IS hoeft :en. Podiumhypnose is pure bluf 22.95 I im Scheidsrechter in scheidingszaken schrijft handleiding Meestal is meestal niet zo vaak als gewoonlijk |?5 INSTEM LIJF LEVEN E2 feest. last A&P), g 11 (naast A&P). PRODUKT INFORMATIE Laconiek over hart- en vaatziekten Veel technieken voor dementerenden 'Beperk organische oplosmiddelen' Kinderen in flats vaker cara Muntendamprijs voor Schadé Hart pompt tijdens operatie zelf door 1 WOENSDAG 24 APRIL 1996 'Ouders horen voor hun tie! kinderen bij elkaar te blijven' Borrel jonge jenever 'n hele liter Bokma jonge jenever 'n hele liter MET GRATIS GLAS dtkorewijn |j p bekende erij Van Wees ),50 liter l v)B;:A- Lis van Schootenis Leidsrechter in schei- Ingszaken. Samen met liesbeth 't Hart schreef j een handleiding voor laders die als man en jouw niet meer met el- |jar samen kunnen le- Lmaar als vaderen Leder met elkaar verder loeten. Een boek met Lgesproken standpun- m. „Als een man en een —jouw zich gezamenlijk ■ebben voortgeplant, be uren ze hun leven lang men, als ouders, op te ,.[ken in het belang van lat nakomelingen en van lenzelf." lorMick Salet [ouders hebben het recht om uit laar te gaan, maar de plicht om Tl ouderschap te blijven delen. Pik al kiest je man voor een an- i.dan heb je nog niet het recht i als vader uit te schake- i Kinderen willen dat ook niet. lewillen een vader en een moe- k.Ook al wonen die misschien linieer onder één dak samen." i van Schooten, 51 jaar, is Agoog en twee keer geschei- a Liesbeth 't Hart, 47 jaar, is e en één keer geschei- k Samen schreven ze een andleiding voor ouders die aan ihtscheiding denken, is; „In een goede relatie vol- iman en vrouw aan eikaars ichtingen. Een man voelt |tb gelukkig als zijn vrouw laat rken dat ze gelukkig met hem (lien vrouw voelt zich gelukkig he een emotionele band met i man heeft en hij zich ook itinhaar geïnteresseerd toont, mrelatie verslechtert als de een li niet genoeg gewaardeerd feit door de ander." sbeth: „Daardoor loopt uit- lelijk één van de drie huwelij- aop de klippen." is: „Dat moet minder worden, al als er kinderen bij betrok- tiijn. Want kinderen groeien op in een gezinssituatie, vader en een moeder, toni vind ik ook dat ouders «behoeve van de kinderen sa- Is op moeten blijven trekken, kal kiezen ze ieder voor een leven. Maar als een i en een vrouw samen kinde wereld hebben gezet, (moeten ze ook bereid zijn (leven lang vader en moeder pdiekinderen te zijn." h: „Al dan niet onder één Hans van Schooten en Liesbeth 't Hart: 'De meeste mensen in scheiding vechten een machtsstrijd uit. F „Dat is misschien niet zo'n pikelijk idee, maar we moe- pl van een paar ideeën die nu Ijangbaarzijn." h: „Het eerste is dat vader [*der gelijk en gelijkwaar- Pjn." „Dat is een absurd idee. Vaders en moeders zijn niet ge lijk. Het begint al met de biologi sche band die ze met een kind hebben. In tegenstelling tot de moeder weet de vader nooit voor honderd procent zeker dat hij de vader is. Dat is een fundamentele onzekerheid. De vader staat de eerste negen maanden ook maar een beetje aan de zijlijn. Hij ziet de baby in de buik van zijn vrouw groeien. Hij ziet hoe zijn vrouw steeds intenser en intiemer met de baby bezig is. Dat is een essen tieel verschil. Een vrouw is moe der zodra ze zwanger is. Een man wordt pas vader als de baby ge boren wordt. Daarom zou het ook onverstandig zijn om de wet zó te veranderen dat kinderen niet langer automatisch de achter naam van de vader krijgen. Juist die achternaam geeft een man nou net het gevoel vader te wor den. Dat is zijn kind, want het krijgt zijn naam. Als kinderen de achternaam van de moeder zou den krijgen, zouden vaders nóg meer hun best moeten doen om zich vader te voelen en de buiten wereld te bewijzen dat ze de va der zijn. Voor kinderen zijn vader en moeder misschien wel gelijk waardig, maar gelijk zijn ze niet en zullen ze ook nooit zijn. Dat komt door de sekseverschillen. Mannen doen dingen anders dan vrouwen. Dat geeft niet. Dat is juist goed. Op die manier vullen vaders en moeders elkaar aan. Kinderen willen ook niet twee gelijke ouders. Kinderen willen een papa en een mama." Liesbeth: „Het tweede idee waar mee afgerekend moet worden: een slechte relatie tussen twee ouders is meestal wel te verbete ren door samen over die relatie te praten. Hans: „Dat heeft dus geen zin. Ook niet met hulp van een thera peut. Samen praten over een re latie maakt het vaak alleen maar erger. Die twee partners geven el kaar dan al gauw de schuld. Jij wilt nooit vrijen... Jij denkt al leen maar aan seks... Jij vindt me niet meer lief... Jij luistert nooit ouders toe te wijzen, sluit je de andere ouder uit. Die wordt ge woon gedegradeerd. Tot ex- ouder. Tot niet-ouder. Tot ie mand die zich niet meer mag be moeien met de opvoeding van de kinderen. Dat heeft een enorm negatief effect. De ouder die de kinderen niet krijgt denkt: 'het belangrijkste in mijn leven wordt me afgenomen.' Dat zal eerder tot méér dan tot minder strijd tussen de geseheiden ouders leiden. Het is onrechtvaardig om het ouder lijk gezag aan één van de ouders idee dat voortzetting van het ge zamenlijk ouderlijk gezag alleen verstandig is als de gescheiden ouders op een positieve manier met elkaar willen en kunnen overleggen." Hans: „Dat wil de wetgever wel, maar de meeste mensen in schei ding kunnen dat gewoon niet. Die vechten een machtsstrijd uit. Om waardering die ze van elkaar wil len hebben. Om kinderen die ze geen van twee kunnen missen. Dat is een strijd waarin mensen niet positief met elkaar künnen naar me... Partners moeten el kaar niet proberen te veranderen. Dat werkt niet. Je kunt van een ander niet eisen aan jouw ver wachtingen te voldoen. Partners met relatieproblemen moeten, los van elkaar, weer leren hoe ze zich van waarde kunnen voelen. Als man en vader. Als vrouw en moe der. Ze moeten, zelfstandig, weer zelfvertrouwen zien te krijgen. Dan kunnen ze pas verder voor uit." Liesbeth: „Idee drie: door het ouderlijk gezag aan één van de ouders toe te wijzen, bescherm je kinderen tegen de gevolgen van conflicten tussen hun gescheiden ouders." Hans: „Ook al onjuist. Door het ouderlijk gezag aan één van de toe te wijzen. Onrechtvaardig voor de ouder die het gezag ont nomen wordt en onrechtvaardig voor de kinderen die een ouder ontnomen wordt." Liesbeth: „Idee vier: ouders die een scheidingsproces beginnen, willen scheiden." Hans: „Het klinkt misschien gek, maar de meeste mensen in schei ding willen helemaal niet schei den. Ze willen niet van hun part ner af, ze willen door hun partner begrepen en bevestigd worden. Het dreigen met een echtschei ding is vaak een laatste schreeuw om erkenning. De meeste mensen zien een scheiding als een per soonlijk falen. Tegenover zichzelf en tegenover de kinderen." Liesbeth: „Dan bestaat er nog het overleggen. Laat ze daarom lie ver eerst een tijdje uit elkaar gaan, maar wel samen voor de kinderen blijven zorgen. In een vertrouwde omgeving. Als de ene ouder er voor de kinderen is, dan moet de andere ouder de deur maar uit. Net zolang tot ze alle twee weer een redelijk goede en gelukkige relatie met hun kinde ren hebben. Dan is het tijd om te praten over een scheiding. Niet eerder. Eerst moeten ouders op een positieve manier, dus zonder rechter, het ouderschap delen. Daarna mogen ze pas de juridi sche stappen naar een scheiding zetten." „In de praktijk werk ik zo ook als echt-scheidsrechter. Met een contract waarin de ouders mij aanwijzen als scheids- FOTO GERUNDE DE GEUS rechter. Niet als relatiebemidde laar. Je moet scheidende ouders namelijk niet benaderen als twee partners die willen scheiden, maar als twee partners die voor de kinderen bij elkaar horen te blijven. Dat partnerschap mogen ze niet verbreken. En het werkt. Het lukt me om ouders, in het be lang van de kinderen, bij elkaar te houden." Liesbeth: „Hans is nogal zeker van zijn methode." Hans: „Ja, het klinkt natuurlijk als reclame voor mezelf, maar ouders moeten niet naar een rechter stappen en ook niet naar een relatiebemiddelaar. Dat is zonde van de tijd en het geld. Een echt-scheidsrechter werkt veel beter." Liesbeth: „Nog één punt: na scheiding is er sprake van een eenoudergezin." Hans: „Dat is het laatste onjuiste idee waar we nu mee af willen re kenen. Een eenoudergezin be staat niet zolang beide ouders le ven en de kinderen minderjarig zijn. Ook al woont je vader niet meer thuis, ook al heeft je moeder een andere partner, je vader en je moeder blijf je houden. Kinderen hebben behoefte aan een vader en een moeder, met hun specifieke inbreng, die elkaar aanvullen. Ook al gebeurt dat onder twee daken." 'Ouderschap voor en na (echt)scheiding, een praktische handleiding' van Hans van Schooten en Liesbeth 't Hart, Swets Zeitlinger, Lisse, 1996. Prijs 45. Meer dan de helft van de bevolking beschouwt hart- en vaatziek ten niet als ernstig. Veertig procent heeft het volste vertrouwen in de medische wetenschap. Artsen zouden volgens deze groep de nadelige gevolgen van hart- en vaatziekten al dan niet gedeelte lijk kunnen oplossen. Ruim 40 procent van de Nederlanders weet niet dat hart- en vaatziekten nog altijd doodsoorzaak nummer één zijn. Dit blijkt uit een enquête van het NIPO die in opdracht van de Nederlandse Hartstichting is gehouden. Uit het onderzoek blijkt dat driekwart van de bevolking niet weet dat beroerte de belangrijkste oorzaak van invaliditeit is. Verreweg de meeste Ne derlanders denken dat invaliditeit vooral ontstaat door verkeers ongevallen. De Hartstichting start vandaag een campagne om de bevolking ervan bewust te maken dat hart- en vaatziekten niet al leen veel slachtoffers eisen, maar ook veel lichamelijk en psy chisch leed veroorzaken. Verpleeghuizen in Nederland passen vrijwel allemaal technieken toe om dementerende bewoners te begeleiden en contact met hen te onderhouden. De methoden daarvoor zijn heel verschillend, maar wel allemaal praktisch. Verzorgenden en verpleegkundigen beschouwen de technieken als een houvast om goed te kunnen reageren op de groep ouderen. Familie neemt de methoden soms over. De Nederlandse verpleeghuizen hebben samen ongeveer 25.000 bewoners op psychogeriatrische afdelingen. Tachtig pro cent van de mensen is dementerend. Meest toegepaste methode om de dementerenden te begeleiden en contact te onderhouden is de validerende benadering (toegepast in 85 procent van de ver pleeghuizen). Zorgverleners gaan daarbij mee in de innerlijke leefwereld van de gedesoriënteerde ouderen, zonder hun gedrag te corrigeren. De realiteitsoriënterende benadering (81 procent) helpt licht verwarde mensen greep te houden op hun omgeving, zodat hun angsten verminderen en zij in contact blijven met de mensen om hen heen. Snoezelen, afkomstig uit de zorg voor ver standelijk gehandicapten, wordt in driekwart van de verpleeg huizen toegepast. Zorgverleners leggen contact met ernstig de menterenden door hun zintuigen te prikkelen met onder meer warmte, licht, geuren, kleuren en geluiden. Andere methoden worden minder vaak toegepast. Staatssecretaris Linschoten van Sociale Zaken wil strengere re gels voor het werken met organische oplosmiddelen. In situaties waarin blootstelling aan deze middelen dreigt, moeten ze vervan gen worden door minder schadelijke producten. Linschoten schrijft dit in een adviesaanvraag aan de Sociaal-Economische Raad (SER). Langdurige blootstelling (vooral via de ademhaling) aan organische oplosmiddelen kan leiden tot een ernstige vorm van hersenschade. Die staat bekend als het Organisch Psycho Syndroom (OPS). In Nederland werken naar schatting 500.000 mensen regelmatig met oplosmiddelen. Vooral schilders, auto- spuiters, vloerenleggers, dakdekkers, laboranten en werknemers in drukkerijen hebben een verhoogde kans op OPS. Het aantal slachtoffers van de ziekte bedraagt naar schatting 2500. Naar verwachting groeit dit aantal met 100 tot 200 per jaar als er geen strengere maatregelen komen. Schoolkinderen die in hoogbouwflats wonen of in kleine goedko pe woningen, lopen duidelijk meer kans op aandoeningen aan hun luchtwegen (cara) dan andere kinderen. Vocht en slechte ventila tie zijn de belangrijkste oorzaken daarvan. Dat blijkt uit een on derzoek van de GGD in Urecht. Uit de nasporingen komt de in vloed van vocht nog het duidelijkst aan het licht. Onder kinderen die in vochtige huizen wonen, werden twee- tot driemaal zoveel gevallen van cara vastgesteld als onder kinderen in 'droge' hui zen, een effect dat rokende huisgenoten of harige huisdieren op geen enkele manier benaderen. De Nederlandse Kankerbestrijding heeft de Muntendamprijs dit jaar toegekend aan prof. dr. E. Schadé, hoogleraar huisartsenge- neeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Schadé krijgt de onderscheiding wegens zijn grote verdienste voor de kankerbe strijding, in het bijzonder voor zijn professionele bijdrage aan een duidelijke plaatsbepaling en rol van de huisartsengeneeskunde binnen de oncologie. De prijs bestaat uit een bedrag van 50.000 gulden, dat door de laureaat mag worden besteed aan iets dat met kankerbestrijding te maken heeft. Het Academisch Ziekenhuis Utrecht past sinds kort een nieuwe hartoperatietechniek toe, waarbij een deel van het hart wordt stilgelegd, terwijl het hart toch zelf de pompfunctie vervult. Tot nu toe was bij bypassoperaties een hart-longmachine nodig. Bij omleidingsoperaties leggen chirurgen doorgaans het hart hele maal stil. Een kloppend hart en de kransslagader bewegen te krachtig om de vaatranden nauwkeurig aan elkaar te kunnen hechten. Met de nieuwe methode leggen artsen alleen dat deel van het hart stil waar de kransslagader wordt geopereerd. Dat ge beurt door zuignapjes en tentakels van een metalen 'octopus', die aan de operatietafel is bevestigd. [duur. En de Ray-Ban Round beroemd ontwerp. k°s En ook achter die aan- Jan Verhulst |fcti Rostelli blijft volle zalen 'ïn met zijn hypnoseshow, |J er zijn nog steeds mensen die dat hypnose bestaat, eggen ze, ik heb met ei- |sffiogen gezien hoe mensen din- |f deden die eigenlijk helemaal Pd Kunnen. I '«/as te zien hoe een meneer er r» in slaagde een bankbiljet Ij11® grond te rapen omdat hij dat het vastgeplakt zat. lezelfde manier waren er «n te zien die dachten dat |®st elkaar getrouwd waren, |!niziemet elkaar maakten, of fP°ntaan' insliepen en weer '"st werden, en dat allemaal |J,commando van meneer Ros- Dus hypnose bestaat en e®Eostelli is een hypnoti- rJJ En toch bestaat hypnose «thans niet op de manier I de meeste mensen denken, "helemaal niet als een vorm contact met een 'geestenwe- I. zoals een zwaar gerefor- ™e club in het noorden van IC111lliikttedenken. een goed begrip van het suggestie: hij denkt dat hij op eens toegang heeft tot zijn onbe wuste en daarom meent hij zich van alles te herinnneren. Vaak wordt hij in deze gedachte ook nog eens ondersteund en aange moedigd door de (hypno)thera- peut. Het zal duidelijk zijn dat deze gang van zaken tot allerlei na righeden kan leiden (inceston- derzoek!), omdat totaal ondui delijk en oncontroleerbaar is wat feiten zijn en wat fictie. Vandaar dat de meeste thera peuten uiterst voorzichtig om gaan met het onder hypnose ver kregen materiaal. Ze gebruiken hypnose, zoals gezegd, dan ook liever als een nuttige en effectie ve vorm van ontspanning. Bij de podiumhypnose ligt de zaak iets ingewikkelder, hoewel het principe hetzelfde blijft. Elk (gezond) mens heeft een bepaald besef van de realiteit: hij weet wie hij is, waar hij is, en wat er allemaal om hem heen gebeurt. Als je er als hypnotiseur in slaagt dit realiteitsbesef bij een persoon te ondermijnen, dan denkt zo'n persoon dat hij ónder hypnose is. En als hij dat een maal denkt, dan kun je hem van alles laten doen. Om het realiteitsbesef van ie mand te ondermijnen, maakt de hypnotiseur gebruik van allerlei suggestieve trucs. Zelf gebruik ik altijd de volgende: ik zeg te gen de aanwezige mensen dat ik mijn hand 'gevoelloos' kan hyp notiseren. Vervolgens houd ik een aansteker met een grote 5ES, Lange Vorststraat 73. ROOSENDAAL, 1GEN, Lange Zelke 93. 106. hypnose dienen we ®derscheid te maken tus- Wee vormen: de zogenoem- EtaPeutische hypnose en de Ito p^THDse'. Onder de the- ptem hyPnose verstaan L ir0rm van diepe ontspan- K let feer en niet minder. iL^pannen toestand kan Vt®.ziin voor een cliënt Fir k rïan gemakkelijker L.p.e?aa'de moeilijke onder- i« j' Praten- Dat is alles, (ad :Uj beslist niet zo dat ie- j ™er hypnose zich 'op- herinneren die niet wist. Meent hij te kunnen, dan is er Van een vorm van auto- Rasti Rostelli...vloekt spelbrekers van zijn podium af.... FOTO DE STEM/DICK DE BOER vlam onder mijn hand en be weeg die langzaam op een neer. Voor de toeschouwer is volstrekt duidelijk dat ik helse pijnen moet lijden, maar ik vertrek geen spier van m'n gezicht. Dat hoeft ook niet want ik voel nau welijks iets. Waarom niet? Een voudigweg omdat ik de vlam juist snel (langzaam) genoeg on der mijn (altijd wat vochtige) hand beweeg dat de vlam geen pijn doet. Maar dat weten de toeschouwers niet, die zien een zwarte walm onder mijn hand verschijnen en denken dat ik mezelf werkelijk pijnloos heb gehypnotiseerd. Een podiumhypnotiseur weet precies wie hij wel en niet op het podium moet vragen: de mensen die vatbaar zijn voor suggesties. En dat zie je gauw genoeg als je de zaal inkijkt: de angstig la chende mensen, die moet je heb ben. Daar komt nog bij dat ie mand die op het podium geroe pen wordt in de regel het lef niet heeft om de instructies van de hypnotiseur niet op te volgen. Want dan is hij een slechte proefpersoon en bovendien be derft hij de show. Daarom vloekt Rostelli de spelbrekers van zijn podium af. En de hypnotiseur zelf? Dat is een slimme jongen die boven dien over een zeer grote mond beschikt. Hij weet dat zijn hele act gebaseerd is op pure bluf en hij weet door zijn ervaring pre cies wie hij wel en niet kan over bluffen (wiens realiteitsbesef hij kan ondermijnen). Dat betekent ook dat in principe iedereen hypnotiseur kan worden. Wat je daarvoor nodig hebt zijn drie dingen: enige kennis van de trucs, gevoel voor theater en een ontzettend grote mond. Door drs. Jan Paalman De geneeskunde vercijfert hoe langer hoe meer. Alles wordt als het maar even tjes kan in een getalletje uitge drukt want dat is nauwkeuriger, wetenschappelijker en het re kent ook makkelijker voor de computer. Een bloeddruk van 140 over 80 is heel mooi, een be- zinking van 50 is niet zo mooi, wie een cholesterol heeft van 4 mag tevreden zijn en met een nuchtere glucose van 5 hoef je ook al niet te klagen. Zelfs bijna onmeetbare grootheden als te vredenheid en pijn worden door het nieuwe vak klinimetrie in een afstandelijk cijfertje gevan gen. Toch zijn dokters ongecijferder dan je zou denken. Dat bleek weer eens uit een aar dig onderzoekje van de vak groep Medische Informatica van de Erasmus Universiteit in Rot terdam. Het ging om het volgen de probleem. Als een dokter in zijn verslag vermeldt dat een patiënt een 'kleine' maagzweer heeft, wat bedoelt hij dan pre cies? Een kleine maagzweer, zult u misschien zeggen, is kleiner dan een grote - hoezo probleem, waar maakt u zich druk om? En heel wat dokters zullen het daar mee eens zijn. Internisten bekij ken geregeld door een ingeslikt fiberglazen slangetje de binnen kant van de maag om te beoor delen hoe groot die maagzweer is, en of die groter wordt of ho pelijk kleiner. Een op de drie, zo bleek uit eer der onderzoek van de vakgroep, schrijft dan in zijn verslag dat de zweer groot is, of middel groot, of klein, of normaal, en noteert niet de exacte doorsnede in centimeters. De onderzoekers Moorman, Siersema en Van Ginneken vroegen vervolgens per brief aan 222 dokters wat volgens hen in centimeters uitgedrukt de on der- en bovengrenzen zijn van 'groot', 'middelmatig' en 'klein'. Uit de 150 bruikbare reacties bleek overduidelijk dat dokters daar heel verschillend over den ken. Zelfs als de extreme ant woorden weg werden gelaten, bleek hun mentale maatlat zo rekbaar als elastiek. Zo rekbaar dat een en dezelfde maagzweer in 30 procent van de gevallen door de ene dokter als 'klein' kan worden beoordeeld en door de ander als 'groot'. De consequenties zijn niet weg te wuiven. Een dokter zou kun nen denken dat een maagzweer kleiner is geworden omdat zijn voorganger die als 'groot' had omschreven. Het zou heel goed kunnen zijn dat de zweer niet kleiner, maar juist groter is ge worden. „Nou meneer, u gaat goed voor uit," terwijl de patiënt juist ach teruit kachelt. Het probleem is niet nieuw. Dokters plegen van oudsher de grootte van gezwellen beeldend te vergelijken met algemeen be kende voorwerpen. Die komen meestal uit de agrarische sector. Men heeft het nog steeds over een tumor zo groot als een dui venei, of een kersenpit, of zo groot als een mandarijn. Maar weet een dokter wel hoe groot dat duivenei is? En als hij dat al weet kan hij dan nauwkeurig schatten? De huidarts J. van Everdingen nam samen met zijn collega Rampen een aantal jaren gele den de proef op de som. Ze lieten een kaart maken met daarop ze ventien zwarte cirkels in op lopende grootte en vroegen aan honderd personen onder wie 23 artsen om de cirkels aan te wij zen die even groot zijn als een dubbeltje, een kwartje, stuiver, een gulden en een rijksdaalder, voorwerpen die iedereen elke dag in handen heeft. (Die koffie- munt van vijf was er toen nog niet). Bijna niemand kreeg het voor elkaar om alle munten met de- juiste cirkels te combineren. Dat lukte slechts acht proefperso nen. Slechts een proefpersoon kon feilloos de cirkels van 1 en 2 centimeter aanwijzen, en dat was een verpleegster die voor haar werk dagelijks vlekken op de huid moest opmeten. Dat er een Babylonische spraak verwarring bestaat over de pre- ciese betekenis van woorden als 'vaak', 'soms', 'meestal', 'zel den', 'gewoonlijk' en zo meer, zal u nu niet meer verbazen. Maar verbazingwekkend is het wel. De medische vakliteratuur we melt van dit soort woorden. De Codex Medicus, het naslagbij beltje van de dokter, vermeldt van reumatoïde artritis dat dit een ziekte is die meestal aan meerdere gewrichten voorkomt, doorgaans aan beide kanten en dan vooral aan de handen. Dat de kwaal vaak chronisch is en steeds weer terugkomt en in veel gevallen tijdelijk geneest. Enzo voort. Maar wat betekenen al die woorden? Als de ziekte meestal aan meerdere gewrichten voor komt, bedoelt men dan in 30,40, 70, of 95 procent van de geval len? Dat is uitgezocht. Het blijkt dat alles kan. 'Meestal' kan in 30 procent van de gevallen beteke nen, maar ook in 90 procent van de gevallen. 'Vaak' varieert van 40 tot 80 proeent, 'gewoonlijk' van 45 tot 100 procent. Dus meestal is meestal niet zo vaak als gewoonlijk maar is gewoon lijk doorgaans vaker dan vaak. Als je je een beetje realiseert dat al die solide en beslist klinkende termen zo zacht zijn als boter dan worden heel wat teksten in medische leerboeken, in gezag hebbende medische vakbladen en wat daarover in de krant ver schijnt, minder gezaghebbend dan ze op het eerste gezicht le ken. Rampen en Van Everdingen plukten de volgende stijlbloem uit een gerenommeerd chirur gisch handboek: 'Kolieken zijn aanvallen van hevige kramp achtige pijn, die vaak wat vaag zijn gelokaliseerd, maar die vrij karakteristieke uitstralingen kunnen hebben. Kolieken gaan gepaard met bewegingsdrang. De koiiekaanval kan soms lang duren, maar gaat na enige tijd meestal over.' Let op 'vaak', 'kunnen hebben', 'soms', 'na eni ge tijd' en 'meestal'. Hoe langer je naar deze zinnen kijkt, hoe meer ze onder de stra len van je aandacht lijken te verdampen. Dit soort zinnen zijn als wolken. Alleen op afstand zien ze er ste vig uit.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 21