De Huizenmarkt De wonderbaarlijke werking van het huurwaarde-forfait I] □Q Een huis uit de jaren dertig 'Ik weet nog dat ik in de box voor het raam stond' DE DUURZAME WONING HEEFT E2 IDE STEM E3 Duurzaam bouwen. Mens- en milieu-vriendelijke huizen. Groene woningen, 'woningen naar Deense receptuur' en ecologische bouwprojecten. Met het aanzwellen van de grote bouwstroom van de jaren negentig, die in tien jaar tijd minimaal 800.000 nieuwe huizen moet opleveren, worden de aannemers steeds creatiever in het bedenken van welluidende namen voor hun nieuwste bouwprojecten. Geen enkele aannemer of producent kan nog om het fenomeen van milieuvriendelijke woningen heen. Nog lang niet altijd is duidelijk wat nou precies een milieuvriendelijk huis is. Met een dak van gras of een composttoilet vol stro heeft het in ieder geval niet zoveel (meer) te maken. Met het vakmanschap van architect en aannemer des te meer. 'RIL 1996 ZATERDAG 27 APRIL 1996 s op het gebied van wo- |T0 DE STEM JOHAN VAN GURt> |de Bredase architecten :1 en Baudoin dat bij veel ijecten nog te veel de chte geldt. „Project zijn te weinig bereid steken. Ze bouwen het onele twee-onder-een- it ze weten dat die goed t Baudoin. el is er van overtuigd dat iers ook te porren zijn :onderebouw. „Maar dan il mogelijkheden zijn om mee te confronteren. In als architect, maar ook .twikkelaar, een opvoe- .nt mensen zijn vaak al- jn stereotypen te denken." 'zitter Blok erkent dat keiaars soms wat behou- Jals het gaat om afwijken- har vergeet niet dat ont- ,et afzetrisico dragen. In ojecten worden miljoe- I. Dan wil je wel zeker we- ningen ook verkocht wor- |e architecten denken daar lijvender over." Blok dat projectontwik- aandacht gaan schenken itere verscheidenheid aan „De markt dwingt ons ring." Hij denkt dan ook iuw nog een hele ontwik- gaat maken, alleen welke islagen wordt, is onduide- ijk weten we nog niet zo- j komstige woonbehoeften, dat men meer ruimtelijk- meters in een woning wil. s bijvoorbeeld de invloed j emende tendens tot thuis- rom is er meer fundamen- J ;oek nodig naar wat de nent wil." celaar Receveur staan con- j ker open voor andersoorti- Maar dat moet wel via de j geleidelijkheid gaan. Dan het dus niet over futuris- v. Daar is alleen het topje rkt in geïnteresseerd. Ik liever eigentijdse bouw, derne elementen gecombi- j .en met duidelijke conven- ;edrag verander je niet zo- j O □O 250T00 □O □O □O 00 00 □O □O O ote. Met de uiterst beper m Breda blijft die krapte orde van de dag. Blijf aft bij de huidige markt, v rant die mag meer onroer elasting zegt de overhel en een hoger huurwaaide dat zij enige prestatie ook want nog nooit fj vorig jaar voortreffelijk lf laten zich in PrPc enrji- iebben dus baat bij hoge p )ie rekent zichzelf rijk, '1 van de lage rentestand j gaat, zodra hij de h s, als alle woningen tie Y,. moet hij alleen maar verhuizen. tGonnie van de Hoven en Kees Kommeren voor hun voor oorlogse erkerwoning aan de Beatrixstraat in Breda. FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP Door Jan van Zuilen Gonnie van de Hoven en Kees Kommeren wonen met hun twee kinderen Tanya en Sander in een vooroorlogse erkerwo ning aan de Beatrixstraat in Breda. Als je op die plek, zo dicht bij de binnenstad van Breda zo'n huis hebt, ben je echt spek- toper. Er mankeert eigenlijk maar één ding aan, dat is de aanwezig heid van het NAC-stadion aan de overkant van de straat, maar NAC verdwijnt met ingang van het komende seizoen naar een nieuw stadion en bovendien hadden ze er eigenlijk maar eens in de veertien dagen overlast van. Het huis is Gonnie's geboortehuis. Toen ze nog kind was, woonden er twee gezinnen in, beneden opa en oma, boven de oudere van Gonnie met drie kinderen. Waar nu de slaapkamer is van Kees en haar, was vroeger de woonkamer. „Ik weet nog dat ik in de box voor het raam stond Vanbinnen is weinig meer dat nog aan die tijd herinnert. Het huis stond al op Gonnie's naam toen ze Kees leerde kennen. In de jaren daarna is het door verbouwingen en aanpassingen steeds meer een huis van hun samen geworden. Gonnie: „We hebben allebei nogal uitgesproken opvattingen over hoe een huis ingericht moet zijn, maar gelukkig zitten we wel helemaal op één lijn. We houden allebei heel erg van mo dem en we vinden het allebei ontzettend belangrijk dat de in richting goed is afgestemd op de aanwezige ruimte. Niets is zo afschuwelijk als te grote meubels in een kleine kamer. Wij houden er zelfs al rekening mee dat Kees nogal fors van pos tuur is. Als Kees ergens binnenkomt is de kamer al aardig vol. Dan moet je er niet nogeens een groot bankstel bij in prop pen." Ze hechten allebei erg aan kwaliteit en Kees is bovendien ook oog eens een Pietje Precies. „Bij hem moet iets echt honderd procent goed zijn, anders breekt hij het desnoods af en begint opnieuw," zegt Gonnie. Ze hebben wat dit betreft ook hun afkomst mee, Kees zijn va der is timmerman en bouwkundig tekenaar, Kees zelf is bouwkundig ingenieur en Gonnie is dochter van een elektro technicus. Bédenken en ontwerpen doet Kees zelf en het mees te uitvoerende werk ook, tenzij echt specialistisch vakman schap vereist is. „Stucadoren bijvoorbeeld laten we door een stucadoor doen. Ook al omdat we willen dat het goed ge- leurt," zegt Gonnie. I De woning is onderdeel van een complex woningen dat des tijds (in 1939) door het Philipspensioenfonds is gebouwd. In de jaren zestig werden de woningen verkocht aan de bewo- lers, kort nadat ze grondig waren opgeknapt. Toen zijn ook de ramen en kozijnen al een keer vernieuwd. Verder is in die tijd de kamer en suite uitgebroken. r°en het huis op Gonnie's naam kwam te staan, heeft ze er als na van de eerste dingen dubbel glas in laten zetten. Ook liet ze aardgas aanleggen. „Dat had mijn vader geweigerd. Die "as principieel tegenstander van aardgas. Ik hoor het hem n°g zeggen: nu kost het een dubbeltje, maar straks als ieder- Hn aardgas heeft zul je zien dat het vijftig cent wordt. Hij "Hit gelijk gehad, maar dat neemt niet weg dat het toch wel prettiger is dan oliekachels." paar jaar geleden hebben ze de benedenverdieping hele- I ®aal verbouwd en opnieuw ingericht. Er kwam een nieuwe, °Pcn keuken in en de oude schouw in de woonkamer werd Afvangen door een futuristische Fuga-kachel, het summum vj® hun moderne inrichting. Het meest bijzondere aan de ka- is dat hij kan ronddraaien om de schoorsteen, daardoor r® je de vuurhaard elke gewenste kant op richten. Momenteel is Kees op zolder bezig. De aparte slaapkamers die ®w waren getimmerd in de tijd dat Gonnie er nog met haar woonde, zijn uitgebroken. De bedoeling is dat er een ffotc slaapkamer voor hunzelf wordt gecreëerd. Tanya en I toder krijgen dan het rijk alleen op de eerste etage. ls dat klaar is, zal het huis aan de Beatrixstraat opnieuw een Htje meer hun ideale huis zijn. Of ze er altijd zullen blijven ®en, durft Gonnie niet met zekerheid te zeggen. „Misschien We °P onze ouwe dag en als de kinderen het huis uit zijn, t Jeens zin krijgen in een appartement, maar voorlopig zit- We hier goed." Door Paul Baeten Woningen naar Deense receptuur', de aannemers steeds creatiever in het bedenken van welluidende namen voor hun nieuwste bouw projecten. FOTO ERIK VAN'THULLENAAR In vroeger tijden, toen bouwden ze milieuvriendelijke, duurzame huizen zonder er zelf erg in te hebben. Misschien op de zinken dakgoten na, die nu verantwoor delijk worden gehouden voor zware metalen in de bodem. Maar voor het overige verstonden de aannemers en bouwvakkers van toen de kunst om ste vige woningen te bouwen zonder een aanslag te plegen op natuur en milieu. Bouwen was een ambacht waarbij er met zorg met het schaarse materiaal werd omgegaan. Als vanzelf voegden de woningen zich naar hun omgeving en draaiden als het even kon hun beste kant naar de zon om zo energie te besparen. Ambachts lieden hielden rekening met de gesteld heid van het terrein en haalden het bouwmateriaal vaak uit de directe om geving. Op de bouwplaats zelf werden de materialen verder grotendeels hand matig gezaagd, gemetseld en verspij kerd en ging er weinig materiaal verlo ren. Kom nu eens op een bouwplaats. Van een duidelijke bouwploeg is geen sprake meer. De onderaannemers schuiven anoniem de half afgebouwde woningen binnen om hun onderdeeltje van het proces af te werken, aange stuurd door een hoofdaannemer die vooral logistiek manager van de aan voer van mensen en materieel is gewor den. Waar de ene bouwvakker net klaar is met het lijmen van de in de fa briek voorgevormde kalkzandsteen- elementen, komt de volgende met groot geweld er meteen weer kilo's materiaal uitfrezen, waarna nummer drie er pvc- leidingen in schuift die weer met een andere lijmsoort moeten worden vast gezet. Aan het eind van de rit komt een speciaal afwerkbedrijf langs om met spuit en kwast alle gaatjes te dichten en de boel voor het oog netjes achter te laten. Menig bouwplaats oogt alsof er zojuist een bom is ontploft. Overal ligt afval. Verspilling alom. De kosten van bouw materiaal lijken nauwelijks meer op de begroting mee te spelen. De tijd, zeg maar gerust de haast, des te meer. Al met al wordt er op de verzamelde bouwplaatsen van Nederland jaarlijks twaalf tot veertien miljoen ton bouw en sloopafval geproduceerd. Dat is drie keer zoveel als we met z'n allen aan huishoudelijk afval afscheiden. En zijn de woningen eenmaal in ge bruik, dan blijken het meteen de groot ste milieuvervuilers die we kennen. Niet minder dan een derde van de tota le energiestroom wordt verbruikt in onze woningen. Via onze nog steeds veel te gulzige toiletten spoelen we jaarlijks dertig tot veertig procent van al ons kostbaar gezuiverde drinkwater weg. Al in het eerste nationale milieube- De terugkeer van het vakmanschap leidsplan werd de bouw aangewezen als een terrein waarop belangrijke mi lieuwinsten konden worden geboekt. Milieuvriendelijk bouwen bleef echter lange tijd steken in goedbedoelde, maar veel te kleinschalige experimen ten met daken van gras, zonneverwar- ming en schuttingen van wilgentenen. „En het had natuurlijk ook een tijd lang een geitenwollensokken-imago," erkent Jan Fokkema, programmabege leider duurzaam bouwen bij de in Rot terdam gevestigde Stuurgroep Experi menten Volkshuisvesting (SEV). De SEV begeleidt en steunt al jaren de ve le tientallen kleinschalige projecten waarbij gepoogd wordt het wonen en bouwen minder milieubelastend te maken. Wat de SEV betreft is dit duurzaam bouwen - Fokkema vindt de term zelf ook wat verwarrend - nu rijp voor een flinke schaalsprong. Duurzaam bou wen, dubo in het Rotterdamse bouw- jargon, moet norm worden eerder dan uitzondering. Zeker nu Nederland aan de vooravond staat van een van de grootste na-oorlogse nieuwbouwgolven en de volgende klus, de renovatie van de revolutiebouw uit de jaren vijftig en zestig, al weer voor de deur staat. De SEV heeft de afgelopen jaren ge werkt aan een duimdikke handleiding waarin architecten, aannemers en vooral ook toeleveranciers kunnen le zen of en in hoeverre een bepaald bouwmateriaal milieubelastend is. De bouwindustrie kreeg al snel in de gaten dat dit soort initiatieven ernstig moest worden genomen. Van meet af aan was duidelijk dat de overheid op de lijn van het duurzaam bouwen ging zit ten, al heeft uiteindelijk het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Or dening en Milieubeheer niet de ge noemde 'strenge' handleiding, maar het veel gematigder 'Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen' tot norm verheven. De SEV werd de afgelopen jaren enke le malen voor de rechter gedaagd door de branche-organisaties die vreesden dat hun product op de korrel genomen zou worden in de langzamerhand ge vreesde handleiding. Zo voert de zink- industrie nog steeds een verbeten strijd om aan te tonen dat het uitspoelen van zinken goten (iedere zinken goot wordt na verloop van jaren een gatenkaas, het materiaal verdwijnt met het regenwa ter in het riool) niet aangeduid mag worden als de belangrijkste oorzaak van zware metalen in de bodem. Zo weert ook de pvc-industrie zich krach tig tegen al te negatieve adviezen voor pvc-pijpen in het riool- en regenwater systeem. Geen enkele fabrikant wil graag op de 'zwarte lijst' van de SEV komen. De be langen zijn enorm. Per jaar wordt in Nederland voor 20 miljard gulden in de nieuwbouw geïnvesteerd en wordt er nog eens 25 miljard uitgegeven (inclu- daglicht in de gangen van de berging om electriciteit te sparen; geen open trap ('warmtegat') in de woonkamer; rolluiken; tochtportalen aan voor- en achterkant; een bij voorkeur hellend pannendak dat uitsteekt over de gevel; een aparte plaats voor afvalcontainers, dichtbij de keuken; een tuin die wordt afgeschermd met beplanting of gevlochten, niet verduurzaamd hout; een ompostbak; nestgelegenheid voor gierzwaluwen; waar mogelijk een fundament van houten palen, eventueel met een betonnen bovenstuk; een fundering en vloeren waarvan het grind in het beton voor minstens een vijfde is vervangen door gemal en sloopafval; dragende binnenwanden van kalkzandsteen en gevels van baksteen of hout (niet tropisch); geen voorziening voor een open haard; een brievenbus met tochtwering; dubbel glas in alle verwarmde ruimten; stucwerk uitgevoerd in kalkmortel en tegels verlijmd met poederlijm op cementbasis; een toilet dat per spoeling maximaal vier liter gebruikt; een zonneboiler en een Hoog Rendements-verwarming/warmwaterketel. sief de doe-het-zelvers) aan onderhoud van de bestaande voorraad. „De materiaienstrijd is nog lang niet gestreden," beaamt projectmanager Hans Vingerling van de eveneens in Rotterdam residerende Stichting Bouwresearch, die uiteindelijk samen met de industrie om tafel ging zitten om tot een werkbaar compromis te ko men. „Het is ook niet altijd makkelijk. Natuurlijk is het beter om een kozijn te maken van een niet verduurzaamde in landse houtsoort dan van energievre- tend aluminium. Maar je moet er óók rekening mee houden dat zo'n houten kozijn in de levensduur van een huis wel vijf of zes keer geschilderd wordt, wellicilt met milieu-onvriendelijke verf, want het gedrag van de huisbewo ner kunnen we nauwelijks controle ren." Het 'Nationaal Pakket' draagt tekenen in zich van een compromis tussen mi lieubeweging en industrie, maar is vol gens Hans Vingerling vooral bedoeld als en pragmatisch document. „Een in strument waar de bouwwereld ook werkelijk iets aan heeft, want de hele sector is er inmiddels echt wel van overtuigd dat duurzaam bomyen de toekomst heeft en onvermijdelijk is voor wie mee wil blijven doen. Je ziet ook steeds meer dat de consument erom vraagt en het gewoon als eis stelt aan z'n nieuwe, kostbare woning. En de consument wil niet de buitennissige experimenten, maar zoekt net zo goed als de aannemer naar praktische en haalbare oplossingen." Waar Bouwresearch in het 'Nationaal Pakket' vooral op hamert, is dat er op de tekentafel van de architect en via de organisatiekunde van de aannemer al meteen de grootste winsten kunnen worden geboekt. Maar hoeveel er ook gewonnen kan worden door slimmigheid en een betere organisatie, een duurzaam gebouwd huis is altijd prijziger dan een stan daard-woning. Wanneer het complete 'Nationaal Pakket' in een standaard- woning toegepast wordt, valt deze 15.000 tot 20.000 gulden duurder uit. Staatssecretaris Tommei van Volkshui vesting heeft al gezegd dat hij het voor de sociale sector aanvaardbaar acht als er tot 3000 gulden per (huur-)huis extra verspijkerd wordt ten behoeve van het milieu. Maar dat wil nog niet zeggen dat hij dat bedrag ook zelf zal bijpassen. De extra kosten zullen opge bracht moeten worden door een huur verhoging van circa zestien gulden, waarvan de bewoners dan weer wel zes gulden terugverdienen via de lagere energienota. Voor koopwoningen wordt momenteel naarstig gezocht naar andere maatregelen, zoals een la gere rente voor een hypotheek die be stemd is voor een waarlijk duurzaam huis. Door Willem Reijri De berekening lijkt nochtans voldoende hout te snijden om de stelling stevig te onderbouwen: het huurwaarde-forfait zorgt voor een onevenredige bevoordeling van de hoge hypotheek. Het rekenvoorbeeld laat zich voor weinig interpre taties lenen. We nemen: een huis van 250.000 gulden, een rente van 8 procent, het passende huurwaarde-forfait van 3360 gul den, en een inkomen waarbij de aftrek binnen het 50 procents tarief valt. Daar laten we twee hypotheken op los: eigenaar A die de hele waarde financiert: 250.000 gulden, en de kleine hypotheeknemer B met 100.000 gul den. We nemen de twee cases door. Meneer A betaalt aan zijn bank een rente van 20.000 gulden. Voor de belasting moet hij eerst het huurwaarde-forfait berekenen van 3360 gulden. Met het 50 procents tarief deelt hij de kosten met de fiscus: hij krijgt van de belastingdienst 8320 gulden terug. Van de rentelasten financiert de overheid dus net to 41,6 procent. Meneer B heeft extra afgelost, is spaarzaam ge weest of noem maar op. In elk geval heeft hij een kleine hypotheek. Daarom hoeft hij de bank maar 8000 gulden rente te betalen. Op zijn belastingfor mulier vult hij keurig 3360 gulden huurwaarde forfait in, waarna hij 4640 gulden mag aftrekken. Daar gaat opnieuw het halveringstarief overheen, waarna de overheid dus 2320 gulden subsidieert. Van de rentelasten financiert de overheid dus net to 29 procent. De overheid heeft hier kortom een merkwaardige regeling ingevoerd. Niet alleen is de staat in abso lute zin bereid om veel meer bij te dragen aan de grootste schulddrager: te weten 8320 -/- 2320 6000 netto, ook is de overheid bereid om de kleine schuldenaar relatief achter te stellen door zijn fi nancieringslasten voor 29 procent te subsidiëren, waar zijn buurman op dit 41 procent mag rekenen! Het is derhalve een vreemde wereld waarin wij le ven, leg ik Rick van der Ploeg voor. Professor Van der Ploeg is het rekenwonder van de PvdA-fractie. Hij stelde onlangs voor om de hypotheekaftrek in de toekomst te beperken. Hij had uitgerekend dat de eigen-huiseigenaren in Nederland met de belas tingaftrek van hypotheeklasten bovenmatig wor den bevoordeeld boven de huurders. Door de af trek mist de overheid twaalf miljard gulden aan belastinginkomsten. Niet iedereen was blij met de oprisping van de fi nancieel expert. Is deze uitwerking van de wet wel billijk? Van der Ploeg kiest voor de systematische, educa tieve aanpak. De overheid beschouwt de eigen wo ning als een soort bedrijf, legt hij uit. 'Die fictie is het uitgangspunt'. Dat bedrijfje mag aan de ene kant alle relevante kosten aftrekken: de hypotheeklasten, onderhoud, noem maar op. Aan de andere kant genereert dat bedrijfje inkomsten: de eigenaar hoeft geen huur te betalen. Daarom, zegt Van der Ploeg, is dat een heel consistent systeem. Maar is de uitwerking van die fictie wel billijk? Tja, dat heb je zo, zegt Van der Ploeg. „Iemand zonder inkomen hoeft geen belasting te betalen, ie mand met veel geld zestig procent." bleem te komen. Want deze mensen hebben dezelf de woning gekocht, alleen anders gefinancierd. Is de regeling billijk, daar gaat het om. Zou het niet veel eerlijker zijn om bijvoorbeeld iedereen negen tig procent van de rente af te laten trekken. Dan zou iedereen althans toch relatief door de overheid op dezelfde wijze worden gesteund. „Nou, ik wil u wel wat tegemoet komen. We gaan binnenkort de hele belastingheffing onder de loep nemen. Want is het bijvoorbeeld billijk dat mensen hun hypotheek verhogen en daar auto's van kopen. Of sterker: dat ze daar aandelen van kopen. Of nog sterker: in een fonds beleggen dat alleen de waar destijging belastingvrij uitkeert?" Maar verder vindt Van der Ploeg, die op zijn 29e de jongste hoogleraar uit de naoorlogse Nederlandse wetenschappelijke geschiedenis was, de kool het sop niet waard: „Ik moest al twee minuten geleden weg. Heeft u nog dringende vragen?" Ja, een beetje wel. De overheid hoeft - in elk geval theoretisch - de normen voor het huuiwaarde-for- faif niet eens te verhogen om de lasten flink op te drijven. Immers: de marktprijzen zijn vorig jaar tien procent gestegen. „Dat klopt. Zo werkt dat. Het geld verdwijnt in de algemene middelen." Het kost zo enige moeite tot de kern van het pro- Dank u wel meneer Van der Ploeg.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 35