Ouders van een losgeslagen zoon: Sea Het kind van toen Het geluk van je kinddat is pas rijkdom DE STEM GIDS 1 Antillen Epilepsie Isoleercel Klopjacht VRIJDAG 8 MAART 1996 M De ontsporing van een kind Huilen om een kind dat je ooit kreeg. Met deze hartekreet boven een ingezonden brief reageer de een vrouw op een arti kel over ongewenste kin derloosheid. Haar motto; denk heel goed na voor dat je zwanger raakt. „Wie weet wat het later voor een verdriet zal brengen?" Ze spreekt uit eigen ervaring. In een interview schetst ze de ontsporing van haar enig kind: Wouter, 27 jaar, zonder vaste woon- en verblijfplaats. Een leven vol teleurstellingen. Ze durft niet meer te hopen, te dromen. Ze moet lijd zaam toezien hoe haar zoon zichzelf en anderen de vernieling in helpt. „Het is zijn leven, maar wij moeten de deuken eruit halen." Door Paul Bolwerk „Wat deed en doe ik fout?" Dat is de allesoverheersende vraag in het leven van Willemijn (52) en Pieter (50) Freriks. Ze hebben al in vroeg stadium de greep verlo ren op Wouter, hun zoon. Daar over hebben ze al tientallen jaren een 'onmetelijk verdriet'. „Een verdriet dat je geen minuut, dag noch nacht loslaat. Het ondermijnt je leven. Het blijft je waarschijnlijk achter volgen tot het moment dat men de deksel van je doodskist dicht- schroeft," vreest Willemijn. Zij en haar man hebben geprobeerd hun enig kind naar eer en gewe ten groot te brengen, maar dat mislukte jammerlijk. Willemijn: „Op een verjaardag mijd ik ook gesprekken over kin deren. Wat moet ik dan ant woorden op de vraag: Hoe gaat het met die van jou? Moet ik dan zeggen: Oh, die hebben ze van de week weer van zijn bed gelicht of hij wacht op de volgende rechtszitting?" Voor vriendschappen is amper meer plaats in het leven van Wil lemijn en Pieter. Ze hebben zich zogezegd helemaal 'ingekap seld', omdat de zorg voor hun zoon hen helemaal in beslag heeft genomen. Het is ook een vorm van zelfbescherming. Angst voor de (voor)oordelen van de buren, kennissen, vrien den'en familie. De angst voor onbegrip. Ze zit niet te wachten op mede lijden, maar medeleven. Daarom wil ze haar verhaal prijsgeven. Ze wil inzicht geven in het leed dat normaal gesproken binnen vier muren blijft. Want zo op het oog, dat van een buitenstaander, hebben Wille mijn en Pieter een rijk leven. Zij is lerares op een basisschool, hij is topambtenaar in rijksdienst. Samen goed voor een bovenmo- daal inkomen. Een pracht van een huis in de Betuwe op zijn best. Zelfs het beestje, type pas- op-voor-de-begonia's, ontbreekt niet. „Ik zou de helft, nee alles, willen weggeven voor het levensgeluk van mijn zoon. Om mijn zoon op het rechte pad te krijgen, ben ik bereid vier hoog achter te gaan wonen, mijn baan te verliezen en als schoonmaakster de kost te verdienen. Het geluk van je kind. Dat is pas rijkdom." Haar ogen lopen vol. Willemijn: „Waarom, waarom is het misge- Ouders moeten lijdzaam toezien hoe hun zoon zichzelf en anderen de vernieling in helpt. 'Het is zijn leven, maar wij moeten de deuken eruit halen.' FOTO DO VISSER gaan? Ik heb klassen met veertig, vijfenveertig kinderen zonder noemenswaardige problemen opgeleid. En bij dat ene, mijn eigen kind, lukt dat niet. Het is ons niet gelukt hem op te voeden tot een nuttig mens voor de maatschappij. Tot onze grote spijt." „Dat wil ik ook uitdragen: je kunt je kind zo gewetensvol mogelijk vóórleven, het probe ren waarden en normen bij te brengen, maar het bepaalt uit eindelijk zelf hoe het wil leven." Voor een goed begrip een schets van zijn levensloop. Wouter kwam 22 april 1969 ter wereld. Willemijn en Pieter waren naar hun zeggen 'waanzinnig blij' met hun kindje. Daar was ook alle reden toe, want Willemijn kon na een langdurige ziekte (nier- bekkenontsteking), problemen met de zwangerschap (noodzaak tot bloedtransfusie) een wolk van een baby ter wereld bren gen. Maar na een paar dagen begon Wouter helemaal geel te zien. „Hij zag eruit als een pop. Alles hing slap. Uiteindelijk heeft een Surinaamse kraamvrouw de ernst van de situatie ingezien en een spoedopname voor ons kind geregeld in het Sophia-kinder- ziekenhuis in Rotterdam. Zij heeft zijn leven gered. Wouter moest een bloedwisseling onder gaan, want mijn bloed had tij dens de zwangerschap zijn bloed vergiftigd. Het is heel goed mogelijk dat door de te late bloedtransfusie zijn geestelijke gestoordheid is ontstaan. Om een herhaling van problemen te voorkomen, hebben we trouwens niet gekozen voor een tweede kind." Na het ontslag uit het ziekenhuis leek Wouter een onbekommerde toekomst tegemoet te gaan. Maar al op tweejarige leeftijd waren de eerste voortekenen van naderende problemen. „Als peu ter begon hij anderen te bijten en te slaan. Op zich is dat niet alarmerend, want dat soort gedrag zie je wel vaker bij kin deren van die leeftijd." De arts van het consultatiebu reau adviseerde om Wouter naar de peuterspeelzaal te laten gaan. Daar is hij driemaal geweest. „Vervolgens was hij niet meer welkom omdat hij erop los sloeg. Een nieuwe oplossing diende zich aan: opvang in het medisch begeleid dagverblijf in Rotter- dam. Daar gebruikten ze een theedoek als handenbinder. Een probaat middel dat zijn uitwer king niet miste. Elke keer als Wouter de handjes te los had zitten, werd hij een half uur gekneveld. Daarna was hij weer te handhaven in een groep van tien kinderen onder leiding van een kleuterleidster en -verzorgster. Na driekwart jaar kon Wouter het dagverblijf al vaarwel zeggen omdat zijn vader Pieter voor zijn werk naar het eiland Curagao op de Nederlandse Antillen moest verhuizen. Deze overgang had verstrek kende gevolgen. „Als iemand de koraal (tuin) van ons huis naderde, dan kreeg hij of zij meteen klappen met een stok of stenen naar zijn hoofd. Bij het minste of geringste verloor hij zijn zelfbe heersing. Hij heeft genoeg klappen voor zijn broek gehad, hij is telkens beris pend toegesproken. Dat had weinig effect. Straf deerde hem niet." Het verblijf op de Neder landse Antillen heeft, aldus Willemijn, ook een heel gunstige invloed gehad op de ontwikkeling van Wouter. Hij werd bin nen drie maanden zinde lijk en zijn motoriek ging met sprongen vooruit. Hij begon soepeler te bewe gen. „Achteraf bezien heeft Wouter op de Nederlandse Antillen de meest onbekommerde periode van zijn leven gehad. Elke dag gingen we naar de baai om aan het strand te spelen, te zwem men. Elke dag zon, weinig kleren aan je lijf. Een heerlijk klimaat voor een kind." Wouter maakte onbezorgde tij den door, maar bleef problema tisch gedrag vertonen. Van lie verlee gingen Willemijn en Pie ter naar de kinderpsychiater. De arts schreef medicijnen voor. Met een gunstig resultaat. Wou ter kon op de kleuterschool en in het eerste jaar van de lagere school op Curasao goed meeko men. Niet in het minst omdat het schoolklimaat op de Antillen veel strenger (meer structuur) is dan in Nederland. Het verblijf op de Antillen was van korte duur. Een terugkeer naar Nederland in verband met een dienstopdracht was noodza kelijk. „Wouter kreeg enorme last van overgangsproblemen. Hij begon op een extreme manier uit de band te springen. Zozeer zelfs dat hij mijn doodzieke moeder, zijn oma, van de trap duwde. Hij sloeg haar ook." Door zijn probleemgedrag werd Wouter teruggezet van de lagere school naar de kleuterschool. Op de kleuterschool in Nijmegen dorp. Dat ging goed. Hij stond weliswaar bekend als een agres sieve leerling, maar hij viel niet echt uit de toon. Door de jaren heen bleef hij onder controle van een psychiater uit de buurt. Als dertienjarige komt Wouter op een Lagere Landbouwschool in een naburige stad terecht. Hij heeft de tijd van zijn leven, want hij ontmoet op school een zeven tal gelijkgestemde kameraden. ging het al weer snel mis. Wouter werd verwezen naar het Medisch Opvoedkundig Bureau. Obser vaties in de klas. Wouter, die een hekel had aan de psycholoog, gaf zijn visitekaartje af met de vraag: 'Zal ik jou even doodste ken?' De gedragswetenschapper had zijn diagnose rond. „Hij nodigde ons, ouders van Wouter, uit in therapie te gaan. Letterlijk zei hij: 'Als u uw huwelijksproblemen niet op tafel legt, kan ik uw kind niet helpen.' Welke huwelijksproble men? Godzijdank, hadden en hebben we ze niet, want anders hadden we in lengte van jaren met verwijten naar elkaar opge scheept gezeten. Gelukkig is het zover niet gekomen. We zijn altijd eikaars steun en toeverlaat gebleven." Terug naar Wouter. Hij verkaste naar een lagere school in zijn Na een jaar krijgt hij ineens last van hyperventilatie. Hij raakt over zijn hele lijf verkrampt, zijn spraak valt weg en het kwijl loopt uit zijn mond. „Een eng gezicht. Het is dan net of hij een ander mens is," verduidelijkt Willemijn. De diagnose: epilep sie. Oorzaak: onbekend. Een behandelend arts conclu deert: „Er is tijdens uw zwan gerschap van Wouter bij de foe tus al iets misgegaan en hij zal nooit meer normaal worden." Zoonlief moet voortaan medicij nen slikken om nieuwe aanval len van epilepsie te voorkomen. Hij verzuimt dat regelmatig. Met alle gevolgen vandien: stuiptrek ken, evenwichtstoornissen enzo voort. Maar kunnen dergelijke aanval len ook karaktervervormend werken? „De persoonlijke geschiedenis van Wouter ken ik niet. In zijn algemeenheid kan ik niets over zijn ziektebeeld zeg gen. Maar zoiets als 'epileptische persoonlijkheid' bestaat niet. De stereotiep van een epilepticus is verleden tijd. Al vijftien tot twintig jaar kunnen we het ziek tebeeld behoorlijk in gunstige zin beïnvloeden. Ik geloof niet dat bij die jongen een oorzake lijk verband is tussen de gedragsstoornissen en de epilep sie, zoals die vanaf z'n veertien de heeft geopenbaard. Als ik afga op uw verhaal, dan geloof ik wel dat bij dit probleemkind sprake kan zijn van een hersenbe schadiging en hersenfunc tiestoornissen", aldus psycholoog R. Jongeneel van het Instituut voor Epilepsiebestrijding in Heemstede. Wouter ontkent zijn ziek te en verklaart ten over staan van iedereen alleen last te hebben van astma. In '84 vertrekt de familie Freriks wederom naar de Nederlandse Antillen. Ditmaal naar Aruba. Wouter flopt op de tech nische school. Hij is op school en thuis niet meer te handhaven. Tenslotte wordt hij door de politie opgepakt voor een ernstig misdrijf. Halsoverkop wordt Wouter naar Nederland overgebracht om uit handen van justitie op de Antillen te blijven. Een noodmaatregel, aldus. Willemijn, omdat haar zoon een gevangenschap in een Arubaanse cel door zijn epilep sie en minderheidspositie (blan ke tussen zwarte criminelen) niet zou hebben overleefd. Wouter belandt in de jeugdpsy chiatrische inrichting in Zetten. Daar maakt hij zich ook onmo gelijk. Vechtend met personeel en medebewoners komt hij de dagen door. Om de haverklap wordt hij platgespoten in een isoleercel achtergelaten. Zijn ouders moeten de ouderlij ke macht uit handen geven. Het argument: ze wonen in het bui tenland. De broer van Willemijn krijgt een volmacht voor opvang en begeleiding van zijn neef Wouter. Willemijn en Pieter worden op afstand toeziend voogd. Zetten is op Wouter uitgekeken en andersom. Hij wordt verwe zen naar Groot Emaus, een orthopedagogisch instituut in Ermelo. Willemijn: „Daar heb ben ze van hem weer een beetje mens gemaakt. Hij besloot weer naar school te gaan." Vanuit Ermelo krijgen Willemijn en Pieter het verzoek om naar Nederland terug te keren. Hun directe nabijheid is in het kader van de behandeling van Wouter gewenst. Hij kan dan weer op weekendverlof naar zijn ouders. Na rijp beraad besluiten Wille mijn en Pieter hun zoon bij te staan. Daarvoor moet Pieter een groot offer brengen. Hij veran dert van werkkring. Een over stap, waarvan hij achteraf spijt heeft gekregen, omdat zijn zoon geen steek blijkt te zijn veran derd. Wouter blijft als vanouds problematisch gedrag vertonen. De geschiedenis herhaalt zich. Bij weekendverlof vliegen vader en zoon, moeder en zoon vech tend door het huis. Met veel strijd, en na een tussen tijdse schoolwisseling, maakt Wouter uiteindelijk de afdeling ILO (individueel lager land bouwonderwijs) van een Lagere Landbouwschool af. Zijn ouders zijn vervuld met trots. „Dit diploma heeft voor ons dezelfde waarde als het afronden van een gymnasium-B." Wouter besluit in militaire dienst te gaan. Hij komt door de medische keuring omdat hij zijn epilepsie en medicijngebruik verzwijgt. Maar zijn verblijf bij de landmacht is van korte duur. Hij kan de lichamelijke belas ting niet aan. Hij wordt afge keurd. Wonder boven wonder komt Wouter al vrij snel aan een baan in de groenvoorziening. Hij krijgt verkering met een meisje van veertien jaar. Hij trekt zelfs bij haar ouders in. „We hebben ons hart vastgehouden," schetst Willemijn. Wouter stapt nietsontziend door het leven. Hij lokt vechtpartijen uit, maakt schulden. De politie maakt regelmatig klopjacht op hem. Eenmaal wordt zelfs zijn ouderlijk huis omsingeld. „Een drama. Je mag best weten dat ik trillend van de zenuwen onder een bureau heb gezeten. Elke keer als er agenten voor de deur staan, durf ik bijna niet open te doen. Ik heb wel eens gevraagd: Is hij dood of leeft hij nog?" De ouders zien met leedwei zen hoe Wouter in samen met zijn piepjong vriendin een huis Een bouwvallige keet, wi een slordige ton in gaat zit ten. De schulden van Woiij ter stapelen zich op. Voori familie Freriks breekt tijd van betrekkelijk aan. Totdat, juli 1994, verkering uitraakt. De gevol gen zijn rampzalig. Wouter tuigt zijn voormalig schoonvader af. Slaat kennis van zijn vriendin i elkaar omdat hij haar ondti dak heeft aangeboden. Woul verzorgt zichzelf niet m«( zijn huis raakt vervuild. Wï mijn besluit in te grijpen, ruimt zijn huis op. Ze kr| van Wouter toestemming zijn financiële zaken min meer te beheren. Zo krijgt ztij rap tempo een beeld van financiële chaos van Woute Lening hier, lening daar. Haar zoon glijdt nog verder Aanrijdingen, rijden zonder rijj bewijs en met onverzekeri auto's, achtervolgingen tl politie, negeren van stopteke en vechtpartijen zijn aan de® van de dag. In latere install wordt Wouter ook nog verdacl van een schietpartij op woonwagenkamp. Willemijn: „In die tijd krijgt weer een relatie met een meis van vijftien. Dat schaap, andi kan ik het niet zeggen, trekt' hem in. Ze heeft geen inkome gaat niet naar school. Tot ovi maat van ramp krijgt Wout! van zijn baas, eigenaar van groenvoorziening, een werta bod. Hij is niet langer welkoi Hij heeft zich daar onmogelij gemaakt. Voor verzuim had de meest fantastische smoez zoals overlijden van schoons der, opname op intensive care' moeder met hartinfarct in kenhuis. Ja, hij is een pathol»! sche leugenaar. Hij liegt ofl alles. Hij heeft lak aan heeft geen angst voor de gen genis omdat hij daar naar eij zeggen 'toch goed wordt vi zorgd en geen schuldeisers zijn dak krijgt'." Wouter staat er inmiddels V alleen voor. Zijn vriendin hl de relatie onder druk van ouders verbroken. En weers valt hij in het oude vertrow leefpatroon. Zijn schuldenlast is q. tot een ton. Willemijn: „Als hem zie, denk ik: is dit *1 kind? Een vieze, ong ongeschoren en bijna tanden kerel. Een gevaar voor schappij, waarover blijk»' alleen mijn man en ik ons zoi maken. Wij staan voor onmogelijk keuze: hem op si' laten zetten en laten vette of hem met alle steun op de w houden. In beide gevallen leed van zijn bestaan we overzien. Wat moeten we Ik kan mijn zoon toch afschrijven, mijn eigen kina Openhartig vertelt Wille*] wat haar hartewens is. ZeB dat hij door een voorva ha lingsonbekwaam of ont°L ningsvatbaar wordt verW „Met een tbs-maatregel is h'r beste af, want hij is ziek. moet geholpen worden, nu, nog voordat er slach vallen. Onze grootste an dat hij wordt opgepakt v 1 lastig vallen van jonge me 1 Als er geen hulp wordt gen loopt het beslist verkeerd atu is een kwestie van tijd Willemijn. In tranen verzucht ze. J verandert niet meer. Onz is uit." Om redenen van privacy ajjJ namen in bovenstaand gefingeerd. r Roberto Payer, geboren Italian Amsterdam, laat zien hoe je spag« en geen lepel erbij. De schappen in de supermarkt* verpakte spaghetti, macaroni, t Het lijkt hier Italië wel. Pastag Ipopulair. Uit onderzoek van Hc landers per jaar ruim 4,2 kilo n koop en snel klaar gemaakt. M« ten ook aan de eisen die een Ita organiseerde een blinde smaakt' ïiets boven Italiaanse spaghetti Door Nico Koolsbergen toberto Payer komt uit Venetië, lij woont echter al vele jaren in federland, is directeur van Hil ton Amsterdam en spreekt onze taal onberispelijk. En hij houdt ''an lekker eten. Geen liflafjes naar eerlijk eten. Zoals het een Italiaan betaamt. Van de Neder landse hebbelijkheid de oor spronkelijke smaak van allerlei ?erechten te verstoppen onder truiden en sausen, moeten ze in hars van Europa niets heb- >en. het echt zo erg? Ga naar de packbar en wordt wijs. Kijk hoe ederlanders alles eten als het »aar uit het frituurvet komt. Zie °j°P de eettafels aardappelen n m de jus, salades 1.e?°!:en worden met dressings, VMerlapjes verstopt worden er sauzen. En het ergste: pas en rijst. Die zijn soms nauwe- s meer te herkennen, ie uwer zonder zonde is, werpe feuS -Steen' De macaroni uit önderjaren was een feest. Met ES uitgebakken spek, nasi- >it» ,tomaten> een gebakken 1 dat alles in flinke hoe- Pas jaren later hoe GH De Voof Fraif nietj borq gewl weg. gewl metj vers| het Nu zond In R| Amsf een o acht} kwaj die supe ten Alle! - dil taur; instn klaa volg. schol

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 22