonden.
Megaplex, multiplex, megabioscoop of hoe
deze van oorsprong Amerikaanse vinding
verder nog moge heten; het lijkt in Neder
land een gloednieuw verschijnsel, maar dat
is het eigenlijk niet, want in de afgelopen
yjjftien jaar werden de meeste bestaande
Bioscopen al omgebouwd tot complexen met
meerdere, kleine zalen.
het was indertijd gewoon economisch nood-
zakelijk, omdat het grote (Amerikaanse)
filmaanbod ondergebracht moest worden,
terwijl er niet genoeg publiek meer was voor
heel grote zalen, zoals in een ver verleden.
De nieuwe megabioscoop is het moderne ant
woord op deze wat wildgroei-achtige ont
wikkeling. Het zijn complexen met meestal
veel glinsterend glas aan de buitenkant en
met uitstekende tribunezalen, waar beeld,
geluid en zitcomfort optimaal zijn, terwijl al
lerlei soorten horecavoorzieningen het pu
bliek het gevoel moeten geven echt een
avondje geheel verzorgd uit te zijn.
Het Franse amusements- en textielconcern
Chargeurs, dat thans Pathé heet, nam eerver
leden jaar het MGM-concern over dat inder
tijd met deze bioscoop-nieuwe-stijl was be
gonnen. Pathé Cinemas bezit en exploiteert
alle nieuwe megabioscopen in Nederland,
waarvan Movieworld in Scheveningen met
zijn Las Vegas-achtige glamour-uiterlijk,
MeDonalds'-restaurant, ijssalons en restau
rants, de meeste bezoekers trekt.
Allemaal doen ze het trouwens goed, ook de
zojuist in gebruik genomen creatie van ar
chitect Koen van Velzen aan het Rotterdam
se Schouwburgplein. Een megaplex met ze
ven zalen, die misschien nog wel het mooiste
Pathé-complex is van allemaal. Vooral spec
taculair is de foyer van deze bioscoop door de
schuine plafonds, die heel functioneel de on
derzijde vormen van de schuin oplopende
filmzalen.
Deze hal met kassa's, die een directe voort
zetting vormt van het plein, is ook toeganke
lijk voor mensen die niet naar de film gaan.
Een openbare ontmoetingsruimte waar je ge
woon wat kunt drinken, met uitzicht op de
stad en op een 'grand café' dat ondergronds
is gelegen in een ruimte die vroeger onder
deel was van de parkeergarage waarop het
nieuwe complex is gebouwd.
Pathé Cinemas hoopt, volgens algemeen di
recteur Lauge Nielsen, op termijn het bio
scoopbezoek in ons land te verdubbelen. Ge
middeld gaat de Nederlander maar een keer
per jaar naar de bioscoop (in Engeland en
België tweemaal). „Wij willen er aan bijdra
gen", aldus Nielsen, „dat de Nederlander
voortaan tweemaal per jaar de bioscoop be
zoekt. Als dat lukt, zal het bezoekcijfer rond
de dertig miljoen bedragen."
Een ontwikkeling die inmiddels al aardig in
gang is gezet, want sinds de komst van de
reuzebioscopen is het bioscoopbezoek in ons
land behoorlijk aan het stijgen. Of de be
staande bioscopen daar nu zo blij mee moe
ten zijn, is een heel andere kwestie.
Volgens de Pathé-directie is het beleid er op
gericht om aan de ongeveer 2000 mensen, die
tegelijkertijd in een megabioscoop naar een
film zitten te kijken, een optimale service te
bieden. „Het oude patroon van de Neder
landse bioscoopbezoeker hebben wij door
broken door ondermeer in onze megaplexen
geen pauze meer te houden."
Omdat de pauzes zijn afgeschaft, kan het pu
bliek de popcorn, de ijsjes, de snoep en de co
la mee de zaal innemen. Het blijkt al gauw te
wennen, want de meeste bioscoopbezoekers
vinden het eigenlijk wel prettig dat de film
niet wordt onderbroken. Alle service wordt
geboden voordat de film begint. Omdat de
films op verschillende tijdstippen, aanvan
gen, ontstaat er nooit gedrang bij de kassa's
en de buffetten, terwijl er toch steeds een ge
zellige activiteit in de foyer bestaat.
De uitgebreidere horeca-activiteiten in de
Pathé-bioscopen, zoals de restaurants, zijn
uitbesteed aan specialistische ondernemin
gen. De winst van de megaplexen komt uit de
consumptieverkoop aan de buffetten en uit
de reclameopbrengst (de voorfilmpjes). „Met
filmvertoning alleen red je het niet", zegt di
strijders door de Fransen werd geëxe
cuteerd. Zes jaar later zou de kunste
naar die gebeurtenis uitwerken tot een
aangrijpend schilderij, dat nu nog
steeds kan gelden als een universele
aanklacht tegen oorlog en geweld.
In felle kleuren schetste hij met brede
penseelstreken de wanhoop en de
doodsangst van degeneil die zouden
worden geëxecuteerd. Sommigen slaan
hun handen voor delgen; er is er echter
een die, zijn armen ten hemel gespreid
en met de wanhoop in zijn ogen, zijn
beulen aankijkt, in afwachting van een
salvo dodelijke kogels. De gezichten
van de soldaten die de executie voltrek
ken, zijn, verscholen achter hun gewe
ren, en niet zichtbaar. Zij zijn in dit
schilderij verworden tot de symbolen
van anonieme wreedheid.
Reus
Er is nog een ander schilderij dat op
valt, El Coloso, de reus. We zien een
halfnaakte manfiguur, hoog boven een
slagveld vol vluchtenden. Het is een on
gelooflijk donker schilderij, dat volgens
sommige kunsthistorici de herrijzenis
van Spanje zou symboliseren. Maar het
is de vraag of dat klopt. Eerder ben je
geneigd het werk te zien als een andere
uiting van terreur en onderdrukking.
Want de reusachtige kolos lijkt juist
eerder paniek en terreur te veroorzaken
dan een land ervan te bevrijden.
Veel geholpen hebben deze schilderijen
niet. Na de nederlaag van Napoleon
keerde in Spanje de monarchie terug in
de persoon van Ferdinand de Zevende,
die vrijwel onmiddellijk de burgerrech
ten afschafte en een nieuwe golf van
terreur over het land deed spoelen. Tal
loze intellectuelen en kunstenaars
vluchtten naar Frankrijk; Goya zelf zou
in 1824 volgen.
Zwart
Zijn het vooral deze werken waarin de
kunstenaar zich de grootste vrijheid
kon verwerven, zonder de last van ge
borneerde opdrachtgevers die schilde
rijen vooral zagen als mooie plaatjes ter
meerdere eer en glorie van zichzelf?
Waarschijnlijk. Maar er zijn er nog een
paar meer. Men noemt ze ook wel de
'zwarte schilderijen'.
In 1819, een paar jaar voor zijn vertrek
naar Frankrijk, kocht Goya een land
huis bij de rivier Manzanares. Hij
noemde het Quinta del Sordo, het huis
van de dove man. Goya was immers zelf
doof, als gevolg van een ziekte die hem
in 1792 trof.
In het landhuis schilderde hij op de
wanden met olieverf een aantal donke
re werken in bruinen en zwarten,
slechts sporadisch opgehoogd met to
nen wit. De werken zijn na zijn dood
van de muren gehaald en op linnen
overgebracht. Het Prado heeft ze bij
eengebracht in een aparte zaal, een
soort gruwelkabinetje van Goya.
Horror
Hier zijn de schilderijen te zien van een
kunstenaar die steeds meer bizar werd.
Het zijn werken die nu nog steeds onbe
grip, verbazing en afschuw oproepen,
maar misschien ook zijn het zijn meest
wezenlijke schilderijen. Waarom? Om
dat ze voor een deel over hemzelf gaan.
Omdat hij zichzelf neer kon zetten zo
als hij zichzelf zag, als een dove, een in
troverte, een oude man die alleen maar
visueel met zijn wereld kon omgaan.
Hier zijn de schilderijen van de gede-
formeerden, zoals de twee etende oude
mannen, levende lijken, horror-figuren.
Hier vreet Saturnus een van zijn zonen
op, de kop is al weggebeten, en is hij nu
bezig met de linkerarm. We zien heksen
aan ons voorbij trekken. In deze schil
derijen is de mensheid verworden tot
een karavaan van gruwelijken, zonder
hoop, omdat de hoop al lang geleden
vervlogen was.
Het zijn zijn beste schilderijen.
'Goya 1746-1828'. Tentoonstelling in het
Prado, Madrid. Dagelijks behalve maan
dag en 1 mei geopend van 9 tot 21 uur.
Tot 2 juni.
recteur Nielsen, „want daarvoor zijn de kos
ten te hoog."
Inmiddels is al gebleken dat de jeugdige bio
scoopbezoeker (die driekwart van het totale
bioscoopbezoek uitmaakt) duidelijk de voor
keur geeft aan zo'n ultramodern complex bo
ven een bioscoop-oude-stijl. Een kleine afna
me van het bezoek aan de oudere bioscopen
in steden als Groningen en Rotterdam kan al
worden geconstateerd.
„Een opknapbeurt zal nodig zijn, wil men
dezelfde soort kwaliteit kunnen bieden als de
multiplexen", constateert Pathé-directeur
Nielsen. „Maar het blijkt nu al dat voor een
wat ouder publiek de sfeer van een oudere,
kleinere bioscoop aantrekkelijker is. dan de
zakelijkheid van een megaplex. En die kun
nen wij zomaar niet even bieden."
Allang voordat Nederland overging op me
gaplexen waren er trouwens al megabiosco
pen in België; in Gent, Brussel en Antwer
pen. Veel grotere complexen, die met meer
dan twintig zalen allemaal buiten het cen
trum zijn gelegen, met grote parkeerterrei
nen erbij.
Lees verder op pagina D3