Sabina en de historie van de Europese geest Acht schilderkunstige versregels Echte Dali is vast een te dure poster GER ÈKEN m ;n en eenden klanon Uphoff pESTEM GROTE GIDS D3 Nooteboom e.a. t Duitse Noorse auteur schreef roman over de vrouw tussen Jung en Freud •aswwssssS' IN BEELD Grenzen Trouw Bedachtzaam DAG 29 MAART 1996 VRIJDAG 29 MAART 1996 Manon Uphoff foto balans itenlandse Zaken heeft de Gabriela de schrijvers Hella Haasse, Bert det de medaille eert Chili degene die I logen van zijn land en taal verrijkt ide in Den Haag. ■s is aan nog zeventien andere schrij- er hen zijn de Tsjechische president rgentinië), Octavio Paz (Mexico), Er- ues de Bruyne (België), Claude Couf- :n (Zweden). r gelegenheid van het feit dat de Chi- die in 1954 is overleden, vijftig jaar tuur ontving. mannen. Hire woont sindsdien afwisselend in Londen, Parijs en in Keulen, waar haar echtgenoot, de Duitse componist Friedrich Hoericke, woont. Hite liet de Britse krant The Sunday Obser ver weten dat ze haar Ameri kaanse paspoort heeft ingeleverd om te protesteren tegen 'de groeiende jacht op het onafhan kelijke denken in de VS, een - nieuwe McCarthy-achtige perio de'. 1, in i. is is ;n in te e- m te ie ;e. er ti en ii- iei in. en er ag en n- en zo >e- rer an en 10- op en ck ud ert in- 70- el- ige ik- ig- de ren je tls- •bij eu- itte ooi 'ijn ig- ian le- ur- dat den ieu >rin staat bovendien Het Zonnelied op het schutblad afgedrukt. De platen beslaan steeds twee pagi na's en liggen voor je als een waaier van kleuren met daarin gedetailleerde tekeningen. Je ziet een middeleeuws Italiaans stadje aan een haven met majestueuze zeilschepen, ridders te paard uit gedost voor de strijd, minstrelen, een bonte verzameling grote en kleine vogels, enzovoort. Wildsmith houdt de achtergrond rustig en waar het om gaat, schil dert hij in uitbundige Meuren. De pagina's zijn zachtgekleurd met een matgouden rand. Op alle pla ten is de beschermengel van Francscus te vinden; als kinderen dat door hebben, zullen ze bij el ke nieuwe afbeelding daarnaar op zoek gaan. Heel anders, maar minstens zo mooi is Het appeltulbandje, een verhaal van Nienke van Hichtum met hartverwarmende, sfeervolle tekeningen van Marjan van ZeyL Een oud vrouwtje heeft toch zon zin in een appeltulbandje. ït heeft alles in huis, meel, suiker, boter en kruiden, maar geen ap pel. Wel pruimen, een hele boom vol met de roodste, rondste prui men, maar daar kun je helaas geen appeltulband van bakken. Door te ruilen, de pruimen voor donsveertjes, de veertjes voor bloemen, de bloemen voor een gouden ketting en de ketting voor een hondje, komt ze uiteinden) bij een oude eenzame man te recht. Die wil graag een hond]efl ruil voor een mand appel- vrouwtje is nog net op tijd om een heerlijke tulband te ken voor het avondeten. Van Zeyl tekent een liedje van verlangen, een paradijselijk zon nig landschap waar niets en - mand haast heeft. Een juweel van een prentenboek waarin tu - bloemen en groen nog een raal(tje) verstopt zit ook. Kasparavicius: 'Een ei is geen Met versjes van Lidy Pete I Gottmer, prijs 24,90 f I Hans Wilhelm: R°der,'k;li:® van I met de gouden veren u 9-.. j I Holkema en Warendorf, P I H.C.Andersen en K.Kaila. Het I Deze drie boeken van uitg- Christofoor kosten resp- 1 27,50 en 21,50 poor Hans Rooseboom Heeds in tien talen is de roman Sabi na. van de Noorse schrijver Karsten Alnaes verschenen. Deze week ligt He elfde vertaling, de Nederlandse, jn de boekwinkel. Ter gelegenheid daarvan was Karsten Alnaes in Ne derland, en wel in Breda. Want het is de Bredase uitgeverij De Geus die het boek in haar immer uitdijend fonds heeft opgenomen. „...na, een biografische roman, be- I schrijft het leven van één van de pioniers van de psychanalyse: Sabina Spielrein (1885-1941). Zij was een Russische jodin, die in de jaren 1908-1910 een stormach- liefdesverhouding had met de (ge- I huwde) psychiater Carl Gustav Jung in Zurich. Sabina werd zelf ook psychiater en akte kennis met Sigmund Freud, die i een aantal ideeën van haar overnam - zonder die ideeën helemaal goed te be ien. Sabina's psychiatrische inzich- I tenwaren zo belangrijk dat Carl Jung la ter opbiechte dat hij 'alles' aan haar te danken had. Waarom is deze invloedrijke vrouw dan toch helemaal vergeten? Dat heeft deels temaken met het latere verloop van haar leven. Zij keerde in 1923 terug naar de stalinistische Sovjet-Unie (ze was over tuigd communist), waar ze haar psychia trische werk niet kon uitvoeren. In 1941 kwamen de Duitsers, die vóórdat ze Zy- klon B gingen toepassen de joden ge woon doodschoten. Ook Sabina en haar twee kinderen. Het boek speelt afwisse lend rond 1910 en in de gruwelijke oor logswerkelijkheid van 1941. U bent zelf vlak voor de Tweede Wereld- I oorlog geboren, in 1938. U hebt de oorlog dus meegemaakt. „Van de oorlog herinner ik mij Duitse soldaten op straat. Toen de Duitsers bin nenvielen was ik twee jaar. De verove- ring van Noorwegen door de Duitsers duurde maanden, van april tot juli 1940. I Noorwegen is een en al bergen en fjor- n, dus veel moeilijker te bezetten dan jullie platte Nederland. Ons dorp. aan de westkust, werd helemaal kapotgebom- bardeerd. Mijn moeder vertelde later al tijd hoe ze mij tussen de brandende hui- zen door heeft weggesleept. Ik heb daar geen herinneringen aan, maar ik j denk dat die ervaringen een rol spelen. Al mijn romans gaan over oorlog, wreed- heid, vernietiging, geweld. Ook Sabina." Kunt u iets over uw activiteiten als schrijver vertellen? „Ik ben als journalist begonnen, tijdens mijn studie geschiedenis aan de univer siteit van Oslo (ik ben historicus). In het dagelijks leven ben ik redacteur kunst en cultuur geweest van Dagbladet, dat toen een goede krant was. Verder was ik Karsten Alnaes: „In haar dagboek schrijft Sabina dat ze een boodschap aan de mensheid heeft. Ze was hel derziend, voorspellend, een gave die ze toeschrijft aan haar joodse afkomst. Haar voorgeslacht zat vol rabbi's en profeten. Zij voorzag de uitroeiing van het joodse volk." foto de geus leraar aan de school voor journalistiek en voorzitter van de schrijversbond. Mijn eerste verhalenbundel verscheen in 1963; later in de jaren '60 volgde mijn eerste roman. Dat was een historische roman die speelt tijdens een oorlog in het Noorwegen van de 16e eeuw. Die oorlog vertoonde sterke overeenkomst met de Vietnam-oorlog, zodat ik een lijn naar de actualiteit kon trekken. Dat boek werd tot mijn verrassing een heel groot succes. Ik kreeg een belangrijke geldprijs en ik nam het besluit om fulltime te gaan schrijven. Uiteindelijk heb ik dertien ro mans en twee verhalenbundels gepubli ceerd. De helft daarvan speelt in het he dendaagse Noorwegen. De andere zijn historische romans, die overigens ook al lemaal in Noorwegen spelen. Sabina is mijn eerste boek dat buiten Noorwegen is gesitueerd." Wijkt uw laatste boek 'Sabina' af van uw oudere werk „Neen, thematisch is Sabina een vervolg op mijn eerdere werk. Want ook dit boek gaat over het kwaad, over destructie en zelfvernietiging, over de zinloosheid en de absurditeit van het leven." „Ik was niet speciaal geïnteresseerd in psychanalyse, wel heb ik een fascinatie voor joodse zaken. Ik heb twee boeken over de joden in Noorwegen geschreven. De doorslag tot het schrijven van het boek Sabina was de publicatie van haar dagboek in 1980. Zij hield een dagboek bij van 1908 tot 1910. Daarin staat hele love story met de psychiater Carl Gustav Jung, in heel poëtische taal geschreven. Ze had met Jung, die haar behandelde, een harts tochtelijke, seksuele relatie. Het dagboek is een document humain, fascinerend door z'n toon en sfeer. Sabi na vergat het in 1923 mee te nemen toen ze verhuisde van Genève naar Rusland. Ruim 50 jaar later werd het in dat Ge- neefse huis gevonden door een schoon maakster. Uiteindelijk kwam het terecht bij de Ita liaanse psychanalyticus Carotenuto, die het uitgaf. Mijn vrouw las het en raadde mij aan om er een roman over te schrij ven. Wat sprak u in dat dagboek precies aan? „In haar dagboek schrijft Sabina dat ze een boodschap aan de mensheid heeft. Ze was helderziend, voorspellend, een gave die ze toeschrijft aan haar joodse afkomst. Haar voorgeslacht zat vol rab bi's en profeten. Zij voorzag de uitroei ing van het joodse volk. Dat Cassandra- motief sprak mij erg aan: een vrouw die een vreselijke toekomst voorziet, maar wier waarschuwingen door niemand worden geloofd. Wat mij in het geval Sa bina ook aansprak was het feit dat zij een vrouw was die werd onderdrukt en misbruikt, niet voor vol aangezien. Carl Gustav Jung heeft haar tien jaar na hun affaire, in 1919, een brief geschreven waarin hij haar zijn dankbaarheid be tuigt. Hij zegt zelfs dat hij alles aan haar te danken heeft. Er gaat ook een verhaal over de rol van Sigmund Freud in het uitschakelen van Sabina. Freud had na melijk Jung uitverkoren als zijn opvolger en vaandeldrager, als 'schoonzoon'. Heel belangrijk bij die keuze was het feit dat Jung een ariër was. Deze man mocht niet door een overspelige verhouding met een joodse vrouw worden besmet. Freud wil de zijn schoonzoon redden, en daarvan is Sabina Spielrein het slachtoffer gewor den. Freud vond Sabina overigens hübsch en charismatisch. Maar haar ideeën be greep hij niet, of liever gezegd: die be greep hij helemaal verkeerd. In zijn boek Jenseits des Lustprinzips citeert hij Sa bina's belangrijkste werkstuk, Die Dest- ruktion als Ursache des Werdens. Freud citeert haar in verband met zijn eigen theorie over de doodsdrift, maar dat be doelde Sabina absoluut niet met haar Destruktion." Heeft u het boek bedoeld als rehabilitatie van Sabina Spielrein als belangrijk psy chiater? „Nee, dat was niet mijn bedoeling. Wat ik wilde was een boek schrijven over de geestesgeschiedenis Europa in de twin tigste eeuw, de eeuw die zo naief en opti mistisch begon. De jaren vóór 1914 wa ren van een ongelooflijk optimisme, een vooruitgangsoptimisme. De mensen za gen en geloofden in Vooruitgang op alle gebieden, maatschappelijk, cultureel, technisch, wetenschappelijk en medisch. Toen de catastrofe werd ingeluid met de kanonnen van augustus 1914 geloofde bijna niemand in Europa dat het waar was. Een oorlog was onmogelijk, meende men. Nu, in de jaren '90 van de 20e eeuw, heerst er een vergelijkbaar optimisme. We hebben immers alles overleefd, twee wereldoorlogen, nazisme, fascisme, com munisme, de koude oorlog. Alle ellende is voorbij, het kan nu verder alleen maar goed gaan. Maar de mens zit vol gevaar lijke driften en neigingen, vernietiging en geweld." U bent een schrijver uit Noorwegen. Be tekent dat nog iets speciaals? „Ik sta als schrijver in een lange traditie. De Noorse literatuur is heel oud. In de vroege middeleeuwen werden de saga's geschreven, grote verhalen over histori sche gebeurtenissen, geschreven door anonieme auteurs die tevens iets over hun eigen tijd wilden vertellen. Dat wa ren grote verhalenvertellers. Aan de zelf standige ontwikkeling van de Noorse li teratuur kwam een eind rond 1400, toen het land werd geannexeerd door Dene marken. De Deense overheersing duurde tot 1814, toen Noorwegen een onafhankelijke de mocratie werd. Vanaf die tijd is er een moderne, nationale literatuur gegroeid, soms erg nationalistisch. Anders dan de meeste Noorse historici ben ik van me ning dat die vier eeuwen Deense over heersing voor Noorwegen niet slecht zijn geweest. Want daardoor hebben wij onze binding met Europa behouden. Anders zouden wij een wel erg geïsoleerde ont wikkeling hebben gehad". Karsten Alnaes: 'Sabina'. Uitg. De Geus, prijs 49,90 Ha in 'Het lelijke jonge ei endje' Ook zonder toelichting is het duidelijk dat er een verborgen agenda is die de diversiteit aan kunst bij elkaar houdt. In totaal hangen er in De Beyerd in Breda 64 werken van betrekkelijk klein formaat, verdeeld in acht series van elk acht. Het meren deel behoort tot het domein van de schilderkunst. De kunste naars zijn dezelfde, de werken zijn steeds anders, en toch. Bij elke serie voel je een onuitge sproken samenhang. De werken horen in de gegeven reeks bij el kaar, hebben in ieder geval iets met elkaar te maken, in bevesti ging of in ontkenning. Het is als binnentreden in het huis van ie mand die je niet kent: elk van de dingen in het interieur staat op zich zelf maar samen vormen ze een eigen verband dat uitdruk king is van de persoonlijkheid die daar woont. De tentoonstelling heet Het ge geven beeld. Ze is het resultaat 'an een idee dat de Bredase beeldende kunstenaars Peter Kantelberg en Loek Grootjans 'n 1992 baarden. Is het mogelijk als beeldend kunstenaar om met je werk te reageren op werk van e«n ander en toch je eigenheid w zelfstandigheid te bewaren? Kun je met andere woorden een kunstwerk tot stand brengen vanuit de impuls van werk van aen andere kunstenaar? Binnen het atelier reageert in zekere zin k werk op het vorige, maar hoe Saat dat als het gegeven werk ut andere hand en dus vanuit een andere artistieke mentaliteit is ontstaan? En uiteindelijk moet zo'n werkwijze iets opleve ren wat uniek is. Iets wat niet °u hebben bestaan als men niet lioze j 6 °^Zet Z°U kekken Se" Dp al deze vragen is maar één ntwoord geldig en dat is het 'Woord dat de tentoonstelling e geeft. Het feit dat er in De eyerd gescheiden van elkaar to verschillende presentaties jlen ziin die in verschillende u, zuiver artistieke keuzes ot'eggen, is voldoende ant- ord. Het is dus kennelijk mo gelijk dat een beeldend kunste naar met eigen werk op een an der reageert, en eens niet met woorden zoals wij gewoontege trouw doen. En die reactie levert nog iets boeiends op ook. De belangrijkste kwaliteit van deze ongewone tentoonstelling ligt in de kans om op een andere manier naar beeldende kunst te kijken. Laten we zeggen op de manier van de kunstenaar. Wie het spoor wil volgen dat van het ene werk naar het andere leidt, betreedt het domein van het ate lier waar de kunstenaar zijn af- Door Frits de Coninck wegingen maakt en beslissingen neemt. Dat is waar elk van de acht presentaties over gaat. Wie naar kunst wil kijken als naar losse plaatjes, ziet in dit geval dus eigenlijk niks. In oktober 1994 hadden Groot jans en Kantelberg zes ander kunstenaars gevonden die mee wilden doen aan dit bijzondere samenwerkingsverband. Een van de deelnemers maakt een werk, binnen de grenzen van een tevoren afgesproken formaat. Dat werk gaat naar het atelier van een ander die daar met een eigen werk visueel op reageert. De twee dingen die zo zijn ont staan gaan naar het atelier van een derde voor een nieuwe reac tie. De achtste kunstenaar krijgt zeven werken op zijn atelier en moet met een eigen werk het slotakkoord verzorgen. Zo komt een reeks tot stand met een samenhang die alleen voor de laatste kunstenaar (en voor de tentoonstellingsbezoeker) he lemaal zichtbaar is. De eerste zet de toon maar weet verder nog van niks. Per reeks veran dert de volgorde. Ieder is een keer de eerste, een keer de twee de en een keer de laatste. Ieder reageert zodoende zeven keer. Het geheel van verbindingen is vergelijkbaar met een gramma tica waarin alles op alles betrek king heeft en niets gemist kan worden zonder aan de bedoeling te raken of zonder een onver staanbare mededeling op te le veren. De kunstenaars die het project in 1994 startten: Loek Groot jans, Peter Kantelberg, George Korsmit, Marcel Zalme, Otto Egberts, Mariëtte Linders, Ab van Hanegem en Florette Dijks tra moesten tot het einde van de achtste reeks volhouden. Zo'n doordacht en doortimmerd schema staat geen uitvallers toe. Het gedroomde verband is ook in tekstvorm bevestigd. Elly Stegeman, conservator van De Beyerd, en Wilma Sütö, criticus van De Volkskrant, hebben el kaar brieven geschreven, met dit project als aanleiding. Acht in getal, bij elke Regel één. Ogen schijnlijk achteloos en gemak kelijk schrijven ze elkaar met een pen die aansluiting zoekt bij de bijzondere toonzetting van elke reeks. Over kunst, de din gen van alledag en hoe je daar ook naar kunt kijken. Het is aardig om te zien dat elk van de kunstenaars in de eerste plaats zichzelf zo trouw blijft. Ieder werkt vanuit herkenbare eigen standpunten, en dat kan als het goed is ook niet anders. Wat anders is, is de aanleiding om iets te maken: die was niet voor het kiezen, die kwam uit het atelier van een collega. In Het gegeven beeld had ieder zijn zeven collega-kunstenaars tot aanleiding. Dat leidt tot steeds wisselende uitspraken van de zelfde mededeling. Die medede ling is ieders eigen artistieke op vatting. Elke kunstenaar kruipt als een slang onhoorbaar door acht ver schillende verbanden. Steeds nieuwe uitspraken ontlokkend en associërend, net zo lang tot er een verhaal ontstaat. Of beter: een gedicht, want in de idee van de bedenkers is elke reeks een dichtregel, en vormen de acht samen een gedicht. Het is het vi suele rijm dat alles verbindt. In dat licht gezien doet de titel denken aan wat Remco Campert de cadeauregel noemde. Dat is de eerste regel die de dichter gratis krijgt. Waar hij niks voor hoeft te doen. Dat is in dit geval het werk van de eerste dat als een gegeven beeld het atelier van de volgende binnenkomt. Daarna wordt het voor de dich ter werken. Moet hij associë rend, denkend, zoekend een we reld in woorden bouwen die de verbeelding is van een idee. Hij zoekt naar rijm, metrum en rit me om de woorden bij elkaar te brengen die elk voor zich spre ken maar te zamen veel meer zouden moeten zeggen. In De Beyerd wordt zo, verbor gen achter en tussen de indivi duele werken, het verhaal ver teld van de schilderkunst. In fragmenten en gebonden aan de opvattingen van de kunstenaars. Peter Kantelberg blijft schilde ren, maakt een voorstelling die hij ook weer manipuleert. Ern stig en bedachtzaam laat hij het penseel met het beeld aan de haal gaan en keert de figuratie ve voorstelling weer terug naar abstracte schilderkunst. Otto Egberts' reactie is meestal recalcitrant. Zoals het in zijn te keningen wringt en wrikt, zo ge draagt zijn werk zich ook in de ze context. Met als ultieme daad het ophangen van een lege lijst in Regel 6. Niet alle bijdragen zijn even sterk. Het werk van Mariëtte Linders is over het al gemeen te aarzelend om een dui delijke uitspraak te doen. Hoe uitgesprokener het profiel van werk is, hoe meer wending de Werk van George Korsmit, een van de acht exposanten in De Beyerd in Breda dichtregel krijgt. Bij Marcel Zalme blijven de bij dragen te veel hangen in de op pervlakte van de voorstelling. Zijn beeldgrappen communice ren niet wezenlijk met wat er aan voorafgaat. Het werk van Florette Dijkstra is wellicht ook niet in alle acht reeksen even dominant en diepgravend. Dat wreekt zich waar ze als eerste de toon moet zetten. Maar waar ze kan reageren, kantelt haar werk voldoende naar de abstractie om iets wezenlijks van de schilder kunst duidelijk te maken en dat is de relatie tussen het schilde ren en het lege vlak. Loek Grootjans reageert zowel vanuit een volkomen eigen ver stilling die de aandacht naar binnen zuigt, als vanuit een con crete materiële vorm die zich uitspreekt en tot antwoord dwingt. George Korsmit is soms schitterend. Hij monteert gefo tografeerde koppen in een schil derkunstig verband en tast daarmee de grenzen af van wat iets kan betekenen. Iets wat ons bekend voorkomt (een gezicht) door ingrepen van de kunste naar tot een nieuwe werkelijk heid gemaakt. Ab van Hanegem is de meest formeel werkende kunstenaar. Hij concentreert zich met heldere abstracte vor men tot wat de essentie is van het schilderij: hoe kan een vorm op een plat stuk linnen het idee van ruimte scheppen. De Beyerd, Boschstraat 22, Bre da; tot 29 april. Alleen op maan dag gesloten. Salvador Dali: echt of nep? Door Kick Schroder In Aken wordt de komende zomer een grote expositie van de overleden Spaanse kunstenaar Salvador Dali gehouden. Kenners vragen zich af wat ze er te zien krijgen: echt of on echt. Vorig jaar ontdekten deskundigen dat een aantal in Arnhem geëxposeerde grafiekwerken van de kunstenaar knappe vervalsingen waren. Er zijn weinig kunsthandel aren te vinden die happig zijn op de aankoop van grafiek van de beroemde Spaanse kunste naar. Teveel, nauwelijks van echt te onderscheiden Verval singen hebben de handel in die branche vrijwel kapot ge maakt. De surrealist Salvador Dali wordt gerekend tot de grote meesters van de twintigste eeuw en verdient die titel ook. Daarom zijn zijn originele wer ken ook peperduur. En trekken ze dus vervalsers aan. Dali maakte het ze wel erg gemak kelijk. Nonchalant als de kunstenaar was, veranderde hij zijn signa tuur vrijwel ieder jaar. Alleen al daarom is het nauwelijks mogelijk echte en namaak-Da- li's van elkaar te onderschei den. Piet de Jonge, Dalideskundige bij het Rotterdamse museum Boymans, waar enkele - echte - Dali's hangen, krijgt regelma tig mensen op bezoek die voor flink wat geld grafiek, een ets of een litho van de Spanjaard hebben aangeschaft en graag willen weten wat hij werkelijk waard is. „Ik heb nog nooit een echte onder ogen gehad," meldt hij laconiek. Over de ko mende expositie in Aken zegt hij dan ook dat hij zijn twijfels heeft over de echtheid van de grafiek. De collectie die in Aken wordt getoond, is afkomstig van een Italiaanse verzamelaar met de naar zoetige likeur klinkende naam Albaretto. „Zegt me he lemaal niets," klinkt het al even laconiek uit de mond van de Rotterdammer. Toch blijkt er een mogelijkheid te zijn de echtheid van het werk te controleren. Ooit sloot de kunstenaar een contract met een Franse papierproducent, die hem speciaal papier leverde met een eigen watermerk. Maar de vervalsers lagen op de loer en vervalsten ook het water merk. Alleen heel deskundigen weten het echte van het nage maakte watermerk te onder scheiden. En dan is er nog altijd de foto techniek. Er bestaan vervalsin gen die zo goed fototechnisch zijn gecopieerd, dat ze vrijwel niet meer van echte Dali's te onderscheiden zijn. Blanco De kunstenaar maakte het de vervalsers ook op een andere manier heel gemakkelijk, want regelmatig ging hij naar zijn drukkers toe - hij had er drie die hij vertrouwde - om er een dag lang blanco vellen te signe ren. Die werden later met een ets, een litho of een andere gra- fiekvorm bedrukt. In de jaren 1976-1977 zette Da li meer dan 17.500 keer zijn handtekening - en telkens een verschillende - onder blanco vellen. Soms links, soms rechts, dan weer boven, dan weer be neden. De Spaanse politie heeft nog steeds duizenden blanco vellen papier met de handtekening van Dali er op, achter slot en grendel liggen. Volgens De Jonge zijn er gigan tische hoeveelheden originele drukken op origineel gewater- merkt papier in omloop, maar wel met een valse handteke ning. Dus ook niet van de meester zelf. Voor een schilderij van Dali moet de liefhebber al gauw een paar ton neertellen. Voor een leuk drukwerk niet meer dan een paar honderd gulden. En dan nog is de kans groot dat hij met een doodge wone, veel te dure poster naar huis gaat. Presentaties in Lokaal 01 Vanavond om 20.00 uur vindt in het Bredase filiaal van Lokaal 01, Kloosterlaan 138, de presentatie plaats van werk van drie kunste naars: Geert van de Camp, P.J. Roggeband en Joost Kuypers. In de Antwerpse vestiging van Lokaal 01, is een presentatie op donderdag 4 april (19.00 uur). Het betreft daar om Maria Bjurestam, John Bock, Christian Jankowski, Jonathan Meese. Lokaal 01 is zowel in Breda als in Antwerpen geopend van donderdag t/m zondag 13.00-17.00 uur en op afspraak. Beide presentaties lopen t/m 21 april. Etalage NS-Station Breda Vanavond, vrijdag 29 maart, opent de vierde Etalage. De vitrine in het NS-Station van Breda is deze keer ingericht door de kunstenares To- moko Baba. Op de lichtkrant onderin de Etalage zijn vier gedichten te lezen van Marijke Hooghwinkel. De opening vindt plaats om 21.00 uur door Lilian Joosen, galeriehoudster van de Spiegelzaal. De Etalage is een initiatief van de Stichting Idee-Fixe. (t/m 30 april) Margriet Oomen in Markiezenhof In Het Markiezenhof in Bergen op Zoom is vanaf 2 april een tentoon stelling met werk van de glazenier en kunstschilder Margriet Oomen. Oomen (1952) ontwerpt glas-appliqué-ramen in gebouwen, een 'ge bonden' kunstvorm. Als vrij kunstenaar schildert zij, waarbij zij de zelfde uitgangspunten van licht, Meur en transparantie hanteert. Eni ge jaren lang werkte zij in isolement aan nieuwe schilderijen, die in Het Markiezenhof te zien zullen zijn. Het museum is gevestigd aan de Steenbergsestraat 8. openingstijden dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur. (t/m 16 juni) Galerie Molenaars wordt Salon Kunst in grote overdaad: dat is de bedoeling van Le Salon. Vanaf woensdag 3 april is Galerie Molenaars, Ginnekenweg 79 Breda, als een salon ingericht. In de Franse kunstsalons van de 18e en de 19e eeuw werden schilderijen zij en zij van plint tot plafond tentoonge steld. Zo ging dat sinds de allereerste salon in 1737 tot in het begin van de 20e eeuw. En zo is dat tijdelijk het geval bin Galerie Molenaars. Openingstijden woensdag t/m vrijdag 13.00-17.00 uur, zaterdag 11.00-17.00 uur en op afspraak, (t/m 19 april) Jacomijn den Engelsen spreekt Beeldende kunstenaar Jacomijn den Engelsen gaat, temidden van haar tentoongestelde werk in De Beyerd, op woensdag 3 april een ge sprek aan met Frits Achten, hoofd afdeling beeldende kunst en thea ter van De Nieuwe Veste, Breda. Onderwerp van gesprek is de beeld taal en symboliek uit de natuurtwetenschap, en de mens als onzekere factor hierin. Toegang 5, aanvang 20.00 uur. Openingstijden De Bey erd, Boschstraat 22 Breda: dinsdag t/m vrijdag 10.00-17.00 uur, zater dag/zondag 13.00-17.00 uur. Gezichten van Japan Tot en met 21 april is op twee plaatsen, namelijk bij de NBKS aan de Reigerstraat 16 in Breda en in de stadsvilla Verwersstraat 20 in Den Bosch, de presentatie As far as Japan... te zien. In dit project worden Nederlandse kunstenaars gecombineerd met in Nederland wonende Japanse kunstenaars, in totaal 17. De bedoeling is niet hét beeld van Japan te presenteren, maar een aantal facettten. De NBKS is geopend van dinsdag t/m zondag van 13.00-17.00 uur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 17