Sabina en de
historie van de Europese geest
Acht schilderkunstige versregels
Echte Dali is vast
een te dure poster
GER
ÈKEN
m
;n en eenden
klanon Uphoff
pESTEM
GROTE GIDS
D3
Nooteboom e.a.
t Duitse
Noorse auteur schreef roman over de vrouw tussen Jung en Freud
•aswwssssS'
IN BEELD
Grenzen
Trouw
Bedachtzaam
DAG 29 MAART 1996
VRIJDAG 29 MAART 1996
Manon Uphoff foto balans
itenlandse Zaken heeft de Gabriela
de schrijvers Hella Haasse, Bert
det de medaille eert Chili degene die I
logen van zijn land en taal verrijkt
ide in Den Haag.
■s is aan nog zeventien andere schrij-
er hen zijn de Tsjechische president
rgentinië), Octavio Paz (Mexico), Er-
ues de Bruyne (België), Claude Couf-
:n (Zweden).
r gelegenheid van het feit dat de Chi-
die in 1954 is overleden, vijftig jaar
tuur ontving.
mannen. Hire woont sindsdien
afwisselend in Londen, Parijs en
in Keulen, waar haar echtgenoot,
de Duitse componist Friedrich
Hoericke, woont. Hite liet de
Britse krant The Sunday Obser
ver weten dat ze haar Ameri
kaanse paspoort heeft ingeleverd
om te protesteren tegen 'de
groeiende jacht op het onafhan
kelijke denken in de VS, een
- nieuwe McCarthy-achtige perio
de'.
1,
in
i.
is
is
;n
in
te
e-
m
te
ie
;e.
er
ti
en
ii-
iei
in.
en
er
ag
en
n-
en
zo
>e-
rer
an
en
10-
op
en
ck
ud
ert
in-
70-
el-
ige
ik-
ig-
de
ren
je
tls-
•bij
eu-
itte
ooi
'ijn
ig-
ian
le-
ur-
dat
den
ieu
>rin
staat bovendien Het Zonnelied
op het schutblad afgedrukt. De
platen beslaan steeds twee pagi
na's en liggen voor je als een
waaier van kleuren met daarin
gedetailleerde tekeningen. Je ziet
een middeleeuws Italiaans stadje
aan een haven met majestueuze
zeilschepen, ridders te paard uit
gedost voor de strijd, minstrelen,
een bonte verzameling grote en
kleine vogels, enzovoort.
Wildsmith houdt de achtergrond
rustig en waar het om gaat, schil
dert hij in uitbundige Meuren. De
pagina's zijn zachtgekleurd met
een matgouden rand. Op alle pla
ten is de beschermengel van
Francscus te vinden; als kinderen
dat door hebben, zullen ze bij el
ke nieuwe afbeelding daarnaar
op zoek gaan.
Heel anders, maar minstens zo
mooi is Het appeltulbandje, een
verhaal van Nienke van Hichtum
met hartverwarmende, sfeervolle
tekeningen van Marjan van ZeyL
Een oud vrouwtje heeft toch zon
zin in een appeltulbandje. ït
heeft alles in huis, meel, suiker,
boter en kruiden, maar geen ap
pel. Wel pruimen, een hele boom
vol met de roodste, rondste prui
men, maar daar kun je helaas
geen appeltulband van bakken.
Door te ruilen, de pruimen voor
donsveertjes, de veertjes voor
bloemen, de bloemen voor een
gouden ketting en de ketting voor
een hondje, komt ze uiteinden)
bij een oude eenzame man te
recht. Die wil graag een hond]efl
ruil voor een mand appel-
vrouwtje is nog net op tijd
om een heerlijke tulband te
ken voor het avondeten.
Van Zeyl tekent een liedje van
verlangen, een paradijselijk zon
nig landschap waar niets en -
mand haast heeft. Een juweel van
een prentenboek waarin tu -
bloemen en groen nog een
raal(tje) verstopt zit ook.
Kasparavicius: 'Een ei is geen
Met versjes van Lidy Pete I
Gottmer, prijs 24,90 f I
Hans Wilhelm: R°der,'k;li:® van I
met de gouden veren u 9-.. j I
Holkema en Warendorf, P I
H.C.Andersen en K.Kaila. Het I
Deze drie boeken van uitg-
Christofoor kosten resp- 1
27,50 en 21,50
poor Hans Rooseboom
Heeds in tien talen is de roman Sabi
na. van de Noorse schrijver Karsten
Alnaes verschenen. Deze week ligt
He elfde vertaling, de Nederlandse,
jn de boekwinkel. Ter gelegenheid
daarvan was Karsten Alnaes in Ne
derland, en wel in Breda. Want het is
de Bredase uitgeverij De Geus die
het boek in haar immer uitdijend
fonds heeft opgenomen.
„...na, een biografische roman, be-
I schrijft het leven van één van de pioniers
van de psychanalyse: Sabina Spielrein
(1885-1941). Zij was een Russische jodin,
die in de jaren 1908-1910 een stormach-
liefdesverhouding had met de (ge-
I huwde) psychiater Carl Gustav Jung in
Zurich.
Sabina werd zelf ook psychiater en
akte kennis met Sigmund Freud, die
i een aantal ideeën van haar overnam -
zonder die ideeën helemaal goed te be
ien. Sabina's psychiatrische inzich-
I tenwaren zo belangrijk dat Carl Jung la
ter opbiechte dat hij 'alles' aan haar te
danken had.
Waarom is deze invloedrijke vrouw dan
toch helemaal vergeten? Dat heeft deels
temaken met het latere verloop van haar
leven. Zij keerde in 1923 terug naar de
stalinistische Sovjet-Unie (ze was over
tuigd communist), waar ze haar psychia
trische werk niet kon uitvoeren. In 1941
kwamen de Duitsers, die vóórdat ze Zy-
klon B gingen toepassen de joden ge
woon doodschoten. Ook Sabina en haar
twee kinderen. Het boek speelt afwisse
lend rond 1910 en in de gruwelijke oor
logswerkelijkheid van 1941.
U bent zelf vlak voor de Tweede Wereld-
I oorlog geboren, in 1938. U hebt de oorlog
dus meegemaakt.
„Van de oorlog herinner ik mij Duitse
soldaten op straat. Toen de Duitsers bin
nenvielen was ik twee jaar. De verove-
ring van Noorwegen door de Duitsers
duurde maanden, van april tot juli 1940.
I Noorwegen is een en al bergen en fjor-
n, dus veel moeilijker te bezetten dan
jullie platte Nederland. Ons dorp. aan de
westkust, werd helemaal kapotgebom-
bardeerd. Mijn moeder vertelde later al
tijd hoe ze mij tussen de brandende hui-
zen door heeft weggesleept. Ik heb daar
geen herinneringen aan, maar ik
j denk dat die ervaringen een rol spelen.
Al mijn romans gaan over oorlog, wreed-
heid, vernietiging, geweld. Ook Sabina."
Kunt u iets over uw activiteiten als
schrijver vertellen?
„Ik ben als journalist begonnen, tijdens
mijn studie geschiedenis aan de univer
siteit van Oslo (ik ben historicus). In het
dagelijks leven ben ik redacteur kunst en
cultuur geweest van Dagbladet, dat toen
een goede krant was. Verder was ik
Karsten Alnaes: „In haar dagboek schrijft Sabina dat ze een boodschap aan de mensheid heeft. Ze was hel
derziend, voorspellend, een gave die ze toeschrijft aan haar joodse afkomst. Haar voorgeslacht zat vol rabbi's
en profeten. Zij voorzag de uitroeiing van het joodse volk." foto de geus
leraar aan de school voor journalistiek
en voorzitter van de schrijversbond.
Mijn eerste verhalenbundel verscheen in
1963; later in de jaren '60 volgde mijn
eerste roman. Dat was een historische
roman die speelt tijdens een oorlog in het
Noorwegen van de 16e eeuw. Die oorlog
vertoonde sterke overeenkomst met de
Vietnam-oorlog, zodat ik een lijn naar de
actualiteit kon trekken. Dat boek werd
tot mijn verrassing een heel groot succes.
Ik kreeg een belangrijke geldprijs en ik
nam het besluit om fulltime te gaan
schrijven. Uiteindelijk heb ik dertien ro
mans en twee verhalenbundels gepubli
ceerd. De helft daarvan speelt in het he
dendaagse Noorwegen. De andere zijn
historische romans, die overigens ook al
lemaal in Noorwegen spelen. Sabina is
mijn eerste boek dat buiten Noorwegen
is gesitueerd."
Wijkt uw laatste boek 'Sabina' af van uw
oudere werk
„Neen, thematisch is Sabina een vervolg
op mijn eerdere werk. Want ook dit boek
gaat over het kwaad, over destructie en
zelfvernietiging, over de zinloosheid en
de absurditeit van het leven."
„Ik was niet speciaal geïnteresseerd in
psychanalyse, wel heb ik een fascinatie
voor joodse zaken. Ik heb twee boeken
over de joden in Noorwegen geschreven.
De doorslag tot het schrijven van het
boek Sabina was de publicatie van haar
dagboek in 1980.
Zij hield een dagboek bij van 1908 tot
1910. Daarin staat hele love story met de
psychiater Carl Gustav Jung, in heel
poëtische taal geschreven. Ze had met
Jung, die haar behandelde, een harts
tochtelijke, seksuele relatie.
Het dagboek is een document humain,
fascinerend door z'n toon en sfeer. Sabi
na vergat het in 1923 mee te nemen toen
ze verhuisde van Genève naar Rusland.
Ruim 50 jaar later werd het in dat Ge-
neefse huis gevonden door een schoon
maakster.
Uiteindelijk kwam het terecht bij de Ita
liaanse psychanalyticus Carotenuto, die
het uitgaf. Mijn vrouw las het en raadde
mij aan om er een roman over te schrij
ven.
Wat sprak u in dat dagboek precies aan?
„In haar dagboek schrijft Sabina dat ze
een boodschap aan de mensheid heeft.
Ze was helderziend, voorspellend, een
gave die ze toeschrijft aan haar joodse
afkomst. Haar voorgeslacht zat vol rab
bi's en profeten. Zij voorzag de uitroei
ing van het joodse volk. Dat Cassandra-
motief sprak mij erg aan: een vrouw die
een vreselijke toekomst voorziet, maar
wier waarschuwingen door niemand
worden geloofd. Wat mij in het geval Sa
bina ook aansprak was het feit dat zij
een vrouw was die werd onderdrukt en
misbruikt, niet voor vol aangezien.
Carl Gustav Jung heeft haar tien jaar na
hun affaire, in 1919, een brief geschreven
waarin hij haar zijn dankbaarheid be
tuigt. Hij zegt zelfs dat hij alles aan haar
te danken heeft. Er gaat ook een verhaal
over de rol van Sigmund Freud in het
uitschakelen van Sabina. Freud had na
melijk Jung uitverkoren als zijn opvolger
en vaandeldrager, als 'schoonzoon'. Heel
belangrijk bij die keuze was het feit dat
Jung een ariër was. Deze man mocht niet
door een overspelige verhouding met een
joodse vrouw worden besmet. Freud wil
de zijn schoonzoon redden, en daarvan is
Sabina Spielrein het slachtoffer gewor
den.
Freud vond Sabina overigens hübsch en
charismatisch. Maar haar ideeën be
greep hij niet, of liever gezegd: die be
greep hij helemaal verkeerd. In zijn boek
Jenseits des Lustprinzips citeert hij Sa
bina's belangrijkste werkstuk, Die Dest-
ruktion als Ursache des Werdens. Freud
citeert haar in verband met zijn eigen
theorie over de doodsdrift, maar dat be
doelde Sabina absoluut niet met haar
Destruktion."
Heeft u het boek bedoeld als rehabilitatie
van Sabina Spielrein als belangrijk psy
chiater?
„Nee, dat was niet mijn bedoeling. Wat
ik wilde was een boek schrijven over de
geestesgeschiedenis Europa in de twin
tigste eeuw, de eeuw die zo naief en opti
mistisch begon. De jaren vóór 1914 wa
ren van een ongelooflijk optimisme, een
vooruitgangsoptimisme. De mensen za
gen en geloofden in Vooruitgang op alle
gebieden, maatschappelijk, cultureel,
technisch, wetenschappelijk en medisch.
Toen de catastrofe werd ingeluid met de
kanonnen van augustus 1914 geloofde
bijna niemand in Europa dat het waar
was. Een oorlog was onmogelijk, meende
men. Nu, in de jaren '90 van de 20e eeuw,
heerst er een vergelijkbaar optimisme.
We hebben immers alles overleefd, twee
wereldoorlogen, nazisme, fascisme, com
munisme, de koude oorlog. Alle ellende
is voorbij, het kan nu verder alleen maar
goed gaan. Maar de mens zit vol gevaar
lijke driften en neigingen, vernietiging
en geweld."
U bent een schrijver uit Noorwegen. Be
tekent dat nog iets speciaals?
„Ik sta als schrijver in een lange traditie.
De Noorse literatuur is heel oud. In de
vroege middeleeuwen werden de saga's
geschreven, grote verhalen over histori
sche gebeurtenissen, geschreven door
anonieme auteurs die tevens iets over
hun eigen tijd wilden vertellen. Dat wa
ren grote verhalenvertellers. Aan de zelf
standige ontwikkeling van de Noorse li
teratuur kwam een eind rond 1400, toen
het land werd geannexeerd door Dene
marken.
De Deense overheersing duurde tot 1814,
toen Noorwegen een onafhankelijke de
mocratie werd. Vanaf die tijd is er een
moderne, nationale literatuur gegroeid,
soms erg nationalistisch. Anders dan de
meeste Noorse historici ben ik van me
ning dat die vier eeuwen Deense over
heersing voor Noorwegen niet slecht zijn
geweest. Want daardoor hebben wij onze
binding met Europa behouden. Anders
zouden wij een wel erg geïsoleerde ont
wikkeling hebben gehad".
Karsten Alnaes: 'Sabina'. Uitg. De Geus,
prijs 49,90
Ha in 'Het lelijke jonge ei
endje'
Ook zonder toelichting is het
duidelijk dat er een verborgen
agenda is die de diversiteit aan
kunst bij elkaar houdt. In totaal
hangen er in De Beyerd in Breda
64 werken van betrekkelijk
klein formaat, verdeeld in acht
series van elk acht. Het meren
deel behoort tot het domein van
de schilderkunst. De kunste
naars zijn dezelfde, de werken
zijn steeds anders, en toch. Bij
elke serie voel je een onuitge
sproken samenhang. De werken
horen in de gegeven reeks bij el
kaar, hebben in ieder geval iets
met elkaar te maken, in bevesti
ging of in ontkenning. Het is als
binnentreden in het huis van ie
mand die je niet kent: elk van de
dingen in het interieur staat op
zich zelf maar samen vormen ze
een eigen verband dat uitdruk
king is van de persoonlijkheid
die daar woont.
De tentoonstelling heet Het ge
geven beeld. Ze is het resultaat
'an een idee dat de Bredase
beeldende kunstenaars Peter
Kantelberg en Loek Grootjans
'n 1992 baarden. Is het mogelijk
als beeldend kunstenaar om met
je werk te reageren op werk van
e«n ander en toch je eigenheid
w zelfstandigheid te bewaren?
Kun je met andere woorden een
kunstwerk tot stand brengen
vanuit de impuls van werk van
aen andere kunstenaar? Binnen
het atelier reageert in zekere zin
k werk op het vorige, maar hoe
Saat dat als het gegeven werk
ut andere hand en dus vanuit
een andere artistieke mentaliteit
is ontstaan? En uiteindelijk
moet zo'n werkwijze iets opleve
ren wat uniek is. Iets wat niet
°u hebben bestaan als men niet
lioze j 6 °^Zet Z°U kekken Se"
Dp al deze vragen is maar één
ntwoord geldig en dat is het
'Woord dat de tentoonstelling
e geeft. Het feit dat er in De
eyerd gescheiden van elkaar
to verschillende presentaties
jlen ziin die in verschillende
u, zuiver artistieke keuzes
ot'eggen, is voldoende ant-
ord. Het is dus kennelijk mo
gelijk dat een beeldend kunste
naar met eigen werk op een an
der reageert, en eens niet met
woorden zoals wij gewoontege
trouw doen. En die reactie levert
nog iets boeiends op ook.
De belangrijkste kwaliteit van
deze ongewone tentoonstelling
ligt in de kans om op een andere
manier naar beeldende kunst te
kijken. Laten we zeggen op de
manier van de kunstenaar. Wie
het spoor wil volgen dat van het
ene werk naar het andere leidt,
betreedt het domein van het ate
lier waar de kunstenaar zijn af-
Door Frits de Coninck
wegingen maakt en beslissingen
neemt. Dat is waar elk van de
acht presentaties over gaat. Wie
naar kunst wil kijken als naar
losse plaatjes, ziet in dit geval
dus eigenlijk niks.
In oktober 1994 hadden Groot
jans en Kantelberg zes ander
kunstenaars gevonden die mee
wilden doen aan dit bijzondere
samenwerkingsverband. Een
van de deelnemers maakt een
werk, binnen de grenzen van een
tevoren afgesproken formaat.
Dat werk gaat naar het atelier
van een ander die daar met een
eigen werk visueel op reageert.
De twee dingen die zo zijn ont
staan gaan naar het atelier van
een derde voor een nieuwe reac
tie. De achtste kunstenaar krijgt
zeven werken op zijn atelier en
moet met een eigen werk het
slotakkoord verzorgen.
Zo komt een reeks tot stand met
een samenhang die alleen voor
de laatste kunstenaar (en voor
de tentoonstellingsbezoeker) he
lemaal zichtbaar is. De eerste
zet de toon maar weet verder
nog van niks. Per reeks veran
dert de volgorde. Ieder is een
keer de eerste, een keer de twee
de en een keer de laatste. Ieder
reageert zodoende zeven keer.
Het geheel van verbindingen is
vergelijkbaar met een gramma
tica waarin alles op alles betrek
king heeft en niets gemist kan
worden zonder aan de bedoeling
te raken of zonder een onver
staanbare mededeling op te le
veren.
De kunstenaars die het project
in 1994 startten: Loek Groot
jans, Peter Kantelberg, George
Korsmit, Marcel Zalme, Otto
Egberts, Mariëtte Linders, Ab
van Hanegem en Florette Dijks
tra moesten tot het einde van de
achtste reeks volhouden. Zo'n
doordacht en doortimmerd
schema staat geen uitvallers toe.
Het gedroomde verband is ook
in tekstvorm bevestigd. Elly
Stegeman, conservator van De
Beyerd, en Wilma Sütö, criticus
van De Volkskrant, hebben el
kaar brieven geschreven, met dit
project als aanleiding. Acht in
getal, bij elke Regel één. Ogen
schijnlijk achteloos en gemak
kelijk schrijven ze elkaar met
een pen die aansluiting zoekt bij
de bijzondere toonzetting van
elke reeks. Over kunst, de din
gen van alledag en hoe je daar
ook naar kunt kijken.
Het is aardig om te zien dat elk
van de kunstenaars in de eerste
plaats zichzelf zo trouw blijft.
Ieder werkt vanuit herkenbare
eigen standpunten, en dat kan
als het goed is ook niet anders.
Wat anders is, is de aanleiding
om iets te maken: die was niet
voor het kiezen, die kwam uit
het atelier van een collega. In
Het gegeven beeld had ieder zijn
zeven collega-kunstenaars tot
aanleiding. Dat leidt tot steeds
wisselende uitspraken van de
zelfde mededeling. Die medede
ling is ieders eigen artistieke op
vatting.
Elke kunstenaar kruipt als een
slang onhoorbaar door acht ver
schillende verbanden. Steeds
nieuwe uitspraken ontlokkend
en associërend, net zo lang tot er
een verhaal ontstaat. Of beter:
een gedicht, want in de idee van
de bedenkers is elke reeks een
dichtregel, en vormen de acht
samen een gedicht. Het is het vi
suele rijm dat alles verbindt. In
dat licht gezien doet de titel
denken aan wat Remco Campert
de cadeauregel noemde. Dat is
de eerste regel die de dichter
gratis krijgt. Waar hij niks voor
hoeft te doen. Dat is in dit geval
het werk van de eerste dat als
een gegeven beeld het atelier
van de volgende binnenkomt.
Daarna wordt het voor de dich
ter werken. Moet hij associë
rend, denkend, zoekend een we
reld in woorden bouwen die de
verbeelding is van een idee. Hij
zoekt naar rijm, metrum en rit
me om de woorden bij elkaar te
brengen die elk voor zich spre
ken maar te zamen veel meer
zouden moeten zeggen.
In De Beyerd wordt zo, verbor
gen achter en tussen de indivi
duele werken, het verhaal ver
teld van de schilderkunst. In
fragmenten en gebonden aan de
opvattingen van de kunstenaars.
Peter Kantelberg blijft schilde
ren, maakt een voorstelling die
hij ook weer manipuleert. Ern
stig en bedachtzaam laat hij het
penseel met het beeld aan de
haal gaan en keert de figuratie
ve voorstelling weer terug naar
abstracte schilderkunst.
Otto Egberts' reactie is meestal
recalcitrant. Zoals het in zijn te
keningen wringt en wrikt, zo ge
draagt zijn werk zich ook in de
ze context. Met als ultieme daad
het ophangen van een lege lijst
in Regel 6. Niet alle bijdragen
zijn even sterk. Het werk van
Mariëtte Linders is over het al
gemeen te aarzelend om een dui
delijke uitspraak te doen. Hoe
uitgesprokener het profiel van
werk is, hoe meer wending de
Werk van George Korsmit, een van de acht exposanten in De
Beyerd in Breda
dichtregel krijgt.
Bij Marcel Zalme blijven de bij
dragen te veel hangen in de op
pervlakte van de voorstelling.
Zijn beeldgrappen communice
ren niet wezenlijk met wat er
aan voorafgaat. Het werk van
Florette Dijkstra is wellicht ook
niet in alle acht reeksen even
dominant en diepgravend. Dat
wreekt zich waar ze als eerste de
toon moet zetten. Maar waar ze
kan reageren, kantelt haar werk
voldoende naar de abstractie om
iets wezenlijks van de schilder
kunst duidelijk te maken en dat
is de relatie tussen het schilde
ren en het lege vlak.
Loek Grootjans reageert zowel
vanuit een volkomen eigen ver
stilling die de aandacht naar
binnen zuigt, als vanuit een con
crete materiële vorm die zich
uitspreekt en tot antwoord
dwingt. George Korsmit is soms
schitterend. Hij monteert gefo
tografeerde koppen in een schil
derkunstig verband en tast
daarmee de grenzen af van wat
iets kan betekenen. Iets wat ons
bekend voorkomt (een gezicht)
door ingrepen van de kunste
naar tot een nieuwe werkelijk
heid gemaakt. Ab van Hanegem
is de meest formeel werkende
kunstenaar. Hij concentreert
zich met heldere abstracte vor
men tot wat de essentie is van
het schilderij: hoe kan een vorm
op een plat stuk linnen het idee
van ruimte scheppen.
De Beyerd, Boschstraat 22, Bre
da; tot 29 april. Alleen op maan
dag gesloten.
Salvador Dali: echt of nep?
Door Kick Schroder
In Aken wordt de komende zomer een grote expositie van
de overleden Spaanse kunstenaar Salvador Dali gehouden.
Kenners vragen zich af wat ze er te zien krijgen: echt of on
echt. Vorig jaar ontdekten deskundigen dat een aantal in
Arnhem geëxposeerde grafiekwerken van de kunstenaar
knappe vervalsingen waren.
Er zijn weinig kunsthandel
aren te vinden die happig zijn
op de aankoop van grafiek van
de beroemde Spaanse kunste
naar. Teveel, nauwelijks van
echt te onderscheiden Verval
singen hebben de handel in die
branche vrijwel kapot ge
maakt.
De surrealist Salvador Dali
wordt gerekend tot de grote
meesters van de twintigste
eeuw en verdient die titel ook.
Daarom zijn zijn originele wer
ken ook peperduur. En trekken
ze dus vervalsers aan. Dali
maakte het ze wel erg gemak
kelijk.
Nonchalant als de kunstenaar
was, veranderde hij zijn signa
tuur vrijwel ieder jaar. Alleen
al daarom is het nauwelijks
mogelijk echte en namaak-Da-
li's van elkaar te onderschei
den.
Piet de Jonge, Dalideskundige
bij het Rotterdamse museum
Boymans, waar enkele - echte -
Dali's hangen, krijgt regelma
tig mensen op bezoek die voor
flink wat geld grafiek, een ets
of een litho van de Spanjaard
hebben aangeschaft en graag
willen weten wat hij werkelijk
waard is. „Ik heb nog nooit een
echte onder ogen gehad,"
meldt hij laconiek. Over de ko
mende expositie in Aken zegt
hij dan ook dat hij zijn twijfels
heeft over de echtheid van de
grafiek.
De collectie die in Aken wordt
getoond, is afkomstig van een
Italiaanse verzamelaar met de
naar zoetige likeur klinkende
naam Albaretto. „Zegt me he
lemaal niets," klinkt het al
even laconiek uit de mond van
de Rotterdammer.
Toch blijkt er een mogelijkheid
te zijn de echtheid van het
werk te controleren. Ooit sloot
de kunstenaar een contract met
een Franse papierproducent,
die hem speciaal papier leverde
met een eigen watermerk. Maar
de vervalsers lagen op de loer
en vervalsten ook het water
merk. Alleen heel deskundigen
weten het echte van het nage
maakte watermerk te onder
scheiden.
En dan is er nog altijd de foto
techniek. Er bestaan vervalsin
gen die zo goed fototechnisch
zijn gecopieerd, dat ze vrijwel
niet meer van echte Dali's te
onderscheiden zijn.
Blanco
De kunstenaar maakte het de
vervalsers ook op een andere
manier heel gemakkelijk, want
regelmatig ging hij naar zijn
drukkers toe - hij had er drie
die hij vertrouwde - om er een
dag lang blanco vellen te signe
ren. Die werden later met een
ets, een litho of een andere gra-
fiekvorm bedrukt.
In de jaren 1976-1977 zette Da
li meer dan 17.500 keer zijn
handtekening - en telkens een
verschillende - onder blanco
vellen. Soms links, soms rechts,
dan weer boven, dan weer be
neden.
De Spaanse politie heeft nog
steeds duizenden blanco vellen
papier met de handtekening
van Dali er op, achter slot en
grendel liggen.
Volgens De Jonge zijn er gigan
tische hoeveelheden originele
drukken op origineel gewater-
merkt papier in omloop, maar
wel met een valse handteke
ning. Dus ook niet van de
meester zelf.
Voor een schilderij van Dali
moet de liefhebber al gauw een
paar ton neertellen.
Voor een leuk drukwerk niet
meer dan een paar honderd
gulden. En dan nog is de kans
groot dat hij met een doodge
wone, veel te dure poster naar
huis gaat.
Presentaties in Lokaal 01
Vanavond om 20.00 uur vindt in het Bredase filiaal van Lokaal 01,
Kloosterlaan 138, de presentatie plaats van werk van drie kunste
naars: Geert van de Camp, P.J. Roggeband en Joost Kuypers. In de
Antwerpse vestiging van Lokaal 01, is een presentatie op donderdag 4
april (19.00 uur). Het betreft daar om Maria Bjurestam, John Bock,
Christian Jankowski, Jonathan Meese. Lokaal 01 is zowel in Breda als
in Antwerpen geopend van donderdag t/m zondag 13.00-17.00 uur en
op afspraak. Beide presentaties lopen t/m 21 april.
Etalage NS-Station Breda
Vanavond, vrijdag 29 maart, opent de vierde Etalage. De vitrine in het
NS-Station van Breda is deze keer ingericht door de kunstenares To-
moko Baba. Op de lichtkrant onderin de Etalage zijn vier gedichten te
lezen van Marijke Hooghwinkel. De opening vindt plaats om 21.00 uur
door Lilian Joosen, galeriehoudster van de Spiegelzaal. De Etalage is
een initiatief van de Stichting Idee-Fixe. (t/m 30 april)
Margriet Oomen in Markiezenhof
In Het Markiezenhof in Bergen op Zoom is vanaf 2 april een tentoon
stelling met werk van de glazenier en kunstschilder Margriet Oomen.
Oomen (1952) ontwerpt glas-appliqué-ramen in gebouwen, een 'ge
bonden' kunstvorm. Als vrij kunstenaar schildert zij, waarbij zij de
zelfde uitgangspunten van licht, Meur en transparantie hanteert. Eni
ge jaren lang werkte zij in isolement aan nieuwe schilderijen, die in
Het Markiezenhof te zien zullen zijn. Het museum is gevestigd aan de
Steenbergsestraat 8. openingstijden dinsdag t/m zondag 11.00-17.00
uur. (t/m 16 juni)
Galerie Molenaars wordt Salon
Kunst in grote overdaad: dat is de bedoeling van Le Salon. Vanaf
woensdag 3 april is Galerie Molenaars, Ginnekenweg 79 Breda, als
een salon ingericht. In de Franse kunstsalons van de 18e en de 19e
eeuw werden schilderijen zij en zij van plint tot plafond tentoonge
steld. Zo ging dat sinds de allereerste salon in 1737 tot in het begin van
de 20e eeuw. En zo is dat tijdelijk het geval bin Galerie Molenaars.
Openingstijden woensdag t/m vrijdag 13.00-17.00 uur, zaterdag
11.00-17.00 uur en op afspraak, (t/m 19 april)
Jacomijn den Engelsen spreekt
Beeldende kunstenaar Jacomijn den Engelsen gaat, temidden van
haar tentoongestelde werk in De Beyerd, op woensdag 3 april een ge
sprek aan met Frits Achten, hoofd afdeling beeldende kunst en thea
ter van De Nieuwe Veste, Breda. Onderwerp van gesprek is de beeld
taal en symboliek uit de natuurtwetenschap, en de mens als onzekere
factor hierin. Toegang 5, aanvang 20.00 uur. Openingstijden De Bey
erd, Boschstraat 22 Breda: dinsdag t/m vrijdag 10.00-17.00 uur, zater
dag/zondag 13.00-17.00 uur.
Gezichten van Japan
Tot en met 21 april is op twee plaatsen, namelijk bij de NBKS aan de
Reigerstraat 16 in Breda en in de stadsvilla Verwersstraat 20 in Den
Bosch, de presentatie As far as Japan... te zien. In dit project worden
Nederlandse kunstenaars gecombineerd met in Nederland wonende
Japanse kunstenaars, in totaal 17. De bedoeling is niet hét beeld van
Japan te presenteren, maar een aantal facettten. De NBKS is geopend
van dinsdag t/m zondag van 13.00-17.00 uur.