De jacht op een bestseller tegenheid] bestem BOEKENLEGGER KINDERBOEKEN grieven van de Dood Eenzaam vrouwenleven in Nobels debuut De Celesta Grietje, eerste hoer van New York, als romanfiguur Dubbeltalent Jan Wolkers De kruiwagen van God BOEKENGIDS D2 PEUGEOT ttmen (witte Si 48 ha*r Opgeklopte romans van Herman Koch en Saskia van Rijnswou DONDERDAG 18 APRIL 1996 fet ontvangen. Niet zo vreemd, et techniek en veiligheid met i voordeel van f 2.645,-*. bede dingen moeilijk kiezen is. maakt altijd de goede. U kiest por een proefrit, of voor meer pe dichtstbijzijnde dealer belt u f via Internet: www.peugeot.nl. PRIJZEN INCL. BTW EN BPM. EXCL. KOSTEN looorlohan Diepstraten livid jaar zomer presenteerde I iweverij Meulenhoff twee thril- lydebutanten (Rigbey en Evano- met een uitzonderlijke agne: de Niet Goed Ander lij; actie. De teleurgestelde le- I Lmocht gratis een andere thril- I Ut het fonds kiezen als hi] aan kon geven waarom het boek hem {«Jp vandaag werden er in to- llaal slechts veertien exemplaren lezers geretourneerd. Eén •es vond het debuut van Liz jey teleurstellend omdat ze y verwacht dat de roman haar «ker een week zou bezighouden. je had het boek, volgens het I persbericht, 'als in één adem in ine dagen uit.' initiatief van Meulenhoff jient navolging. Het aantal I thrillers dat jaarlijks verschijnt is maar het merendeel van de ïs speelt op zeker. Nu er „Js meer pockets op de markt '«schijnen met de goedlopende 1 titels van de gevestigde thriller- I auteurs, is het risico wel erg groot o® onbekende namen te introdu- I ceren. De nieuwe thriller van Jan Bur ke, lime Irene, mag ingeleverd worden voor een andere titel, «ar er zijn waarschijnlijk wei niglezers die zich met deze derde Irene Kelly-thriller bekocht zul len voelen. Ook al lijkt de markt verzadigd te zijn met vrouwelijke detectives, deze Irene Kelly wijkt toch genoeg af van de gebruike lijke avontuurlijke vrouwen, jls journaliste van een plaatselij ke krant in Las Piernas ontvangt aj brieven van een moordenaar. Hij ondertekent de korte aankon digingen van een nieuwe moord net 'je geliefde Thanatos' (de Dood) en richt ze aan Irene Kelly die hij Cassandra noemt. Dat is geen toeval: Cassandra is volgens de mythologische verhalen de vrouw die de dingen juist voor spelt, maar door niemand wordt geloofd. De brieven van Thanatos zitten vol mythologische verwij zingen die Irene Kelly ook tel kens weer op het juiste spoor zet ten van de plaats van het mis drijf. Omdat Irene de brieven in de krant publiceert, begint iedereen langzaam maar zeker in paniek te raken. Echt spannend wordt het als de gestoorde Thanatos een potje met mieren op het nacht kastje van Irene achterlaat - een kerstcadeautje - of een (onge vaarlijke) slang in haar auto legt. Nogal bedreigend is het als Tha natos bij Irene Kelly de schuifpui forceert en een slapende Irene naar de slaapkamer brengt. Het aardige van Lieve Irene is dat de Californische schrijfster Jan Burke het angstaanjagende van de situatie goed uitbuit. De brie ven blijven raadselachtig, de mo tieven van Thanatos duister. De slachtoffers hebben gemeen dat ze iets te maken hadden met een kinderdagverblijf van een vlieg tuigfabriek. Ooit is er een moord gepleegd door een kinderverzorg ster, en het duurt lang voordat Irene Kelly die affaire van vijftig jaar geleden met Thanatos in ver band kan brengen. Tot de laatste hoofdstukken zijn er louter ver moedens. De hoofdpersoon van Lieve Irene is een journaliste. Op zoek naar de identiteit van Thanatos krijgt zij steun van haar vriend Frank Harriman, medewerker op de af deling Ernstige Delicten van de plaatselijke politie. Is Harriman degene die juist in alle stilte de motieven voor de moorden uit wil zoeken, Kelly daarentegen wil ie dere ontdekking op de voorpagi na zetten. De tegenstrijdige be langen van het koppel maken van Lieve Irene iets meer dan een doorsnee thriller. Niet briljant, maar behoorlijk onderhoudend en bij vlagen zeer spannend. Jan Burke: 'Lieve Irene'. Uitg. Meulenhoff, prijs 37,90. tor Marjan Mes It haar debuutroman De Celesta beschrijft de Nederlandse auteur Elizabeth Nobel het leven van Aieida, een vrouw die ais kind al in ie schaduw blijft van haar ta lentvolle en mooie zusje Angela, lie later als operazangeres inter- nationaal furore maakt. Wanneer haar zuster op toernee is, zorgt Aleida - onderwijzeres en onge huwd - voor zwager en kinderen, in de villa van haar zuster in Zwitserland, De Celesta geheten. Een heerlijk oord waar zij zich alleenstaande beschermd weet en thuis voelt. Niet dat Alei- - de ik-figuur in het boek - al- i zo alleen is geweest. Ze had nogal tumultueus lief- maar het waren wel al- I e liefdes. Een ge touwde gynaecoloog die haar uiteindelijk na een abortus laat ®tten, een brave docent met wie i beter weten in trouw- I pannen maakt en nog wat ande- """'is-avonturen. I la's levensgeschiedenis *dt in flash-backs en in ver snipperde tijdsperiodes verteld. Vfflaf haar ziekenhuisbed, wach- ""d op een operatie, kijkt ze te- op dat leven, waarin verval, |'§e dromen en afscheid nemen ®P de voorgrond staan. Angela Wt op in een weinig geborgen situatie, met een zenuwzieke I f en een avontuurlijke va- die zijn gezin onverwacht om in Nieuw Guinea te Jtoda en haar zusje worden »ama ondergebracht bij een en tante. De stuurloze Alei- a' zich al te gemakkelijk leiden, door dokter Loré die Jt gynaecologisch onderzoekt «aar vervol- pis de geneug- «1 van een goede «"jpartij leert 'toen. De vrou- ®eh]ke lichaams- worden en prozaïsch 'eyen als de fy- verhouding 1 haar mui- ®,engens Wel be!o°ft i ^ouw te zul- verlaten om tont te kun" houwen. Jj?ouderloos met aan weet ze dat ze beroemd zal worden en dat wordt ze ook. Hoe?, daarover komt men, net als over zoveel andere zaken weinig aan de weet. De Celesta is zo'n boek - een soort veredelde meisjesroman - waarin veel niet te zaken doende handelingen (winkelen bij V D o.a.) uitvoerig en bepaald onlite rair worden beschreven zonder dat de kern van de karakters wordt getroffen. Ook de versnip perde compositie draagt niet bij tot een duidelijk beeld van wat deze twee vrouwen drijft. Met de succesvolle operazangeres loopt het slecht af, plotseling is ze dood. Succes heeft op het persoonlijk vlak niet veel te betekenen, zo lijkt de booschap van de auteur. Aleida's ogenschijnlijk mislukte leven blijkt daarentegen toch nog de moeite waard. Vreemd genoeg heb ik dit boek toch geboeid gelezen en onge twijfeld zal het veel vrouwen aanspreken. Elizabeth Nobel slaagt er, ondanks de plattitudes en cliché's, toch in om sfeer te scheppen en een zekere spanning op te bouwen. Zij is een van de nieuwe auteurs in het Neder landstalige fonds van uitgeverij De Geus, die ook in haar tot nog toe hoofdzakelijk buitenlandse fonds literaire hoogstandjes af wisselde met belletrie. Elisabeth Nobel (Edinburgh, 1937) studeerde viool bij Davina van Wely aan het Amsterdams Conservatorium en schreef korte verhalen, gedichten en twee kindermusicals. Inmiddels werkt ze aan een tweede roman. Elzabeth Nobel: 'De Celesta'. Uit geverij De Geus, prijs f 32.90. tria„;heer- &\is het ■ft ,Zus An- U1 heeft het al- beter ge- C' ,Vanwege tohoonheid Door Johan Diepstraten Omdat Herman Koch tot de ca tegorie van de Bekende Neder landers behoort, heeft zijn ro man Eindelijk oorlog een lawi ne aan publiciteit opgeleverd. Wie de interviews heeft gele zen, gehoord (radioprogramma Opium) en gezien (Sonja) krijgt de indruk dat Koch een wereld- boek heeft geschreven, maar niets is minder waar. Had er een andere auteursnaam op de kaft gestaan, dan was Eindelijk oorlog zo goed als onopgemerkt gebleven. De roman is niets meer dan een eenvoudige vertelling van de deels autobiografische hoofd persoon Herman die een boek wil schrijven 'over de verschil len in de manieren van sterven'. Er gebeurt zo goed als niets in de roman, die vooral herinne ringen bevat aan de grootou ders en ouders van Herman. Af gezien van een enkele spranke lende passage is Eindelijk oor log breed uitgesponnen, traag en knap saai. Dat komt door de beperkte lite raire thematiek. Herman merkt plotseling dat hij lijdt aan een vorm van claustrofobie en gaat op zoek naar het moment waar op die angst is begonnen. Tij dens de Wimbledon-finale McEnroe-Borg? Tijdens een reis naar het Museum van de Marte laren in Polen? Koch verzint een gebeurtenis ver voor zijn geboorte in 1953 en belandt in de oorlog, in zijn geboortestad Arnhem. Maar niet alleen in gedachten arri veert hij in Arnhem. Omdat het enig overgebleven familielid tante Mies aan hem vraagt voor haar tekkel te zorgen, reist Herman naar de provincie plaats af. Het is allemaal niet bijster bij zonder wat Koch te melden heeft. Maar uitgeverij Meulen hoff realiseerde zich dat ze met Koch een potentiële bestselle rauteur in huis heeft. Misschien is er een uitgekiend mediaplan bedacht om de roman aan de man te brengen, misschien kwam het vanzelf aanwaaien omdat Koch één van de sterren is van Jiskefet. Zeker is dat hij zijn faam als verkoper in de dierenwinkel, als weergaloze kantoorklerk van Debiteu ren/Crediteuren en als lullo- Kersten uitmuntend heeft uit gebuit. Om de bestsellerslijsten te kun nen bestormen, moest er even wat ruimte worden gemaakt. Wild om zich heen meppend, riep Koch dat de hele Neder landse literatuur werkelijk niets voorstelt. Er zijn in de af gelopen tien jaar maar twee boeken verschenen die de moei te waard zijn: Blauwe maanda gen van Arnon Grunberg en Red ons, Maria Montanelli, zijn romandebuut. 'Het is misschien een beetje raar om dat te bewe ren -niet over Grunberg, maar over mezelf- maar verder is er ook helemaal niks.' De litera tuurcritici deugen niet ('Al dat gelul over boeken hangt me vaak enorm de keel uit') en het boekenlezende publiek is 'zo ongehoord dom: ik vertrouw heel erg op mensen die bijna nooit boeken lezen'. Zo presenteerde Koch zich bij de schrijvende journalisten, tij dens een allerbeminnelijkst op treden bij Sonja imiteerde hij Philip Bloemendaal en prins Bernhard, vertelde vrolijkover het bedenken van grappen voor de drie lullo's en over zijn ka rakteristieke, schlemielige rol als Kersten. Het gevolg: in sta pels ligt Eindeloos oorlog naast de kassa in de boekwinkel en wie is er niet benieuwd naar een roman van één van de grootste televisiekomieken van Nederland? Aardig, beminne lijk en bescheiden bij Sonja voor het zaterdagavondpu- bliek; dwars, venijnig en sar- Saskia van Rijnswou Herman Koch eastisch voor het weekbladen- publiek. Geen mediadeskundi ge had zo'n perfect beeld kun nen adviseren. De bestseller is, zo goed als zeker, gemaakt. Iedere uitgever blijft geloven in de hype, het onverklaarbare succes van titels als De meisjes van de suikerwerkfabriek van Tessa de Loo, De wetten van Connie Palmen en Blauwe maandagen van Grunberg. Vanuit het niets werden ze in recordtijd bestsellers. Iedere willekeurige debutant kan een nieuwe De Loo-Palmen of Grunberg zijn. En wat kan meehelpen? Een nieuwsgierig makend bandje om het boek? Een kant en klaar interview, geleverd bij het recensieexem plaar? 'De verschrikkingen van het foto klaas koppe woonerf. Een ontstellend de buut' luidt de tekst op het bandje van de debuutroman Snoer van Saskia van Rijns- wou. Het is zo ongeveer het al lerslechtste debuut van het jaar, onbegrijpelijk dat De Ar beiderspers het uitgeeft, maar de kansen op een hype zijn hoog. Zet haar bij Sonja met een aansprekend verhaal over sex en geweld in de woonerven en Herman Koch heeft een con currerend zusje naast de kassa. Dat Snoer een onbeholpen boek is, doet er niet toe. 'Ik heb een boek willen maken waarbij je bek openvalt van verbazing, en geweld is daar een goed middel voor,' onthult Saskia van Rijns- wou in HP/De Tijd. 'Ik heb bij voorbeeld gedacht: wat is nou echt taboe? Nou, een kind ver- foto chris van houts moorden, bijvoorbeeld.' Welja, waarom ook niet? Laten we eens een kind vermoorden, als het kan een onschuldig, lief meisje. Bedenk een keurige man, een pianoleraar die altijd aan de meisjes zit te friemelen. Bedenk daarbij bouwvakkers die in een dronken bui een vrouw verkrachten, laat een kat aan een stuk hout spijkeren. Zo moeilijk is het niet om te cho queren. Beschrijf deze gebeur tenissen met veel bloederige de tails en roep vervolgens dat je roman in de traditie staat van het werk van Easton Ellis en Susanna Moore. De uitzichtloosheid van het moderne bestaan in een nieuw bouwwijk, verziekte relaties, broeierige sexuele lusten: deze hele rataplan wordt nu bloed serieus gepresenteerd als een nieuw genre. In de jaren zeven tig (Peter Andriesse: Gezellig heid troef) en in de jaren tach tig (Marijke Höweler met haar trilogie) werd daarover alleen op een persiflerende of satiri sche manier geschreven. Bij Sandra van Rijnswou is de se rieus bedoelde thematiek een gotspe geworden. Maar ach, zeggen Herman Koch en Van Rijnswou in koor, lite ratuur is toch flauwekul. 'Alle kunst is uiteindelijk amuse ment,' beweert Van Rijnswou en op de vraag naar de zin van literatuuronderwijs op school zegt Koch: 'Ik snap sowieso niet waarom je op school zou moe ten lezen. Lezen moet een ple ziertje zijn. Het is hetzelfde als wanneer je op school verplicht zou moeten bier drinken.' Hoe vrijblijvender de mentali teit, hoe aantrekkelijker de au teurs zijn voor de media. Laten we bijvoorbeeld eens een kind vermoorden als taboedoorbre kend idee, lezen is een plezier tje, kunst is amusement. Wie een hype wil schrijven, moet al leen even zijn verstand op nul zetten. Herman Koch: 'Eindelijk oor log'. Uitgeverij Meulenhoff. Prijs: 32,90. Saskia van Rijnswou: 'Snoer'. Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs: 29,90. meet af Elizabeth Nobel foto de geus Door Dirk Vellenga 'Er is een Grietje Reyniers geweest die in derdaad tijdens de eerste koloniejaren naar Nieuw-Amsterdam is gevaren en daar be rucht is geworden. Dit boek is een versie, maar ook niet meer dan dat, van haar leven. In Amsterdam heeft ze, voor zover ik weet, geen spoor nagelaten, in notariële stukken, doopregisters noch rechtbankverslagen. Dus kon ze verzonnen worden.' Dat schrijft Michael Pye in het nawoord van zijn roman De waterkelder, met als onderti tel Het verhaal van Grietje Reyniers, de eer ste hoer van New York. Pye is een Engels man die al jaren in New York werkt en be langstelling kreeg voor de (Hollandse) ge boortefase van deze stad toen hij Maximum City: the Biography of New York schreef. Om de leefomstandigheden in Amsterdam en Nieuw-Amsterdam rond 1640 te kunnen schetsen raadpleegde Michael Pye vooral de boeken van Simon Schama en A.Th. van Deursen, maar zijn belangrijkste informa tiebron wordt gevormd door Nederlandse schilderijen uit de 17e eeuw. Dat laatste is in De waterkelder heel goed te merken. Pye penseelt zijn verhaal in forse, kleurige lij nen. De beelden zijn helder en aards. Zijn boek is een sociaal-realistisch tafereel ge worden, waarin het niet in de eerste plaats gaat om nuances en fijnzinnigheid, en ook niet om een secure weergave van de histori sche feiten. Over Grietje Reyniers is niet veel bekend, maar net genoeg om het beeld te scheppen van een vrouw die zich ontworstelde aan het slijk en de kansloosheid van haar bestaan en zich in de nieuwe wereld een duidelijke plaats verwierf tussen de heren, de baasjes en de dronken geweldplegers. Haar dochters trouwden uiteindelijk in goede families. Pye laat Grietje haar verhaal vertellen aan de jongen Pieter, die uit het niets opduikt als een engel op het moment dat haar man Anthony opgebaard achter huis staat. Anthony wordt de Turk genoemd, omdat hij in Marokko is geboren (een logica die je te genwoordig nog wel eens tegenkomt) en hij heeft echt bestaan. Net als dominee Bogar- dus en Wouter van Twiller en Willem Kieft van de West-Indische Compagnie. Ze blij ven figuranten, Pye heeft hen geen herken baar karakter gegeven. De historie biedt te weinig houvast en bovendien vindt hij dat niet nodig voor zijn schilderij, zijn sfeer beeld. Grietjes worsteling met deugdzaamheid en leugenachtigheid en de wetten van het over leven komt goed uit de verf en dat geldt ook voor de decors, die bovendien historisch verantwoord lijken. Toch maakt Michael Pye een paar kleine foutjes. In de oorspron kelijke, Engelse versie spreekt hij niet van Grietje, maar van Gretje, omdat Engels-ta- ligen dat beter uit kunnen spreken. De Nederlandse uitgever heeft die fout rechtgezet, maar de onjuiste interpretatie van de achternaam laten staan. Pye denkt dat Grietje de dochter is van iemand die me neer Reyniers heet. Maar Reyniers is geen echte achternaam, ze geeft aan dat vader Reynier heette, van de voornaam, en zij is dus Grietje van Reynier. Verder wordt er in het boek koffie gedronken en dat lijkt on waarschijnlijk in die tijd en op die plaats. Michael Pye: 'De waterkelder - Het verhaal van Grietje Reyniers, de eerste hoer van New York'. Uitg. Nijgh Van Ditmar, prijs 36,90 Bij de schrijver-beeldhouwer Jan Wolkers is er 'op een indrukwek kende manier sprake van een dubbeltalent'. Dat schrijft Hella S. Haasse in een interview dat zij met Wolkers had en dat staat af gedrukt in het binnenkort te ver schijnen Schrijversprentenboek dat aan Wolkers is'gewijd. Het Schrijversprentenboek (nr. 38) verschijnt bij gelegenheid van de tentoonstelling Jan Wolkers, Tijd bestaat niet, die van 27 april tot en met 25 augustus is te zien in het Letterkundig Museum in Den Haag. „Een dag voor ik naar Parijs ver trok (1957) om bij Zadkine te gaan studeren kocht ik een draagbare schrijfmachine. Ik wist eigenlijk niet wat ik er mee wilde gaan doen, ik had helemaal niet het plan om te gaan schrij ven," schrijft Wolkers in zijn au tobiografie Werkkleding (1971). Dat schreef hij neer tien jaar na dat zijn debuutbundel Serpenti-, na's petticoat was verschenen. Zijn intussen ongeveer dertig ti tels omvattende literaire oeuvre heeft een sterk autobiografische inslag. Op de expositie wordt duidelijk gemaakt hoe Wolkers objecten en reliquieën verzamelt voor hij aan een verhaal begint. Met citaten uit zijn werk krijgen voorwerpen als een pakje Tigra- sigaretten, een blikje tonijn in ge lei of een kapotte rits een specia le betekenis. Maar naast deze ob jecten en teksten zijn er op de ex positie natuurlijk ook hand schriften, typoscripten, boeken en foto's te zien die verwijzen naar boeken als Kort Ameri kaans, Turks fruit, Terug naar Oegstgeest, Brandende liefde, De walgvogel, De kus, De doods hoofdvlinder en zoveel andere.- Een belangrijk deel van de ten toonstelling in Den Haag is ook gewijd aan de beeldende kunst van het dubbeltalent Wolkers: te keningen uit de hongerwinter, re liëfs uit de jaren zestig, politieke affiches uit de jaren zeventig, ko pieën van beelden uit de jaren vijftig en modellen voor monu menten uit de jaren negentig. Het is voor het eerst dat aan beide ta lenten van Wolkers zo uitgebreid aandacht wordt besteed. Het Schrijversprentenboek ver schijnt in samenwerking met uit geverij De Bezige Bij en bevat be halve het interview van Hella Haasse een fotobiografie met veel niet eerder gepubliceerd materi aal en een bio-/bibliografie. Het boek werd samengesteld door Murk Salverda en Erna Staal en kost 49,50. In de serie Schrijvers in Beeld verschijnt bovendien een video documentaire over Jan Wolkers. De film van Jan Louter (regie) en Jessica Swinkels (redactie) heet De onverbiddelijke tijd. De docu mentaire zal regelmatig in het museum vertoond worden, maar is ook te koop 49,50). Het Letterkundig Museum aan het Prinses Irenepad 10 in Den Haag (bij het Centraal Station) is van dinsdag tot en met vrijdag open van 10-17 uur en op zater dag en zondag (behalve Eerste Pinksterdag) van 12-17 uur. foto archief de stem Jan Wolkers als beeldend kunstenaar Door Muriel Boll De boeken die Sjoerd Kuyper maakte over Robin worden graag gelezen. Toch is het onderwerp van die verhalen niets bijzonders. Het is een gewoon kleuterleven dat centraal staat, maar dat wordt bijzonder doordat Kuyper het een glans geeft door het uit het alledaagse te isoleren. Boven dien kan de schrijver zich uitste kend verplaatsen in de gedach- tenwereld van de gevoelige Ro bin. Via Robin biedt hij zijn le zers de mogelijkheid bij zichzelf na te gaan wat het leven prettig en de moeite waard maakt. Robin woont met zijn ouders en zijn kleine zusje Suze op het plat teland. De ouders houden van el kaar en van hun kinderen en dat is de basis, de warme en veilige plek waar Robin kan nadenken en fantaseren. Kuyper laat dat gebeuren door in de gesprekken die zijn hoofdfiguren met elkaar hebben, nuances te leggen die niet tot conflicten leiden maar stof tot nadenken en het vormen van een eigen mening bieden. In zijn nieuwste boek Robin en God zijn papa en opa het niet met elkaar eens over het wel of niet bestaan van God. Papa reageert als door een wesp gestoken zodra God ter sprake komt. God be staat niet volgens hem. Vroeger snapten de mensen bijna niets, 'dan denk je al gauw: er zal wel iemand zijn die dat allemaal doet. Een groot sterk iemand, die iedere dag met een kruiwagen langs de hemel rent, met in die kruiwagen de zon, iemand die de hele nacht de maan vasthoudt, in het holle van zijn hand..., iemand die als hij boos is begint te don deren en vanuit de hoge hemel met speren van vuur begint te smijten.' Opa die bij Robin logeert, het is de tijd rondom Kerst, zegt met de mildheid van de ouderdom, dat papa misschien wel gelijk heeft. Zelf gelooft hij er wel in, maar of God echt bestaat weet hij niet ze ker. Het zou alleen zo fijn zijn als hij bestond. Die gedachte bidden. Voor ieder mens heeft God een -JjËlafeL oor, ook voor Robin, 'maar in het oor voor papa heeft Tekening van Sandra Klaassen in 'Robin en God' God een watje gestopt', zegt opa. Het laatste hoofdstuk heet Ge heim. Als ze samen naar de ster ren kijken, vertelt opa dat hij lang geleden ook zo eens met Ro bins vader, toen die nog klein was, naar de sterren keek. 'Jouw papa wees naar die grote, heldere ster, en hij zei: daar woont God.' Ooit dacht papa dus net zo over God na als zijn zoon nu doet. Zo krijgt Robin van Kuyper alle ruimte voor het ontwikkelen van prille gedachten over God tussen sneeuwballen gooien en tanden poetsen door. Kuyper schreef een paar jaar ge leden twee heel poëtische sprook jes Josje en Josje's droom. Die hang naar poezie vind je overal in zijn werkl terug. In Robin en God vind je het bijvoorbeeld in de be schrijving van de sterren en de sneeuw. De sneeuw is zo vreselijk wit dat het lijkt of er onder de sneeuw lampjes branden. Lamp jes ie je niet ziet, maar het 'licht wel. Misschien staan er kabou terhuisjes onder de sneeuw, met licht uit de ramen. Dat is toch mooi bedacht. Kuyper heeft wei nig nodig om duidelijk te maken dat de Robin op school niet de zelfde is als de Robin van thuis. Als hem op school wordt ge vraagd een kaarsje aan te steken, zegt hij dat hij het wel durft, maar het niet wil. In dezelfde si tuatie zegt hij thuis simpelweg: 'Ik durf het niet.' In een interview zei Kuyper kort geleden zelf dat hij vindt dat hij 'allejezus mooi kan schrijven', daar durft hij best voor uit te ko men. Hij schrijft in een heel na tuurlijke stijl, op een zorgeloze en eerlijke toon. Dat is Kuypers suc ces, kinderen herkennen direkt wat echt is. Sandra Klaassen maakte er zwart-witte illustraties bij waar je met plezier naar kijkt. Vier hoofdstukken verschenen eerder als voorproefje voor dit boek on der de titel Robin viert kerstfeest. Sjoerd Kuyper: 'Robiri en God'. Uitg. Leopold, prijs 24,90, vanaf 4 jaar vu

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 23