De rijzende ster van Regillio Vrede
eert
len en
uur.
aan-
ing.
Bram Leeuwenhoek: 'Het is mijn wereld niet meer'
tUNNEl
Nol Hendriks: 'Hij vreet
iedere tegenstander op'
Martin Feijen en de
ontembare drang naar
extreme uitdagingen
De 'missies' van
Bram Leeuwenhoek
DE STEM
SPORT
B3
►ELT
x 71
DONDERDAG 15 FEBRUARI 1996
sen:
Oss, Rosmalen,
ii
I Vorig seizoen speelde hij
nog voor de amateurs van
i Blauw Wit. Bij RKC
maakte de 23-jarige ver-
dediger naam in een half
seizoen. Zijn razendsnel-
I le ontwikkeling liet zich
uitbetalen in een drieja-
I rig contract bij Roda JC.
i Regillio Vrede, het talent
Ji dat iedereen over het
l| hoofd zag.
önórMichiel van Ruitenbeek
x - Op twee centime-
li ter na twee meter. Drieënne-
I gentig kilo schoon aan de
I haak. Regillio Vrede, dè reve
il iatie van de eredivisie dit sei-
I zoen, is de laatste om te ont-
kennen dat het erg snel met
K hem is gegaan. „Aan het begin
hm het seizoen ging ik voor
li een plek in de basis van RKC.
{Dat ik zo'n progressie heb
gemaakt, had ik echt niet ver-
wacht. De trainer gaf me een
Basisplaats en daarmee ver
trouwen. De resultaten waren
.{goed en ik kon steeds makke
lijker meevoetballen," vertelt
i de in Paramaribo geboren
jt Amsterdammer over zijn
i opmerkelijke opmars.
Al gauw wist de RKC'er de ogen
p van voetballend Nederland op
I zich gericht, Maar Vrede liet zich
het hoofd niet op hol brengen. „Ik
kreeg lovende kritieken, maar ik
wist, en weet, dat het altijd min-
der kan gaan. Als het goed met je
gaat, zijn de verwachtingen hoog.
De druk die dat met zich mee
brengt, voel je wel, maar is ook
I gezond. Ik probeer gewoon
mezelf te blijven."
Nol Hendriks, de suikeroom van
I Roda JC, had snel in de gaten dat
Vrede een aanwinst voor zijn
club kon zijn. „Ik heb de techni-
sche staf gewezen op Regillio,
I waarna we hem nauwlettend zijn
J gaan volgen. Vrede is heel sterk
I in de duels en is vrij snel. Hij
I vreet iedere tegenstander op. Ik
denk dat hij met Roda een uitste-
i keuze heeft gemaakt; voor
Thet buitenland is het nog veel te
I voeg. Hij moet zich nog bewij
zen, maar we hebben veel ver
trouwen in hem," vertelt de tex
tielbaron, die naast Vrede ook
I nog Ramon van Haaren bij RKC
wegplukte.
IVrede's trainer bij RKC, Leo van
[Veen, betreurt het dat zijn pupil
zo snel voor Roda koos. „Voor
RKC was hij niet meer te houden,
I maar ik heb hem wel gezegd om
rlanger te wachten met tekenen.
[Hij had alle mogelijkheden af
[moeten wachten en op een rijtje
moeten zetten," vertelt de oefen-
Regillio Vrede: „In Kerkrade moet ik mezelf verder gaan ontwikkelen. Mijn droom, spelen in Engeland, komt dan vanzelf uit.
meester, die niet verbaasd is over
het sterke spel van Vrede. „Al in
de voorbereiding manifesteerde
hij zich heel erg goed. Regillio is
leergierig, hij wil graag luisteren.
Natuurlijk zijn er nog genoeg
dingen aan zijn spel die verbeterd
moeten worden. Zijn lange pass
bijvoorbeeld, en het meevoetbal
len. Ook aanvallend moet hij
sterker worden. Maar als alles
goed gaat, kan hij ver komen."
Ondanks sluimerende belangstel
ling van andere clubs staat Vrede
voor honderd procent achter zijn
keuze voor Roda. „Ik doe wat ik
voel. Als ik denk dat ik moet
tekenen, dan teken ik. Dat is de
beste beslissing. Roda is een club
die aanspreekt, met ambities
richting de top. In Kerkrade moet
ik mezelf verder gaan ontwikke
len. Mijn droom, spelen in Enge
land, komt dan vanzelf uit. Maar
ik wil eerst het seizoen bij RKC
waardig afsluiten."
Het was Bert Jacobs die Vrede in
het seizoen '94/'95 naar Waalwijk
haalde. De huidige Volendam-
trainer nodigde Vrede uit voor
een paar proef trainingen, nadat
zijn assistent Joop Wildbret de
voorstopper van Blauw Wit had
bekeken. „Boogers en Decheiver
vonden het niet leuk om tegen
Regillio te spelen," herinnert
Jacobs zich. Omdat Vrede al een
bindende wedstrijd voor Blauw
Wit had gespeeld, kon hij alleen
opgesteld worden in onofficiële
wedstrijden. In het weekend
speelde de lange verdediger nog
gewoon voor Blauw Wit.
„Dat stagejaar heeft hem goed
gedaan," zegt Jacobs. „Hij kon in
alle rust werken aan zijn debuut
in het betaald voetbal. Wennen
aan het tempo en de medespelers.
Zijn progressie zat erin, het ver
baast me niet." Jacobs waagt zich
niet aan een voorspelling over de
toekomst van Vrede: „Hij is er
nog niet, maar waarschijnlijk
heeft hij met Roda een goede keu
ze gemaakt. Hogerop kan altijd
nog."
De kans bestaat dat Vrede vol
gend seizoen de concurrentie
moet aangaan met international
Johan de Koek. Bepaald geen
kleine jongen, weet ook Vrede.
„Ik neem aan dat Roda mij niet
voor niets aantrekt. Als De Koek
vertrekt, zal ik moeten bewijzen
dat ik een waardige vervanger
ben. Als hij blijft, ben ik niet
bang om de concurrentiestrijd
aan te gaan. Hij heeft een paar
stappen voorsprong, maar staat
wél op mijn positie," klinkt het
vastberaden. „Maar ik sluit niet
uit dat we samen zullen spelen.
Veel teams opereren toch met
twee spitsen."
Eenmaal eerder mocht Regillio
Vrede ruiken aan het betaalde
voetbal. In het seizoen '91/'92
speelde hij in het tweede van AZ.
Omdat de contractspelers 'moes
ten' spelen, stond Vrede er regel
matig naast. Vrede had geen zin
in een amateurcontract en zocht
zijn heil bij Blauw Wit in
Amsterdam. Daar werd hij beke
ken door diverse clubs, waaron
der FC Den Bosch, Telstar en FC
Utrecht.. De eerste twee clubs
kwamen eenmaal kijken, en juist
FOTO AD VAN HASSELT
in die wedstrijden liet Vrede zich
niet van zijn beste kant zien.
Scout Jan van Renswouw wilde
Vrede naar FC Utrecht halen:
„Het is doodzonde dat Vrede niet
bij ons speelt, maar bepaalde
mensen bij Utrecht zaten toen
kennelijk ergens anders met hun
gedachten. Regillio ontwikkelt
zich nu als een komeet, alleen
moet hij over de grond nog verbe
teren. Als hij zijn koppie erbij
houdt, wordt hij een grote."
Achteraf is Vrede blij dat de
belangstelling van clubs in zijn
Blauw- Wit-periode nooit con
creet is geworden: „Bij RKC ben
ik perfect opgevangen. Hoewel ik
geen officiële wedstrijden mocht
spelen, had ik toch het gevoel dat
ik bij de groep hoorde. Het is fout
om een speler op één wedstrijd te
beoordelen. Als speler heb je
gewoon wel eens een mindere
wedstrijd. RKC heeft het aange
durfd om in mij te investeren."
eheim; Signatuur,
n betaalbare prijzen.
ADKAMERS
83 4O28 88Td^20|
•n: Dam, De Blokken W
Hoofdstraat 111.
tel. 076 5972368
ESTAURANT
I Door Wim van Hemert
len George Eimermann, ANP
■Maassluis - Hij betreurt de
^commercialisering en profes
sionalisering van de Olympi
sche Spelen. Bram Leeuwen
hoek (71) is evenwel realist
te erkennen dat die
lontwikkeling niet is tegen te
houden, omdat die in het hui-
1% beeld van de (sport)maat-
Ischappij past. „Ik sta niet te
pillen van enthousiasme zoals
1 nu gaat. Ik heb het zien
[aankomen, maar daar hoef ik
pet dan toch niet mee eens te
zijn?"
[het staat voor Leeuwenhoek, die
chef de mission verantwoor-
i jk was voor de Nederlandse
Sen bij drie Zomer- en twee
interspelen, vast dat hij die job
F niet meer zou accepteren.
J»™t draait tegenwoordig bijna
Peen nog maar om het geld. Het
kennelijk niet goed als je iets
orniets doet." Bram Leeuwen
bek kan absoluut niet wennen
g» het idee dat Steffi Graf of
LriS,Becker olympisch kam
den kunnen worden.
Ijna.8e Olympische Spe-
llrn r en Z3' om miljoenen dol-
ken keer tijdens de OS gaat
r,„„,lneens alleen maar om die
Phen plak op te halen. Hetzelf-
Seldt natuurlijk ook voor
'°ere takken van sport, alsatle-
en wielrennen. Bij de profs
pacht?»niet de 0lymPische
chef de mission met de langste
m, v,™ dienst is nog steeds
»iplhA zii" olympische
ladn-a ft kunnen doen
dat zi]n normaie werk als
k Ara?conrector van de Haag-
CwT voor Lichamelijke
,,e»ing daaronder leed.
LT een echte amateur. Het
Sin A geeïl roo'e cent op.
en vrije tijd gi£
ons j j ymPische baan.
Stfe6 ik weken van
ioekmehVA1970werdLeeu-
Nfdel De tr, A d°0r Cees
Pt het b 'T3'1®' voorzitter
hüé vroeseofaE?dS 01ymPisch
ie Mqa i 1 er wal voor
1 ederlandse ploeg voor
Bram Leeuwenhoek kijkt uit over de Nieuwe Waterweg.
München te leiden. „In die tijd
had ik als trainingscoördinator
van de atletiekunie, de eerste
Nederlandse sportbond die zo'n
functie kende, regelmatig contact
met het NOC. Men zag kennelijk
wat in mij. Dat verbaasde mij
wel. Ik had er nooit aan gedacht.
Het is immers niet iets waarnaar
je kunt solliciteren. Ik heb er een
maand over gepiekerd en toen ja
gezegd."
De spelen van München zijn de
moeilijkste van de op 16 novem
ber 1924 geboren Abraham Anne
Leeuwenhoek geweest. Zijn ogen
dwalen even af naar het machtige
uitzicht vanuit zijn flat in Maas
sluis over de Nieuwe Waterweg.
„De aanslag van de Zwarte Sep
tember op de Israëlische ploeg
was natuurlijk verschrikkelijk.
Voor mij hadden de Spelen toen
meteen afgelast mogen worden.
Dat gebeurde niet. Met Kerdel en
Herman van Karnebeek, twee
fantastische kerels, hebben wij
toen afgesproken dat Nederland
niet, net als in 1956 met Melbour
ne na de gebeurtenissen in Hong
arije, met het vingertje voorop
zou gaan lopen. Dat was eens
maar nooit meer. Wij hebben de
leden van de ploeg toegesproken
en iedereen de keuze gelaten te
blijven of naar huis te gaan.
Natuurlijk kreeg ik bij thuis
komst een heleboel boze tele
foontjes van mensen die vonden
dat wij en bloc naar huis hadden
moeten gaan."
Een andere gebeurtenis in Mün
chen is Leeuwenhoek ook duide
lijk bijgebleven. Het ging om het
dopinggeval met de Nederland se
ploeg 100 kilometer-tijdrit. „Het
is de enige dopingkwestie dat ik
heb meegemaakt, maar waar
schijnlijk wel een van de schrij
nendste. Aad van den Hoek, die
halverwege was afgestapt,
reageerde positief. In zijn urine
was coramine, een stimulator
voor het hart, aangetroffen. Dat
middel stond op de verboden
lijst, maar dat was de ploegarts
van de wielrenners ontgaan!"
„Kerdel en ik werden bij Avery
Brundage, de toenmalige Ameri
kaanse voorzitter van het IOC,
geroepen. Het hele gebeuren was
symbolisch voor de manier waar
op Brundage, de fanatieke voor
vechter van het amateurisme, te
werk ging. Nadat wij uren in een
gang hadden zitten wachten,
werden wij binnen geroepen. In
een zeer grote kamer met een heel
lange tafel. Brundage aan de ene
kant en wij aan de andere. Je
voelt je dan heel klein. Wij kre
gen op een geweldige manier de
wind van voren. De bronzen
medailles, die Cees Priem, Hen-
nie Kuiper en Fedor den Hertog
hadden gewonnen, moesten wor
den ingeleverd."
Leeuwenhoek lacht als hij aan
het voorval terugdenkt. „Kerdel
en ik hebben coach Joop Midde-
link, ploegleider Arie van Vliet en
de renners bij elkaar geroepen.
De reactie van Priem vergeet ik
nooit: Als ik die plak moet inleve
ren, vreet ik 'm nu op en als ik
hem uitschijt, vreet ik 'm weer
op. De jongens zijn het olympisch
dorp uitgezet maar bij mijn
weten hebben zij die medaille
nog steeds."
Leeuwenhoek had in zijn olympi
sche tijd en nu nog steeds een
hekel aan zeikerdjes. „Daar ben
ik allergisch voor. Ik maak me
zelden kwaad, maar wond me wel
op als ik het verwijt kreeg niets
van sport te weten." Hij herin
nert zich de zogenaamde geeltjes
die hij samenstelde. „Het waren
technische mededelingen. Door
de jaren heen maakte ik een
balans op van dertig takken van
sport en stelde grafieken samen.
Daardoor kreeg ik een uitstekend
overzicht van de belangrijkste
kandidaten. Er is altijd kritiek
geweest op de gehanteerde nor
men en limieten. Wat dat betreft
is er nog niets veranderd. Ik moet
regelmatig grinniken als ik in de
krant berichten lees over bonden
die het niet eens zijn met de
limieten van het NOC. Dat is zo
herkenbaar voor me. Ik denk dan,
ha, daar begint het weer."
Leeuwenhoek is altijd van
mening geweest dat een sporter
de mogelijkheid moet krijgen
zich optimaal voor te bereiden.
„Hij of zij moet naast zijn trai
ning normaal kunnen leven. Er
telt ook een aantal maatschappe
lijke factoren mee. Destijds had
den wij het geluk dat Sony een
sponsorcontract met de KNVB
aanging. Daardoor kwam Philips
er naast te staan en konden wij
dat bedrijf binnenhalen als olym
pische sponsor. Het huidige fonds
voor de topsporter is geweldig.
Alleen was het in mijn tijd niet te
realiseren."
Bram Leeuwenhoek, die vele
sporters heeft gewogen, weet als
oud-verspringer uit ervaring hoe
het voelt te licht te worden
bevonden voor uitzending naar
een groot toernooi.
„In 1950 was ik kandidaat voor
de EK in Oslo. Hoewel ik de
gevraagde 7,20 meter had
gesprongen, werd ik door Wim
Peters, de toenmalige voorzitter
van de nationaal technische com- 1
missie en oud-Europees kam
pioen hinkstapsprong, afgewe
zen. Ik had de beslissende sprong
in mijn vijfde poging gemaakt.
'Je komt alleen in je laatste twee
sprongen ver. Die afstanden haal
je in de kwalificatie voor de wed
strijd niet. Het heeft dus ook geen
zin je uit te zenden.' Uiteraard
was ik het toen niet eens met die
argumenten. Nu zeg ik; die man
had het grootste gelijk van de
wereld."
Den Haag (anp) - Rustig rookt hij een sigaret. De tweede
volgt korte tijd later. Een vreemde gewoonte voor iemand
die tijdens extreme uitputtingsslagen op sportgebied over
een kerngezond lichaam moet beschikken. Martin Feijen,
ultra-atleet van het meest bezeten soort, beseft het. „Nog
twee pakjes, dan is het afgelopen. Ik merk gewoon dat ik er
last van krijg."
Frankrijk kan dat narigheid
opleveren. Fabrice Lucas, deel
nemer aan de vijftienvoudige
triatlon in Mexico, waar
schuwde Feijen al dat hij
eigenlijk alle Franse departe
menten van de plannen op de
hoogte moet stellen. „Natuur
lijk zullen we onze plannen
goed gaan uitleggen. Dat moet
voldoende zijn," zegt Feijen.
„Als ik in de zomer op de fiets
door Frankrijk ga, met een
auto achter me aan, dan hoef ik
toch ook niet iemand in te sei
nen. Het is geen Tour de Fran
ce, waarvoor ze alle wegen de
hele dag moeten afzetten."
Dat kan ook niet bij de ultra
race, want het verschil tussen
de diverse deelnemers kan
sterk variëren. Van uren tot
dagen. Een extra moeilijkheid.
Zeker bij de controle. Vliegen
de brigades gaan de deelne
mers gedurende de tocht in de
gaten houden. Daarnaast zul
len de deelnemers zich moeten
melden bij tijdstations en voor
af aangewezen telefooneellen.
Feijen staat voor een nieuwe
uitdaging. Na de vijf-, tien- en
vijftienvoudige triatlon is de
Hagenaar nu de bekendste en
meest stimulerende factor ach
ter de langste wielerwedstrijd
ter wereld: van de Noordkaap
naar Gibraltar. Ofwel: van het
meest noordelijke punt van
Europa naar het meest zuide
lijke.
„Dat moet eenvoudiger zijn
dan de vijftienvoudige triath
lon, die ik twee maanden gele
den in Mexico heb afgewerkt.
Daar ben ik nog steeds niet
helemaal van hersteld. Geeste
lijk wel, lichamelijk niet."
Van de Noordkaap naar
Gibraltar, een fietsrace over
6500 kilometer. Over hoofd-,
bij- en landwegen. Door Noor
wegen, Zweden, Denemarken,
Duitsland, Nederland, België,
Frankrijk en Spanje. Start 14
juni, 's middags om 12.00 uur,
aankomst op zijn laatst 21
dagen later. „We wilden eigen
lijk begin juni starten, maar
dan is de kans te groot dat er op
de wegen boven in Noorwegen
nog sneeuw ligt," legt Feijen de
verschuiving van twee weken
uit.
Uit nood
Hoe komt iemand er bij 6500
kilometer in wedstrijdverband
te gaan fietsen? Uit nood, is de
strekking van Feijens verkla
ring. Het liefst zou hij meedoen
aan de Race Across America,
afgekort de RAAM, die jaar
lijks in de Verenigde Staten
van de oost- naar de westkust
wordt gehouden. Die onderne
ming over 4500 kilometer,
waar de Hagenaar alles over
heeft gelezen war er over ver
schenen is, vindt Feijen echter
te kostbaar.
Vandaar het idee in Europa een
dergelijke wedstrijd te organi
seren. Moskou - Amsterdam,
Amsterdam - Istanbul; ideeën
te over. „Maar twee jaar gele
den kregen we al de ingeving
van de Noordkaap naar
Gibraltar te rijden."
Inmiddels hebben vier teams
de hele route uitgestippeld.
Een heidens karwei, waar veel
tijd aan is gespendeerd. Twee
keer moeten de deelnemers met
de boot. „Dat vereist planning
bij de rijders. Die veerboten
hebben een vast schema. Een
minuutje te laat en je loopt een
enorme vertraging op," zegt
Nico Vermeer, één van de men
sen die hielp de route in kaart
te brengen.
De tochten over het water
waren niet het enige probleem
bij het bepalen van de koers.
„Wegen kunnen er op de kaart
perfect uitzien, maar in de
praktijk veel problemen ople
veren. Blijkt zo'n weg ineens
een drukke doorgangsroute te
zijn voor duizenden vrachtwa
gens. Over die wegen kun je
niemand met zijn fietsje sturen.
Te gevaarlijk," meent Vermeer.
Narigheid
De organisatoren hebben de
lokale en provinciale overhe
den maar niet ingeschakeld bij
de uitvoer van hun plannen. In
Sjoemehverk
Ondanks de voorzorgsmaatre
gelen blijft het een bijna onmo
gelijke opgave om sjoemelwerk
tegen te gaan. Iemand kan zich
in de volgauto neervlijen om
zich vele kilometers verder
weer te laten afzetten. „Over
deze afstand kun je niet om de
kilometer iemand ter controle
neerzetten," weet ook Feijen.
„Maar bij de deelnemers gaat
het om de sportieve uitdaging.
Dat hebben eerdere evenemen
ten bewezen. Er valt ook geen
geld te verdienen. We gaan
ervan uit dat niemand het in
zijn hoofd zal halen te fraude
ren. Vooraf zullen we de deel
nemers voldoende angst inboe
zemen. Daarnaast hebben we
echt de kortste route genomen.
Afsnijden gaat dus ook al niet."
Feijen kreeg ruim tachtig reac
ties op zijn plannen, die
120.000 gulden kosten en
waarvoor de sponsoring nog
niet rond is. Inmiddels hebben
tien ultra-atleten al daadwer
kelijk ingeschreven. Onder de
avonturiers ook een Braziliaan.
De deelnemers moeten
beschikken over twee volgau
to's.
„In 1995 deed een Japanner
mee aan de Race Across Ameri
ca. Hij had zes begeleiders. Die
zaten in één auto gepropt. Dat
houd je dus geen 4500 kilome
ter vol. Rechtop zittend slapen
is al moeilijk. Dat wordt echter
helemaal onmogelijk als je
geen ruimte hebt," aldus
Feijen.
Gekkenwerk
Ruim 6500 kilometer fietsen;
wat kun je daarna nog verzin
nen?
Feijen: „Er valt altijd iets nog
extremers te bedenken. Wat
dacht je van de 1300 mijl van
New York. Lopend. In de zeven
of acht jaar dat die wedstrijd
bestaat, is het slechts vijf man
gelukt die binnen de gestelde
limiet van achttien dagen te
volbrengen. Dat is pas echt
gekkenwerk."
Martin Feijen: fietsen van de Noordkaap naar Gibraltar.
FOTO ARCHIEF DE STEM
Maassluis (anp) - Bram Leeuwenhoek was chef de mission van de
Nederlandse ploeg tijdens drie Olympische Zomerspelen en twee
Olympische Winterspelen. Hij volgde voor de OS van 1972 in
München Ansco Dokkum op, die in 1968 in Mexico Stad chef de
mission was. Tijdens de Winterspelen van Sapporo in 1972 liep
Leeuwenhoek stage bij de toenmalige olympische ploegleider van
de nationale selectie jonkheer Quarles van Ufford.
Leeuwenhoek was na München achtereenvolgens chef de mission
bij de Zomerspelen van Montreal ('76) en Moskou ('80) en de Win
terspelen van Innsbruck ('76) en Lake Placid ('80). Van 1980 tot
1989 maakte de voormalige docent atletiek en biomechanica aan
de Academie van Lichamelijke Opvoeding in Den Haag deel uit
van het bestuur van het Nederlands Olympisch Comité (NOC). In
die hoedanigheid woonde hij alleen nog de Winterspelen van 1988
in Calgary bij.