Honden en katten hebben het nog nooit zo goed gehad HACCP: schoon schip met voedselrisico's Breedbeeld breekt door Camel: stoer is over SURPLUS E2 Niet Brits Water Proeven Sardines Restaurant Stagnatie Concurrentie Krert59,4800MBBreda' Boete Zegen ONDER DE KURK Gemaaid gras Eén op de drie wil overstappen Controleren DE STEM VRIJDAG 19 APRIL 1996 Frisdrank voor huisdieren Door Hein Sluijter Komische excessen zijn het. Het wordt steeds doller wat we allemaal bedenken voor de hond en de kat. In je Verenigde Staten kun je al fris dranken kopen voor huisdieren. De bond kun je er tracteren op een fles jiet een vloeistof waaraan een vlees smaak zit en de kat daar zal al snel «een feest meer willen meevieren als |ij zijn ontspannende drankje met visaroma niet krijgt. En wat te denken van nog een Ameri kaanse vinding, het sekshuis voor de reu, die als beloning voor zijn braafheid, af en toe eens naar de teefjes mag? Hls we dichtbij huis blijven, kom je ook aan deze kant van de oceaan opmerke lijke zaken tegen. Kijk alleen maar naar bet voer dat de katten en honden inmid dels krijgen voorgeschoteld. Nog net «een kaviaar, maar wel Schotse zalm of tarbot. Muizen? Niet te vreten. De prijzen van die culinaire hoogtepun ten lopen sterk uiteen van 0,50 tot 6,35 per 400 gram. Fabrikant Mars bijvoorbeeld voert het merk Sheba, het duurste. De vraag rijst of dat kuipje van 100 gram nu werkelijk de ultieme jumbo is onder de kattendiners. Het is in ieder geval héél luxueus. Erwin Schaillé van Mars wil over dat merk niet veel meer kwijt dan dat er net als bij de andere soorten die het bedrijf voert, rund in zit, kip of schaap, maar dat er vooral een strengere selectie is toegepast'. Hoe dan ook, dit zeker vier keer zo dure product, waaraan voorheen helemaal geen behoefte was, loopt inmiddels net zo hard als een kwetsbare poes op de vlucht voor een boze hond. De woordvoerders van de bedrijven die ik belde, begonnen overigens bijna alle maal meteen ongevraagd te verklaren, dat er beslist géén Brits rundvlees wordt verwerkt. Dat komt, omdat het er regent van telefoontjes van bezorgde consu menten die het nieuws over de gekke koeienziekte hebben bijgehouden. „Ons voer is gegarandeerd veilig," willen ze kwijt. De fabrikanten maken natuurlijk wat de consument wil. Wanneer die malse zalm, verse paling of nieuwe haring aan zijn dier uil geven, dan zal de industrie niet schromen daaraan tegemoet te komen. Wetend dat er een tendens gaande is om hond en kat net zo goed (maar niet het- zelfde) te laten eten als hun baasjes, zul len zij zich vergenoegd in de handen wrijven en weer een nieuw product toe- »en aan de lange rij bestaande. De consument ziet een wirwar van mer ken m de winkels uitgestald. Er zijn in Nederland 30 producenten die het pres ten om 900 verschillende soorten op de markt te brengen. Ze halen er een omzet mee van 780 miljoen. We hebben het dus niet over een klein wereldje. Maar wat zit er nu precies in zo'n blikje of kuipje, waar het allemaal om draait? Onderzoeker G. van Kempen van TNO in Wageningen komt tot dezelfde conclusie als de Consumentenbond eind vorig jaar. Het hoofdbestanddeel is water. Gewoon water. Dat water wordt volgens Van Kempen gebonden met een gelatine-achtige stof, dat op zijn beurt wordt gewonnen uit beendermeel. De rest bestaat doorgaans uit slachtafval of uit afval zonder meer. De Consumentenbond heeft het toen uit gezocht. Het gaat om onderdelen die mensen liever laten staan zoals orgaan vlees van Iongen, uiers en klieren. Verder ook darmen, aders, bindweefsel en botfragmenten. De bond deelde overi gens ook nog een ferme tik uit in de rich ting van de scheppers van al dit lekkers. Nadat diverse blikjes kattenvoer met 'rundvleesblokjes' nader waren bekeken, bleken ze nauwelijks rundvlees te bevat ten. Soms maar één procent. De blokjes makers en slachtafvalverwerkers wer den te kijk gezet als echte brokkenma kers. Maar het gaat niet alleen om slachtafval, beweert Van Kempen. De samenstelling van veel blikken of droge brokken is vol gens hem vaak verrassend goed. „Ik ken een kippenslachterij die speciaal voor de diervoedingsindustrie werkt. Die hebben daar oudere, uitgelegde kippen die vroeger als soepkip werden verkocht. Alle vlees van deze kippen gaat naar die blikjes." Hij heeft trouwens zelf een tijdje in de dierenvoedingsbranche gewerkt. „En ik zeg u, wanneer er ooit weer oorlog komt, sla ik snel even een stevige voor raad kattenvoer in. Het is goed te eten en dan weet ik tenminste dat ik voldoende eiwitten en vitamines binnen krijg. Ik elk geval veel meer dan uit die smakeloze tulpenbollen tijdens de hongerwinter. Los van kwaliteit en smaak zit er in hon den- en kattenvoer altijd wel genoeg eiwit. Zo'n 7 tot 10 procent. Al wordt er tegenwoordig flink overdreven met 25 tot 28 procent. En over smaak gespro ken. Een onderdeel van het productie proces is het proeven. Mensen die erin gespecialiseerd zijn, eten er gewoon van en oordelen of het goed smaakt of niet. Ook de hele hygiëne er omheen en de strenge keuringseisen zijn van dien aard dat je eigenlijk helemaal niet vies hoeft te zijn van een blikje Whiskas, Kittekat, Riche of hoe heten ze ook alweer." Dat klopt in elk geval. Zelf heb ik thuis op een late avond eens van de inhoud van een blikje sardines genoten, dat de andere ochtend bij nadere beschouwing van de tekst op het lege blikje bleek te WAT I? DA r ukreu we- Dpe-ÊAjr 6Ne£/v KAV/A/i/^. M£Ê*. zijn bedoeld voor de kat. Wees gerust, het bleef binnen. Dierenvoeding wordt met dezelfde zorg omringd als levensmiddelen voor men sen. Er is een vermenselijking aan de gang rond de verzorging en het voedsel van huisdieren. Je kunt nu zelfs met een zieke goudvis naar de dierenarts en de zwemmer vervolgens laten opereren. Bij sommige mensen speelt het helemaal geen rol dat dit allemaal veel geld kost. Dan hebben we het over naar schatting 10 procent van de dierenliefhebbers. Hij heeft er niets tegen maar Van Kem pen noemt die categorie 'Ersatz-Kind', surrogaat-kind. Het zijn vooral oudere dames die hij tot deze groepering laat behoren. „Bijna alles wat een mens voor zichzelf kan kopen, wordt dan ook gekocht voor surrogaat-kind de kat en vooral voor de hond. Zo werkt dat." Bij de Dierenbescherming wordt er genuanceerder óver «leze zaken gedacht. In het algemeen zijn ze daar zelfs geen voorstander van het houden van huisdie ren. „Maar als er een dier in huis is, dan moet je ze natuurlijk wel iets goeds geven", zegt eindredacteur. Jan Dobbe van het blad 'Dier', het org'aan van de Dierenbescherming. „Dat is echter wat anders dan wat er nu overal groeiende is. Er ontstaat decaden tie. Er worden voor huisdieren in de fabrieken idiote gerechten gemaakt die tegen idiote prijzen worden verkocht. Het wordt allemaal steeds gekker. Er zijn dingen bij die je bijna in een restau rant op tafel zou kunnen zetten. Op zich is daar niets tegen. Vlees voor honden en katten moet tenslotte ergens vandaan komen. Maar het moet er niet toe leiden, dat er méér dieren geslacht moeten wor den om aan die behoefte te voldoen. Daar zijn we tegen." Het lijkt erop, dat de Dierenbescherming op haar wenken wordt bediend. Want hoe florerend de dierenvoedingsindus- trie ook lijkt, de wolven huilen al in het bos. Er ligt een dreiging op de loer. Het aantal honden in Nederland is al een jaar of twee geleidelijk aan het afnemen en het kattenbestand groeit ook niet meer. En dus nadert er een stagnerende markt. Er zal minder voer nodig zijn. Nu nog worden er in Nederland dage lijks 1,5 miljoen honden uitgelaten. De verwachting is dat dit aantal in de komende tien jaren met enkele honderd duizenden zal afnemen, vooral in de ste den. Mensen worden zich daar steeds bewuster van de milieuvervuiling die een hond op straat tot stand brengt. Zelfs hondenliefhebbers ergeren zich gruwe lijk aan poep op de stoep. Het houden van een hond wordt ook steeds duurder. Als geen ander is drs. J. Willemse, medewerker van het Econo misch Instituut voor Midden- en Klein bedrijf, zich daarvan bewust. Zijn spe cialiteit is de handel in dierbenodigdhe- den en hij voorziet een toneel waar de honden van zijn verdwenen. „De hondenbelasting zal hoger worden. En omdat veel mensen meer en langer op vakantie gaan en steeds meer kiezen voor het vliegtuig, zal de behoefte om de hond tijdelijk onder dak te brengen, toe nemen. Nou, een goede kennel is niet goedkoop. En voeg daarbij nog allerlei bezuinigingen waar de mensen mee te maken gaan krijgen." Met de twee miljoen katten zal het vol gens hem minder hard gaan. Die zijn gemakkelijker te houden. Maar ook hier zit geen echte groei meer in. Dat alles hebben de voervervaardigers uiteraard goed in de smiezen. Twee jaar geleden al werd de concurrentie onderling groter. Er ontstond het gevaar van overproduc tie. De prijzen gingen noodgedwongen omlaag. j En de voorspelling dat binnen niet al te lange tijd een aantal producenten het hoofd niet langer boven water zal kun nen houden, berust bepaald niet op los zand. Minder honden minder poep, maar ook minder brood op de plank. De hond gaat af. Nergens liggen zoveel gevaren op de loer als bij de voedselbereiding. Onachtzaamheid kan grote gevol gen hebben. Niet alleen thuis bij het maken van de 'dagelijkse hap, maar ook in de voedingsmiddelenin dustrie. Affaires als de besmette Olvarit-babyvoeding en ziekmakende Brinta liggen nog vers in het geheu gen. Sinds half december '95 moeten voedselverwer- kende instellingen en bedrijven, van Unilever tot de bakker op de hoek in de Europese Unie elke stap van bun productieproces beschreven hebben. Maar nog lang niet iedereen heeft de Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP) op een rijtje staan. °oor Chris van Alem 2e vallen al nauwelijks meer op. üe regelmatig terugkerende ïrtenties waarin leveranciers "'consument waarschuwen voor «eugdelijke producten. De ™r'ta-affaire en de Iglo-affaire geruchtmakende voedsel- Wsties die menigeen zich her- ®eit Maar een waarschuwing 11 Albert Heijn voor bedorven mken in blik, zoals onlangs, "oorzaakt geen ophef meer. e consument went aan de -Jbewuste opstelling van de ,etanc'er- Niet dat die zijn Lrn 20 S™? etaleert, maar «Pel omdat de Wet Product- •^Prakelijkheidhemdatdwin- voorschrijft. Sinds 14 vorig jaar zijn alle werkers, van zieken- ffiuken tot snackbar, van -^slager tot ijsbereider «vendien verplicht hun hele uetieproces 'van de voordeur t de achterdeur', alle risico's U®. daarbij voordoen en de rijding daarvan vast te leg- een HACCP-plan. Een '™ende en kostbare klus. niet veel werk- No8 lan8 ïe wften is.zover," zegt Rob bedrijfsleider van Cui- arffi?Sre lrrformatie wil omtrent tiideS111 bijlage, kan "6-53l)VM°jUren bel,en naar u 076-5312272. %S?,rea9erenkan°ok. res daarvoor is: "m, redactie Surplus, factie: Wim van Leest. sine Select BV in Beuningen, pro ducent van maaltijdcomponenten voor instellingen, groothandel en horeca, zoals bijvoorbeeld de Postiljon motelketen. „Wij ver werken aardappelen, soepen, sauzen, vleesgerechten, alles wat te bedenken valt". Het bedrijf is op weg naar een productie van drie tot vijf miljoen kilo per jaar. Cuisine Select is nog maar net begonnen aan zijn HACCP-plan. Eind november moet het klaar zijn. Dat is net op tijd, want voedselverwerkers die na 1 janu ari 1997 geen HACCP-plan kun nen overleggen, lopen het risico van een boete, die kan oplopen tot zo'n tienduizend gulden. „We beschouwen dit jaar als een over gangsperiode, want het is min of meer uit de lucht komen vallen," zegt Bert Hendriks van de Inspectie Gezondheidsbescher ming in Den Haag, beter bekend als de Keuringsdienst van Waren. „Het is toch behoorlijk ingrij pend voor de bedrijven." Verhoeff: „Het begint al met het screenen van je leveranciers. Daar ga je bekijken onder welke omstandigheden er wordt gewerkt. Misschien levert die wel een goed product, maar staat zijn pand er schandalig bij". De inkoopspecificaties worden precies omschreven. Zodra de bestelde waar in Beuningen arri veert, wordt de partij op het oog bezien, wordt de aanlevertempe- ratuur vastgesteld, wordt beoor deeld of verpakking, codes en houdbaarheidtermijnen juist zijn. Verhoeff: „Als er in het plan staat dat de spullen op kunststof pallets moeten worden aangele- Maaltijdcomponenten in bewerking bij het Beuningse Cuisine Select. foto Frik van t hullenaar verd, dan moet dat ook gebeu ren." Eenmaal binnen wordt de waar door de laborante micro-biolo gisch bemonsterd, terwijl het productieproces gewoon door gaat. „We kunnen niet wachten totdat de test klaar is, dat duurt drie dagen. Wat 's morgens hier wordt aangeleverd, moet 's mid dags worden verwerkt. Dat is een afgedekt risico, omdat de leve rancier verplicht is zijn spullen onder een bepaalde micro-biolo gische gesteldheid af te leveren," aldus Verhoeff. Het lab bewaart een referentiemonster voor con trole achteraf. De afgewogen ingrediënten, waarvoor de medewerker zijn handtekening zet, worden door de koks precies volgens de beschreven methoden verwerkt. De temperatuur van het water wordt tijdens het koken gecon troleerd, de waterdosering staat exact vast. Dat geldt ook voor de tijdsduur die de blast chiller nodig heeft om de kookwaren af te koelen. Na het vacuümkoken moet, krachtens de warenwet, de pro ductiecode op het etiket worden vermeld, tezamen met de vermel ding 'tenminste houdbaar tot' en de HACCP-streepjescode. Ver hoeff: „Die geeft aan op welke dag het is geproduceerd, eventu eel ook of het door de ochtend- of avondploeg is gebeurd. Op de productie-orderbonnen staat welke personen ermee bezig zijn geweest. Stel, we willen weten wat er twee weken geleden met een product gebeurd is: welke mensen hebben eraan gewerkt, welke ingrediënten zitten erin, van welke leveranciers komen die, dan is dat zo terug te vin den." De productverantwoordelijkheid houdt niet op als de maaltijden het bedrijfsterrein verlaten. De transporteur moet evengoed een HACCP-plan hebben en moet temperatuur-Iogpers overleggen. Ontstaat er een geschil tussen leverancier en klant, dan wordt de vooraf beschreven klachten procedure afgewikkeld. Verhoeff: „Voldoet het bij ons bewaarde referentiemonster aan de voor waarden, maar heeft de klant het product op een te hoge tempera tuur bewaard, dan kunnen wij bewijzen dat we alles goed gedaan hebben." Tot grote geschillen zal dat bij Cuisine Select niet leiden, ver wacht Verhoeff. „Over twee bak ken nasi van vijftien gulden, daar ga je toch niet op het scherpst van de snede liggen bakkeleien." HACCP is geen solo-activiteit van een hygiënefreak binnen het bedrijf. De machinebedienings- voorschriften komen eraan te pas, de technische dienst wordt erin betrokken, productiemede werkers spelen een rol. „Je men sen moeten weten wat HACCP inhoudt, anders zal het nooit werken," meent Verhoeff. Opstellen van het plan plus aan schaf van de benodigde appara tuur kost Cuisine Select zo'n ƒ140.000. Toch werkt HACCP niet kostprijsverhogend. „Je pro cesgang is veel beter gecontro leerd, je kunt sneller ingrijpen, je krijgt veel minder klachten, min der storingen in de procesgang. Je verdient het vanzelf terug. Ik vind het een zegen." Waar hij wel tegenaan hikt, is dat Nederland, traditiegetrouw, voorop loopt met HACCP en dat met name de zuidelijke Europese staten ruim de tijd nemen. „Wij lopen voorop, maar dat is in Het druifbewustzijn neemt toe. De naam van het druivenras op het etiket van een fles wijn zegt steeds meer mensen wat. Die krijgen in de gaten dat er smaak- en reukverschil bestaat. Dat wijn van het ene ras zich duidelijk kan onder scheiden van wijn die afkom stig is van een andere soort. Die ontdekking houdt direct verband met de opkomst van de cépagewijnen, die uit één enkel ras zijn geperst. Dit in tegenstelling tot heel veel andere wijnen, waaronder de absolute top, die zijn samenge steld uit meer dan één ras. Maar een andere oorzaak is ook de literatuur. Boeken en artikelen over wijn wijden er in toenemende mate aandacht aan. Ik merk het ook aan mezelf. Zo'n vijf jaar geleden nog pro beerde ik, schrijvend over wijn, zo min mogelijk de ras sen en hun kenmerken ten tonele te voeren. Omdat ik ervan uitging dat deze details voor een breed publiek onvol doende interessant waren. De tijden zijn veranderd en ten goede gekeerd. Voor heel wat mensen die eerder geen notie hadden van druivenras- sen, is de informatie over de soort nu juist een houvast. Hier en daar is het al een sport geworden om met neus en tong te raden welke wijn in het glas zit. Het is best amusant om thuis met wat vrienden en kennissen een cépage-proe- verij te houden. Die moet je dan niet te moeilijk maken. Vijf of zes rassen is genoeg. Die moeten tevoren ook bekend zijn. Zonder dat je weet welke wijn in je glas zit natuurlijk. Blindeer de etiketten op de flessen. Het wordt dan een blinde proeverij waarbij je multiple choice toepast. Neem bijvoorbeeld de zes grote ter hand. Dat zijn de cabernet sauvignon, de pinot noir, de merlot en de syrah voor rode wijn en de chardon- nay en de sauvignon blanc voor witte. Probeer, als het kan, om zoveel mogelijk fles sen van één producent met elkaar te vergelijken. Noodza kelijk is deze eenvormigheid echter niet. De wijnen mogen uit de hele wereld komen. Uit Frankrijk, Chili, Australië, Californië, Nieuw Zeeland, Zuid-Afrika, Bulgarije, Italië, Spanje, het maakt niet uit. De raseigenschappen zullen bij goede cépagewijnen te her- Door Hein Sluijter kennen zijn. Al moet ik er wel bij zeggen, dat grondsoort, kli maat, deskundigheid van de maker en eventueel onder gane houtrijping altijd een stempel zullen drukken op wat de tong en de neus ervaart. Zo zal een chardonnay uit Bourgogne anders smaken dan dezelfde cépage uit Zuid- Frankrijk. En een cabernet sauvignon uit Bulgarije zal niet precies dezelfde impressies opleveren als zijn soortgenoot uit Zuid- Afrika. En dat is maar goed ook. Hoe meer variatie in wij nen, hoe beter. Het is interessant om bij het raden vooral af te gaan op de geur. Het proeven hoeft natuurlijk niet achterwege te blijven, maar je zou dat kunnen beschouwen als een bevesti ging van wat de neus heeft gesignaleerd. Bij het ruiken het bodempje ingeschonken wijn even walsen. Het maakt de geur los. Een cabernet sauvignon ruikt naar zwarte bessen en is krui dig. Een pinot noir in het alge meen naar bessen, naar cassis en ook wel naar ander klein fruit, zoals frambozen, kersen en aardbeien. Een beetje stallucht is even eens kenmerkend. De soepele merlot heeft een rozengeurtje en is wat aards. De zachte syrah (shiraz in Australië) is wat peperig en kruidnagelachtig. De koning van de witte drui ven, de chardonnay tovert tro pisch fruit tevoorschijn zoals annanas maar ook perzik en verder boter en andere zuivel, toast en geroosterd brood. Tenslotte nog de sauvignon blanc. Die geeft geuren af van vers gemaaid gras en vaak van asperges en kruisbessen. Wie voor de eerste keer zijn neus in deze zaken steekt, zal verbaasd zijn. het belang van het bedrijfsleven zelf," meent Hendriks van de Inspectie Gezondheidsbescher ming. „Als grote exporteur moet je je voegen naar de markt. Voor oplopen is een noodzaak," vindt R. van der Steeg van de Rijks dienst voor de keuring van vee en vlees (RW). Hendriks: „Concurrentieverval sing? Dat zou de eerste twee jaar best eens het geval kunnen zijn." Hij meent dat de Noord-Euro- pese afnemers geen risico's nemen met hun zuidelijke leve ranciers. „Als dat product niet gegarandeerd is, dan gaat het retour, daar kun je vergif op innemen." Een potje augurken uit Hongarije kan, ondanks dat daar geen HACCP-regels gelden, straks probleemloos ingevoerd worden door EU-landen. Hendriks: „Degene die het importeert, is er verantwoordelijk voor dat het spul in orde is." In het overgangsjaar houdt de Keuringsdienst van Waren druk op de ketel. „We verlangen van de ondernemers dat ze er mee bezig zijn en dat controleren we ook," zegt Bert Hendriks. De keuringsdienst verwacht dat brancheverenigingen en bedrijfs- schappen HACCP uidragen onder hun leden. „Of dat door dringt is vers twee. We hebben onderzocht in hoeverre men ermee bezig is. Het blijkt dat de grote industriële bedrijven 'ermee bezig zijn of al klaar zijn, maar dat er in de ambachtelijke sector ondernemers zijn die er nog nooit van gehoord hebben." De slagers zijn klaar. Meer dan 5000 van de 7000 leden van het Bedrijfsschap Slagersbedrijf hebben de voorlichtingsbijeen komsten bezocht. „Wij lopen ver voorop", zegt algemeen secretaris Pim Herber trots. Het Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel is bezig een standaard HACCP-plan op te stellen voor alle supermarkten. Dat moet ertoe leiden dat de voedselketen wat risico's betreft gesloten is. En dat de uitdruk king: 'hier kun je van de vloer eten' straks bijna letterlijk kan worden genomen. Door Nico Koolsbergen Breedbeeld-televisie breekt door. De kopers van nieuwe tv's beke ren zich nu al massaal tot het nieuwe beeldformaat, zo blijkt uit onderzoek van Philips. De Eindhovenaren voorspellen dat er dit jaar in Nederland 100.000 stuks over de toonbank zullen gaan. Dat is tien procent van alle verkochte toestellen maar wel dertig procent van omzet in geld, omdat breedbeeld duurder is. Een op de drie consumenten is van plan bij vervanging van het toestel op breedbeeld over te stappen. In 1999 zal volgens prognoses van Philips meer geld worden besteed aan breedbeeld- tv's dan aan het gewone beeldfor maat. In Japan gaat het nog har der. Daar zal in het jaar 2000 vrijwel alleen maar breedbeeld worden verkocht. Er is ook onderzoek gedaan onder mensen die ai zo'n toestel hebben gekocht. Driekwart van hen blijkt bij de aanschaf op een grotere beelddiameter te zijn overgestapt. Ze wilden in elk geval dat de hoogte van hun nieuwe toestel niet minder zou zijn dan van het vorige. Bij een breder beeld kom je dan vanzelf op een grotere diameter uit. De gebruikers is gevraagd wat ze van breedbeeld vinden. De waar dering is onwaarschijnlijk hoog: meer dan negentig procent van de mensen die ervaring hebben met breedbeeld zijn tevreden of zelfs zeer tevreden. Er zijn verschillende breedbeeld- systemen in omloop. PalPlus is de top voor zenden en ontvangen. Maar duur, al heeft het de toe komst. Er zijn andere systemen, en het eigentijdse breedbeeld- toestel kan al die signalen ver werken en goed weergeven. Bovendien kan het een normaal uitgezonden beeld (in 4:3-ver- houding) zo manipuleren dat het als 16:9 wordt afgebeeld. Daarbij doen alle fabrikanten hun best om de vervorming zo min moge lijk te laten opvalen. Philips brengt dezer dagen diverse nieuwe breedbeeld-tv's op de markt - zowel PalPlus als een goedkoper systeem dat wide screen plus is gedoopt - en dan ook nog in verschillende beeld diameters. Roken is niet macho meer, niet meer stoer. Ooit was de sigaret synoniem met stoere cowboys, jungle-avonturen, four wheel drives, sportieve evenementen. 'Het is geen man die niet roken kan' was tientallen jaren het motto. Dat image van de échte vent is in rook opgegaan. In het voet spoor van de veranderende opvattingen past ook de tabaksreclame zich aan. De laatst overgebleven held, de ongeschoren Camel-man die moeiteloos alle problemen uit de wereld hielp en daarna ach teloos zijn sigaretje opstak, is deze week uit Nederland ver trokken. Hij is - na vijftien jaar stoer zijn - opgevolgd door advertenties in geel en blauw in kranten, tijdschriften en op bushokjes. Camel verruilt de jungle voor de experience. „Camel blijft hetzelfde merk, maar we halen het 'weg uit de verre jungle en brengen het naar het hier en nu. Deze cam pagne brengt Camel weer onder de mensen," zegt marke ting-director Albert Ploeger van Camel-fabrikant R.J. Rey nolds in een reclame-vakblad. Camel is - na Marlboro - het tweede sigarettenmerk van het land, met een marktaandeel van 14,5 procent. Marktleider Marlboro heeft 28,5 procent van de markt. De nieuwe cam pagne richt zich op mensen van 20 tot 30 jaar. Reynolds, gaat voor deze doelgroep evenemen ten organiseren in de sfeer van muziek, uitgaan, avontuurlijk reizen. Het eerste is in augustus te verwachten en het idee is: deel je ervaringen, share your experience. Het is niet bekend of door het verdwijnen van de stoere man ook een eind komt aan de min stens zo stoere Camel Trophy, de rally door oerwouden en dergelijke. Jeroen Mustert van tabaksfabrikant R.J. Rey nolds: „Daar hebben wij niets mee te maken. De Camel Tro phy is van een zelfstandige organisatie." En daar was nie mand te bereiken: inderdaad met zijn allen op Borneo waar stoere mensen op dit moment die Camel Trophy rijden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 13