De jacht op een bestseller
tegenheid]
bestem
BOEKENLEGGER
KINDERBOEKEN
grieven van
de Dood
Eenzaam vrouwenleven in
Nobels debuut De Celesta
Grietje, eerste hoer van New York, als romanfiguur
Dubbeltalent Jan Wolkers
De kruiwagen van God
BOEKENGIDS
D2
PEUGEOT
ttmen (witte
Si 48 ha*r
Opgeklopte romans van Herman Koch en Saskia van Rijnswou
DONDERDAG 18 APRIL 1996
fet ontvangen. Niet zo vreemd,
et techniek en veiligheid met
i voordeel van f 2.645,-*.
bede dingen moeilijk kiezen is.
maakt altijd de goede. U kiest
por een proefrit, of voor meer
pe dichtstbijzijnde dealer belt u
f via Internet: www.peugeot.nl.
PRIJZEN INCL. BTW EN BPM. EXCL. KOSTEN
looorlohan Diepstraten
livid jaar zomer presenteerde
I iweverij Meulenhoff twee thril-
lydebutanten (Rigbey en Evano-
met een uitzonderlijke
agne: de Niet Goed Ander
lij; actie. De teleurgestelde le-
I Lmocht gratis een andere thril-
I Ut het fonds kiezen als hi] aan
kon geven waarom het boek hem
{«Jp vandaag werden er in to-
llaal slechts veertien exemplaren
lezers geretourneerd. Eén
•es vond het debuut van Liz
jey teleurstellend omdat ze
y verwacht dat de roman haar
«ker een week zou bezighouden.
je had het boek, volgens het
I persbericht, 'als in één adem in
ine dagen uit.'
initiatief van Meulenhoff
jient navolging. Het aantal
I thrillers dat jaarlijks verschijnt is
maar het merendeel van de
ïs speelt op zeker. Nu er
„Js meer pockets op de markt
'«schijnen met de goedlopende
1 titels van de gevestigde thriller-
I auteurs, is het risico wel erg groot
o® onbekende namen te introdu-
I ceren.
De nieuwe thriller van Jan Bur
ke, lime Irene, mag ingeleverd
worden voor een andere titel,
«ar er zijn waarschijnlijk wei
niglezers die zich met deze derde
Irene Kelly-thriller bekocht zul
len voelen. Ook al lijkt de markt
verzadigd te zijn met vrouwelijke
detectives, deze Irene Kelly wijkt
toch genoeg af van de gebruike
lijke avontuurlijke vrouwen,
jls journaliste van een plaatselij
ke krant in Las Piernas ontvangt
aj brieven van een moordenaar.
Hij ondertekent de korte aankon
digingen van een nieuwe moord
net 'je geliefde Thanatos' (de
Dood) en richt ze aan Irene Kelly
die hij Cassandra noemt. Dat is
geen toeval: Cassandra is volgens
de mythologische verhalen de
vrouw die de dingen juist voor
spelt, maar door niemand wordt
geloofd. De brieven van Thanatos
zitten vol mythologische verwij
zingen die Irene Kelly ook tel
kens weer op het juiste spoor zet
ten van de plaats van het mis
drijf.
Omdat Irene de brieven in de
krant publiceert, begint iedereen
langzaam maar zeker in paniek te
raken. Echt spannend wordt het
als de gestoorde Thanatos een
potje met mieren op het nacht
kastje van Irene achterlaat - een
kerstcadeautje - of een (onge
vaarlijke) slang in haar auto legt.
Nogal bedreigend is het als Tha
natos bij Irene Kelly de schuifpui
forceert en een slapende Irene
naar de slaapkamer brengt.
Het aardige van Lieve Irene is dat
de Californische schrijfster Jan
Burke het angstaanjagende van
de situatie goed uitbuit. De brie
ven blijven raadselachtig, de mo
tieven van Thanatos duister. De
slachtoffers hebben gemeen dat
ze iets te maken hadden met een
kinderdagverblijf van een vlieg
tuigfabriek. Ooit is er een moord
gepleegd door een kinderverzorg
ster, en het duurt lang voordat
Irene Kelly die affaire van vijftig
jaar geleden met Thanatos in ver
band kan brengen. Tot de laatste
hoofdstukken zijn er louter ver
moedens.
De hoofdpersoon van Lieve Irene
is een journaliste. Op zoek naar
de identiteit van Thanatos krijgt
zij steun van haar vriend Frank
Harriman, medewerker op de af
deling Ernstige Delicten van de
plaatselijke politie. Is Harriman
degene die juist in alle stilte de
motieven voor de moorden uit wil
zoeken, Kelly daarentegen wil ie
dere ontdekking op de voorpagi
na zetten. De tegenstrijdige be
langen van het koppel maken van
Lieve Irene iets meer dan een
doorsnee thriller. Niet briljant,
maar behoorlijk onderhoudend
en bij vlagen zeer spannend.
Jan Burke: 'Lieve Irene'. Uitg.
Meulenhoff, prijs 37,90.
tor Marjan Mes
It haar debuutroman De Celesta
beschrijft de Nederlandse auteur
Elizabeth Nobel het leven van
Aieida, een vrouw die ais kind al
in ie schaduw blijft van haar ta
lentvolle en mooie zusje Angela,
lie later als operazangeres inter-
nationaal furore maakt. Wanneer
haar zuster op toernee is, zorgt
Aleida - onderwijzeres en onge
huwd - voor zwager en kinderen,
in de villa van haar zuster in
Zwitserland, De Celesta geheten.
Een heerlijk oord waar zij zich
alleenstaande beschermd
weet en thuis voelt. Niet dat Alei-
- de ik-figuur in het boek - al-
i zo alleen is geweest. Ze had
nogal tumultueus lief-
maar het waren wel al-
I e liefdes. Een ge
touwde gynaecoloog die haar
uiteindelijk na een abortus laat
®tten, een brave docent met wie
i beter weten in trouw-
I pannen maakt en nog wat ande-
"""'is-avonturen.
I la's levensgeschiedenis
*dt in flash-backs en in ver
snipperde tijdsperiodes verteld.
Vfflaf haar ziekenhuisbed, wach-
""d op een operatie, kijkt ze te-
op dat leven, waarin verval,
|'§e dromen en afscheid nemen
®P de voorgrond staan. Angela
Wt op in een weinig geborgen
situatie, met een zenuwzieke
I f en een avontuurlijke va-
die zijn gezin onverwacht
om in Nieuw Guinea te
Jtoda en haar zusje worden
»ama ondergebracht bij een
en tante. De stuurloze Alei-
a' zich al te gemakkelijk
leiden, door dokter Loré die
Jt gynaecologisch onderzoekt
«aar vervol-
pis de geneug-
«1 van een goede
«"jpartij leert
'toen. De vrou-
®eh]ke lichaams-
worden
en prozaïsch
'eyen als de
fy-
verhouding
1 haar mui-
®,engens Wel
be!o°ft
i ^ouw te zul-
verlaten om
tont te kun"
houwen.
Jj?ouderloos
met
aan weet ze dat ze beroemd zal
worden en dat wordt ze ook.
Hoe?, daarover komt men, net als
over zoveel andere zaken weinig
aan de weet.
De Celesta is zo'n boek - een
soort veredelde meisjesroman -
waarin veel niet te zaken doende
handelingen (winkelen bij V D
o.a.) uitvoerig en bepaald onlite
rair worden beschreven zonder
dat de kern van de karakters
wordt getroffen. Ook de versnip
perde compositie draagt niet bij
tot een duidelijk beeld van wat
deze twee vrouwen drijft. Met de
succesvolle operazangeres loopt
het slecht af, plotseling is ze
dood.
Succes heeft op het persoonlijk
vlak niet veel te betekenen, zo
lijkt de booschap van de auteur.
Aleida's ogenschijnlijk mislukte
leven blijkt daarentegen toch nog
de moeite waard.
Vreemd genoeg heb ik dit boek
toch geboeid gelezen en onge
twijfeld zal het veel vrouwen
aanspreken. Elizabeth Nobel
slaagt er, ondanks de plattitudes
en cliché's, toch in om sfeer te
scheppen en een zekere spanning
op te bouwen. Zij is een van de
nieuwe auteurs in het Neder
landstalige fonds van uitgeverij
De Geus, die ook in haar tot nog
toe hoofdzakelijk buitenlandse
fonds literaire hoogstandjes af
wisselde met belletrie.
Elisabeth Nobel (Edinburgh,
1937) studeerde viool bij Davina
van Wely aan het Amsterdams
Conservatorium en schreef korte
verhalen, gedichten en twee
kindermusicals. Inmiddels werkt
ze aan een tweede roman.
Elzabeth Nobel: 'De Celesta'. Uit
geverij De Geus, prijs f 32.90.
tria„;heer-
&\is het
■ft ,Zus An-
U1 heeft het al-
beter ge-
C' ,Vanwege
tohoonheid
Door Johan Diepstraten
Omdat Herman Koch tot de ca
tegorie van de Bekende Neder
landers behoort, heeft zijn ro
man Eindelijk oorlog een lawi
ne aan publiciteit opgeleverd.
Wie de interviews heeft gele
zen, gehoord (radioprogramma
Opium) en gezien (Sonja) krijgt
de indruk dat Koch een wereld-
boek heeft geschreven, maar
niets is minder waar. Had er
een andere auteursnaam op de
kaft gestaan, dan was Eindelijk
oorlog zo goed als onopgemerkt
gebleven.
De roman is niets meer dan een
eenvoudige vertelling van de
deels autobiografische hoofd
persoon Herman die een boek
wil schrijven 'over de verschil
len in de manieren van sterven'.
Er gebeurt zo goed als niets in
de roman, die vooral herinne
ringen bevat aan de grootou
ders en ouders van Herman. Af
gezien van een enkele spranke
lende passage is Eindelijk oor
log breed uitgesponnen, traag
en knap saai.
Dat komt door de beperkte lite
raire thematiek. Herman merkt
plotseling dat hij lijdt aan een
vorm van claustrofobie en gaat
op zoek naar het moment waar
op die angst is begonnen. Tij
dens de Wimbledon-finale
McEnroe-Borg? Tijdens een reis
naar het Museum van de Marte
laren in Polen?
Koch verzint een gebeurtenis
ver voor zijn geboorte in 1953
en belandt in de oorlog, in zijn
geboortestad Arnhem. Maar
niet alleen in gedachten arri
veert hij in Arnhem. Omdat het
enig overgebleven familielid
tante Mies aan hem vraagt voor
haar tekkel te zorgen, reist
Herman naar de provincie
plaats af.
Het is allemaal niet bijster bij
zonder wat Koch te melden
heeft. Maar uitgeverij Meulen
hoff realiseerde zich dat ze met
Koch een potentiële bestselle
rauteur in huis heeft. Misschien
is er een uitgekiend mediaplan
bedacht om de roman aan de
man te brengen, misschien
kwam het vanzelf aanwaaien
omdat Koch één van de sterren
is van Jiskefet. Zeker is dat hij
zijn faam als verkoper in de
dierenwinkel, als weergaloze
kantoorklerk van Debiteu
ren/Crediteuren en als lullo-
Kersten uitmuntend heeft uit
gebuit.
Om de bestsellerslijsten te kun
nen bestormen, moest er even
wat ruimte worden gemaakt.
Wild om zich heen meppend,
riep Koch dat de hele Neder
landse literatuur werkelijk
niets voorstelt. Er zijn in de af
gelopen tien jaar maar twee
boeken verschenen die de moei
te waard zijn: Blauwe maanda
gen van Arnon Grunberg en
Red ons, Maria Montanelli, zijn
romandebuut. 'Het is misschien
een beetje raar om dat te bewe
ren -niet over Grunberg, maar
over mezelf- maar verder is er
ook helemaal niks.' De litera
tuurcritici deugen niet ('Al dat
gelul over boeken hangt me
vaak enorm de keel uit') en het
boekenlezende publiek is 'zo
ongehoord dom: ik vertrouw
heel erg op mensen die bijna
nooit boeken lezen'.
Zo presenteerde Koch zich bij
de schrijvende journalisten, tij
dens een allerbeminnelijkst op
treden bij Sonja imiteerde hij
Philip Bloemendaal en prins
Bernhard, vertelde vrolijkover
het bedenken van grappen voor
de drie lullo's en over zijn ka
rakteristieke, schlemielige rol
als Kersten. Het gevolg: in sta
pels ligt Eindeloos oorlog naast
de kassa in de boekwinkel en
wie is er niet benieuwd naar
een roman van één van de
grootste televisiekomieken van
Nederland? Aardig, beminne
lijk en bescheiden bij Sonja
voor het zaterdagavondpu-
bliek; dwars, venijnig en sar-
Saskia van Rijnswou
Herman Koch
eastisch voor het weekbladen-
publiek. Geen mediadeskundi
ge had zo'n perfect beeld kun
nen adviseren. De bestseller is,
zo goed als zeker, gemaakt.
Iedere uitgever blijft geloven in
de hype, het onverklaarbare
succes van titels als De meisjes
van de suikerwerkfabriek van
Tessa de Loo, De wetten van
Connie Palmen en Blauwe
maandagen van Grunberg.
Vanuit het niets werden ze in
recordtijd bestsellers. Iedere
willekeurige debutant kan een
nieuwe De Loo-Palmen of
Grunberg zijn. En wat kan
meehelpen? Een nieuwsgierig
makend bandje om het boek?
Een kant en klaar interview,
geleverd bij het recensieexem
plaar?
'De verschrikkingen van het
foto klaas koppe
woonerf. Een ontstellend de
buut' luidt de tekst op het
bandje van de debuutroman
Snoer van Saskia van Rijns-
wou. Het is zo ongeveer het al
lerslechtste debuut van het
jaar, onbegrijpelijk dat De Ar
beiderspers het uitgeeft, maar
de kansen op een hype zijn
hoog. Zet haar bij Sonja met
een aansprekend verhaal over
sex en geweld in de woonerven
en Herman Koch heeft een con
currerend zusje naast de kassa.
Dat Snoer een onbeholpen boek
is, doet er niet toe. 'Ik heb een
boek willen maken waarbij je
bek openvalt van verbazing, en
geweld is daar een goed middel
voor,' onthult Saskia van Rijns-
wou in HP/De Tijd. 'Ik heb bij
voorbeeld gedacht: wat is nou
echt taboe? Nou, een kind ver-
foto chris van houts
moorden, bijvoorbeeld.'
Welja, waarom ook niet? Laten
we eens een kind vermoorden,
als het kan een onschuldig, lief
meisje. Bedenk een keurige
man, een pianoleraar die altijd
aan de meisjes zit te friemelen.
Bedenk daarbij bouwvakkers
die in een dronken bui een
vrouw verkrachten, laat een kat
aan een stuk hout spijkeren. Zo
moeilijk is het niet om te cho
queren. Beschrijf deze gebeur
tenissen met veel bloederige de
tails en roep vervolgens dat je
roman in de traditie staat van
het werk van Easton Ellis en
Susanna Moore.
De uitzichtloosheid van het
moderne bestaan in een nieuw
bouwwijk, verziekte relaties,
broeierige sexuele lusten: deze
hele rataplan wordt nu bloed
serieus gepresenteerd als een
nieuw genre. In de jaren zeven
tig (Peter Andriesse: Gezellig
heid troef) en in de jaren tach
tig (Marijke Höweler met haar
trilogie) werd daarover alleen
op een persiflerende of satiri
sche manier geschreven. Bij
Sandra van Rijnswou is de se
rieus bedoelde thematiek een
gotspe geworden.
Maar ach, zeggen Herman Koch
en Van Rijnswou in koor, lite
ratuur is toch flauwekul. 'Alle
kunst is uiteindelijk amuse
ment,' beweert Van Rijnswou
en op de vraag naar de zin van
literatuuronderwijs op school
zegt Koch: 'Ik snap sowieso niet
waarom je op school zou moe
ten lezen. Lezen moet een ple
ziertje zijn. Het is hetzelfde als
wanneer je op school verplicht
zou moeten bier drinken.'
Hoe vrijblijvender de mentali
teit, hoe aantrekkelijker de au
teurs zijn voor de media. Laten
we bijvoorbeeld eens een kind
vermoorden als taboedoorbre
kend idee, lezen is een plezier
tje, kunst is amusement. Wie
een hype wil schrijven, moet al
leen even zijn verstand op nul
zetten.
Herman Koch: 'Eindelijk oor
log'. Uitgeverij Meulenhoff.
Prijs: 32,90.
Saskia van Rijnswou: 'Snoer'.
Uitgeverij De Arbeiderspers.
Prijs: 29,90.
meet af Elizabeth Nobel foto de geus
Door Dirk Vellenga
'Er is een Grietje Reyniers geweest die in
derdaad tijdens de eerste koloniejaren naar
Nieuw-Amsterdam is gevaren en daar be
rucht is geworden. Dit boek is een versie,
maar ook niet meer dan dat, van haar leven.
In Amsterdam heeft ze, voor zover ik weet,
geen spoor nagelaten, in notariële stukken,
doopregisters noch rechtbankverslagen.
Dus kon ze verzonnen worden.'
Dat schrijft Michael Pye in het nawoord van
zijn roman De waterkelder, met als onderti
tel Het verhaal van Grietje Reyniers, de eer
ste hoer van New York. Pye is een Engels
man die al jaren in New York werkt en be
langstelling kreeg voor de (Hollandse) ge
boortefase van deze stad toen hij Maximum
City: the Biography of New York schreef.
Om de leefomstandigheden in Amsterdam
en Nieuw-Amsterdam rond 1640 te kunnen
schetsen raadpleegde Michael Pye vooral de
boeken van Simon Schama en A.Th. van
Deursen, maar zijn belangrijkste informa
tiebron wordt gevormd door Nederlandse
schilderijen uit de 17e eeuw. Dat laatste is
in De waterkelder heel goed te merken. Pye
penseelt zijn verhaal in forse, kleurige lij
nen. De beelden zijn helder en aards. Zijn
boek is een sociaal-realistisch tafereel ge
worden, waarin het niet in de eerste plaats
gaat om nuances en fijnzinnigheid, en ook
niet om een secure weergave van de histori
sche feiten.
Over Grietje Reyniers is niet veel bekend,
maar net genoeg om het beeld te scheppen
van een vrouw die zich ontworstelde aan het
slijk en de kansloosheid van haar bestaan en
zich in de nieuwe wereld een duidelijke
plaats verwierf tussen de heren, de baasjes
en de dronken geweldplegers. Haar dochters
trouwden uiteindelijk in goede families.
Pye laat Grietje haar verhaal vertellen aan
de jongen Pieter, die uit het niets opduikt
als een engel op het moment dat haar man
Anthony opgebaard achter huis staat.
Anthony wordt de Turk genoemd, omdat hij
in Marokko is geboren (een logica die je te
genwoordig nog wel eens tegenkomt) en hij
heeft echt bestaan. Net als dominee Bogar-
dus en Wouter van Twiller en Willem Kieft
van de West-Indische Compagnie. Ze blij
ven figuranten, Pye heeft hen geen herken
baar karakter gegeven. De historie biedt te
weinig houvast en bovendien vindt hij dat
niet nodig voor zijn schilderij, zijn sfeer
beeld.
Grietjes worsteling met deugdzaamheid en
leugenachtigheid en de wetten van het over
leven komt goed uit de verf en dat geldt ook
voor de decors, die bovendien historisch
verantwoord lijken. Toch maakt Michael
Pye een paar kleine foutjes. In de oorspron
kelijke, Engelse versie spreekt hij niet van
Grietje, maar van Gretje, omdat Engels-ta-
ligen dat beter uit kunnen spreken.
De Nederlandse uitgever heeft die fout
rechtgezet, maar de onjuiste interpretatie
van de achternaam laten staan. Pye denkt
dat Grietje de dochter is van iemand die me
neer Reyniers heet. Maar Reyniers is geen
echte achternaam, ze geeft aan dat vader
Reynier heette, van de voornaam, en zij is
dus Grietje van Reynier. Verder wordt er in
het boek koffie gedronken en dat lijkt on
waarschijnlijk in die tijd en op die plaats.
Michael Pye: 'De waterkelder - Het verhaal
van Grietje Reyniers, de eerste hoer van New
York'. Uitg. Nijgh Van Ditmar, prijs 36,90
Bij de schrijver-beeldhouwer Jan
Wolkers is er 'op een indrukwek
kende manier sprake van een
dubbeltalent'. Dat schrijft Hella
S. Haasse in een interview dat zij
met Wolkers had en dat staat af
gedrukt in het binnenkort te ver
schijnen Schrijversprentenboek
dat aan Wolkers is'gewijd.
Het Schrijversprentenboek (nr.
38) verschijnt bij gelegenheid van
de tentoonstelling Jan Wolkers,
Tijd bestaat niet, die van 27 april
tot en met 25 augustus is te zien
in het Letterkundig Museum in
Den Haag.
„Een dag voor ik naar Parijs ver
trok (1957) om bij Zadkine te
gaan studeren kocht ik een
draagbare schrijfmachine. Ik
wist eigenlijk niet wat ik er mee
wilde gaan doen, ik had helemaal
niet het plan om te gaan schrij
ven," schrijft Wolkers in zijn au
tobiografie Werkkleding (1971).
Dat schreef hij neer tien jaar na
dat zijn debuutbundel Serpenti-,
na's petticoat was verschenen.
Zijn intussen ongeveer dertig ti
tels omvattende literaire oeuvre
heeft een sterk autobiografische
inslag. Op de expositie wordt
duidelijk gemaakt hoe Wolkers
objecten en reliquieën verzamelt
voor hij aan een verhaal begint.
Met citaten uit zijn werk krijgen
voorwerpen als een pakje Tigra-
sigaretten, een blikje tonijn in ge
lei of een kapotte rits een specia
le betekenis. Maar naast deze ob
jecten en teksten zijn er op de ex
positie natuurlijk ook hand
schriften, typoscripten, boeken
en foto's te zien die verwijzen
naar boeken als Kort Ameri
kaans, Turks fruit, Terug naar
Oegstgeest, Brandende liefde, De
walgvogel, De kus, De doods
hoofdvlinder en zoveel andere.-
Een belangrijk deel van de ten
toonstelling in Den Haag is ook
gewijd aan de beeldende kunst
van het dubbeltalent Wolkers: te
keningen uit de hongerwinter, re
liëfs uit de jaren zestig, politieke
affiches uit de jaren zeventig, ko
pieën van beelden uit de jaren
vijftig en modellen voor monu
menten uit de jaren negentig. Het
is voor het eerst dat aan beide ta
lenten van Wolkers zo uitgebreid
aandacht wordt besteed.
Het Schrijversprentenboek ver
schijnt in samenwerking met uit
geverij De Bezige Bij en bevat be
halve het interview van Hella
Haasse een fotobiografie met veel
niet eerder gepubliceerd materi
aal en een bio-/bibliografie. Het
boek werd samengesteld door
Murk Salverda en Erna Staal en
kost 49,50.
In de serie Schrijvers in Beeld
verschijnt bovendien een video
documentaire over Jan Wolkers.
De film van Jan Louter (regie) en
Jessica Swinkels (redactie) heet
De onverbiddelijke tijd. De docu
mentaire zal regelmatig in het
museum vertoond worden, maar
is ook te koop 49,50).
Het Letterkundig Museum aan
het Prinses Irenepad 10 in Den
Haag (bij het Centraal Station) is
van dinsdag tot en met vrijdag
open van 10-17 uur en op zater
dag en zondag (behalve Eerste
Pinksterdag) van 12-17 uur.
foto archief de stem
Jan Wolkers als beeldend kunstenaar
Door Muriel Boll
De boeken die Sjoerd Kuyper
maakte over Robin worden graag
gelezen. Toch is het onderwerp
van die verhalen niets bijzonders.
Het is een gewoon kleuterleven
dat centraal staat, maar dat
wordt bijzonder doordat Kuyper
het een glans geeft door het uit
het alledaagse te isoleren. Boven
dien kan de schrijver zich uitste
kend verplaatsen in de gedach-
tenwereld van de gevoelige Ro
bin. Via Robin biedt hij zijn le
zers de mogelijkheid bij zichzelf
na te gaan wat het leven prettig
en de moeite waard maakt.
Robin woont met zijn ouders en
zijn kleine zusje Suze op het plat
teland. De ouders houden van el
kaar en van hun kinderen en dat
is de basis, de warme en veilige
plek waar Robin kan nadenken
en fantaseren. Kuyper laat dat
gebeuren door in de gesprekken
die zijn hoofdfiguren met elkaar
hebben, nuances te leggen die
niet tot conflicten leiden maar
stof tot nadenken en het vormen
van een eigen mening bieden.
In zijn nieuwste boek Robin en
God zijn papa en opa het niet met
elkaar eens over het wel of niet
bestaan van God. Papa reageert
als door een wesp gestoken zodra
God ter sprake komt. God be
staat niet volgens hem. Vroeger
snapten de mensen bijna niets,
'dan denk je al gauw: er zal wel
iemand zijn die dat allemaal
doet. Een groot sterk iemand, die
iedere dag met een kruiwagen
langs de hemel rent, met in die
kruiwagen de zon, iemand die de
hele nacht de maan vasthoudt, in
het holle van zijn hand..., iemand
die als hij boos is begint te don
deren en vanuit de hoge hemel
met speren van vuur begint te
smijten.'
Opa die bij Robin logeert, het is
de tijd rondom Kerst, zegt met de
mildheid van de ouderdom, dat
papa misschien wel gelijk heeft.
Zelf gelooft hij er wel in, maar of
God echt bestaat weet hij niet ze
ker. Het zou alleen zo fijn zijn als
hij bestond.
Die gedachte
bidden. Voor
ieder mens
heeft God een -JjËlafeL
oor, ook voor
Robin, 'maar
in het oor voor
papa heeft Tekening van Sandra Klaassen in 'Robin en God'
God een watje gestopt', zegt opa.
Het laatste hoofdstuk heet Ge
heim. Als ze samen naar de ster
ren kijken, vertelt opa dat hij
lang geleden ook zo eens met Ro
bins vader, toen die nog klein
was, naar de sterren keek. 'Jouw
papa wees naar die grote, heldere
ster, en hij zei: daar woont God.'
Ooit dacht papa dus net zo over
God na als zijn zoon nu doet. Zo
krijgt Robin van Kuyper alle
ruimte voor het ontwikkelen van
prille gedachten over God tussen
sneeuwballen gooien en tanden
poetsen door.
Kuyper schreef een paar jaar ge
leden twee heel poëtische sprook
jes Josje en Josje's droom. Die
hang naar poezie vind je overal in
zijn werkl terug. In Robin en God
vind je het bijvoorbeeld in de be
schrijving van de sterren en de
sneeuw. De sneeuw is zo vreselijk
wit dat het lijkt of er onder de
sneeuw lampjes branden. Lamp
jes ie je niet ziet, maar het 'licht
wel. Misschien staan er kabou
terhuisjes onder de sneeuw, met
licht uit de ramen. Dat is toch
mooi bedacht. Kuyper heeft wei
nig nodig om duidelijk te maken
dat de Robin op school niet de
zelfde is als de Robin van thuis.
Als hem op school wordt ge
vraagd een kaarsje aan te steken,
zegt hij dat hij het wel durft,
maar het niet wil. In dezelfde si
tuatie zegt hij thuis simpelweg:
'Ik durf het niet.'
In een interview zei Kuyper kort
geleden zelf dat hij vindt dat hij
'allejezus mooi kan schrijven',
daar durft hij best voor uit te ko
men. Hij schrijft in een heel na
tuurlijke stijl, op een zorgeloze en
eerlijke toon. Dat is Kuypers suc
ces, kinderen herkennen direkt
wat echt is.
Sandra Klaassen maakte er
zwart-witte illustraties bij waar
je met plezier naar kijkt. Vier
hoofdstukken verschenen eerder
als voorproefje voor dit boek on
der de titel Robin viert kerstfeest.
Sjoerd Kuyper: 'Robiri en God'.
Uitg. Leopold, prijs 24,90, vanaf
4 jaar
vu