Weekend Canades RMS-president Frans Tutuhatunewa ziet na Soeharto een crisis in Indonesië I? Als het aan de kat lag, dan... DE STEM DE STEM „Het is een heel bijzonder gevoel als je met de boot een Moluks eiland nadert. Eerst ruik je een hele tijd het wad en dan ineens hoor je het ruisen van de zee tegen het land." Frans Tutuhatunewa (73) spreekt vol liefde en weemoed over zijn land, de republiek Zuid-Molukken waarvan hij president in ballingschap is en dat hij wil bevrijden van het Indonesische juk. De liefdesverklaring aan Maluku Selatan wordt dan ook gevolgd door strijdbare taal: „Als het tot een gewapend conflict mocht komen met de Indonesische republiek, dan hebben we momenteel in de Zuid-Molukken genoeg strijders en wapens om het een paar dagen vol te houden tot er hulp van buitenaf komt." Boek ZATERDAG 27 APRIL 1996 F2| Door Dirk Vellenga „Meneer, er staat hier iemand aan de balie. En die wil u beslist spreken", zegt de secretaresse met een trilling in haar stem. „Dat is onmogelijk, Anoesjka, sorry. Vraag hem waar het over gaat en dan kan er eventueel een afspraak gemaakt worden. Wij hebben hier meer aan ons hoofd, zoals je ongetwijfeld weet." Het is even stil. Anoesjka overlegt en meldt zich weer met een zucht. „Hij eist écht een gesprek, onmiddellijk. Enne..., hij is gewapend." „Het is toch niet die enge kerel van de tv?", vraagt de baas geschrokken. „Als het die Pieter Storms is, moet je even Nieuwenhuizen van pr roepen. Die moet 'm overal gelijk in geven en er een briefje van duizend bij doen. „Het is iemand anders", zegt Anoesjka zacht. „Het is de Gelaarsde Kat, meneer." Laarzen marcheren door de gang en stampen de trappen op. Dan betreedt de Gelaarsde Kat de kamer van de baas van de fabriek. Over zijn schouder hangt een geweer en op zijn hoofd rust een jagershoedje. „Rare naam heeft uw bedrijfje", zegt hij en springt op een stoel. „Petfood kan ik nog een beetje begrijpen. Uw voedsel is inderdaad pet. Maar waar komt dat Spillers vandaan? Dat moet toch gewoon Spin ners zijn? Wij katten zijn de beste spinners van de wereld." „Het is hier een gekkenhuis", zegt de baas achter zijn bureau. „Al onze mensen zijn deze dagen op stap. Op ziekenbezoek bij de katten die zich niet zo lekker voelen." De Gelaarsde Kat zwiept met zijn staart. De pa pieren op het bureau huiveren. „Ik wil de schuldige", gromt hij. „De oorzaak van de geheimzinnige ziekte wordt onderzocht", zegt de baas. „Door de knapste koppen. Alle bestanddelen worden ui terst secuur geanalyseerd." „Ik wil het nu weten", blaast de kat. „Het kan eventueel misschien wellicht iets te maken hebben met de droogte", zegt de baas. „We hebben het hier immers over droogvoer. Als het voer té droog wordt, kan ik me ergens een beetje voorstellen...." „Hou even op, ja. Of ik gebruik je draaistoel als krabpaal. Ik wil de waarheid." „Tsjernobyl? Wat denkt u van de effecten van Tsjernobyl? Het is tien jaar geleden, okee. Maar ondertussen hebben we gezien dat zo onge veer alle Russen een tikkeltje gek zijn gewor den. Stel eens dat dat gif in onze droogvoer- pakken is gewaaid. Dat kan toch?" Zijn hoge rug laat het geweer even vervaarlijk rammelen. „Jaja, de groeten aan Vrouw Hol le", zegt de Gelaarsde Kat geïrriteerd. „Dan is er nog één mogelijkheid", oppert de baas en schuift naar achteren met zijn stoel. „Het zou een Franse actie kunnen zijn. Je weet dat de blikken en pakken kattenvoer tweetalig zijn. Nederlands en Frans, tonijn en thon, vis em poisson. Ze zitten met hun handen in jullie voer. Die Fransen kunnen er makkelijk iets in doen om Nederland op z'n kop te zetten. We moeten de grenzen dichtgooien." De Gelaarsde Kat staat op, stampt met z'n gro te laarzen op de vloer en laadt z'n geweer. „Zo is het genoeg, markies." De baas verbleekt, zijn mond valt open. „Mar kies? Weet je dan nog...?" „Wat dacht je, geachte Markies van Carabas! Ik en mijn soortgenoten hebben jou lang gele den groot gemaakt. Jij was een arme jongen en ik heb voor jou roem, rijkdom en land bij elkaar gelogen. Het ging zo mooi dat zelfs de koning er in geloofde." „Ik moest er inderdaad heel even aan denken toen ik je laarzen zag." „Jij kreeg vanuit het niets de titel Markies van Carabas. De helft van de mensheid schafte zich een huisdier aan en jij moest het voedsel leve ren. Jij werd superrijk van de gekke katten- ziekte." „Wij van Spillers Petfood zijn je nog altijd dank baar. Dat kan ik je op een briefje geven." „Zal ik jou eens vertellen wat er aan de hand is? Aan die vleessmaken Mix, Variantjes, Vier kantjes, Zeebanket en Droogtaartjes mankeert het volgende. Er zit te weinig hart in. Hart, lief de, toewijding." De baas zakt onderuit en maakt een gebaar van overgave. „Ik heb een droge brok in m'n keel. Ik weet nu wat ik jullie te slikken heb ge geven. Alles wordt anders. Dat beloof ik. Noem je me dan nog één keertje Markies van Cara bas?" Door Jeroen van Sambeeck 'Vjf®L:>' 'wp, </"l; RMS-president Frans Tutuhatunewa: Uit betrouwbare bron weet ik dat mensen in de Indonesische legertop elkaar de macht zullen betwisten. FOTO ARCHIEF DEM Jammer genoeg heb ik mijn jeugd niet op de Molukken door kunnen bren gen," zegt Frans Tutuhatunewa. „Mijn vader was overheidsambtenaar bij de douane en kreeg om de paar jaar een andere standplaats. Hij heeft nog achter opiumsmok kelaars aan moeten zitten en tijgers moeten schieten. Dat zwerven in mijn kinderjaren heeft mij niet vervreemd van de Molukken. Integendeel. Het was een verrijking. Als je wereldburger bent, heb je juist behoefte aan een plek waarvan je in je ziel weet dat je daar thuishoort. Een land waar je naar kunt ver langen. Juist de combinatie zwerven en ver langen hebben me Moluks nationalist ge maakt. „Het zwerven zit de Zuid-Molukker trouwens in het bloed. Hij moet vaak van het ene naar het andere eiland gaan, voor familiebezoek en voor bepaalde voorzieningen en vaak ook voor werk en studie. Ik kwam pas tijdens het eerste groot verlof van mijn vader als baby op de Molukken, op onze plaats van herkomst, de asal, en in het ouderlijk huis. Later hebben wij onder andere gewoond in Batavia, Merau- ke op Nieuw-Guinea, Banjarmasin op Bor neo, Den Haag, tijdens het tweede groot ver lof van vader in 1930, in Palembang op Suma tra en in Surabaja." Naar zee „Ik was voorbestemd om na het voortgezet onderwijs naar zee te gaan. Het was de bedoe ling dat ik naar de zeevaartschool in Vlissin- gen zou gaan en daar bij familie in de kost zou komen. Het is er nooit van gekomen. De oor log gooide roet in het eten toen we op punt stonden te vertrekken. We hebben tijdens de Japanse bezetting ondergedoken gezeten en hebben ons door de bezettingstijd heenge- worsteld. Ik kan me nog goed herinneren dat ik in de kampong waar wij ondergedoken za ten, heel veel koeien heb gemolken." De oorlog verwoestte de jeugd van Frans Tu tuhatunewa; alle leuke dingen die jongeren normaal gesproken kunnen beleven, gingen grotendeels aan hem voorbij. En na de oorlog werd het er niet beter op. Positief was nog wel dat Tutuhatunewa de gelegenheid kreeg om te gaan studeren op kosten van de (Nederlandse) Staat aan de Ge neeskundige Hogeschool in Batavia. Zijn keuze voor medicijnen was vrij willekeurig. „Och, medicijnen lag me eigenlijk het beste. Voor ingenieur had ik de hersens niet. Ik had natuurlijk wel allerlei ellende gezien in de be zettingstijd; dus een zeker idealisme om men sen te helpen was er toch wel bij." De studie medicijnen kon hij niet in Bata via/Jakarta afmaken. De zaken hadden eind jaren veertig voor Tutuhatunewa een zeer ne gatieve wending genomen. „Soekarno, die in middels aan de macht was, stelde een troe penmacht samen om de Molukken binnen te vallen. Er volgde een grote studentendemon stratie die de publieke opinie in Nederland wakker heeft geschud en de mensen daar dui delijk maakte dat de Molukken aan hun lot over werden gelaten. Soekarno stelde de Zuid-Molukkers voor de keuze: Indonesische of Nederlandse nationaliteit. Molukse natio naliteit kon niet, hoewel de Molukkers daar wel recht op deden gelden vanwege verdragen die met Nederland waren afgesloten." De jonge Tutuhatunewa, als politiek actief student, kwam er trots voor uit: 'Ik ben Mo- lukker'. Consequentie: hij moest stoppen met zijn studie. „Tijdens de Japanse bezetting was mijn verzet beperkt gebleven tot dingen als het vertikken om een woord Japans te spre ken. Voor de Molukse zaak ging ik de straat op. Door mijn activiteiten kwam ik in de ge vangenis terecht. Ik zat eind jaren veertig re gelmatig vast. Gemarteld werd ik niet echt, maar ik stond doodsangsten uit geblindoekt op een truck en bewakers lieten me wel alle hoeken van de gevangenis zien." Hij is niet haatdragend tegenover de Indone sische revolutionairen van na de Japanse be zetting en politionele acties. „Maar ze hoeven me niks te vertellen. Als ze met me willen pra ten, dan als gelijken. De revolutie was een hetze. Een volksamok tegen alles wat Belan- da was en met de Hollanders gelieerd was." Het uitroepen van de Republik Maluku Sela tan in 1950 betekende voor Tutuhatunewa dat er voor hem niets anders op zat dan naar Nederland te komen. In Indonesië mocht de activist zijn studie niet afmaken. Hij ging naar de Vrije Universiteit Amsterdam en bleef in Nederland. „Eigenlijk zou ik me in tropische ziekten specialiseren en naar Nieuw-Güinea gaan dat toen nog onder Ne derlands bestuur stond. Het werd me afgera den. Terecht want Nieuw-Guinea ging in de jaren zestig al over naar de Indonesische re publiek." „Ik werkte een tijd als arts aan het toenmali ge RK Ziekenhuis in Den Bosch. Ik was daar intern. Op een dag belde de secretaresse van mijn oude medische faculteit me op met het verzoek om contact te zoeken met de inspec teur voor de Volksgezondheid in Leeuwarden. Ik had geen idee wat er aan de hand was. De inspecteur maakte me attent op een vrijko mende praktijk in Burem in Friesland. Het kwam me goed uit. Ik was net getrouwd, met een Nederlandse vrouw. In drie maanden was de zaak beklonken: ik werd huisarts in Burem en ben daar zestien jaar gebleven. Friesland was in die tijd nog een achtergebleven gebied. De mensen deden er hun behoefte nog in ton netjes. Ik heb er nog moeite voor gedaan om riolering in het dorp te krijgen. Discriminatie Twee zoons en een dochter kreeg Frans Tutu hatunewa. „Ze groeiden op tot echte Moluk kers, in Dokkum geboren. Later in Rotterdam hebben de kinderen wel even moeten doorzet ten, want de mensen moesten wel even wen nen aan Molukse jongeren die Fries spraken." Van discriminatie heeft Tutuhatunewa niet veel te lijden gehad. Ook niet in de tijd van de gijzelingsacties door jonge Molukkers. „Ik heb nooit veel uit hoeven leggen. De Fries be grijpt goed wat het onafhankelijkheidsstre ven van een volk inhoudt. Waarschijnlijk om dat Friesland zich ook een wat aparte plaats toedicht in Nederland." Tutuhatunewa was nog maar kort huisarts, toen hij werd benaderd door ir. Manusama, na diens komst vanuit de Molukken naar Ne derland. Het was logisch dat de Molukse re gering in ballingschap Tutuhatunewa bena derde. Hij was immers een van de weinige hoogopgeleide Molukkers en actief geweest in de onafhankelijksstrijd. De 'Friese' arts zegde meteen zijn hulp toe. President Manusama maakte hem zijn vertegenwoordiger in het noorden. „Het was ook een van mijn taken om een raamwerk te maken van de Molukse gemeen schap in Nederland, Ik moest uitzoeken in 'Ik ben een brug-figuur' hoeverre het ideaal van een eigen republiek Zuid-Molukken leefde. Ik ben heel wat Mo lukse wijken en kampen afgereisd voor die in ventarisatie. De aanhang voor de RMS bleek bijna honderd procent. Dat heeft president Manusama en zijn kabinet erg gesterkt." Stuitte U helemaal niet op twijfels bij Moluk kers? „O ja. Bijna iedereen besefte dat de weg naar onafhankelijkheid een hele moeilijke en lange zou worden. Driehonderd jaar hebben de Ne derlanders ons geregeerd in Nederlands-In- dië. Waarom zouden we ook geen driehon derd jaar moeten wachten op het einde van de Indonesische overheersing. Maar natuurlijk heb ik de Republik Maluku Selatan al liever morgen." Dat zeiden begin jaren zeventig ook de jonge Molukkers die treinen kaapten en gijzelingen uitvoerden. Was het fanatisme in Molukse kampen en wijken wel onderkend? „Bij mijn bezoeken was fanatisme soms wel voelbaar in bepaalde Molukse kringen. Maar niet in die mate dat het afgeremd moest wor den of dat het ideaal van de RMS niet langer hooggehouden moest worden. De explosie van geweld was echt niet verwacht." Tutuhatunewa geeft achteraf toe dat het ge weld toch niet uit de lucht is komen vallen. „De vaders van de jongeren die naar de wa pens grepen, zaten in het Koninklijk Neder lands Indisch Leger, de Knil. Hun zonen hoorden verhalen over de contractbreuk die de Nederlandse overheid pleegde tegenover deze mannen en de Zuid-Molukken, die onaf hankelijkheid waren toegezegd. Het heeft veel pijn gedaan dat Nederland de verdragen van tafel heeft geveegd. De leefomstandighe den in Molukse kampen en wijken leidden bo vendien gauw tot groepsvorming. De mensen naaiden er elkaar op en het verlangen naar de RMS werd er geïdealiseerd. Van het een komt vervolgens het ander." „Toen ik van de eerste gijzelingsactie hoorde, vond ik dat verschrikkelijk jammer. Vooral omdat onschuldigen er de dupe van werden. Maar ik dacht toen niet dat het averechts zou werken voor de Molukse zaak. Ik maak me sterk dat er niets was gebeurd als de terroris ten vooraf overleg hadden gevoerd met Ma nusama. De president, die steeds geweldloos heid predikte, had veel overwicht. Het feit dat de 'stoute' jongens enige maanden geleden toch de grote baas de laatste eer kwamen be wijzen, spreekt daarvoor." De eigen kinderen heeft het echtpaar Tutuha tunewa nooit opgezweept voor de Molukse zaak. „Ik vind dat mijn kinderen zelf hun oor deel moeten kunnen vormen. Mijn beide zo nen zijn een keer op vakantie bij hun oma op de Zuid-Molukken geweest, al kon dat pas na de nodige pesterij over hun visa door de Indo nesische ambassade. Mijn zonen waren toen 14 en 16 jaar en ontdekten toen zelf dat het geen vrij land is. Hoe jong ze ook waren, ze hadden in de gaten dat er iets niet klopt in een land als je je moet melden bij de politie als je van de ene kant naar de andere kant van een eiland wilt reizen en steeds pasjes moet vra gen." Crisis Tutuhatunewa denkt dat de Indonesische re publiek niet lang meer etnische en culturele minderhedem tegen zich in het harnas kan ja gen. „De dood van president Soeharto van In donesië, die inmiddels 74 jaar is, kan een keerpunt én een crisismoment betekenen," denkt de president van de RMS. „Uit be trouwbare bron weet ik dat mensen in de le gertop elkaar de macht zullen betwisten. Het Indonesische leger is echter verspreid over talloze eilanden. Een eenhoofdige, centrale leiding is voor zo'n leger dus van vitaal be lang. Alle onafhankelijkheids-bewegingen zullen van een strijd om de macht in Jakarta proberen te profiteren." „Het verspreide Indonesische leger zal het dan zonder duidelijke bevelvoering misschien moeten opnemen tegen opstandelingen in Atjeh, Timor, Nieuw-Guinea en de Molukken. Ook Sulawesi is een potentiële haard van on rust. Het is opmerkelijk hoe de geschiedenis kan veranderen. De Molukkers bestreden als ruggegraat van de Knil tijdens de Nederland se overheersing de Atjehers te vuur en te zwaard. Nu zijn die Atjehers onze vrienden! omdat we in de Indonesische republiek gezamenlijke vijand hebben." „Als het tot een gewapend conflict mochtko-| men met de Indonesische republiek I we momenteel in de Zuid-Molukken strijders en wapens om het een paar dagen vol' te houden tot er hulp van buitenaf komt. li-! lereerst zullen de onafhankelijkheids!»-! gingen op de Molukken, Atjeh, Timor enlrianl Jaya elkaar helpen. Maar ook in de Filippij nen, Papua Nieuw-Guinea en Oceanië zulle mensen klaar staan. Bovendien is er in 4] Westerse wereld veel morele en politiek' steun voor minderheden in Indonesië omdat| dat land een slechte reputatie heeft als heli mensenrechten gaat." Indonesië zal - ook als er geen onrust ontstaatl rond de opvolging van Soeharto - zijn feder; tie van eilanden op den duur nooit in sta kunnen houden, weet Tutuhatunewa „Op een gegeven moment voelen de homoge bevolkingen van bepaalde eilanden ffi machtswellust van tachtig miljoen Javaner De transmigratie van talloze Javanen andere eilanden, heeft de homogeniteit etnische groepen slechts weinig aangetast, de eilanden wordt de aanwezigheid van Java nen gevoeld als een van bovenaf opgele" maatregel die nog meer sociaal-economis last van de Javaanse meerderheid veroorj zaakt." Bereid Tutuhatunewa is niet met haat vervuld jege het regime in Jakarta. „Als de Molukken*® daag onafhankelijk worden, sta ik morgen'? de stoep bij Soeharto en zeg: Kom meneert moeten verder. Ik zou me ook meteen mei® in de Molukken en daar mijn diensten aanbiej den, zelfs als president. Maar er zijn daar tuurlijk mensen die het dan ter plekke v» het zeggen hebben; mensen die er voor? vochten hebben. Mijn standpunt zal daan: zijn: Ik heb de RMS in Holland geleid en alsfj me nodig hebt, ben ik ook bereid om 11 Molukken actief te zijn." De president in ballingschap erkent dat merkwaardig is om eventueel staatshoofd worden van een land waar hij pakweg*! halve eeuw niet is geweest omdat hij er®J binnen mag van 'Jakarta'. „Mijn ambt» president hier in Nederland is gegrond op ideaal dat niet verwezenlijkt is. De a»1 ons bestaan als RMS is te strijden voor jj ideaal van de onafhankelijkheid van de B® Molukken." Toen Indonesië in 1950 hara» dig een einde maakte aan de pas uitgeroj-r RMS, zat er voor Manusama en zijn aan® gers niets anders op dan elders - in Neder' - verder te gaan. Frans Tutuhatunewa weet een beetje te fj taseren als hij zichzelf al ziet bij de vie van de onafhankelijkheid van de RMS1jj hij zich opwerpt als presidentsdentsk3®* daat op de vrije Molukken. „De realiteitlS ik 75 jaar ben; ik ben een brug-figuur'1^. Manusama en de volgende generatie. f moet er een veertiger komen. Mensen de veertig hebben al een bepaalde Pos'tieh worven en kunnen ook maatschappelijk zijn. Jongere mensen acht ik minder gaS 1 voor het presidentschap. Jonge mensen l ten de tijd hebben om zich een maatscMjn lijke positie te verwerven. Ik kan u gara ren dat er prima kandidaat-opvolgers staan." Canadese onderzoekers over de verdwijning v aardkorstverschuivin en nieuwe theorie ove 1 zegt vaak meer over de er van, dan over de liggi legendarische verzonken rijk. Wan nemelijk die hypotheses soms ook 1 lantis, als het al bestaan heeft, is zoek. Twee Canadese wetenschappers, R; se Flem-Ath, zeggen nu dat zij At ben gevonden. Zij kunnen het zei zen. Het is het vasteland van Antai Al die tijd dat de mensheid Atlantis het er dus al. We zagen het allee: I hoofd, zoals wel vaker gebeurt m hand liggende zaken. In voorbije eeuwen is naar het verd I gespeurd op de bodem van de Mii i Zee en op Kreta en Thera, in de A Oceaan tussen Portugal en Madeir; Canarische Eilanden, in de Stille V de Bermuda-driehoek, in Palestina en in Scandinavië. I De Canadezen zijn niet de eersten d Atlantis gevonden te hebben. De li I de directeur van het Russische Ins1 Oceanologie Andrei Aksyonov. Hij 1979 aan de wereldpers onderwater I duidelijk' bouwresten toonden. Z I zoeksteam had de foto's gemaakt I dem van de Atlantische Oceaan honderden mijlen ten zuidwesten i gal, zei hij. I Van die Russen hebben we sinds I meer gehoord, net zo min als van J ken die in de jaren zestig buitenaar I kers de schuld gaf van de verdwijni I lantis. En de Franse onderzoeke Cousteau is inmiddels ook gestop zoektocht over de bodem van de M eZee. Maar dan nu: Antarctica! Toen de Canadese onderzoekers bej hun boek 'When the sky fell' put werd er - anders dan bij vorige Atla I neën - niet met de gebruikelijke ho op gereageerd. De wetenschappeli: wacht nog even af; de enige ingezo 'n een tijdschrift voor antropologie kwam van prof. Karla Poewe-Hex Amerikaanse christelijke univer Vaste lezers van deze rubriek we wel dat ik niet altijd even ent! over een van onze nationale trot Ik heb daar ooit het een en am schreven, hetgeen, zoals over vaak, tot wisselende reacties j Nogal wat kreten van bijval, ma sen die vonden dat ik niet zo mc omdat de telefoonpoot van Ta: werk prima doet en daar een re voor rekent. Dat kan. Zoveel le meningen, en ik blijf bij de mijn n°op stukken beter bij PTT. Wa rigens afvraag is of het niet een I Van *wee ^"s schra] de F van fax te vervangen fen staat zoiets eigenlijk nog wel in q Xen en mobiele telefoons? Kin een stuk beter, nietwaar: PFT? P e' voorgaande even terzijde gs zwaren die ik destijds opgelep nogmaals lastig vallen, maar het an de PTT had is er de afgelopi op vooruit gegaan. Zowat allé loonmaatschappijen op de hele I pr11 '-htdddels gedaan wat voor v ,un respectievelijke tele orzmn van een mooi zoeksyst P het World Wide Web geplaat; meestal een mooi visiteki m van een keurige, kleurige <viur. ®rote sponsors zo graag tu I j~„en, wor^en met een mooi vij r hpKk een bommetje duitei I i„f cn' zoek wel eens een Au onnummer in de directory

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 46