Honden en katten hebben het nog nooit zo goed gehad
HACCP: schoon schip met voedselrisico's
Breedbeeld breekt door
Camel: stoer is over
SURPLUS
E2
Niet Brits
Water
Proeven
Sardines
Restaurant
Stagnatie
Concurrentie
Krert59,4800MBBreda'
Boete
Zegen
ONDER DE KURK
Gemaaid gras
Eén op de drie wil overstappen
Controleren
DE STEM
VRIJDAG 19 APRIL 1996
Frisdrank voor huisdieren
Door Hein Sluijter
Komische excessen zijn het. Het
wordt steeds doller wat we allemaal
bedenken voor de hond en de kat. In
je Verenigde Staten kun je al fris
dranken kopen voor huisdieren. De
bond kun je er tracteren op een fles
jiet een vloeistof waaraan een vlees
smaak zit en de kat daar zal al snel
«een feest meer willen meevieren als
|ij zijn ontspannende drankje met
visaroma niet krijgt.
En wat te denken van nog een Ameri
kaanse vinding, het sekshuis voor de reu,
die als beloning voor zijn braafheid, af
en toe eens naar de teefjes mag?
Hls we dichtbij huis blijven, kom je ook
aan deze kant van de oceaan opmerke
lijke zaken tegen. Kijk alleen maar naar
bet voer dat de katten en honden inmid
dels krijgen voorgeschoteld. Nog net
«een kaviaar, maar wel Schotse zalm of
tarbot. Muizen? Niet te vreten.
De prijzen van die culinaire hoogtepun
ten lopen sterk uiteen van 0,50 tot
6,35 per 400 gram. Fabrikant Mars
bijvoorbeeld voert het merk Sheba, het
duurste. De vraag rijst of dat kuipje van
100 gram nu werkelijk de ultieme jumbo
is onder de kattendiners. Het is in ieder
geval héél luxueus.
Erwin Schaillé van Mars wil over dat
merk niet veel meer kwijt dan dat er net
als bij de andere soorten die het bedrijf
voert, rund in zit, kip of schaap, maar
dat er vooral een strengere selectie is
toegepast'. Hoe dan ook, dit zeker vier
keer zo dure product, waaraan voorheen
helemaal geen behoefte was, loopt
inmiddels net zo hard als een kwetsbare
poes op de vlucht voor een boze hond.
De woordvoerders van de bedrijven die
ik belde, begonnen overigens bijna alle
maal meteen ongevraagd te verklaren,
dat er beslist géén Brits rundvlees wordt
verwerkt. Dat komt, omdat het er regent
van telefoontjes van bezorgde consu
menten die het nieuws over de gekke
koeienziekte hebben bijgehouden. „Ons
voer is gegarandeerd veilig," willen ze
kwijt.
De fabrikanten maken natuurlijk wat de
consument wil. Wanneer die malse zalm,
verse paling of nieuwe haring aan zijn
dier uil geven, dan zal de industrie niet
schromen daaraan tegemoet te komen.
Wetend dat er een tendens gaande is om
hond en kat net zo goed (maar niet het-
zelfde) te laten eten als hun baasjes, zul
len zij zich vergenoegd in de handen
wrijven en weer een nieuw product toe-
»en aan de lange rij bestaande.
De consument ziet een wirwar van mer
ken m de winkels uitgestald. Er zijn in
Nederland 30 producenten die het pres
ten om 900 verschillende soorten op de
markt te brengen. Ze halen er een omzet
mee van 780 miljoen. We hebben het
dus niet over een klein wereldje. Maar
wat zit er nu precies in zo'n blikje of
kuipje, waar het allemaal om draait?
Onderzoeker G. van Kempen van TNO in
Wageningen komt tot dezelfde conclusie
als de Consumentenbond eind vorig jaar.
Het hoofdbestanddeel is water. Gewoon
water.
Dat water wordt volgens Van Kempen
gebonden met een gelatine-achtige stof,
dat op zijn beurt wordt gewonnen uit
beendermeel. De rest bestaat doorgaans
uit slachtafval of uit afval zonder meer.
De Consumentenbond heeft het toen uit
gezocht. Het gaat om onderdelen die
mensen liever laten staan zoals orgaan
vlees van Iongen, uiers en klieren.
Verder ook darmen, aders, bindweefsel
en botfragmenten. De bond deelde overi
gens ook nog een ferme tik uit in de rich
ting van de scheppers van al dit lekkers.
Nadat diverse blikjes kattenvoer met
'rundvleesblokjes' nader waren bekeken,
bleken ze nauwelijks rundvlees te bevat
ten. Soms maar één procent. De blokjes
makers en slachtafvalverwerkers wer
den te kijk gezet als echte brokkenma
kers.
Maar het gaat niet alleen om slachtafval,
beweert Van Kempen. De samenstelling
van veel blikken of droge brokken is vol
gens hem vaak verrassend goed.
„Ik ken een kippenslachterij die speciaal
voor de diervoedingsindustrie werkt. Die
hebben daar oudere, uitgelegde kippen
die vroeger als soepkip werden verkocht.
Alle vlees van deze kippen gaat naar die
blikjes."
Hij heeft trouwens zelf een tijdje in de
dierenvoedingsbranche gewerkt.
„En ik zeg u, wanneer er ooit weer oorlog
komt, sla ik snel even een stevige voor
raad kattenvoer in. Het is goed te eten en
dan weet ik tenminste dat ik voldoende
eiwitten en vitamines binnen krijg. Ik
elk geval veel meer dan uit die smakeloze
tulpenbollen tijdens de hongerwinter.
Los van kwaliteit en smaak zit er in hon
den- en kattenvoer altijd wel genoeg
eiwit. Zo'n 7 tot 10 procent. Al wordt er
tegenwoordig flink overdreven met 25
tot 28 procent. En over smaak gespro
ken. Een onderdeel van het productie
proces is het proeven. Mensen die erin
gespecialiseerd zijn, eten er gewoon van
en oordelen of het goed smaakt of niet.
Ook de hele hygiëne er omheen en de
strenge keuringseisen zijn van dien aard
dat je eigenlijk helemaal niet vies hoeft
te zijn van een blikje Whiskas, Kittekat,
Riche of hoe heten ze ook alweer."
Dat klopt in elk geval. Zelf heb ik thuis
op een late avond eens van de inhoud van
een blikje sardines genoten, dat de
andere ochtend bij nadere beschouwing
van de tekst op het lege blikje bleek te
WAT I? DA r
ukreu we- Dpe-ÊAjr 6Ne£/v
KAV/A/i/^. M£Ê*.
zijn bedoeld voor de kat. Wees gerust,
het bleef binnen.
Dierenvoeding wordt met dezelfde zorg
omringd als levensmiddelen voor men
sen. Er is een vermenselijking aan de
gang rond de verzorging en het voedsel
van huisdieren. Je kunt nu zelfs met een
zieke goudvis naar de dierenarts en de
zwemmer vervolgens laten opereren. Bij
sommige mensen speelt het helemaal
geen rol dat dit allemaal veel geld kost.
Dan hebben we het over naar schatting
10 procent van de dierenliefhebbers.
Hij heeft er niets tegen maar Van Kem
pen noemt die categorie 'Ersatz-Kind',
surrogaat-kind. Het zijn vooral oudere
dames die hij tot deze groepering laat
behoren. „Bijna alles wat een mens voor
zichzelf kan kopen, wordt dan ook
gekocht voor surrogaat-kind de kat en
vooral voor de hond. Zo werkt dat."
Bij de Dierenbescherming wordt er
genuanceerder óver «leze zaken gedacht.
In het algemeen zijn ze daar zelfs geen
voorstander van het houden van huisdie
ren. „Maar als er een dier in huis is, dan
moet je ze natuurlijk wel iets goeds
geven", zegt eindredacteur. Jan Dobbe
van het blad 'Dier', het org'aan van de
Dierenbescherming.
„Dat is echter wat anders dan wat er nu
overal groeiende is. Er ontstaat decaden
tie. Er worden voor huisdieren in de
fabrieken idiote gerechten gemaakt die
tegen idiote prijzen worden verkocht.
Het wordt allemaal steeds gekker. Er
zijn dingen bij die je bijna in een restau
rant op tafel zou kunnen zetten. Op zich
is daar niets tegen. Vlees voor honden en
katten moet tenslotte ergens vandaan
komen. Maar het moet er niet toe leiden,
dat er méér dieren geslacht moeten wor
den om aan die behoefte te voldoen.
Daar zijn we tegen."
Het lijkt erop, dat de Dierenbescherming
op haar wenken wordt bediend. Want
hoe florerend de dierenvoedingsindus-
trie ook lijkt, de wolven huilen al in het
bos. Er ligt een dreiging op de loer. Het
aantal honden in Nederland is al een jaar
of twee geleidelijk aan het afnemen en
het kattenbestand groeit ook niet meer.
En dus nadert er een stagnerende markt.
Er zal minder voer nodig zijn.
Nu nog worden er in Nederland dage
lijks 1,5 miljoen honden uitgelaten. De
verwachting is dat dit aantal in de
komende tien jaren met enkele honderd
duizenden zal afnemen, vooral in de ste
den. Mensen worden zich daar steeds
bewuster van de milieuvervuiling die een
hond op straat tot stand brengt. Zelfs
hondenliefhebbers ergeren zich gruwe
lijk aan poep op de stoep.
Het houden van een hond wordt ook
steeds duurder. Als geen ander is drs. J.
Willemse, medewerker van het Econo
misch Instituut voor Midden- en Klein
bedrijf, zich daarvan bewust. Zijn spe
cialiteit is de handel in dierbenodigdhe-
den en hij voorziet een toneel waar de
honden van zijn verdwenen.
„De hondenbelasting zal hoger worden.
En omdat veel mensen meer en langer op
vakantie gaan en steeds meer kiezen
voor het vliegtuig, zal de behoefte om de
hond tijdelijk onder dak te brengen, toe
nemen. Nou, een goede kennel is niet
goedkoop. En voeg daarbij nog allerlei
bezuinigingen waar de mensen mee te
maken gaan krijgen."
Met de twee miljoen katten zal het vol
gens hem minder hard gaan. Die zijn
gemakkelijker te houden. Maar ook hier
zit geen echte groei meer in. Dat alles
hebben de voervervaardigers uiteraard
goed in de smiezen. Twee jaar geleden al
werd de concurrentie onderling groter.
Er ontstond het gevaar van overproduc
tie. De prijzen gingen noodgedwongen
omlaag. j
En de voorspelling dat binnen niet al te
lange tijd een aantal producenten het
hoofd niet langer boven water zal kun
nen houden, berust bepaald niet op los
zand. Minder honden minder poep, maar
ook minder brood op de plank.
De hond gaat af.
Nergens liggen zoveel gevaren op de loer als bij de
voedselbereiding. Onachtzaamheid kan grote gevol
gen hebben. Niet alleen thuis bij het maken van de
'dagelijkse hap, maar ook in de voedingsmiddelenin
dustrie. Affaires als de besmette Olvarit-babyvoeding
en ziekmakende Brinta liggen nog vers in het geheu
gen. Sinds half december '95 moeten voedselverwer-
kende instellingen en bedrijven, van Unilever tot de
bakker op de hoek in de Europese Unie elke stap van
bun productieproces beschreven hebben. Maar nog
lang niet iedereen heeft de Hazard Analysis Critical
Control Points (HACCP) op een rijtje staan.
°oor Chris van Alem
2e vallen al nauwelijks meer op.
üe regelmatig terugkerende
ïrtenties waarin leveranciers
"'consument waarschuwen voor
«eugdelijke producten. De
™r'ta-affaire en de Iglo-affaire
geruchtmakende voedsel-
Wsties die menigeen zich her-
®eit Maar een waarschuwing
11 Albert Heijn voor bedorven
mken in blik, zoals onlangs,
"oorzaakt geen ophef meer.
e consument went aan de
-Jbewuste opstelling van de
,etanc'er- Niet dat die zijn
Lrn 20 S™? etaleert, maar
«Pel omdat de Wet Product-
•^Prakelijkheidhemdatdwin-
voorschrijft. Sinds 14
vorig jaar zijn alle
werkers, van zieken-
ffiuken tot snackbar, van
-^slager tot ijsbereider
«vendien verplicht hun hele
uetieproces 'van de voordeur
t de achterdeur', alle risico's
U®. daarbij voordoen en de
rijding daarvan vast te leg-
een HACCP-plan. Een
'™ende en kostbare klus.
niet veel werk- No8 lan8
ïe wften is.zover," zegt Rob
bedrijfsleider van Cui-
arffi?Sre lrrformatie wil omtrent
tiideS111 bijlage, kan
"6-53l)VM°jUren bel,en naar
u 076-5312272.
%S?,rea9erenkan°ok.
res daarvoor is:
"m, redactie Surplus,
factie: Wim van Leest.
sine Select BV in Beuningen, pro
ducent van maaltijdcomponenten
voor instellingen, groothandel en
horeca, zoals bijvoorbeeld de
Postiljon motelketen. „Wij ver
werken aardappelen, soepen,
sauzen, vleesgerechten, alles wat
te bedenken valt". Het bedrijf is
op weg naar een productie van
drie tot vijf miljoen kilo per jaar.
Cuisine Select is nog maar net
begonnen aan zijn HACCP-plan.
Eind november moet het klaar
zijn. Dat is net op tijd, want
voedselverwerkers die na 1 janu
ari 1997 geen HACCP-plan kun
nen overleggen, lopen het risico
van een boete, die kan oplopen
tot zo'n tienduizend gulden. „We
beschouwen dit jaar als een over
gangsperiode, want het is min of
meer uit de lucht komen vallen,"
zegt Bert Hendriks van de
Inspectie Gezondheidsbescher
ming in Den Haag, beter bekend
als de Keuringsdienst van Waren.
„Het is toch behoorlijk ingrij
pend voor de bedrijven."
Verhoeff: „Het begint al met het
screenen van je leveranciers.
Daar ga je bekijken onder welke
omstandigheden er wordt
gewerkt. Misschien levert die wel
een goed product, maar staat zijn
pand er schandalig bij".
De inkoopspecificaties worden
precies omschreven. Zodra de
bestelde waar in Beuningen arri
veert, wordt de partij op het oog
bezien, wordt de aanlevertempe-
ratuur vastgesteld, wordt beoor
deeld of verpakking, codes en
houdbaarheidtermijnen juist
zijn. Verhoeff: „Als er in het plan
staat dat de spullen op kunststof
pallets moeten worden aangele-
Maaltijdcomponenten in bewerking bij het Beuningse Cuisine Select.
foto Frik van t hullenaar
verd, dan moet dat ook gebeu
ren."
Eenmaal binnen wordt de waar
door de laborante micro-biolo
gisch bemonsterd, terwijl het
productieproces gewoon door
gaat. „We kunnen niet wachten
totdat de test klaar is, dat duurt
drie dagen. Wat 's morgens hier
wordt aangeleverd, moet 's mid
dags worden verwerkt. Dat is een
afgedekt risico, omdat de leve
rancier verplicht is zijn spullen
onder een bepaalde micro-biolo
gische gesteldheid af te leveren,"
aldus Verhoeff. Het lab bewaart
een referentiemonster voor con
trole achteraf.
De afgewogen ingrediënten,
waarvoor de medewerker zijn
handtekening zet, worden door
de koks precies volgens de
beschreven methoden verwerkt.
De temperatuur van het water
wordt tijdens het koken gecon
troleerd, de waterdosering staat
exact vast. Dat geldt ook voor de
tijdsduur die de blast chiller
nodig heeft om de kookwaren af
te koelen.
Na het vacuümkoken moet,
krachtens de warenwet, de pro
ductiecode op het etiket worden
vermeld, tezamen met de vermel
ding 'tenminste houdbaar tot' en
de HACCP-streepjescode. Ver
hoeff: „Die geeft aan op welke
dag het is geproduceerd, eventu
eel ook of het door de ochtend- of
avondploeg is gebeurd. Op de
productie-orderbonnen staat
welke personen ermee bezig zijn
geweest. Stel, we willen weten
wat er twee weken geleden met
een product gebeurd is: welke
mensen hebben eraan gewerkt,
welke ingrediënten zitten erin,
van welke leveranciers komen
die, dan is dat zo terug te vin
den."
De productverantwoordelijkheid
houdt niet op als de maaltijden
het bedrijfsterrein verlaten. De
transporteur moet evengoed een
HACCP-plan hebben en moet
temperatuur-Iogpers overleggen.
Ontstaat er een geschil tussen
leverancier en klant, dan wordt
de vooraf beschreven klachten
procedure afgewikkeld. Verhoeff:
„Voldoet het bij ons bewaarde
referentiemonster aan de voor
waarden, maar heeft de klant het
product op een te hoge tempera
tuur bewaard, dan kunnen wij
bewijzen dat we alles goed
gedaan hebben."
Tot grote geschillen zal dat bij
Cuisine Select niet leiden, ver
wacht Verhoeff. „Over twee bak
ken nasi van vijftien gulden, daar
ga je toch niet op het scherpst van
de snede liggen bakkeleien."
HACCP is geen solo-activiteit
van een hygiënefreak binnen het
bedrijf. De machinebedienings-
voorschriften komen eraan te
pas, de technische dienst wordt
erin betrokken, productiemede
werkers spelen een rol. „Je men
sen moeten weten wat HACCP
inhoudt, anders zal het nooit
werken," meent Verhoeff.
Opstellen van het plan plus aan
schaf van de benodigde appara
tuur kost Cuisine Select zo'n
ƒ140.000. Toch werkt HACCP
niet kostprijsverhogend. „Je pro
cesgang is veel beter gecontro
leerd, je kunt sneller ingrijpen, je
krijgt veel minder klachten, min
der storingen in de procesgang.
Je verdient het vanzelf terug. Ik
vind het een zegen."
Waar hij wel tegenaan hikt, is dat
Nederland, traditiegetrouw,
voorop loopt met HACCP en dat
met name de zuidelijke Europese
staten ruim de tijd nemen.
„Wij lopen voorop, maar dat is in
Het druifbewustzijn
neemt toe. De naam
van het druivenras op
het etiket van een fles wijn
zegt steeds meer mensen wat.
Die krijgen in de gaten dat er
smaak- en reukverschil
bestaat. Dat wijn van het ene
ras zich duidelijk kan onder
scheiden van wijn die afkom
stig is van een andere soort.
Die ontdekking houdt direct
verband met de opkomst van
de cépagewijnen, die uit één
enkel ras zijn geperst. Dit in
tegenstelling tot heel veel
andere wijnen, waaronder de
absolute top, die zijn samenge
steld uit meer dan één ras.
Maar een andere oorzaak is
ook de literatuur. Boeken en
artikelen over wijn wijden er
in toenemende mate aandacht
aan.
Ik merk het ook aan mezelf.
Zo'n vijf jaar geleden nog pro
beerde ik, schrijvend over
wijn, zo min mogelijk de ras
sen en hun kenmerken ten
tonele te voeren. Omdat ik
ervan uitging dat deze details
voor een breed publiek onvol
doende interessant waren.
De tijden zijn veranderd en
ten goede gekeerd. Voor heel
wat mensen die eerder geen
notie hadden van druivenras-
sen, is de informatie over de
soort nu juist een houvast.
Hier en daar is het al een sport
geworden om met neus en
tong te raden welke wijn in het
glas zit. Het is best amusant
om thuis met wat vrienden en
kennissen een cépage-proe-
verij te houden. Die moet je
dan niet te moeilijk maken.
Vijf of zes rassen is genoeg.
Die moeten tevoren ook
bekend zijn. Zonder dat je
weet welke wijn in je glas zit
natuurlijk.
Blindeer de etiketten op de
flessen. Het wordt dan een
blinde proeverij waarbij je
multiple choice toepast.
Neem bijvoorbeeld de zes
grote ter hand. Dat zijn de
cabernet sauvignon, de pinot
noir, de merlot en de syrah
voor rode wijn en de chardon-
nay en de sauvignon blanc
voor witte. Probeer, als het
kan, om zoveel mogelijk fles
sen van één producent met
elkaar te vergelijken. Noodza
kelijk is deze eenvormigheid
echter niet.
De wijnen mogen uit de hele
wereld komen. Uit Frankrijk,
Chili, Australië, Californië,
Nieuw Zeeland, Zuid-Afrika,
Bulgarije, Italië, Spanje, het
maakt niet uit.
De raseigenschappen zullen
bij goede cépagewijnen te her-
Door Hein Sluijter
kennen zijn. Al moet ik er wel
bij zeggen, dat grondsoort, kli
maat, deskundigheid van de
maker en eventueel onder
gane houtrijping altijd een
stempel zullen drukken op wat
de tong en de neus ervaart.
Zo zal een chardonnay uit
Bourgogne anders smaken
dan dezelfde cépage uit Zuid-
Frankrijk.
En een cabernet sauvignon uit
Bulgarije zal niet precies
dezelfde impressies opleveren
als zijn soortgenoot uit Zuid-
Afrika. En dat is maar goed
ook. Hoe meer variatie in wij
nen, hoe beter.
Het is interessant om bij het
raden vooral af te gaan op de
geur.
Het proeven hoeft natuurlijk
niet achterwege te blijven,
maar je zou dat kunnen
beschouwen als een bevesti
ging van wat de neus heeft
gesignaleerd. Bij het ruiken
het bodempje ingeschonken
wijn even walsen. Het maakt
de geur los.
Een cabernet sauvignon ruikt
naar zwarte bessen en is krui
dig. Een pinot noir in het alge
meen naar bessen, naar cassis
en ook wel naar ander klein
fruit, zoals frambozen, kersen
en aardbeien.
Een beetje stallucht is even
eens kenmerkend.
De soepele merlot heeft een
rozengeurtje en is wat aards.
De zachte syrah (shiraz in
Australië) is wat peperig en
kruidnagelachtig.
De koning van de witte drui
ven, de chardonnay tovert tro
pisch fruit tevoorschijn zoals
annanas maar ook perzik en
verder boter en andere zuivel,
toast en geroosterd brood.
Tenslotte nog de sauvignon
blanc.
Die geeft geuren af van vers
gemaaid gras en vaak van
asperges en kruisbessen.
Wie voor de eerste keer zijn
neus in deze zaken steekt, zal
verbaasd zijn.
het belang van het bedrijfsleven
zelf," meent Hendriks van de
Inspectie Gezondheidsbescher
ming. „Als grote exporteur moet
je je voegen naar de markt. Voor
oplopen is een noodzaak," vindt
R. van der Steeg van de Rijks
dienst voor de keuring van vee en
vlees (RW).
Hendriks: „Concurrentieverval
sing? Dat zou de eerste twee jaar
best eens het geval kunnen zijn."
Hij meent dat de Noord-Euro-
pese afnemers geen risico's
nemen met hun zuidelijke leve
ranciers. „Als dat product niet
gegarandeerd is, dan gaat het
retour, daar kun je vergif op
innemen."
Een potje augurken uit Hongarije
kan, ondanks dat daar geen
HACCP-regels gelden, straks
probleemloos ingevoerd worden
door EU-landen. Hendriks:
„Degene die het importeert, is er
verantwoordelijk voor dat het
spul in orde is."
In het overgangsjaar houdt de
Keuringsdienst van Waren druk
op de ketel. „We verlangen van
de ondernemers dat ze er mee
bezig zijn en dat controleren we
ook," zegt Bert Hendriks.
De keuringsdienst verwacht dat
brancheverenigingen en bedrijfs-
schappen HACCP uidragen
onder hun leden. „Of dat door
dringt is vers twee. We hebben
onderzocht in hoeverre men
ermee bezig is. Het blijkt dat de
grote industriële bedrijven 'ermee
bezig zijn of al klaar zijn, maar
dat er in de ambachtelijke sector
ondernemers zijn die er nog nooit
van gehoord hebben."
De slagers zijn klaar. Meer dan
5000 van de 7000 leden van het
Bedrijfsschap Slagersbedrijf
hebben de voorlichtingsbijeen
komsten bezocht. „Wij lopen ver
voorop", zegt algemeen secretaris
Pim Herber trots.
Het Centraal Bureau voor de
Levensmiddelenhandel is bezig
een standaard HACCP-plan op te
stellen voor alle supermarkten.
Dat moet ertoe leiden dat de
voedselketen wat risico's betreft
gesloten is. En dat de uitdruk
king: 'hier kun je van de vloer
eten' straks bijna letterlijk kan
worden genomen.
Door Nico Koolsbergen
Breedbeeld-televisie breekt door.
De kopers van nieuwe tv's beke
ren zich nu al massaal tot het
nieuwe beeldformaat, zo blijkt
uit onderzoek van Philips. De
Eindhovenaren voorspellen dat
er dit jaar in Nederland 100.000
stuks over de toonbank zullen
gaan. Dat is tien procent van alle
verkochte toestellen maar wel
dertig procent van omzet in geld,
omdat breedbeeld duurder is.
Een op de drie consumenten is
van plan bij vervanging van het
toestel op breedbeeld over te
stappen. In 1999 zal volgens
prognoses van Philips meer geld
worden besteed aan breedbeeld-
tv's dan aan het gewone beeldfor
maat. In Japan gaat het nog har
der. Daar zal in het jaar 2000
vrijwel alleen maar breedbeeld
worden verkocht.
Er is ook onderzoek gedaan
onder mensen die ai zo'n toestel
hebben gekocht. Driekwart van
hen blijkt bij de aanschaf op een
grotere beelddiameter te zijn
overgestapt. Ze wilden in elk
geval dat de hoogte van hun
nieuwe toestel niet minder zou
zijn dan van het vorige. Bij een
breder beeld kom je dan vanzelf
op een grotere diameter uit.
De gebruikers is gevraagd wat ze
van breedbeeld vinden. De waar
dering is onwaarschijnlijk hoog:
meer dan negentig procent van de
mensen die ervaring hebben met
breedbeeld zijn tevreden of zelfs
zeer tevreden.
Er zijn verschillende breedbeeld-
systemen in omloop. PalPlus is de
top voor zenden en ontvangen.
Maar duur, al heeft het de toe
komst. Er zijn andere systemen,
en het eigentijdse breedbeeld-
toestel kan al die signalen ver
werken en goed weergeven.
Bovendien kan het een normaal
uitgezonden beeld (in 4:3-ver-
houding) zo manipuleren dat het
als 16:9 wordt afgebeeld. Daarbij
doen alle fabrikanten hun best
om de vervorming zo min moge
lijk te laten opvalen.
Philips brengt dezer dagen
diverse nieuwe breedbeeld-tv's
op de markt - zowel PalPlus als
een goedkoper systeem dat wide
screen plus is gedoopt - en dan
ook nog in verschillende beeld
diameters.
Roken is niet macho meer, niet
meer stoer. Ooit was de sigaret
synoniem met stoere cowboys,
jungle-avonturen, four wheel
drives, sportieve evenementen.
'Het is geen man die niet roken
kan' was tientallen jaren het
motto.
Dat image van de échte vent is
in rook opgegaan. In het voet
spoor van de veranderende
opvattingen past ook de
tabaksreclame zich aan.
De laatst overgebleven held, de
ongeschoren Camel-man die
moeiteloos alle problemen uit
de wereld hielp en daarna ach
teloos zijn sigaretje opstak, is
deze week uit Nederland ver
trokken. Hij is - na vijftien jaar
stoer zijn - opgevolgd door
advertenties in geel en blauw
in kranten, tijdschriften en op
bushokjes. Camel verruilt de
jungle voor de experience.
„Camel blijft hetzelfde merk,
maar we halen het 'weg uit de
verre jungle en brengen het
naar het hier en nu. Deze cam
pagne brengt Camel weer
onder de mensen," zegt marke
ting-director Albert Ploeger
van Camel-fabrikant R.J. Rey
nolds in een reclame-vakblad.
Camel is - na Marlboro - het
tweede sigarettenmerk van het
land, met een marktaandeel
van 14,5 procent. Marktleider
Marlboro heeft 28,5 procent
van de markt. De nieuwe cam
pagne richt zich op mensen van
20 tot 30 jaar. Reynolds, gaat
voor deze doelgroep evenemen
ten organiseren in de sfeer van
muziek, uitgaan, avontuurlijk
reizen. Het eerste is in augustus
te verwachten en het idee is:
deel je ervaringen, share your
experience.
Het is niet bekend of door het
verdwijnen van de stoere man
ook een eind komt aan de min
stens zo stoere Camel Trophy,
de rally door oerwouden en
dergelijke. Jeroen Mustert van
tabaksfabrikant R.J. Rey
nolds: „Daar hebben wij niets
mee te maken. De Camel Tro
phy is van een zelfstandige
organisatie." En daar was nie
mand te bereiken: inderdaad
met zijn allen op Borneo waar
stoere mensen op dit moment
die Camel Trophy rijden.