Duitse fiscus aast op fooien horeca
'Nederlandse schoen
G-Star: de stille kracht van een spijkerbroek
loopt niet zo lekker'
Nederlandse boeren in
Brazilië diep in het rood
Vendex Brazilië verkoopt
hamburgerketen toch nog
Geestelijk vader
Fiat 500 overleden
DE STEM
ECONOMIE WOENSDAG 1 MEI 1996 A6
EG-etiket moet voor beter imago zorgen
JGGY
S/nu 35.-
JDEM
IGGY
99.95
GGY
GGY
EXCLUSIEVE
IDERWAGENS
het KNELT in de Ne
derlandse schoenindus
trie. De productie is ge
zakt tot vijf miljoen paar
schoenen per jaar. Slechts
tien procent van de totale
omzet. De laatste vijf jaar
legden achtentwintig
schoenfabrikanten het
loodje tegen de massa
schoen uit het verre oos
ten. Maar er is hoop.
Sinds 23 maart moeten
alle nieuwe schoenen een
EG-kwaliteitslabel heb
ben.
Door Frans Lindenkamp
Sao Paulo - Na jarenlang leuren is Vendex er uiteindelijkk
in geslaagd afstand te doen van haar onrendabele hambur
gerketen in Brazilië. De 79 Bobs-verkooppunten zijn voor
ruim 35 miljoen overgegaan naar het Amerikaanse investe
ringsfonds Trinity Americas Incorporated, dat genoteerd
staat op de Nasdaq beurs in New York.
Daarmee is een einde gekomen
aan de voortslepende klucht
rondom de afstoting van Bobs.
Kuim twee jaar geleden ketste
op het allerlaatste moment de
overname af door het Ameri
kaanse bedrijf Burger King.
Het akkoord was al beklonken,
maar het hoofdkwartier in
Miami kwam met een cheque
over de brug die - volgens di
recteur Arnaldo Bisoni van
Vendex Brazilië - veel lager
was dan het overeengekomen
bedrag.
De vraagprijs bedroeg destijds
32 miljoen gulden. Daarbij in
begrepen waren toen de fabrie
ken waar Bobs onder andere
zijn hamburgers en vruchten
sappen bereidde. Die zijn ech
ter voor 6,5 miljoen gulden
overgedaan aan Nestlé, terwijl
een deel van het machinepark
voor 2,5 miljoen de deur uit
ging-
Vendex-directeur Bosini kijkt
tevreden terug op de deal met
het Amerikaanse investerings
fonds. Als bemiddelaar trad
voormalig Shell-marketingdi-
recteur Peter Vader op. De Bre-
danaar wist de pool van circa
200 internationale investeer
ders - die Trinity Capitals bij
een bracht - te overtuigen dat
de fastfood-business in Brazilië
wel degelijk een enorme groei
markt is.
Onder de deelnemers aan het
fonds zijn naast vele Amerika
nen en Engelsen ook Neder
landse particulieren. De heer
Vader wordt directeur van de
Bobs nieuwe stijl en zal in die
hoedanigheid de groeistrategie
van de hamburgerketen gaan
uitstippelen.
Aan het hoofd van de Raad van
Commissarissen komt oud-
Shell-topman Omar Carneiro
te staan, die nu directeur is van
AT&T Brazilië. De Braziliaan
vertrok in mei 1994 bij Shell
nadat het hoofdkantoor het
vertrouwen in hem had opge
zegd vanwege de lage rende
menten in Brazilië.
Bobs - dat Vendex in de jaren
tachtig aankocht - worstelde
sinds de herstructurering van
1992 met negatieve bedrijfsre
sultaten. „Er was geen ruimte
voor nieuwe kapitaalinjecties.
Daardoor konden we de con
currentie niet aangaan met Mc
Donalds," zo vertelt Vendex-
directeur Arnaldo Bisoni des
gevraagd.
Verleden jaar leed Bobs op een
omzet van ruim 140 mUjoen
gulden een verlies van 2,5 mil
joen. Dit ondanks de verdubbe
ling van de verkoopcijfers.
Bobs volgt McDonalds - haar
enige concurrent in Brazilië -
echter op straatlengtre afstand.
De Amerikaanse hamburgergi
gant boekte in 1995 een omzet
stijging van 100 procent tot iets
boven 1 miljard gulden.
Het Amerikaanse investerings
fonds wil de komende vier ja
ren 170 miljoen gulden gaan
pompen in de uitbreiding van
het aantal Bobs-verkooppun
ten en kwaliteitsverbetering.
Naast de afstoting van Bobs
deed Vendex ook afstand van
haar aandeel van 31,9 procent
in de Braziliaanse drogisterij
keten Drogasil. Dat werd inge
lijfd door het Amerikaanse in
vesteringsfonds Elaborate Cor
porate. Daarmee zijn de activi
teiten van Vendex in Brazilië
uitgedund tot een deelname in
twee grote shoppingcentra in
Sao Paulo.
Het Nederlandse bedrijf wil
zich op deze activiteiten gaan
concentreren. In Rio zal Ven
dex 25 mijoen steken in een
nieuw winkelcomplex in de
wijk Botafogo. Vendex maakte
in de jaren tachtig in Brazilië
een omstuimige groei door. De
onderneming nam destijds -
toen de inflatie in het Zuid-
amerikaanse land in galop
raakte, voor spotprijzen diver
se grootwinkelbedrijven op.
Maar toen de crisis enkele ja
ren later toesloeg bleek dat een
kat in de zak was gekocht.
„Ze gingen tekeer als een klein
kind in ene speelgoedzaak," zo
schreef de Braziliaanse pers
ooit, toen de overdreven koop
lust zich begon te wreken.
p0or Frans Wijnands
gonn - De Duitse fiscus haalt
Duitse obers en ser
veersters het tipgeld uit de
zak. Bedienend personeel in
Duitse horeca mag per
maand 200 mark tipgeld op
strijken zonder dat de fiscus
daar iets van hoeft te weten.
Over wat een ober of serveer
ster méér ontvangt moet loon
belasting worden betaald.
Bi Beieren is de belastingdienst
begonnen met navorderingen die
in sommige gevallen oplopen tot
enkele duizenden marken op
jaarbasis. In geval van twijfel
over het opgegeven tipgeld maakt
de fiscus namelijk zélf een schat
ting. En die valt dan in de meeste
gevallen hoger uit dan de belas
tingvrije 200 mark.
Het Duitse hotel- en restaurant-
verband Dehoga vreest, dat de
fiscus ook in andere Duitse deel
staten de jacht op het tipgeld zal
openen.
Wat weinig bevorderlijk zal zijn
voor de toch al sterk bekritiseer
de klantvriendelijkheid van de
doorsnee Duitse ober.
Dehoga-bestuurders vinden het
onrechtvaardig dat alleen hore-
ca-personeel wordt aangepakt,
terwijl ook taxichauffeurs, kap
pers en kapsters, verplegend per
soneel en pompbedienden tips
toegestopt krijgen. Die houden
evenwel geen kas bij van wat ze
krijgen, wat controle door de fis
cus razend moeilijk maakt.
In de meeste horeca-bedrijven
daarentegen wordt wèl bijgehou
den wat er aan tipgeld binnen
komt, ook al om het te kunnen
delen met het keukenpersoneel.
Dan maar helemaal afschaffen,
vindt Dehoga. Tips zijn in wezen
geen (vast) deel van het inkomen,
maar een bescheiden 'dankjewel'
van tevreden gasten voor de be
diening.
De Duitse horeca klaagt toch al
steen en been dat het zo moeilijk
is om aan (bedienend) personeel
te komen. „Duitsland is op ge
bied van dienstverlening een
woestijn geworden; niemand die
nog zin heeft in bedienen," aldus
Dehoga-directeur Christian
Ehlers. Zonder buitenlands per
soneel zouden veel hotels niet
kunnen draaien en zouden tal
van restaurants op zelfbediening
moeten overschakelen.
In de Duitse hotellerie en horeca
werken zo'n 677.000 mensen. De
bedrijfstak is goed voor een ta
melijk constante jaaromzet van
dik 100 miljard mark, maar har
de groeiprognoses zijn er niet.
Terwijl de kosten wèl blijven stij
gen.
Bovendien is de klant stukken
zuiniger geworden. Voor velen is
het buiten de deur eten te duur
geworden, maar ook de kastelein
van het eenvoudige buurtcafé re
gistreert een dalende omzet bij
stijgende kosten. Nog moeilijker
tijden maken de meeste stations
restauraties door.
In de hotellerie klimmen de bete
re hotels - meestal deel uitma
kend van grote ketens - uit het
dal, al blijven ook door de week,
veel hotelbedden onbeslapen.
Van de meer klassieke hotels in
de steden en op het platteland lij
den vele verlies.
Hotelpersoneel vindt op de ka
mers steeds vaker boterhamzak
jes en andere verpakkingen van
etenswaren in de prullenmanden.
Voor het horecaverband een be
wijs dat een toenemend aantal
gasten probeert geld uit te spa
ren. Zij nemen liever hun lunch
of 'tussendoortje' mee naar de
hotelkamer dan in het hotelres
taurant te eten.
Een lichtpunt is de groei in de
nieuwe, oostelijke deelstaten. Het
totaal aantal overnachtingen
steeg daar het afgelopen jaar met
ruim 15 procent, tegenover krap
1 procent in de 'oude' deelstaten.
Door Frans Lindenkamp
Sao Paulo - Circa drieduizend boze boeren van Nederlandse af
komst hebben onlangs in Brazilië uit protest tegen de huizen
hoge rentestanden in dat land ettelijke uren de doorgaande we
gen bezet gehouden in hun eigen landbouwkolonie Holambra
nabij Sao Paulo.
De blokkade werd uitgevoerd
met traktoren en oogstmachines.
De manifestatie was een nood
kreet tegen de financiële proble
men waar velen van hen in te
recht zijn gekomen, nadat de re
gering de rentetarieven tot re
cordhoogte heeft opgestuwd om
het Real inflatiebestrijdingspro
gramma te ondersteunen.
Daardoor heeft de coöperatieve
Holambra - waarin de meeste
Nederlandse boeren hun krach
ten gebundeld hebben - het water
tot aan de lippen zien stijgen. De
organisatie staat voor 246 mil
joen gulden in het krijt bij de
banken.
De huidige crisis is een uitvloei
sel van de extreem lage prijzen
voor landbouwproducten in com
binatie met de hoge rentes, die de
monetaire autoriteiten onder an
dere gebruiken om buitenlands
kapitaal voor investeringen naar
Brazilië te lokken. Als gevolg van
de hoge schulden heeft Holambra
haar avtiviteiten in graan-, si
naasappel- en varkensteelt moe
ten staken.
De coöperatie - die in het 10.000
inwoners tellende dorp ligt met
dezelfde naam en opgericht is
door agrariërs die Nederland
kort na de Tweede Wereldoorlog
vaarwel zeiden om in Brazilië een
nieuw bestaan op te bouwen -
richt zich nu op haar kernactivi
teiten: de bloementeelt en de pro
ductie van pluimvee.
Inmiddels heeft de coöperatie be
slag laten leggen op het land en
de bezittingen van veertig van
haar leden. Hun schulden varië
ren tussen de negen ton en de
twaalf miljoen gulden. „Zij zul
len helaas op een andere manier
hun brood moeten gaan verdie
nen," zo vertelt de dieptriest ge
stemde vice-voorzitter Kees
Schoenmaker. Volgens de bloem
kweker ui Westfriesland hangen
de rentestanden als een molen
steen om de nek van de Nederlan
ders.
Burgemeester - de Braziliaan -
Celso Caputo rekende de mani
festanten voor dat een boer die in
1993 een lening opnam ter waar
de van '280 varkens' er vandaag
de dag 1070 moet terugbetalen.
Tot ergernis van de demonstran
ten komen velen van hen niet in
aanmerking voor een noodhulp
programma van de Braziliaanse
regering, omdat hun schulden
veel te hoog zijn.
Voor terugbetaling onder de 3,5
ton gelden zachte rentetarieven
gedurende een periode van zeven
jaar. De grootste schuldeiser van
Holambra - de staatsbank Banco
do Brasil, die eerder deze week
een recordverlies van bijna acht
miljard aan Braziliaanse 'reais'
bekend maakte en met regerings
steun op de been is gehouden -
wil slechts vier jaar betalingsuit
stel geven. Dan moet Holambra
de rekening vereffend hebben.
De reëele rentetarieven die de
bank in rekening brengt komen
in de buurt van de 30 procent.
Daarmee wordt Holambra vol
gens Schoenmaker financieel uit
geknepen. De Nederlanders heb
ben de hulp ingeroepen van de
Braziliaanse vestiging van de Ra
bobank. Die schuift binnenkort
met de Banco do Brasil om de ta
fel om een uitweg te zoeken. Ho
lambra en haar leden willen de
betaling uitsmeren over een tijds
bestek van tien jaar bij reëele
rentetarieven van maximaal 12
procent op jaarbasis.
Rome (afp) - De ontwerper
van de Fiat 500, de kleinste
wagen die het Italiaanse auto
concern ooit maakte, is over
leden. Dante Giacosa, verant
woordelijk voor het autootje
dat in Nederland wel rugzak
wordt genoemd, werd 91 jaar.
Giacosa begon in 1928 voor Fiat
te werken. Hij ontwierp ook de
modellen 600, 127 en 128, maar
met de 500 kreeg hij de meeste
bekendheid. In de jaren dertig
vroeg Fiat hem een kleine, zuini
ge auto te bedenken voor een
prijs van toen 5000 lire. De eerste
Fiat 500 kwam op de markt op 15
november 1936, maar kostte wel
8900 lire.
Het wagentje was tot 1975 in pro
ductie. Er zijn bijna 3,7 miljoen
exemplaren gemaakt. Nog steeds
is de auto dank zij zijn minieme
afmetingen in de grote steden van
Italië geliefd, ook in de cabriolet-
en stationversie. Ook in Neder
land telt de Fiat 500 nog duizen
den liefhebbers.
enz.
ONLANGS sneuvelden
de Nederlandse Love
jeans op een propvolle
markt. G-Star, het nog
enige overgebleven grote
Nederlandse spijkerbroe-
kenmerk, groeit stilletjes
tegen de verdrukking in.
Ruim duizend verkoop
punten heeft G-Star, al
lemaal zelfstandige win
keliers, vierhonderd in
Duitsland, honderdvijftig
in België, tachtig in
Frankrijk, vijfenzeventig
in Oostenrijk en driehon
derdtwintig in eigen
land.
Door Albert Eikenaar
Amsterdam - Zelf noemt hij
zich bescheiden autodidact,
iemand die zichzelf het vak
heeft geleerd. Zijn visite-
kaarje vermeldt echter 'mana
ging director'. Maar Jos van
Tilburg gaat niet prat op die
titel, ook al leidt hij een ex
pansief bedrijf met een omzet
van zo'n 120 miljoen gulden,
dat zeven jaar geleden bij nul
komma-nul begon.
Van Tilburg ziet er wat woest uit
voor een zakenman die het zo
snel gemaakt heeft. Met een
baardje van een paar dagen, kale
kop, gekleed in een modieus spij
kerpak, een shirt zonder strop
das, communiceert hij bewust
non-conformisme.
Dat is overigens heel functioneel.
De baas draagt namelijk produc
ten uit eigen huis, die intussen
onder het merk G-Star een hit
zijn. Zevenhonderdduizend jeans
gaan er nu met dat label over de
toonbank.
Tendens: forse groei in een prop
volle, grillige, naar verzadiging
neigende massamarkt van in to-
fie achter: „Bij zo'n geregeld con
tact krijgen we de kans het perso
neel over kwaliteitsaspecten te
informeren. Daar steken we tijd
in. Het publiek wordt kritischer,
wil meer weten en als je als ver
koper de vragen goed kunt beant
woorden heb je een pre."
„We bedrijven een gevoelige pe
ople's business. Wat zeg je als de
klant vraagt of de stof stonewas-
hed of handbrushed is? Over zul
ke technieken of andere specifie
ke eigenschappen geven we zelfs
seminars. Bovendien signaleren
onze medewerkers bij een bezoek
aan de shops snel hoe de consu
ment reageert. Dat vertalen we
dan direct naar een trend. In een
platte organisatie als de onze
loopt dat flexibel."
Het partnership met de winkelier
heeft tevens een financiële reden.
„De marges staan ontzettend on
der druk. Wij doen aan dat prijs-
boksen niet mee. Dat stelt de de
taillist op prijs. Ons accent ligt op
kwaliteit, service en after-sales.
Continuïteit zetten we voorop.
Marktaandeel is vooralsnog bij
zaak. Nummer één hoeven we
niet te zijn. Wij lopen de mara
thon."
Hechte band
Van tijd tot tijd wordt het einde
van de spijkerbroek voorspeld.
Jos van Tilburg verwacht niet dat
dit kledingstuk ooit het loodje zal
leggen. Niemand die jeans heeft
gedragen, zal gemakkelijk van
dit attribuut afstappen, al kun
nen modeverschijnselen de fre-,
quentie van de aanschaf beïn
vloeden.
De merkfabrikanten proberen
daarom allemaal een hechte band
met hun kopers te kweken, rich
ten clubs op, sturen catalogi of
sexy posters rond, retailen via ei
gen (franchise)vestigingen en on
dersteunen al die activiteiten met
veel tam tam.
G-Star werkt met bescheidener
middelen, met een beetje minder
lawaai. Van Tilburg: „Dat blijkt
juist onze stille kracht te zijn."
I dealer kinderwagens:
Gesslein
flutsaerts Bébé car
Jlutsi Teutonia
Inorr
NU
[voetenzak 59.-
Itelbaar met ligstand
Estanden handig voor
Ie fiets van 139.- voor 99.
ui en alles voor stuntprijzen.
taal veertien miljoen stuks per
jaar.
In Nederland veroverde G-Star
een toppositie tussen internatio
nale giganten als Levi's, Wrang
ler, Lee en Diesel. Onder jonge
ren tot 25 jaar blijkt de spontane
naamsbekendheid groot, hoewel
G-Star nauwelijks publiciteits
campagnes voert en zich alleen
nu en dan vertoont in kleine pu
blieksbladen als Elle en Man.
Want G-Star mikt ook op de oude
jongeren van beide geslachten.
„We bieden thans een breed as
sortiment," zegt Jos van Tilburg.
„We begonnen kleinschaliger met
een beperkte basis die we gelei
delijk uitbreidden."
Geen bovenkledingstuk wordt
zoveel verkocht als die van oor
sprong Amerikaanse traditionele
werkmansbroek. Hij is 'salon-
fahig' geworden. Het zijn ook al
lang niet meer de klassieke pro
ducenten Levi's en Wrangler die
er mee de boer op gaan.
Wie heden ten dage zo'n vaal
blauwe denimpantalon wil aan
schaffen, kan kiezen uit tenmin
ste tien grote merken, met elk
hun eigen image, passend bij een
bepaalde lifestyle dan wel - emo
tionele - leeftijd.
De private labels van warenhui
zen en ketens hebben met elkaar
ongeveer de helft van de markt.
De merkfabrikanten bevechten
de rest. In Nederland - met het
hoogste percentage jeansdragers
in Europa - wist G-Star zich daar
in korte tijd tussen te dringen.
Een opmerkelijk resultaat.
Jos van Tilburg was altijd gek op
kleren, werkte als verkoper en la
ter als vertegenwoordiger in de
textielbranche. Zeven jaar gele
den vroeg een confectieconcern,
de Secon-Groep, hem een divisie
'Jeans' op poten te zetten.
Eigen risico
„Er bestond een relatie met een
productieonderneming in het
buitenland die bereid was op ei
gen risico in de ontwikkeling van
een nieuwe 'modelijn' in vrije-
Jos van Tilburg: „Wij lopen de marathon.foto do visser
tijdsfeer te investeren. De Secon-
Groep gaf mij de faciliteiten en
financiële middelen om voor de
logistiek en de marketing te zor
gen. Zo begon ik te pionieren, na
de vervaardiging van een piep
kleine oplage, eigenlijk niet meer
dan monsters. Bij testen en proef-
orders sloeg het product aan. Na
drie jaar begon G-Star echt te lo
pen".
Beginnersfouten kon Van Tilburg
vermijden door de inbreng van
twee ervaren bedrijven. De pro
ducent beschikt over de techni
sche kennis. Secon weet alles van
de financiële kant. Om die facet
ten hoefde hij zich niet te bekom
meren.
„Ik houd mij slechts met de orga
nisatie en de verkoop bezig, te
beginnen bij het ontwerp tot en
met de leverantie aan de klant."
Zeven jaar na de start zit de vaart
er in. Alle partijen tonen zich te
vreden. De loonconfectionair
houdt op basis van de orders van
G-Star voor een deel de ateliers
in het Verre Oosten en Noord-
Afrika draaiende in een periode
dat de textielsector moeilijke tij
den doormaakt. Anderzijds ver
dient de Secon-Groep aan de ac
tiviteiten van G-Star als werk
maatschappij.
Van Tilburg:, „Onze belangrijkste
taak op het hoofdkwartier is de
innovatie van de modellen en het
maken van draagbare ontwer
pen."
Alle jeans lijken op elkaar, maar
de kenners kunnen ze feilloos on
derscheiden. De uiterlijke ken
merken en modellen variëren per
seizoen wat betreft borduursels,
stiksels, applicaties en stofge
bruik. Het zijn deze details waar
het op aan komt.
Stoer
G-Star profileert zich als 'stoer',
oftewel 'cool', minder elegant
dan de designerjeans van Armani
en Ralph Lauren. De Secon-
dochter levert haar kleding ex
clusief aan geselecteerde zelf
standige textielspeciaalzaken,
waarmee doelgericht een vaste
relatie wordt opgebouwd.
Daar steekt een zakelijke filoso-
guldens
onder
de prijs.
Tweeling
tandem
Door Ron Buitenhuis
VERGELIJK HET met het
wasetiket in kleding. Sinds
kort moeten ook alle nieuwe
schoenen een uniform EG-eti-
ket hebben. Aan de hand van
symbolen kan de consument
zien welke onderdelen van de
schoen van leer, van textiel of
van kunstleer gemaakt zijn.
De Federatie van Nederlandse
Schoenfabrikanten (FNS) grijpt
deze EG-maatregel aan om haar
product nog eens flink te promo
ten. Op de achterkant van het
schoenlabel komen (in rood-wit-
blauw tinten) twee schoenen en
een tulp te staan, met de tekst
Hollands van hiel tot neus.
FNS-secretaris Ton de Groot:
„Mensen kunnen voortaan met
een zien of de schoen een Neder
lands fabrikaat is. Onderzoek
heeft uitgewezen dat fabrieksna-
men de gemiddelde Nederlander
niets zeggen. Kijk een naam als
Van Bommel is duidelijk, maar
namen als Napolina, Durea,
Avang of Durabel associeer je
niet meteen met Nederland."
Die promotiecampagne van de
FNS is hard nodig, want het
loopt niet lekker met de Neder
landse schoen. In 1990 werden
hier nog 6,8 miljoen paar schoe
nen gemaakt. Vorig jaar waren
dat nog vijf miljoen paar. Dat is
tien procent van de totale Neder
landse markt. De overige 45 mil
joen paar schoenen komen hoofd
zakelijk uit lage loon landen in
het Verre Oosten.
Moordend
De concurrentie is zo moordend
dat de laatste vijf jaar achten
twintig Nederlandse schoenfa
brikanten het loodje legden. In
januari ging bij voorbeeld, na
meer dan 75 jaar, het Gelderse
Anita over de kop. Vorig jaar tel
de Nederland nog maar vijfen
zestig fabrikanten, waarvan er
negenentwintig bij de FNS zijn
aangesloten. Die hebben samen
negentig procent van de produc
tie in handen.
De meeste fabrikanten zitten van
oudsher in de Brabantse leerre-
gio's Tilburg en Waalwijk.
De zwanezang van de Nederland
se schoenindustrie is in feite af te
lezen aan de prijskaartje. Gezien
de product- en loonkosten moet
een gemiddelde Nederlandse
schoen in de winkel minimaal
150 gulden opbrengen. Daar heb
je bij sommige schoenketens twee
paar 'Verre Oosten-schoenen'
voor.
Uiteraard schermt FNS-secreta-
ris De Groot met kwaliteitsver
schillen. „Onze schoenen zijn
specifiek afgestemd op het Ne
derlandse voetenpark. Een Ne
derlandse voet is namelijk niet
hetzelfde als een Spaanse, Turkse
of Japanse voet. In het Verre Oos
ten gebruiken ze algemene lees
ten, voor de voet van de gemid
delde wereldburger. Tussen maat
42 en 43 zit echter een wereld van
verschil. Daarom hebben de
meeste Nederlandse fabrikanten
extra tussen- en wijdtematen.
Bovendien gaan Nederlandse
schoenen meerdere seizoenen
mee, wat ze per saldo goedkoper
maakt. Een paar schoenen uit
China laat je niet lappen, want
voor twee tientjes meer heb je al
een nieuwe."
Afvalberg
Niet laten lappen heeft automa
tisch weggooien tot gevolg. Jaar
lijks belanden dan ook tientallen
miljoenen schoenen op de Neder
landse afvalberg. Om de milieu
belasting enigszins te verlichten
zamelt de Goudse firma Reco BV
sinds november 1994 gebruikte
schoenen in.
Bij achttienhonderd schoenzaken
(o.a. Massaschoen) en schoenma
kers staat een zogenaamde Shoe-
box. Dat levert tot nu toe onge
veer 1,5 miljoen schoenen per
jaar op. Driekwart is geschikt
voor hergebruik, de rest is zo ver
sleten dat ze naar verbrandings
ovens moeten. De gebruikte
schoenen worden voor ongeveer
vijftig cent per stuk doorverkocht
naar Derde Wereldlanden in
Afrika, het Midden- en Verre
Oosten. Behalve in Nederland za
melt Reco schoenen in in België
en Italië. Met Frankrijk en Span
je zijn onderhandelingen gaande.
Reco-directeur Nico Roosendaal:
„Er is wereldwijd een groot te
kort aan betaalbare schoenen. De
afgedankte westerse schoen is
dan ook een gewild artikel. Ze
worden in de tweedehands lan
den opgelapt en opnieuw ver
kocht. We zijn daar heel eerlijk
in. Reco is geen liefdadigheidsin
stelling. We streven niet naar een
goede-doel-imago. Wij spelen in
op vraag en aanbod en proberen
daar een boterham mee te verdie
nen. Het mes snijdt echter aan
meerdere kanten. Wij creëren
werkgelegenheid (drieëntwintig
personeelsleden), we voorkomen
dat miljoenen schoenen in de Ne
derlandse en Europese afvalberg
belanden en de bevolking van
derde wereldlanden kan voor een
redelijke prijs schoenen kopen."
De Nederlandse schoenindustrie hoopt dat het verplichte EG-kwaliteitslabel de omzet nieuwe im
pulsen geeft. foto jacques peeters