IS
hoeft
:en.
Podiumhypnose is pure bluf
22.95
I
im
Scheidsrechter in
scheidingszaken schrijft handleiding
Meestal is meestal niet
zo vaak als gewoonlijk
|?5
INSTEM
LIJF LEVEN
E2
feest.
last A&P),
g 11 (naast A&P).
PRODUKT INFORMATIE
Laconiek over hart- en vaatziekten
Veel technieken voor dementerenden
'Beperk organische oplosmiddelen'
Kinderen in flats vaker cara
Muntendamprijs voor Schadé
Hart pompt tijdens operatie zelf door
1
WOENSDAG 24 APRIL 1996
'Ouders horen voor hun
tie! kinderen bij elkaar te blijven'
Borrel
jonge jenever
'n hele liter
Bokma
jonge jenever
'n hele liter
MET GRATIS GLAS
dtkorewijn |j p
bekende
erij Van Wees
),50 liter
l v)B;:A-
Lis van Schootenis
Leidsrechter in schei-
Ingszaken. Samen met
liesbeth 't Hart schreef
j een handleiding voor
laders die als man en
jouw niet meer met el-
|jar samen kunnen le-
Lmaar als vaderen
Leder met elkaar verder
loeten. Een boek met
Lgesproken standpun-
m. „Als een man en een
—jouw zich gezamenlijk
■ebben voortgeplant, be
uren ze hun leven lang
men, als ouders, op te
,.[ken in het belang van
lat nakomelingen en van
lenzelf."
lorMick Salet
[ouders hebben het recht om uit
laar te gaan, maar de plicht om
Tl ouderschap te blijven delen.
Pik al kiest je man voor een an-
i.dan heb je nog niet het recht
i als vader uit te schake-
i Kinderen willen dat ook niet.
lewillen een vader en een moe-
k.Ook al wonen die misschien
linieer onder één dak samen."
i van Schooten, 51 jaar, is
Agoog en twee keer geschei-
a Liesbeth 't Hart, 47 jaar, is
e en één keer geschei-
k Samen schreven ze een
andleiding voor ouders die aan
ihtscheiding denken,
is; „In een goede relatie vol-
iman en vrouw aan eikaars
ichtingen. Een man voelt
|tb gelukkig als zijn vrouw laat
rken dat ze gelukkig met hem
(lien vrouw voelt zich gelukkig
he een emotionele band met
i man heeft en hij zich ook
itinhaar geïnteresseerd toont,
mrelatie verslechtert als de een
li niet genoeg gewaardeerd
feit door de ander."
sbeth: „Daardoor loopt uit-
lelijk één van de drie huwelij-
aop de klippen."
is: „Dat moet minder worden,
al als er kinderen bij betrok-
tiijn. Want kinderen groeien
op in een gezinssituatie,
vader en een moeder,
toni vind ik ook dat ouders
«behoeve van de kinderen sa-
Is op moeten blijven trekken,
kal kiezen ze ieder voor een
leven. Maar als een
i en een vrouw samen kinde
wereld hebben gezet,
(moeten ze ook bereid zijn
(leven lang vader en moeder
pdiekinderen te zijn."
h: „Al dan niet onder één
Hans van Schooten en Liesbeth 't Hart: 'De meeste mensen in scheiding vechten een machtsstrijd uit.
F „Dat is misschien niet zo'n
pikelijk idee, maar we moe-
pl van een paar ideeën die nu
Ijangbaarzijn."
h: „Het eerste is dat vader
[*der gelijk en gelijkwaar-
Pjn."
„Dat is een absurd idee.
Vaders en moeders zijn niet ge
lijk. Het begint al met de biologi
sche band die ze met een kind
hebben. In tegenstelling tot de
moeder weet de vader nooit voor
honderd procent zeker dat hij de
vader is. Dat is een fundamentele
onzekerheid. De vader staat de
eerste negen maanden ook maar
een beetje aan de zijlijn. Hij ziet
de baby in de buik van zijn vrouw
groeien. Hij ziet hoe zijn vrouw
steeds intenser en intiemer met
de baby bezig is. Dat is een essen
tieel verschil. Een vrouw is moe
der zodra ze zwanger is. Een man
wordt pas vader als de baby ge
boren wordt. Daarom zou het ook
onverstandig zijn om de wet zó te
veranderen dat kinderen niet
langer automatisch de achter
naam van de vader krijgen. Juist
die achternaam geeft een man
nou net het gevoel vader te wor
den. Dat is zijn kind, want het
krijgt zijn naam. Als kinderen de
achternaam van de moeder zou
den krijgen, zouden vaders nóg
meer hun best moeten doen om
zich vader te voelen en de buiten
wereld te bewijzen dat ze de va
der zijn. Voor kinderen zijn vader
en moeder misschien wel gelijk
waardig, maar gelijk zijn ze niet
en zullen ze ook nooit zijn. Dat
komt door de sekseverschillen.
Mannen doen dingen anders dan
vrouwen. Dat geeft niet. Dat is
juist goed. Op die manier vullen
vaders en moeders elkaar aan.
Kinderen willen ook niet twee
gelijke ouders. Kinderen willen
een papa en een mama."
Liesbeth: „Het tweede idee waar
mee afgerekend moet worden:
een slechte relatie tussen twee
ouders is meestal wel te verbete
ren door samen over die relatie te
praten.
Hans: „Dat heeft dus geen zin.
Ook niet met hulp van een thera
peut. Samen praten over een re
latie maakt het vaak alleen maar
erger. Die twee partners geven el
kaar dan al gauw de schuld. Jij
wilt nooit vrijen... Jij denkt al
leen maar aan seks... Jij vindt me
niet meer lief... Jij luistert nooit
ouders toe te wijzen, sluit je de
andere ouder uit. Die wordt ge
woon gedegradeerd. Tot ex-
ouder. Tot niet-ouder. Tot ie
mand die zich niet meer mag be
moeien met de opvoeding van de
kinderen. Dat heeft een enorm
negatief effect. De ouder die de
kinderen niet krijgt denkt: 'het
belangrijkste in mijn leven wordt
me afgenomen.' Dat zal eerder tot
méér dan tot minder strijd tussen
de geseheiden ouders leiden. Het
is onrechtvaardig om het ouder
lijk gezag aan één van de ouders
idee dat voortzetting van het ge
zamenlijk ouderlijk gezag alleen
verstandig is als de gescheiden
ouders op een positieve manier
met elkaar willen en kunnen
overleggen."
Hans: „Dat wil de wetgever wel,
maar de meeste mensen in schei
ding kunnen dat gewoon niet. Die
vechten een machtsstrijd uit. Om
waardering die ze van elkaar wil
len hebben. Om kinderen die ze
geen van twee kunnen missen.
Dat is een strijd waarin mensen
niet positief met elkaar künnen
naar me... Partners moeten el
kaar niet proberen te veranderen.
Dat werkt niet. Je kunt van een
ander niet eisen aan jouw ver
wachtingen te voldoen. Partners
met relatieproblemen moeten, los
van elkaar, weer leren hoe ze zich
van waarde kunnen voelen. Als
man en vader. Als vrouw en moe
der. Ze moeten, zelfstandig, weer
zelfvertrouwen zien te krijgen.
Dan kunnen ze pas verder voor
uit."
Liesbeth: „Idee drie: door het
ouderlijk gezag aan één van de
ouders toe te wijzen, bescherm je
kinderen tegen de gevolgen van
conflicten tussen hun gescheiden
ouders."
Hans: „Ook al onjuist. Door het
ouderlijk gezag aan één van de
toe te wijzen. Onrechtvaardig
voor de ouder die het gezag ont
nomen wordt en onrechtvaardig
voor de kinderen die een ouder
ontnomen wordt."
Liesbeth: „Idee vier: ouders die
een scheidingsproces beginnen,
willen scheiden."
Hans: „Het klinkt misschien gek,
maar de meeste mensen in schei
ding willen helemaal niet schei
den. Ze willen niet van hun part
ner af, ze willen door hun partner
begrepen en bevestigd worden.
Het dreigen met een echtschei
ding is vaak een laatste schreeuw
om erkenning. De meeste mensen
zien een scheiding als een per
soonlijk falen. Tegenover zichzelf
en tegenover de kinderen."
Liesbeth: „Dan bestaat er nog het
overleggen. Laat ze daarom lie
ver eerst een tijdje uit elkaar
gaan, maar wel samen voor de
kinderen blijven zorgen. In een
vertrouwde omgeving. Als de ene
ouder er voor de kinderen is, dan
moet de andere ouder de deur
maar uit. Net zolang tot ze alle
twee weer een redelijk goede en
gelukkige relatie met hun kinde
ren hebben. Dan is het tijd om te
praten over een scheiding. Niet
eerder. Eerst moeten ouders op
een positieve manier, dus zonder
rechter, het ouderschap delen.
Daarna mogen ze pas de juridi
sche stappen naar een scheiding
zetten." „In de praktijk werk ik
zo ook als echt-scheidsrechter.
Met een contract waarin de
ouders mij aanwijzen als scheids-
FOTO GERUNDE DE GEUS
rechter. Niet als relatiebemidde
laar. Je moet scheidende ouders
namelijk niet benaderen als twee
partners die willen scheiden,
maar als twee partners die voor
de kinderen bij elkaar horen te
blijven. Dat partnerschap mogen
ze niet verbreken. En het werkt.
Het lukt me om ouders, in het be
lang van de kinderen, bij elkaar
te houden."
Liesbeth: „Hans is nogal zeker
van zijn methode."
Hans: „Ja, het klinkt natuurlijk
als reclame voor mezelf, maar
ouders moeten niet naar een
rechter stappen en ook niet naar
een relatiebemiddelaar. Dat is
zonde van de tijd en het geld. Een
echt-scheidsrechter werkt veel
beter."
Liesbeth: „Nog één punt: na
scheiding is er sprake van een
eenoudergezin."
Hans: „Dat is het laatste onjuiste
idee waar we nu mee af willen re
kenen. Een eenoudergezin be
staat niet zolang beide ouders le
ven en de kinderen minderjarig
zijn. Ook al woont je vader niet
meer thuis, ook al heeft je moeder
een andere partner, je vader en je
moeder blijf je houden. Kinderen
hebben behoefte aan een vader en
een moeder, met hun specifieke
inbreng, die elkaar aanvullen.
Ook al gebeurt dat onder twee
daken."
'Ouderschap voor en na
(echt)scheiding, een praktische
handleiding' van Hans van
Schooten en Liesbeth 't Hart,
Swets Zeitlinger, Lisse, 1996.
Prijs 45.
Meer dan de helft van de bevolking beschouwt hart- en vaatziek
ten niet als ernstig. Veertig procent heeft het volste vertrouwen in
de medische wetenschap. Artsen zouden volgens deze groep de
nadelige gevolgen van hart- en vaatziekten al dan niet gedeelte
lijk kunnen oplossen. Ruim 40 procent van de Nederlanders weet
niet dat hart- en vaatziekten nog altijd doodsoorzaak nummer
één zijn. Dit blijkt uit een enquête van het NIPO die in opdracht
van de Nederlandse Hartstichting is gehouden. Uit het onderzoek
blijkt dat driekwart van de bevolking niet weet dat beroerte de
belangrijkste oorzaak van invaliditeit is. Verreweg de meeste Ne
derlanders denken dat invaliditeit vooral ontstaat door verkeers
ongevallen. De Hartstichting start vandaag een campagne om de
bevolking ervan bewust te maken dat hart- en vaatziekten niet al
leen veel slachtoffers eisen, maar ook veel lichamelijk en psy
chisch leed veroorzaken.
Verpleeghuizen in Nederland passen vrijwel allemaal technieken
toe om dementerende bewoners te begeleiden en contact met hen
te onderhouden. De methoden daarvoor zijn heel verschillend,
maar wel allemaal praktisch. Verzorgenden en verpleegkundigen
beschouwen de technieken als een houvast om goed te kunnen
reageren op de groep ouderen. Familie neemt de methoden soms
over. De Nederlandse verpleeghuizen hebben samen ongeveer
25.000 bewoners op psychogeriatrische afdelingen. Tachtig pro
cent van de mensen is dementerend. Meest toegepaste methode
om de dementerenden te begeleiden en contact te onderhouden is
de validerende benadering (toegepast in 85 procent van de ver
pleeghuizen). Zorgverleners gaan daarbij mee in de innerlijke
leefwereld van de gedesoriënteerde ouderen, zonder hun gedrag
te corrigeren. De realiteitsoriënterende benadering (81 procent)
helpt licht verwarde mensen greep te houden op hun omgeving,
zodat hun angsten verminderen en zij in contact blijven met de
mensen om hen heen. Snoezelen, afkomstig uit de zorg voor ver
standelijk gehandicapten, wordt in driekwart van de verpleeg
huizen toegepast. Zorgverleners leggen contact met ernstig de
menterenden door hun zintuigen te prikkelen met onder meer
warmte, licht, geuren, kleuren en geluiden. Andere methoden
worden minder vaak toegepast.
Staatssecretaris Linschoten van Sociale Zaken wil strengere re
gels voor het werken met organische oplosmiddelen. In situaties
waarin blootstelling aan deze middelen dreigt, moeten ze vervan
gen worden door minder schadelijke producten. Linschoten
schrijft dit in een adviesaanvraag aan de Sociaal-Economische
Raad (SER). Langdurige blootstelling (vooral via de ademhaling)
aan organische oplosmiddelen kan leiden tot een ernstige vorm
van hersenschade. Die staat bekend als het Organisch Psycho
Syndroom (OPS). In Nederland werken naar schatting 500.000
mensen regelmatig met oplosmiddelen. Vooral schilders, auto-
spuiters, vloerenleggers, dakdekkers, laboranten en werknemers
in drukkerijen hebben een verhoogde kans op OPS. Het aantal
slachtoffers van de ziekte bedraagt naar schatting 2500. Naar
verwachting groeit dit aantal met 100 tot 200 per jaar als er geen
strengere maatregelen komen.
Schoolkinderen die in hoogbouwflats wonen of in kleine goedko
pe woningen, lopen duidelijk meer kans op aandoeningen aan hun
luchtwegen (cara) dan andere kinderen. Vocht en slechte ventila
tie zijn de belangrijkste oorzaken daarvan. Dat blijkt uit een on
derzoek van de GGD in Urecht. Uit de nasporingen komt de in
vloed van vocht nog het duidelijkst aan het licht. Onder kinderen
die in vochtige huizen wonen, werden twee- tot driemaal zoveel
gevallen van cara vastgesteld als onder kinderen in 'droge' hui
zen, een effect dat rokende huisgenoten of harige huisdieren op
geen enkele manier benaderen.
De Nederlandse Kankerbestrijding heeft de Muntendamprijs dit
jaar toegekend aan prof. dr. E. Schadé, hoogleraar huisartsenge-
neeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Schadé krijgt de
onderscheiding wegens zijn grote verdienste voor de kankerbe
strijding, in het bijzonder voor zijn professionele bijdrage aan een
duidelijke plaatsbepaling en rol van de huisartsengeneeskunde
binnen de oncologie. De prijs bestaat uit een bedrag van 50.000
gulden, dat door de laureaat mag worden besteed aan iets dat met
kankerbestrijding te maken heeft.
Het Academisch Ziekenhuis Utrecht past sinds kort een nieuwe
hartoperatietechniek toe, waarbij een deel van het hart wordt
stilgelegd, terwijl het hart toch zelf de pompfunctie vervult. Tot
nu toe was bij bypassoperaties een hart-longmachine nodig. Bij
omleidingsoperaties leggen chirurgen doorgaans het hart hele
maal stil. Een kloppend hart en de kransslagader bewegen te
krachtig om de vaatranden nauwkeurig aan elkaar te kunnen
hechten. Met de nieuwe methode leggen artsen alleen dat deel van
het hart stil waar de kransslagader wordt geopereerd. Dat ge
beurt door zuignapjes en tentakels van een metalen 'octopus', die
aan de operatietafel is bevestigd.
[duur. En de Ray-Ban Round
beroemd ontwerp. k°s
En ook achter die aan-
Jan Verhulst
|fcti Rostelli blijft volle zalen
'ïn met zijn hypnoseshow,
|J er zijn nog steeds mensen die
dat hypnose bestaat,
eggen ze, ik heb met ei-
|sffiogen gezien hoe mensen din-
|f deden die eigenlijk helemaal
Pd Kunnen.
I '«/as te zien hoe een meneer er
r» in slaagde een bankbiljet
Ij11® grond te rapen omdat hij
dat het vastgeplakt zat.
lezelfde manier waren er
«n te zien die dachten dat
|®st elkaar getrouwd waren,
|!niziemet elkaar maakten, of
fP°ntaan' insliepen en weer
'"st werden, en dat allemaal
|J,commando van meneer Ros-
Dus hypnose bestaat en
e®Eostelli is een hypnoti-
rJJ En toch bestaat hypnose
«thans niet op de manier
I de meeste mensen denken,
"helemaal niet als een vorm
contact met een 'geestenwe-
I. zoals een zwaar gerefor-
™e club in het noorden van
IC111lliikttedenken.
een goed begrip van het
suggestie: hij denkt dat hij op
eens toegang heeft tot zijn onbe
wuste en daarom meent hij zich
van alles te herinnneren. Vaak
wordt hij in deze gedachte ook
nog eens ondersteund en aange
moedigd door de (hypno)thera-
peut.
Het zal duidelijk zijn dat deze
gang van zaken tot allerlei na
righeden kan leiden (inceston-
derzoek!), omdat totaal ondui
delijk en oncontroleerbaar is
wat feiten zijn en wat fictie.
Vandaar dat de meeste thera
peuten uiterst voorzichtig om
gaan met het onder hypnose ver
kregen materiaal. Ze gebruiken
hypnose, zoals gezegd, dan ook
liever als een nuttige en effectie
ve vorm van ontspanning.
Bij de podiumhypnose ligt de
zaak iets ingewikkelder, hoewel
het principe hetzelfde blijft. Elk
(gezond) mens heeft een bepaald
besef van de realiteit: hij weet
wie hij is, waar hij is, en wat er
allemaal om hem heen gebeurt.
Als je er als hypnotiseur in
slaagt dit realiteitsbesef bij een
persoon te ondermijnen, dan
denkt zo'n persoon dat hij ónder
hypnose is. En als hij dat een
maal denkt, dan kun je hem van
alles laten doen.
Om het realiteitsbesef van ie
mand te ondermijnen, maakt de
hypnotiseur gebruik van allerlei
suggestieve trucs. Zelf gebruik
ik altijd de volgende: ik zeg te
gen de aanwezige mensen dat ik
mijn hand 'gevoelloos' kan hyp
notiseren. Vervolgens houd ik
een aansteker met een grote
5ES, Lange Vorststraat
73. ROOSENDAAL,
1GEN, Lange Zelke 93.
106.
hypnose dienen we
®derscheid te maken tus-
Wee vormen: de zogenoem-
EtaPeutische hypnose en de
Ito p^THDse'. Onder de the-
ptem hyPnose verstaan
L ir0rm van diepe ontspan-
K let feer en niet minder.
iL^pannen toestand kan
Vt®.ziin voor een cliënt
Fir k rïan gemakkelijker
L.p.e?aa'de moeilijke onder-
i« j' Praten- Dat is alles,
(ad :Uj beslist niet zo dat ie-
j ™er hypnose zich 'op-
herinneren die
niet wist. Meent hij
te kunnen, dan is er
Van een vorm van auto-
Rasti Rostelli...vloekt spelbrekers van zijn podium af....
FOTO DE STEM/DICK DE BOER
vlam onder mijn hand en be
weeg die langzaam op een neer.
Voor de toeschouwer is volstrekt
duidelijk dat ik helse pijnen
moet lijden, maar ik vertrek
geen spier van m'n gezicht. Dat
hoeft ook niet want ik voel nau
welijks iets. Waarom niet? Een
voudigweg omdat ik de vlam
juist snel (langzaam) genoeg on
der mijn (altijd wat vochtige)
hand beweeg dat de vlam geen
pijn doet. Maar dat weten de
toeschouwers niet, die zien een
zwarte walm onder mijn hand
verschijnen en denken dat ik
mezelf werkelijk pijnloos heb
gehypnotiseerd.
Een podiumhypnotiseur weet
precies wie hij wel en niet op het
podium moet vragen: de mensen
die vatbaar zijn voor suggesties.
En dat zie je gauw genoeg als je
de zaal inkijkt: de angstig la
chende mensen, die moet je heb
ben. Daar komt nog bij dat ie
mand die op het podium geroe
pen wordt in de regel het lef niet
heeft om de instructies van de
hypnotiseur niet op te volgen.
Want dan is hij een slechte
proefpersoon en bovendien be
derft hij de show. Daarom
vloekt Rostelli de spelbrekers
van zijn podium af.
En de hypnotiseur zelf? Dat is
een slimme jongen die boven
dien over een zeer grote mond
beschikt. Hij weet dat zijn hele
act gebaseerd is op pure bluf en
hij weet door zijn ervaring pre
cies wie hij wel en niet kan over
bluffen (wiens realiteitsbesef hij
kan ondermijnen). Dat betekent
ook dat in principe iedereen
hypnotiseur kan worden. Wat je
daarvoor nodig hebt zijn drie
dingen: enige kennis van de
trucs, gevoel voor theater en een
ontzettend grote mond.
Door drs. Jan Paalman
De geneeskunde vercijfert hoe
langer hoe meer.
Alles wordt als het maar even
tjes kan in een getalletje uitge
drukt want dat is nauwkeuriger,
wetenschappelijker en het re
kent ook makkelijker voor de
computer. Een bloeddruk van
140 over 80 is heel mooi, een be-
zinking van 50 is niet zo mooi,
wie een cholesterol heeft van 4
mag tevreden zijn en met een
nuchtere glucose van 5 hoef je
ook al niet te klagen. Zelfs bijna
onmeetbare grootheden als te
vredenheid en pijn worden door
het nieuwe vak klinimetrie in
een afstandelijk cijfertje gevan
gen.
Toch zijn dokters ongecijferder
dan je zou denken.
Dat bleek weer eens uit een aar
dig onderzoekje van de vak
groep Medische Informatica van
de Erasmus Universiteit in Rot
terdam. Het ging om het volgen
de probleem. Als een dokter in
zijn verslag vermeldt dat een
patiënt een 'kleine' maagzweer
heeft, wat bedoelt hij dan pre
cies?
Een kleine maagzweer, zult u
misschien zeggen, is kleiner dan
een grote - hoezo probleem,
waar maakt u zich druk om? En
heel wat dokters zullen het daar
mee eens zijn. Internisten bekij
ken geregeld door een ingeslikt
fiberglazen slangetje de binnen
kant van de maag om te beoor
delen hoe groot die maagzweer
is, en of die groter wordt of ho
pelijk kleiner.
Een op de drie, zo bleek uit eer
der onderzoek van de vakgroep,
schrijft dan in zijn verslag dat
de zweer groot is, of middel
groot, of klein, of normaal, en
noteert niet de exacte doorsnede
in centimeters.
De onderzoekers Moorman,
Siersema en Van Ginneken
vroegen vervolgens per brief aan
222 dokters wat volgens hen in
centimeters uitgedrukt de on
der- en bovengrenzen zijn van
'groot', 'middelmatig' en 'klein'.
Uit de 150 bruikbare reacties
bleek overduidelijk dat dokters
daar heel verschillend over den
ken. Zelfs als de extreme ant
woorden weg werden gelaten,
bleek hun mentale maatlat zo
rekbaar als elastiek. Zo rekbaar
dat een en dezelfde maagzweer
in 30 procent van de gevallen
door de ene dokter als 'klein'
kan worden beoordeeld en door
de ander als 'groot'.
De consequenties zijn niet weg
te wuiven. Een dokter zou kun
nen denken dat een maagzweer
kleiner is geworden omdat zijn
voorganger die als 'groot' had
omschreven. Het zou heel goed
kunnen zijn dat de zweer niet
kleiner, maar juist groter is ge
worden.
„Nou meneer, u gaat goed voor
uit," terwijl de patiënt juist ach
teruit kachelt.
Het probleem is niet nieuw.
Dokters plegen van oudsher de
grootte van gezwellen beeldend
te vergelijken met algemeen be
kende voorwerpen. Die komen
meestal uit de agrarische sector.
Men heeft het nog steeds over
een tumor zo groot als een dui
venei, of een kersenpit, of zo
groot als een mandarijn. Maar
weet een dokter wel hoe groot
dat duivenei is? En als hij dat al
weet kan hij dan nauwkeurig
schatten?
De huidarts J. van Everdingen
nam samen met zijn collega
Rampen een aantal jaren gele
den de proef op de som. Ze lieten
een kaart maken met daarop ze
ventien zwarte cirkels in op
lopende grootte en vroegen aan
honderd personen onder wie 23
artsen om de cirkels aan te wij
zen die even groot zijn als een
dubbeltje, een kwartje, stuiver,
een gulden en een rijksdaalder,
voorwerpen die iedereen elke
dag in handen heeft. (Die koffie-
munt van vijf was er toen nog
niet).
Bijna niemand kreeg het voor
elkaar om alle munten met de-
juiste cirkels te combineren. Dat
lukte slechts acht proefperso
nen. Slechts een proefpersoon
kon feilloos de cirkels van 1 en 2
centimeter aanwijzen, en dat
was een verpleegster die voor
haar werk dagelijks vlekken op
de huid moest opmeten.
Dat er een Babylonische spraak
verwarring bestaat over de pre-
ciese betekenis van woorden als
'vaak', 'soms', 'meestal', 'zel
den', 'gewoonlijk' en zo meer,
zal u nu niet meer verbazen.
Maar verbazingwekkend is het
wel.
De medische vakliteratuur we
melt van dit soort woorden. De
Codex Medicus, het naslagbij
beltje van de dokter, vermeldt
van reumatoïde artritis dat dit
een ziekte is die meestal aan
meerdere gewrichten voorkomt,
doorgaans aan beide kanten en
dan vooral aan de handen. Dat
de kwaal vaak chronisch is en
steeds weer terugkomt en in veel
gevallen tijdelijk geneest. Enzo
voort.
Maar wat betekenen al die
woorden? Als de ziekte meestal
aan meerdere gewrichten voor
komt, bedoelt men dan in 30,40,
70, of 95 procent van de geval
len? Dat is uitgezocht. Het blijkt
dat alles kan. 'Meestal' kan in 30
procent van de gevallen beteke
nen, maar ook in 90 procent van
de gevallen. 'Vaak' varieert van
40 tot 80 proeent, 'gewoonlijk'
van 45 tot 100 procent. Dus
meestal is meestal niet zo vaak
als gewoonlijk maar is gewoon
lijk doorgaans vaker dan vaak.
Als je je een beetje realiseert dat
al die solide en beslist klinkende
termen zo zacht zijn als boter
dan worden heel wat teksten in
medische leerboeken, in gezag
hebbende medische vakbladen
en wat daarover in de krant ver
schijnt, minder gezaghebbend
dan ze op het eerste gezicht le
ken.
Rampen en Van Everdingen
plukten de volgende stijlbloem
uit een gerenommeerd chirur
gisch handboek: 'Kolieken zijn
aanvallen van hevige kramp
achtige pijn, die vaak wat vaag
zijn gelokaliseerd, maar die vrij
karakteristieke uitstralingen
kunnen hebben. Kolieken gaan
gepaard met bewegingsdrang.
De koiiekaanval kan soms lang
duren, maar gaat na enige tijd
meestal over.' Let op 'vaak',
'kunnen hebben', 'soms', 'na eni
ge tijd' en 'meestal'.
Hoe langer je naar deze zinnen
kijkt, hoe meer ze onder de stra
len van je aandacht lijken te
verdampen.
Dit soort zinnen zijn als wolken.
Alleen op afstand zien ze er ste
vig uit.