Duitse fiscus aast op fooien horeca 'Nederlandse schoen G-Star: de stille kracht van een spijkerbroek loopt niet zo lekker' Nederlandse boeren in Brazilië diep in het rood Vendex Brazilië verkoopt hamburgerketen toch nog Geestelijk vader Fiat 500 overleden DE STEM ECONOMIE WOENSDAG 1 MEI 1996 A6 EG-etiket moet voor beter imago zorgen JGGY S/nu 35.- JDEM IGGY 99.95 GGY GGY EXCLUSIEVE IDERWAGENS het KNELT in de Ne derlandse schoenindus trie. De productie is ge zakt tot vijf miljoen paar schoenen per jaar. Slechts tien procent van de totale omzet. De laatste vijf jaar legden achtentwintig schoenfabrikanten het loodje tegen de massa schoen uit het verre oos ten. Maar er is hoop. Sinds 23 maart moeten alle nieuwe schoenen een EG-kwaliteitslabel heb ben. Door Frans Lindenkamp Sao Paulo - Na jarenlang leuren is Vendex er uiteindelijkk in geslaagd afstand te doen van haar onrendabele hambur gerketen in Brazilië. De 79 Bobs-verkooppunten zijn voor ruim 35 miljoen overgegaan naar het Amerikaanse investe ringsfonds Trinity Americas Incorporated, dat genoteerd staat op de Nasdaq beurs in New York. Daarmee is een einde gekomen aan de voortslepende klucht rondom de afstoting van Bobs. Kuim twee jaar geleden ketste op het allerlaatste moment de overname af door het Ameri kaanse bedrijf Burger King. Het akkoord was al beklonken, maar het hoofdkwartier in Miami kwam met een cheque over de brug die - volgens di recteur Arnaldo Bisoni van Vendex Brazilië - veel lager was dan het overeengekomen bedrag. De vraagprijs bedroeg destijds 32 miljoen gulden. Daarbij in begrepen waren toen de fabrie ken waar Bobs onder andere zijn hamburgers en vruchten sappen bereidde. Die zijn ech ter voor 6,5 miljoen gulden overgedaan aan Nestlé, terwijl een deel van het machinepark voor 2,5 miljoen de deur uit ging- Vendex-directeur Bosini kijkt tevreden terug op de deal met het Amerikaanse investerings fonds. Als bemiddelaar trad voormalig Shell-marketingdi- recteur Peter Vader op. De Bre- danaar wist de pool van circa 200 internationale investeer ders - die Trinity Capitals bij een bracht - te overtuigen dat de fastfood-business in Brazilië wel degelijk een enorme groei markt is. Onder de deelnemers aan het fonds zijn naast vele Amerika nen en Engelsen ook Neder landse particulieren. De heer Vader wordt directeur van de Bobs nieuwe stijl en zal in die hoedanigheid de groeistrategie van de hamburgerketen gaan uitstippelen. Aan het hoofd van de Raad van Commissarissen komt oud- Shell-topman Omar Carneiro te staan, die nu directeur is van AT&T Brazilië. De Braziliaan vertrok in mei 1994 bij Shell nadat het hoofdkantoor het vertrouwen in hem had opge zegd vanwege de lage rende menten in Brazilië. Bobs - dat Vendex in de jaren tachtig aankocht - worstelde sinds de herstructurering van 1992 met negatieve bedrijfsre sultaten. „Er was geen ruimte voor nieuwe kapitaalinjecties. Daardoor konden we de con currentie niet aangaan met Mc Donalds," zo vertelt Vendex- directeur Arnaldo Bisoni des gevraagd. Verleden jaar leed Bobs op een omzet van ruim 140 mUjoen gulden een verlies van 2,5 mil joen. Dit ondanks de verdubbe ling van de verkoopcijfers. Bobs volgt McDonalds - haar enige concurrent in Brazilië - echter op straatlengtre afstand. De Amerikaanse hamburgergi gant boekte in 1995 een omzet stijging van 100 procent tot iets boven 1 miljard gulden. Het Amerikaanse investerings fonds wil de komende vier ja ren 170 miljoen gulden gaan pompen in de uitbreiding van het aantal Bobs-verkooppun ten en kwaliteitsverbetering. Naast de afstoting van Bobs deed Vendex ook afstand van haar aandeel van 31,9 procent in de Braziliaanse drogisterij keten Drogasil. Dat werd inge lijfd door het Amerikaanse in vesteringsfonds Elaborate Cor porate. Daarmee zijn de activi teiten van Vendex in Brazilië uitgedund tot een deelname in twee grote shoppingcentra in Sao Paulo. Het Nederlandse bedrijf wil zich op deze activiteiten gaan concentreren. In Rio zal Ven dex 25 mijoen steken in een nieuw winkelcomplex in de wijk Botafogo. Vendex maakte in de jaren tachtig in Brazilië een omstuimige groei door. De onderneming nam destijds - toen de inflatie in het Zuid- amerikaanse land in galop raakte, voor spotprijzen diver se grootwinkelbedrijven op. Maar toen de crisis enkele ja ren later toesloeg bleek dat een kat in de zak was gekocht. „Ze gingen tekeer als een klein kind in ene speelgoedzaak," zo schreef de Braziliaanse pers ooit, toen de overdreven koop lust zich begon te wreken. p0or Frans Wijnands gonn - De Duitse fiscus haalt Duitse obers en ser veersters het tipgeld uit de zak. Bedienend personeel in Duitse horeca mag per maand 200 mark tipgeld op strijken zonder dat de fiscus daar iets van hoeft te weten. Over wat een ober of serveer ster méér ontvangt moet loon belasting worden betaald. Bi Beieren is de belastingdienst begonnen met navorderingen die in sommige gevallen oplopen tot enkele duizenden marken op jaarbasis. In geval van twijfel over het opgegeven tipgeld maakt de fiscus namelijk zélf een schat ting. En die valt dan in de meeste gevallen hoger uit dan de belas tingvrije 200 mark. Het Duitse hotel- en restaurant- verband Dehoga vreest, dat de fiscus ook in andere Duitse deel staten de jacht op het tipgeld zal openen. Wat weinig bevorderlijk zal zijn voor de toch al sterk bekritiseer de klantvriendelijkheid van de doorsnee Duitse ober. Dehoga-bestuurders vinden het onrechtvaardig dat alleen hore- ca-personeel wordt aangepakt, terwijl ook taxichauffeurs, kap pers en kapsters, verplegend per soneel en pompbedienden tips toegestopt krijgen. Die houden evenwel geen kas bij van wat ze krijgen, wat controle door de fis cus razend moeilijk maakt. In de meeste horeca-bedrijven daarentegen wordt wèl bijgehou den wat er aan tipgeld binnen komt, ook al om het te kunnen delen met het keukenpersoneel. Dan maar helemaal afschaffen, vindt Dehoga. Tips zijn in wezen geen (vast) deel van het inkomen, maar een bescheiden 'dankjewel' van tevreden gasten voor de be diening. De Duitse horeca klaagt toch al steen en been dat het zo moeilijk is om aan (bedienend) personeel te komen. „Duitsland is op ge bied van dienstverlening een woestijn geworden; niemand die nog zin heeft in bedienen," aldus Dehoga-directeur Christian Ehlers. Zonder buitenlands per soneel zouden veel hotels niet kunnen draaien en zouden tal van restaurants op zelfbediening moeten overschakelen. In de Duitse hotellerie en horeca werken zo'n 677.000 mensen. De bedrijfstak is goed voor een ta melijk constante jaaromzet van dik 100 miljard mark, maar har de groeiprognoses zijn er niet. Terwijl de kosten wèl blijven stij gen. Bovendien is de klant stukken zuiniger geworden. Voor velen is het buiten de deur eten te duur geworden, maar ook de kastelein van het eenvoudige buurtcafé re gistreert een dalende omzet bij stijgende kosten. Nog moeilijker tijden maken de meeste stations restauraties door. In de hotellerie klimmen de bete re hotels - meestal deel uitma kend van grote ketens - uit het dal, al blijven ook door de week, veel hotelbedden onbeslapen. Van de meer klassieke hotels in de steden en op het platteland lij den vele verlies. Hotelpersoneel vindt op de ka mers steeds vaker boterhamzak jes en andere verpakkingen van etenswaren in de prullenmanden. Voor het horecaverband een be wijs dat een toenemend aantal gasten probeert geld uit te spa ren. Zij nemen liever hun lunch of 'tussendoortje' mee naar de hotelkamer dan in het hotelres taurant te eten. Een lichtpunt is de groei in de nieuwe, oostelijke deelstaten. Het totaal aantal overnachtingen steeg daar het afgelopen jaar met ruim 15 procent, tegenover krap 1 procent in de 'oude' deelstaten. Door Frans Lindenkamp Sao Paulo - Circa drieduizend boze boeren van Nederlandse af komst hebben onlangs in Brazilië uit protest tegen de huizen hoge rentestanden in dat land ettelijke uren de doorgaande we gen bezet gehouden in hun eigen landbouwkolonie Holambra nabij Sao Paulo. De blokkade werd uitgevoerd met traktoren en oogstmachines. De manifestatie was een nood kreet tegen de financiële proble men waar velen van hen in te recht zijn gekomen, nadat de re gering de rentetarieven tot re cordhoogte heeft opgestuwd om het Real inflatiebestrijdingspro gramma te ondersteunen. Daardoor heeft de coöperatieve Holambra - waarin de meeste Nederlandse boeren hun krach ten gebundeld hebben - het water tot aan de lippen zien stijgen. De organisatie staat voor 246 mil joen gulden in het krijt bij de banken. De huidige crisis is een uitvloei sel van de extreem lage prijzen voor landbouwproducten in com binatie met de hoge rentes, die de monetaire autoriteiten onder an dere gebruiken om buitenlands kapitaal voor investeringen naar Brazilië te lokken. Als gevolg van de hoge schulden heeft Holambra haar avtiviteiten in graan-, si naasappel- en varkensteelt moe ten staken. De coöperatie - die in het 10.000 inwoners tellende dorp ligt met dezelfde naam en opgericht is door agrariërs die Nederland kort na de Tweede Wereldoorlog vaarwel zeiden om in Brazilië een nieuw bestaan op te bouwen - richt zich nu op haar kernactivi teiten: de bloementeelt en de pro ductie van pluimvee. Inmiddels heeft de coöperatie be slag laten leggen op het land en de bezittingen van veertig van haar leden. Hun schulden varië ren tussen de negen ton en de twaalf miljoen gulden. „Zij zul len helaas op een andere manier hun brood moeten gaan verdie nen," zo vertelt de dieptriest ge stemde vice-voorzitter Kees Schoenmaker. Volgens de bloem kweker ui Westfriesland hangen de rentestanden als een molen steen om de nek van de Nederlan ders. Burgemeester - de Braziliaan - Celso Caputo rekende de mani festanten voor dat een boer die in 1993 een lening opnam ter waar de van '280 varkens' er vandaag de dag 1070 moet terugbetalen. Tot ergernis van de demonstran ten komen velen van hen niet in aanmerking voor een noodhulp programma van de Braziliaanse regering, omdat hun schulden veel te hoog zijn. Voor terugbetaling onder de 3,5 ton gelden zachte rentetarieven gedurende een periode van zeven jaar. De grootste schuldeiser van Holambra - de staatsbank Banco do Brasil, die eerder deze week een recordverlies van bijna acht miljard aan Braziliaanse 'reais' bekend maakte en met regerings steun op de been is gehouden - wil slechts vier jaar betalingsuit stel geven. Dan moet Holambra de rekening vereffend hebben. De reëele rentetarieven die de bank in rekening brengt komen in de buurt van de 30 procent. Daarmee wordt Holambra vol gens Schoenmaker financieel uit geknepen. De Nederlanders heb ben de hulp ingeroepen van de Braziliaanse vestiging van de Ra bobank. Die schuift binnenkort met de Banco do Brasil om de ta fel om een uitweg te zoeken. Ho lambra en haar leden willen de betaling uitsmeren over een tijds bestek van tien jaar bij reëele rentetarieven van maximaal 12 procent op jaarbasis. Rome (afp) - De ontwerper van de Fiat 500, de kleinste wagen die het Italiaanse auto concern ooit maakte, is over leden. Dante Giacosa, verant woordelijk voor het autootje dat in Nederland wel rugzak wordt genoemd, werd 91 jaar. Giacosa begon in 1928 voor Fiat te werken. Hij ontwierp ook de modellen 600, 127 en 128, maar met de 500 kreeg hij de meeste bekendheid. In de jaren dertig vroeg Fiat hem een kleine, zuini ge auto te bedenken voor een prijs van toen 5000 lire. De eerste Fiat 500 kwam op de markt op 15 november 1936, maar kostte wel 8900 lire. Het wagentje was tot 1975 in pro ductie. Er zijn bijna 3,7 miljoen exemplaren gemaakt. Nog steeds is de auto dank zij zijn minieme afmetingen in de grote steden van Italië geliefd, ook in de cabriolet- en stationversie. Ook in Neder land telt de Fiat 500 nog duizen den liefhebbers. enz. ONLANGS sneuvelden de Nederlandse Love jeans op een propvolle markt. G-Star, het nog enige overgebleven grote Nederlandse spijkerbroe- kenmerk, groeit stilletjes tegen de verdrukking in. Ruim duizend verkoop punten heeft G-Star, al lemaal zelfstandige win keliers, vierhonderd in Duitsland, honderdvijftig in België, tachtig in Frankrijk, vijfenzeventig in Oostenrijk en driehon derdtwintig in eigen land. Door Albert Eikenaar Amsterdam - Zelf noemt hij zich bescheiden autodidact, iemand die zichzelf het vak heeft geleerd. Zijn visite- kaarje vermeldt echter 'mana ging director'. Maar Jos van Tilburg gaat niet prat op die titel, ook al leidt hij een ex pansief bedrijf met een omzet van zo'n 120 miljoen gulden, dat zeven jaar geleden bij nul komma-nul begon. Van Tilburg ziet er wat woest uit voor een zakenman die het zo snel gemaakt heeft. Met een baardje van een paar dagen, kale kop, gekleed in een modieus spij kerpak, een shirt zonder strop das, communiceert hij bewust non-conformisme. Dat is overigens heel functioneel. De baas draagt namelijk produc ten uit eigen huis, die intussen onder het merk G-Star een hit zijn. Zevenhonderdduizend jeans gaan er nu met dat label over de toonbank. Tendens: forse groei in een prop volle, grillige, naar verzadiging neigende massamarkt van in to- fie achter: „Bij zo'n geregeld con tact krijgen we de kans het perso neel over kwaliteitsaspecten te informeren. Daar steken we tijd in. Het publiek wordt kritischer, wil meer weten en als je als ver koper de vragen goed kunt beant woorden heb je een pre." „We bedrijven een gevoelige pe ople's business. Wat zeg je als de klant vraagt of de stof stonewas- hed of handbrushed is? Over zul ke technieken of andere specifie ke eigenschappen geven we zelfs seminars. Bovendien signaleren onze medewerkers bij een bezoek aan de shops snel hoe de consu ment reageert. Dat vertalen we dan direct naar een trend. In een platte organisatie als de onze loopt dat flexibel." Het partnership met de winkelier heeft tevens een financiële reden. „De marges staan ontzettend on der druk. Wij doen aan dat prijs- boksen niet mee. Dat stelt de de taillist op prijs. Ons accent ligt op kwaliteit, service en after-sales. Continuïteit zetten we voorop. Marktaandeel is vooralsnog bij zaak. Nummer één hoeven we niet te zijn. Wij lopen de mara thon." Hechte band Van tijd tot tijd wordt het einde van de spijkerbroek voorspeld. Jos van Tilburg verwacht niet dat dit kledingstuk ooit het loodje zal leggen. Niemand die jeans heeft gedragen, zal gemakkelijk van dit attribuut afstappen, al kun nen modeverschijnselen de fre-, quentie van de aanschaf beïn vloeden. De merkfabrikanten proberen daarom allemaal een hechte band met hun kopers te kweken, rich ten clubs op, sturen catalogi of sexy posters rond, retailen via ei gen (franchise)vestigingen en on dersteunen al die activiteiten met veel tam tam. G-Star werkt met bescheidener middelen, met een beetje minder lawaai. Van Tilburg: „Dat blijkt juist onze stille kracht te zijn." I dealer kinderwagens: Gesslein flutsaerts Bébé car Jlutsi Teutonia Inorr NU [voetenzak 59.- Itelbaar met ligstand Estanden handig voor Ie fiets van 139.- voor 99. ui en alles voor stuntprijzen. taal veertien miljoen stuks per jaar. In Nederland veroverde G-Star een toppositie tussen internatio nale giganten als Levi's, Wrang ler, Lee en Diesel. Onder jonge ren tot 25 jaar blijkt de spontane naamsbekendheid groot, hoewel G-Star nauwelijks publiciteits campagnes voert en zich alleen nu en dan vertoont in kleine pu blieksbladen als Elle en Man. Want G-Star mikt ook op de oude jongeren van beide geslachten. „We bieden thans een breed as sortiment," zegt Jos van Tilburg. „We begonnen kleinschaliger met een beperkte basis die we gelei delijk uitbreidden." Geen bovenkledingstuk wordt zoveel verkocht als die van oor sprong Amerikaanse traditionele werkmansbroek. Hij is 'salon- fahig' geworden. Het zijn ook al lang niet meer de klassieke pro ducenten Levi's en Wrangler die er mee de boer op gaan. Wie heden ten dage zo'n vaal blauwe denimpantalon wil aan schaffen, kan kiezen uit tenmin ste tien grote merken, met elk hun eigen image, passend bij een bepaalde lifestyle dan wel - emo tionele - leeftijd. De private labels van warenhui zen en ketens hebben met elkaar ongeveer de helft van de markt. De merkfabrikanten bevechten de rest. In Nederland - met het hoogste percentage jeansdragers in Europa - wist G-Star zich daar in korte tijd tussen te dringen. Een opmerkelijk resultaat. Jos van Tilburg was altijd gek op kleren, werkte als verkoper en la ter als vertegenwoordiger in de textielbranche. Zeven jaar gele den vroeg een confectieconcern, de Secon-Groep, hem een divisie 'Jeans' op poten te zetten. Eigen risico „Er bestond een relatie met een productieonderneming in het buitenland die bereid was op ei gen risico in de ontwikkeling van een nieuwe 'modelijn' in vrije- Jos van Tilburg: „Wij lopen de marathon.foto do visser tijdsfeer te investeren. De Secon- Groep gaf mij de faciliteiten en financiële middelen om voor de logistiek en de marketing te zor gen. Zo begon ik te pionieren, na de vervaardiging van een piep kleine oplage, eigenlijk niet meer dan monsters. Bij testen en proef- orders sloeg het product aan. Na drie jaar begon G-Star echt te lo pen". Beginnersfouten kon Van Tilburg vermijden door de inbreng van twee ervaren bedrijven. De pro ducent beschikt over de techni sche kennis. Secon weet alles van de financiële kant. Om die facet ten hoefde hij zich niet te bekom meren. „Ik houd mij slechts met de orga nisatie en de verkoop bezig, te beginnen bij het ontwerp tot en met de leverantie aan de klant." Zeven jaar na de start zit de vaart er in. Alle partijen tonen zich te vreden. De loonconfectionair houdt op basis van de orders van G-Star voor een deel de ateliers in het Verre Oosten en Noord- Afrika draaiende in een periode dat de textielsector moeilijke tij den doormaakt. Anderzijds ver dient de Secon-Groep aan de ac tiviteiten van G-Star als werk maatschappij. Van Tilburg:, „Onze belangrijkste taak op het hoofdkwartier is de innovatie van de modellen en het maken van draagbare ontwer pen." Alle jeans lijken op elkaar, maar de kenners kunnen ze feilloos on derscheiden. De uiterlijke ken merken en modellen variëren per seizoen wat betreft borduursels, stiksels, applicaties en stofge bruik. Het zijn deze details waar het op aan komt. Stoer G-Star profileert zich als 'stoer', oftewel 'cool', minder elegant dan de designerjeans van Armani en Ralph Lauren. De Secon- dochter levert haar kleding ex clusief aan geselecteerde zelf standige textielspeciaalzaken, waarmee doelgericht een vaste relatie wordt opgebouwd. Daar steekt een zakelijke filoso- guldens onder de prijs. Tweeling tandem Door Ron Buitenhuis VERGELIJK HET met het wasetiket in kleding. Sinds kort moeten ook alle nieuwe schoenen een uniform EG-eti- ket hebben. Aan de hand van symbolen kan de consument zien welke onderdelen van de schoen van leer, van textiel of van kunstleer gemaakt zijn. De Federatie van Nederlandse Schoenfabrikanten (FNS) grijpt deze EG-maatregel aan om haar product nog eens flink te promo ten. Op de achterkant van het schoenlabel komen (in rood-wit- blauw tinten) twee schoenen en een tulp te staan, met de tekst Hollands van hiel tot neus. FNS-secretaris Ton de Groot: „Mensen kunnen voortaan met een zien of de schoen een Neder lands fabrikaat is. Onderzoek heeft uitgewezen dat fabrieksna- men de gemiddelde Nederlander niets zeggen. Kijk een naam als Van Bommel is duidelijk, maar namen als Napolina, Durea, Avang of Durabel associeer je niet meteen met Nederland." Die promotiecampagne van de FNS is hard nodig, want het loopt niet lekker met de Neder landse schoen. In 1990 werden hier nog 6,8 miljoen paar schoe nen gemaakt. Vorig jaar waren dat nog vijf miljoen paar. Dat is tien procent van de totale Neder landse markt. De overige 45 mil joen paar schoenen komen hoofd zakelijk uit lage loon landen in het Verre Oosten. Moordend De concurrentie is zo moordend dat de laatste vijf jaar achten twintig Nederlandse schoenfa brikanten het loodje legden. In januari ging bij voorbeeld, na meer dan 75 jaar, het Gelderse Anita over de kop. Vorig jaar tel de Nederland nog maar vijfen zestig fabrikanten, waarvan er negenentwintig bij de FNS zijn aangesloten. Die hebben samen negentig procent van de produc tie in handen. De meeste fabrikanten zitten van oudsher in de Brabantse leerre- gio's Tilburg en Waalwijk. De zwanezang van de Nederland se schoenindustrie is in feite af te lezen aan de prijskaartje. Gezien de product- en loonkosten moet een gemiddelde Nederlandse schoen in de winkel minimaal 150 gulden opbrengen. Daar heb je bij sommige schoenketens twee paar 'Verre Oosten-schoenen' voor. Uiteraard schermt FNS-secreta- ris De Groot met kwaliteitsver schillen. „Onze schoenen zijn specifiek afgestemd op het Ne derlandse voetenpark. Een Ne derlandse voet is namelijk niet hetzelfde als een Spaanse, Turkse of Japanse voet. In het Verre Oos ten gebruiken ze algemene lees ten, voor de voet van de gemid delde wereldburger. Tussen maat 42 en 43 zit echter een wereld van verschil. Daarom hebben de meeste Nederlandse fabrikanten extra tussen- en wijdtematen. Bovendien gaan Nederlandse schoenen meerdere seizoenen mee, wat ze per saldo goedkoper maakt. Een paar schoenen uit China laat je niet lappen, want voor twee tientjes meer heb je al een nieuwe." Afvalberg Niet laten lappen heeft automa tisch weggooien tot gevolg. Jaar lijks belanden dan ook tientallen miljoenen schoenen op de Neder landse afvalberg. Om de milieu belasting enigszins te verlichten zamelt de Goudse firma Reco BV sinds november 1994 gebruikte schoenen in. Bij achttienhonderd schoenzaken (o.a. Massaschoen) en schoenma kers staat een zogenaamde Shoe- box. Dat levert tot nu toe onge veer 1,5 miljoen schoenen per jaar op. Driekwart is geschikt voor hergebruik, de rest is zo ver sleten dat ze naar verbrandings ovens moeten. De gebruikte schoenen worden voor ongeveer vijftig cent per stuk doorverkocht naar Derde Wereldlanden in Afrika, het Midden- en Verre Oosten. Behalve in Nederland za melt Reco schoenen in in België en Italië. Met Frankrijk en Span je zijn onderhandelingen gaande. Reco-directeur Nico Roosendaal: „Er is wereldwijd een groot te kort aan betaalbare schoenen. De afgedankte westerse schoen is dan ook een gewild artikel. Ze worden in de tweedehands lan den opgelapt en opnieuw ver kocht. We zijn daar heel eerlijk in. Reco is geen liefdadigheidsin stelling. We streven niet naar een goede-doel-imago. Wij spelen in op vraag en aanbod en proberen daar een boterham mee te verdie nen. Het mes snijdt echter aan meerdere kanten. Wij creëren werkgelegenheid (drieëntwintig personeelsleden), we voorkomen dat miljoenen schoenen in de Ne derlandse en Europese afvalberg belanden en de bevolking van derde wereldlanden kan voor een redelijke prijs schoenen kopen." De Nederlandse schoenindustrie hoopt dat het verplichte EG-kwaliteitslabel de omzet nieuwe im pulsen geeft. foto jacques peeters

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 7