3; I Speel nooit met vreemde honden Duizenden mensen lijden aan chronische moeheid X psychologe Martine Delfos schrijft handboek over ontwikkeling van kinderen Sterilisatie vrouwen niet zo onfeilbaar Ernstige spierziekte vroeg op te sporen bij ongeboren kind m 49 MAMA Moeke Onderzoekster: 'Test voor hyperventilatie deugt niet' Sanex Douchegel 250 ml Gloria Vanderbilt Eau de toilette Ivapo 15 ml Karei DE STEM LIJF LEVEN E2 Advertentie geldig vanaf 24.4.96 t/rn 7„ 5.96 zolang da voorraad strekt. Prijswijzigingen voorbehouden. '.'•V/iïW \v*v i" uw MOEDERDAGWENSEN. 3TW. Voor de allerliefste een grote bos bloemen van model B met foto 1 x 40 mm 40.- Jansen Vanavond kook ik Willem model D zonder foto 1 x 20 mm 17.50 Antwoordnummer 10225, a plakken. Vanwege het lage de betaling kunt u een bf girobetaalkaart bijsluiten Kruis het gewenste model aan en vergeet niet de foto eventueel bij te sluiten I gebruik van onderstaande Telnr.: :ijn/haar bank-/girorekening het een kwestie van opVOeding en omstandig- ieden dat jongens vaker lan meisjes op het crimi- lelepad gaan? Of is het n(je baarmoeder al be- WOENSDAG 1 MEI 1996 net Delfos. „Meisjes zijn over iet algemeen beter be- ;tand tegen stress en »]n. 'Jongens zijn het kwetsbare geslacht' loof Mick Salet Het is een risicofactor om als pngen geboren te worden." /oor psychologe Martine Delfos, aar, is het een simpel somme- Jongens hebben meer stoor den dan meisjes en gaan eerder Dus is het een risico om als jongen geboren te worden, tfartine Delfos heeft alle risico's ,n een rijtje gezet in een nieuw iaslagwerk over de normale en .«stoorde ontwikkeling van kin deren. De titel: Kinderen in ont wikkeling. Een handboek voor eerkrachten, maatschappelijk werkers, psychologen en andere nilpverleners. Het is heel normaal dat ouders :ich zorgen maken over de ont wikkeling van hun kinderen. Dat tbben ze altijd al gedaan. Dat jjort bij het ouderschap. Je leest chter steeds vaker dat ouders er éeite mee hebben dat hun kind ét vóór loopt in ontwikkeling, i int zo? ,jk denk het wel. Ouders willen feeds meer scoren met hun kind. Rat is niet goed. Ouders moeten >ijn kind de kans geven zich in :én eigen tempo en op een eigen nanier te ontwikkelen. Dat is de leste weg. Want stel nou dat je w alles doet om een kind eerder leren lopen of lezen dan leef- ijdgenootjes? Dan is dat kind daar zó mee bezig, dat het niet rustig de tijd heeft voor de dingen waar het eigenlijk aan toe is. Dat is schadelijk. En die voorsprong met lopen of lezen? Die verdwijnt uiteindelijk toch weer. Kinderen die éven voor lijken te liggen, worden na verloop van tijd inge- ïaald door de rest. Het is niet rerstandig om kinderen eenzijdig ;e trainen. Ze leren het toch wel. irzit een soort innerlijke klok in. .aat kinderen daarom doen waar :e aan toe zijn. Daar genieten ze iok het meest van." ,Dat geldt niet alleen voor kleine anderen, maar ook voor grote onderen. Pubers bijvoorbeeld, lie kun je wel vertellen hoe de wereld in elkaar zit, maar dat willen ze helemaal niet van een rplwassene horen. Dat willen ze telf ontdekken. Laat ze. Dat ïoort bij de leeftijd. Dat hoort bij de normale ontwikkeling. Vaar ligt de grens tussen norma le en verstoorde ontwikkeling? De meeste mensen weten wel dat neuters en pubers erg eigenwijs m lastig kunnen zijn, maar wan- Psychologe Martine Delfos: 'Het is een risicofactor om als jongen geboren te worden.' neer noem je lastig gedrag nou een gedragsstoornis? „Die scheidslijn is heel moeilijk te trekken. Ik spreek van een stoornis als een kind iets in aan leg heeft. Autisme bijvoorbeeld. Dat heeft een kind in aanleg. Dat komt van binnenuit. Maar het is vaak moeilijk om te zien of ge dragsproblemen nou van binnen uit komen öf door invloeden van buitenaf. Neem bijvoorbeeld een kind dat hyperactief is en zich moeilijk kan concentreren. Dat gedrag zie je niet alleen bij kin deren die in aanleg zo zijn, maar ook bij kinderen met een struc tuurloze opvoeding in een slechte omgeving. Aan de buitenkant zie je dan niet meteen of het om een kind met ADHD gaat óf om een kind dat slecht opgevoed is." „Maar een moeder voélt dat ge woon. Die wéét wel wanneer het aangeboren is. Maar vaak durft ze het niet te zeggen. Vooral niet omdat ze steeds te horen krijgt dat het aan haar ligt. Je doet dit niet goed... Je doet dat verkeerd... Ouders krijgen meestal meer kri tiek dan steun vanuit de omge ving. Als dan uiteindelijk blijkt dat het ADHD is, een stoornis van de rijping van het centrale zenuwstelsel, dan is dat voor de ouders een hele opluchting." Hoor je momenteel niet iets te vlug: 'het zal wel ADHD zijn'? „Ja, van een extreem druk en im pulsief kind wordt nu al gauw ge zegd: het zal wel ADHD zijn. Het is een beetje in de mode. Door al le aandacht die het in de media krijgt, denken mensen al gauw dat élk druk kind met concentra tieproblemen ADHD heeft. Die diagnose is vaak fout. Als een kind van 7 opeens druk en impul sief wordt, dan is dat geen stoor nis, dan is dat normaal. Kinderen van die leeftijd worden nou een maal drukker en agressiever." In uw boek somt u een hele serie stoornissen op die vaker bij jon gens dan bij meisjes voorkomen. ADHD, broekpoepen, criminali teit, enzovoorts. U schrijft dat dit niet zo verwonderlijk is als je be seft dat elke baby in basisvorm een vrouw is. Hoe bedoelt u dat? „In de bijbel staat dat de vrouw uit de rib van de man is gescha pen, maar in werkelijkheid blijkt de vrouw de basisvorm te zijn. In de baarmoeder ontwikkelt de foetus zich namelijk tot een vrouw, ténzij er na enkele weken een signaal van het xy-chromo- soom komt dat het tot een kind van het mannelijk geslacht ge vormd moet worden. Dat bete kent dus dat een ontwikkeling die al in gang is gezet, dan van koers moet veranderen. Wat vrouw zou worden, wordt man. Door die afgebogen ontwikkeling wordt het mannelijk geslacht het kwetsbare geslacht. Want jon gens gaan eerder dood dan meis jes. Jongens hebben meer stoor nissen. Jongens lopen ook meer risico in het ziekenhuis te worden opgenomen of op een school voor speciaal onderwijs terecht te ko- En de oorzaak moeten we zoeken in de baarmoeder? FOTO'T STICHT „Ja. De sekse van een kind kim je beschouwen als een risicofactor. Als meisje geboren worden is een beschermende factor, als jongen geboren worden is een risicofac tor. Meisjes zijn over het alge meen minder kwetsbaar dan jon gens en beter bestand tegen stress en pijn. Het verschil tussen jongens en meisjes ontstaat ook door een verschillende rijping van de her senen. Als je kijkt naar de herse nen van jongens, dan zie je dat de ontwikkeling van de rechterhelft gestimuleerd wordt en de ont wikkeling van de linkerhelft ge remd. In de linkerhelft zit de taal. Jongens hebben dan ook vaker taalstoornissen dan meisjes. In de rechterhelft zit de creativiteit. Er zijn dan ook meer mannelijke dan vrouwelijke componisten." „Jongens en meisjes zien er niet alleen verschillend uit, ze zijn van binnen ook niet gelijk. Jon gens hebben vaker last van naar buiten gericht agressief gedrag. Meisjes hebben vaker last van naar binnen gericht verlegen ge drag. Bij meisjes zie je vaker angststoornissen, bij jongens va ker criminaliteit." En de trend dat meisjes steeds crimineler worden? „Meisjes halen de jongens nooit in. Het wordt nooit gelijk. Dat is een kwestie van hormonen. Hoe meer testosteron, hoe meer agres sie, hoe meer daadkracht. Omdat mannen nou eenmaal meer testosteron produceren, zullen ze altijd agressiever en daadkrach tiger dan vrouwen zijn. In een moeilijke situatie zal een man eerder iets doén, terwijl een vrouw eerder hulp inschakelt. Die neiging zit er gewoon in." U schrijft dat het in geen enkele cultuur gebruikelijk is dat de man de kinderen opvoedt. Toch zie je steeds meer mannen moed eren. Heeft dat invloed op de ont wikkeling van kinderen? „Er zijn wel vaders die de opvoe ding van de kinderen op zich ne men, maar over het algemeen rust de opvoeding toch nog op de schouders van de vrouw. En ik verwacht dat dit zo zal blijven. Al denk ik niet dat je een fundamen teel andere ontwikkeling krijgt als kinderen door hun vader wor den opgevoed. Het is wel zo dat vaders anders opvoeden. Dat kun je bijvoorbeeld zien aan de ma nier waarop moeders en vaders met hun kinderen spelen. Als een vader en een moeder evenveel tijd met hun kinderen spelen, dan vinden de kinderen het spelen met hun moeder vaak saai en het spelen met hun vader juist span nend. Omdat vaders dan van die onvoorspelbare dingen doen." Moet je die verschillen aanvaar den? Moetje nietje best doen om naar gelijkheid te streven? „Ja, mannen moeten hun kinde ren op kunnen voeden en vrou wen moeten carrière kunnen ma ken, maar je moet niet proberen tegen de biologische stroom in te emanciperen. Je moet met de bio logische stroom méé. Verschillen tussen man en vrouw zijn er, en blijven er. Het is toch zo dat man nen lichamelijk sterker zijn? Het is toch zo dat mannen harder lo pen en hoger springen dan vrou wen? Waarom aanvaarden we wel dat er lichamelijke verschil len zijn, maar aanvaarden we niet dat er psychologische ver schillen zijn? Die zijn er namelijk ook. Mannen willen doen. Vrou wen willen praten..Vrouwen kun nen vaak meerdere dingen tege lijkertijd. Mannen kunnen zich vaak op één ding concentreren. Het is niet erg dat die verschillen er zijn. Het wordt pas erg als het ene minder gewaardeerd wordt dan het andere. Het wordt pas erg als er een stijd tussen de sek sen van gemaakt wordt." Martine Delfos, 'Kinderen in ont wikkeling; stoornissen en belem meringen', Swets Zeitlinger, Lis- se, 1996, 59,50. Washington (ap) - Sterilisatie van vrouwen is nog altijd een zeer effectieve anticonceptie methode, maar niet zo onfeil baar als tot nu toe werd aange nomen. Uit een onderzoek van de Amerikaanse pverheid blijkt dat een op de vijftig vrouwen die een sterilisatie-ingreep hebben ondergaan, toch zwan ger wordt. Het risico op een zwangerschap is hoger bij jonge vrouwen en verschilt aanmerkelijk per ge bruikte methode. In de VS hebben ongeveer 10 miljoen vrouwen zich laten ste riliseren. Het is daar de meest gebruikte anticonceptiemethor de. Tot nu toe gingen artsen er op grond van beperkt en onvol ledig onderzoek van uit dat ge middeld een op de 250 sterili saties mislukt. Het nieuwe onderzoek, uitge voerd door Centers for Desease Control and Prevention (CDC), heeft tien jaar lang 10.685 vrouwen gevolgd die een steri lisatiebehandeling hadden on dergaan. In deze periode wer den 214 van hen zwanger. Groningen (anp) - Nederlandse onderzoekers hebben een manier ontdekt om een veel voorkomen de ernstige spierziekte waaraan kinderen kunnen lijden, in een vroeg stadium van de zwanger schap op te sporen. Bij deze ziekte, spinale spier- atrofie (SMA), zijn bepaalde de len van het ruggemerg ongenees lijk aangetast. In het verloop er van kunnen verlammingen op treden en in ernstige gevallen overlijdt het kind kort na de ge boorte of binnen enkele jaren. Door DNA-onderzoek is het nu mogelijk om veelal met niet meer dan een buisje bloed de diagnose te stellen. Ook kunnen ouders met een ver hoogd risico op een kind met SMA een vlokkentest laten doen in de tiende week van de zwan gerschap. Analyse van DNA van het ongeboren kind geeft 99 pro cent zekerheid dat het aan de ziekte lijdt. Door het zogenoemde DRA-on- derzoek van drs. J.M. Cobben en medewerkers hebben in Neder land ouders met een verhoogd ri sico op een kind met deze ziekte, die graag kinderen willen, er een keuzemogelijkheid bijgekregen. Cobben promoveert vandaag op dit onderzoek aan de Rijksuni versiteit Groningen. SMA is de op één na meest voor komende ernstige spierziekte op kinderleeftijd en een belangrijke oorzaak van invaliditeit bij vol wassenen. In milde gevallen wordt de ziekte pas op volwas sen leeftijd merkbaar, maar in ernstiger gevallen sterft het kind zeer jong of wordt het afhanke lijk van de rolstoel. De meeste vormen van de ziekte zijn erfelijk. De ouders zijn dan drager van de ziekte zonder dat zij het zelf weten. Wanneer beide ouders drager zijn is er 25 pro cent kans dat hun kind dezelfde vorm van SMA krijgt. Amsterdam (anp) - De tot nu toe meest gangbare hyperventilatie- test deugt niet. Dat concludeert H. Hornsveld, onderzoekster bij het Academisch Medisch Cen trum (AMC) in Amsterdam. Bij hyperventilatie halen men sen sneller of dieper adem dan nodig is om in hun behoef te te voorzien. Tot nu toe wordt aan genomen dat daardoor de hoe veelheid C02 in het bloed daalt. Dat veroorzaakt allerlei klach ten, bij voorbeeld tintelingen in de handen en voeten, beven, dui zeligheid en benauwdheid. Om te kijken of patiënten last hebben van hyperventilatie la ten artsen ze in de regel een zo geheten provocatie-test doen. Daarbij moeten de patiënten drie minuten lang hijgen. Krij gen ze tijdens de test dezelfde klachten als thuis dan hebben die mensen inderdaad last van hyperventilatie, luidt de stan daard-conclusie. AMC-onderzoekster Hornsveld liet patiënten echter deze test ook doen terwijl ze tijdens de test kunstmatig extra C02 kre gen bij-beademd, zodat de con centratie in het bloed gelijk bleef. Ook toen zeiden mensen echter last te krijgen van de ge bruikelijke klachten. Op basis daarvan concludeert Hornsveld dat de provocatie-test blijkbaar niet altijd een goede diagnose stelt. Door drs. Jan Paalman Hoeveel honden er in Nederland rondlopen weet niemand - de schattingen lopen uiteen van een half tot anderhalf miljoen. Maar dat ze kunnen bijten staat vast. Ze bijten zo vaak dat het wet eens in de krant komt, want journalisten vinden 'hond bijt man' geen nieuws, maar 'man bijt hond' wel. Rare jongens die journalisten. Jaarlijks laten 17.000 mensen zich voor een hondenbeet in het ziekenhuis behandelen en nog eens dertig- buizend mensen vervoegen zich hij de huisarts. Samen vijftig duizend gebeten Nederlanders per jaar. In een op de drie gevallen blijkt de gebetene het baasje zelf te zijn. Daar zit een zekere recht vaardigheid in. Want nooit, nooit zal het baasje toegeven dat zijn hond iets te enthousiast, te springerig en misschien wel een ietsie pietsie 'e bijterig is. En als het beest toevallig toch eens toehapt dan Wjg je bijna zonder uitzonde ring te horen dat Wodan, Nero, Killer of hoe het schatje ook mag heten anders nooit zoiets doet. Opvallend is dat de eigenaar, het baasje dus, een even groot nsico loopt als een niet-honden- bezitter. Driekwart van de jlachtoffers is jonger dan dertig jaar en vooral bij kinderen kan een hondenbeet heel ernstig uit pakken. Daarover verderop meer. 0e daders zijn ook jong. Artsen van de Eerste Hulp van het Til burgse St. Elizabethziekenhuis turfden in de jaren tachtig twee laar achtereen het aantal bijt enden en informeerden tevens baar leeftijd, ras en geslacht van de hond. Tilburg telt 150.000 inwoners en '8.000 honden, en in die twee aar beten de Tilburgse honden 172 Tilburgse burgers het zie kenhuis in. De dader was bijna altijd jonger dan drie jaar en drie keer vaker een reu dan een teef. Dat klopt heel aardig met andere binnen- en buitenlandse gegevens. Op de Tilburgse lijst van bijterige honden staat de Duitse herder met stip boven aan, op de voet gevolgd door de bouvier en de hond van onbe kend merk. Niet helemaal eerlijk, want de herdershond komt als meest ge houden hond - een op de drie honden is herdershond - vanzelf bovenaan de lijst. Maar hij lijkt ook naar verhouding meer te bijten: van de gebeten Tilbur- genaren was 30 procent gebeten door een herdershond, terwijl dit merk slechts 14 procent van het Nederland se hondenbe stand uitmaakt. In Amerika geldt de her dershond ook als een grage bijter en chirur gen van het VU- ziekenhuis in Amsterdam kwamen in 1990 tot dezelfde slotsom. Een herdershond, zo beweren ze, bijt anderhalve maal makkelijker dan - u raadt het nooit - de pro fessionele bijter bij uitstek: de waak- en verdedigingshond. De staande jachthond, van nature een beroeps, hapt onverwacht weinig naar mensen, minder dan de waakhond en iets meer dan een schoothondje. Aardhonden, terriërs, zijn net zo erg als her dershonden. De meeste hondenbeten ont staan, niemand weet waarom, 's middags en in de vroege avond uren. Verwondingen aan de handen komen het meest voor, dan volgen verwondingen aan het gezicht en het been. In de romp wordt zelden gebeten. Maar kinderen worden heel vaak, bijna altijd, in het gezicht gebeten omdat ze klein zijn en hun hoofd relatief groot. Vooral terlaat. de uitstekende delen als oren, neus en lippen moeten het dan ontgelden. Waarom beet het beest? De Til burgse onderzoekers vroegen aan de slachtoffers of ze achter af een reden konden verzinnen voor het gedrag van de hond. In de helft van de gevallen bleek de hond 'zomaar' te hebben gebe ten, zodat de onderzoekers zich aan het eind van hun verhaal af vragen of honden, gezien hun onvoorspelbaar gedrag, 'on danks vele plezierige en positie ve kanten' wel zo geschikt zijn voor gezinnen met jonge kinde ren. 'Misschien moet voor deze gezinnen de aan schaf van een hond zelfs wor den ontraden'. In een recent ar tikel in het Ne derlands Tijd schrift voor Ge neeskunde doen twee huisartsen, R. en H. de Mel ker, een aantal aanbevelingen om hondenbeten te voorkomen: toon respect voor de hond, ga niet ruw met hem om, laat het dier met rust, speel niet met vreemde honden en haal ze niet aan, pak vechtende honden bij hun achterpoten, houdt honden aangelijnd en re serveer een plaats voor de hond waar hij zich terug kan trekken. Allemaal regels die volgens hen in een gezin met jonge kinderen eenvoudig zijn uit te voeren. De twee huisartsen doen ook een poging om een eind te maken aan een langdurige medische controverse: wat is de beste be handeling van een hondenbeet? Een hondenbeet is een smerige wond, zoveel is zeker. Doordat hondentanden tegelijkertijd pletten, kneuzen, scheuren en snijden is de wond meestal rafe lig, waardoor de wond slecht ge neest en gemene littekens ach- Bovendien is de wond altijd be smet. Want aan die hondentan den zitten de bacteriën marsbe- reid te popelen om zegevierend het slachtoffer binnen te trek ken. Alle artsen zijn het er over eens dat de behandeling moet beginnen met een zogeheten 'wondtoilet', waarbij dode en weinig levensvatbare stukjes weefsel worden weggeknipt, het vuil wordt uitgebruisd of met een pincet verwijderd. Ze zijn het er ook over eens dat het aan gebeten lichaamsdeel moet wor den stilgelegd (de arm in een mi tella bijvoorbeeld) en dat een spuitje tegen tetanus en (als het heerst) hondsdolheid zin heeft. Maar of het verstandig is om de wond gelijk dicht te hechten, daarover wordt al jarenlang ge steggeld. Ook het toedienen van antibiotica om een infectie te voorkomen is al jarenlang on derwerp van medische twist. De beide De Melkers zochten al le artikelen op die de afgelopen twintig jaar in de vakbladen over hondenbeten waren ge schreven. Tien jaar geleden was dat een maand werk, tegen woordig laat je de computer zoeken en ben je in een uurtje klaar. Uit de 464 gevonden artikelen bleek dat het direct sluiten van de wond niet leidt tot meer in fecties. Je zou denken dat je op die manier de bacteriën in het lichaam opsluit, maar dat blijkt dus erg mee te vallen. Het geven van antibiotica zoals doxycycli- ne heeft slechts beperkte waar de. Om een geval van infectie te voorkomen moet je, zo blijkt, twintig anderen onnodig met antibiotica behandelen. Anti biotica hebben alleen zin bij wonden aan de hand, bij diepe wonden en wonden die ouder zijn dan acht uur, en als de pa tiënt om wat voor reden dan ook weinig weerstand tegen infec ties heeft. Door dr. Jan Verhulst Uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse huisartsen per jaar drie miljoen mensen op hun spreekuur krijgen die klagen over ver moeidheid. In meer dan negentig procent van de gevallen kan de arts geen verklaring vin den voor de klacht. Naar schatting lijden in Nederland tussen de 15- en 20.000 mensen aan 'chronische vermoeidheid'. Als we de literatuur over dit verschijnsel be kijken, valt op dat daarin de naam van dit syndroom sterk varieert: sommige onderzoe kers spreken dus van 'chronische vermoeid heid', anderen van 'chronisch moeheids syn droom (CMS), weer anderen bijvoorbeeld van ME, wat staat voor myalgische encepha lomyelitis. 'Myalgisch' heeft dan te maken met de vaak optredende spierpijn, encepha lomyelitis slaat op een veronderstelde ontste king van het zenuwstelsel. Nog andere na men voor hetzelfde beeld zijn: epidemische neuromyasthenie, chronische mononucleosis en fibromyalgie. Het is altijd een slecht teken als een lichame lijke of geestelijke aandoening steeds van naam verandert. Dat betekent in de meeste gevallen namelijk dat de desbetreffende aan doening zich in het grote schemergebied tus sen wetenschap en geloof bevindt. Daardoor krijg je als het ware een kampvorming van 'gelovers' en 'niet-gelovers'. Denk in dit verband bijvoorbeeld ook aan de vele naamswisselingen van wat vroeger M.B.D heette: eerst luidde de vertaling daar voor 'minimal brain damage', toen 'minimal brain disorder', vervolgens 'minimal brain dysfunction'. En tegenwoordig spreekt men liever van 'attention deficit/hyperactivity disorder' (ADHD). Al deze kreten slaan en sloegen op kinderen die zich moeilijk en druk gedroegen en die bovendien makkelijk afleidbaar waren. Weer een ander voorbeeld betreft de omstre den kreet MPS: multiple persoonlijkheids stoornis, voorheen dissociatieve stoornis, nu DIS, ofwel dissociatieve identiteitsstoornis. Zoek het maar uit. We kunnen uit die naamswisselingen in feite maar één ding afleiden en dat is dat niemand weet hoe de vork precies aan de steel zit. En In Duitsland wordt ME ook wel het knock-out-syndroom genoemd. FOTO KEES VAN DONGEN dus krijg je inderdaad twee kampen die el kaar te vuur en te zwaard bevechten. Deze conclusie gaat zeker ook op voor het verschijnsel van de chronische vermoeidheid. Aan de ene kant de mensen die er vast van overtuigd zijn dat chronische vermoeidheid een échte ziekte of aandoening is, waarvoor de artsen alleen geen geschikte diagnostische middelen hebben. Met andere woorden: de ziekte is er wel degelijk, maar de artsen kun nen hem domweg niet vinden. Aan de andere kant staan de sceptici, de on derzoekers die inderdaad geen medische oor zaak voor de vermoeidheid kunnen vinden en die er daardoor toe neigen de klachten op te vatten als een 'psychisch' verschijnsel. Dit tot grote woede van de lijders aan deze vorm van vermoeidheid, die zich daardoor namelijk uitgemaakt voelen voor aanstellers, simulan ten en neuroten. De psychologen De Ridder en Heijmans zet ten in een recent nummer van De Psycholoog de zaken rondom het verschijnsel van de chronische vermoeidheid op een rij. Ze ko men dan tot de conclusie dat tot op heden nog geen enkel onderzoek wijst op het bestaan van een medische (lichamelijke) oorzaak. Wel blijkt het zo te zijn dat mensen die klagen over chronische vermoeidheid vaak depres sief en/of angstig zijn. Oorzaak en gevolg zijn daarbij overigens niet duidelijk: ben je moe en word je daardoor depressief, of maakt je depressie je moe? Lijders aan chronische vermoeidheid blijken, zoals gezegd, niets te moeten hebben van een psychologische verklaring van hun klachten. Volgens de genoemde psychologen is dat lo gisch: de klachten komen namelijk het meest voor bij mensen die voorheen een zeer actief en arbeidzaam leven hebben geleid. Nu kun nen ze opeens niets meer. Om zich te bescher men tegen deze 'afgang' en tegen de gevoe lens van minderwaardigheid, schaamte en schuld, hebben ze een sterke behoefte aan een medisch label voor hun ziekte. De behan deling van patiënten die aan 'chronische moeheid' lijden, dient dan ook op de eerste plaats gericht te zijn op het opheffen van die (vaak onbewuste) schaamte- en schuldgevoe lens.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 21