Weekend Haagse naïviteit vlak na de oorlog 5 CC I- irtand rwtb ER Vrederust z x 51 DE STEM E4 Eruaren ountant m/v 4G (M/V) Uit de gratie m MAMltrï. OM WI/UST Te AVïKEW De Stichting Mare Corine in Luik helpt ouders bij het opsporen van hun vermiste kinderen. Soms met succes. Zo leidde een tip die afgelopen weekend bij de stichting binnenkwam, tot een oplossing in ontvoeringszaak van baby Nicolas. Een gesprek met een van de oprichters. Over verdriet en machteloosheid. „Ik wil voor komen dat mensen kapot gaan." Verwerken Stichting Luikse stichting Mare Corine helpt bij het opsporen van vermiste kinderen Europees 'Ik wil voorkomen dat mensen kapot gaan. Ik weet hoe ik mezelf toen voelde' ZATERDAG 27 JANUARI 1996 d imamelijk >timale prijs/ ;le aanpak heeft komende jaren behoefte aan n uitgebreide wikkeld door r van de wereld, uncties met veel en ruimte voor ïur die deels eigen resultaten e arbeidsvoor een auto van rdere groei ;ht dan uw brief 154.963015 aan emerhof 26 sterdam. ikantoor POPPELAARS - Belastingadviseurs et gebied van accountancy, rwante werkzaamheden ten Kleinbedrijf en kenmerkt zich richte werkwijze. administraties, het samenstellen medewerker moet in staat zijn relaties te adviseren en begelei- JD-opleiding heeft afgerond en antskantoor. ereenstemming met de zwaarte tskantoor POPPELAARS er J.A.M. Poppelaars R.A. 6 - 4700 BA ROOSENDAAL psychiatrisch ziekenhuis te/ijk Noord-Brabant, Tholen en Zoom in de gemeente Halsteren tndslag en omvat 448 erkende n voor deeltijdbehandeling en Tevens dient de ■en te werken. /01 jre kennis en ervaring van met echnische zijde van PC-apP^" •systeemprogrammatuur (DOS, i accuraat kunnen werken; vermogen; ntactuele en communicatieve den; istelling. Dorwaarden: ze functie behorende salaris inimaal 2.594,- en maxirnaa uto per maand op fulkime basis, nenae met de salarisscnaa bij functiegroep 35. Voor jeua- met de 21-jarige leeftijd is de il van toepassing. De overige rwaarden zijn conform ae het Ziekenhuiswezen. en; htingen omtrent deze functie ntact opnemen met de nee s, Hoofd Stafafdeling Automa- efoonnummer 0164-289430. es: lijke sollicitatie kunt u, onder van het vacaturenummer op de enveloppe, binn& ricnten aan het hoofd van soneelszaken van Psychiatrisc "Vrederust", Hoofdlaan Halsteren. Door Jan Greyn De tachtigjarige oud-KVP-minister J. R. M. van den Brink durft het nu ruiterlijk toe te geven. Als minister van Economische Zaken in het kabinet-Drees/Van Schaik was hij bepaald geen man van de wereld. Hij moest aan het eind van de jaren veertig -de oorlog in Nederland was net voorbij - met vertegenwoordigers van de opstandige Indonesiërs onderhandelen, maar hij besef te absoluut niet dat hij met een andere cul tuur van doen had. De onderhandelingstaktiek van de Indone siërs - met steevast een extreem bod als uit gangspunt - had de dertiger Van den Brink steeds verbaasd, maar de bewindsman pas te zijn eigen gedrag niet aan; niemand ook die hem dat vanuit het kabinet anders advi- Pas toen hij bij een van de onderhandelaars in Batavia thuis was en zijn gastheer hoor de praten met een saté-verkoper werd Van den Brink veel duidelijk. De verkoper vroeg een bedrag voor een portie saté dat zijn weekomzet haast evenaarde, terwijl de koper juist een belachelijk lage prijs Spel De prijs was na wat gedelibereer - de satés waren intussen lekker geroosterd - op een in Van den Brinks ogen redelijk bedrag uit gekomen. En hij besefte plotseling dat in de Indische cultuur onderhandelingen niet alleen om het resultaat gaan, maar mis schien net zoveel om het spel. Het had Van den Brink en zijn collega's veel ergernis kunnen besparen, maar de naoorlogse vaderlandse politiek was nu eenmaal erg naïef. Het kabinet onder leiding van de haast huiselijke Drees keek ook liever naar de eigen navel dan naar het Boze Buiten land. De oud-minister - de enige nog levende bewindsman van dat kabinet - deed zijn ontboezeming bij de aanbieding van een nieuw deel over de parlementaire geschie denis van Nederland na 1945. Het ging over band C, de laatste van de drie delen die het kabinet Drees-Van Schaik onder de loep nemen. Het is ook het deel dat ruim aandacht schenkt aan de conflicten rondom de latere republiek Indonesië: de chaos in het door PvdA en KVP gedomineerde kabinet, het parlement dat buitenspel stond, ook door een krachteloze oppositie, en het volslagen onbegrip voor de Indonesische vrijheids- wensen. Het Centrum voor Parlementaire Geschie denis heeft opnieuw een knap werkstuk afgeleverd dat bijna duizend pagina's beslaat. Als kritische noot zou kunnen gel den dat de uitvoerigheid van de beschreven onderdelen - het dekolonisatieproces, maar ook de ruzie om extra geld voor defensie - de doorsneelezer zal afschrikken. Een meer handzame 'populaire' samenvatting zou de materie voor een groter publiek toeganke lijk maken, waarbij de smakelijke details van de pietluttige feitjes gescheiden zou kunen worden. Maar voor liefhebbers van het politieke bedrijf en het parlementaire proces valt veel te halen. Van de meeste acteurs in het kabinet Drees-Van Schaik (7 augustus 1948 - 15 maart 1951) zijn handige portretten geschreven, terwijl de besluiten van het kabinet breed worden uitgemeten, com pleet met toelichtingen aan de hand van de inmiddels beschikbare ministerraadsnotu- len. Uit de pers van die tijd viel weinig inzichtelijks te halen. Pers en parlement stonden erbij, keken ernaar, maar zwegen voornamelijk. Bij de eigenlijke besluitvorming waren fei telijk alleen maar ministers betrokken. Het parlement deed een beetje mee via de frac tieleiders Romme (KVP), Schouten (AR), Tilanus (CHU), Oud (WD) en Van der Goes van Naters (PvdA). Maar van een serieuze parlementaire controle was geen sprake, te meer daar begrotingen vaak achterhaald waren als ze in de Kamer kwamen. Finan cieel zag het er voor het land allerbelab berdst uit, zodat van de kabinetsleden eigenlijk ook alleen premier Drees en minister van Financiën Lieftinck het voor het zeggen hadden. De kreet 'Indië verloren, rampspoed gebo ren' was op iedere straathoek te horen. En minister Lieftinck zag de ene financiële tegenvaller na de andere. Hoe zou dat gaan als Indië niet meer van 'ons' zou zijn. Nederland zal failliet gaan, verzuchtte oud premier Beel meer dan eens en vond daarbij Lieftinck als een pleitbezorger voor de eer ste politionele actie in Indië/Indonesië. Veel kabinetsleden moeten gedacht hebben dat militair ingrijpen 'ginds' nodig was om Nederland te redden. Politici van toen spraken in het parlement niet zo uitvoerig over de voors en tegens als vandaag de dag. De ene tegenstem die voor zichtig klonk was die Van der Goes van Naters, maar hij raakte dan ook snel uit de gratie bij de PvdA, omdat hij Drees feitelijk tegensprak. Toen uit Indië terugkerende militairen zich later afvroegen of veel van hun kameraden wel voor het goede doel waren gesneuveld, stonden de politici met de mond vol tanden. Tot op de dag van vandaag heeft 'de poli tiek' ook geen afdoende antwoord gevonden op die kwestie, vooral ook omdat natuurlijk de vrees bestaat het achteraf allemaal veel beter te weten. Feit is dat regering en parle ment nogal knullig te werk gingen. Het was een aanfluiting van de democratie, maar - dat geldt ook hier - dat is natuurlijk een redenering anno 1996. En juist de zwakke momenten in een demo cratisch proces moeten helder aan bod komen. Het is het Centrum voor Parlemen taire Geschiedenis (CPG) toevertrouwd, ook al gaat het onderzoek heel traag. De verschijning van de boeken houdt bijna gelijke tred met de geschiedenis, want de periode van zes jaar is in vijf jaar beschre ven. „Misschien moet het iets korter," zei voorzitter Borrie van het CPG. Dat is niet synoniem voor slechter. Parlementaire Geschiedenis van Nederland na 1945; Deel III: het kabinet-Drees-Van Schaik, band C: Koude oorlog, dekolonisatie en integratie. Prijs 85 gulden. Eerder verschenen in de serie: Deel I: het kabinet-Schermerhorn-Drees. Deel II: de periode van het kabinet-Beel. De boeken zijn een uitgave van: Centrum voor Parle mentaire Geschiedenis van de Katholieke Universiteit Nijmegen) V) 'Ik weet wat je doormaakt' //V£R£)lkWLfe,M.£- MOET Door Pascale Thewissen Jean-Marie Malmendier praat zacht en monotoon. Op haast afstandelijke manier beschrijft hij de gruwelijke moord op zijn dochter. Alsof hij in gedachten een film afspeelt waarin hij zelf geen rol speelt; zijn ogen gefixeerd op een kale plek op de muur. Dan, plotseling, stokt zijn stem. Langzaam staat de 46-jarige man op. Om een sigaret te halen in de kamer ernaast. Het is een korte adempauze in een lhng en dramatisch verhaal. Corine werd in juni 1992 als vermist opgegeven in het Belgische Plom- bières, even over de grens bij Vaals. De rijks wacht ondernam aanvankelijk geen enkele actie. Er werd geopperd dat de 17-jarige stu dente wel eens vrijwillig van huis kon zijn weggelopen. Acht dagen later vond de politie op aanwijzingen van de Belgische gangster Thierry B. haar levenloze lichaam. Vastge bonden aan een boom in de bossen van Lier- neux, provincie Luik. Ook Corines vriend, de 21-jarige Marc, was met een enkel schot uit een riot-gun om het leven gebracht. Of Corine voor haar dood is misbruikt door een van de gangsters, is ondui delijk. Thierry B. verklaarde tegen de politie dat Thierry M. - met wie hij in juni 1992 een gewelddadige strooptocht door het Bel gisch/Nederlandse grensgebied maakte - zich aan het meisje zou hebben vergrepen. M. ont kent dat, al laat hij zich één keer ontvallen dat Corine vièrge was. Het meisje was nog maagd. Malmendier heeft de dood van zijn dochter leren verwerken. „Maar er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan haar denk." Hij graait naar een asbak en steekt een sigaret op. De telefoon rinkelt onophoudelijk. Malmendier huurt een appartement in het bedevaarts- oordje Banneux, maar de meeste uren van de dag brengt hij hier door, in Luik. De muren van zijn aftandse kantoortje zijn behangen met foto's van Mark en Corine. Op de overvolle boekenplanken staan de dossiers van kinderen die vermist worden in het Franstalige gedeelte van België. Zo ook het dossier van Julie en Melissa, de twee meisjes die een jaar geleden in de omgeving van Luik spoorloos verdwenen. Malmendier was er destijds van overtuigd dat zijn dochter niet was weggelopen. „Ik wist voor mezelf: dat kan niet. Ik voelde me mach teloos. Opeens was niets in mijn leven meer normaal. Ik sliep niet; ik at niet meer." Enkele dagen na de verdwijning werd zijn auto - waarmee het jonge stel was gaan stap pen in Luik - teruggevonden. Twee ex-gedeti neerden werden gearresteerd. „Ik dacht: ze hebben de kinderen vastgebonden en opgeslo ten. Ik wilde niet geloven dat ze dood waren." Sinds die afschuwelijke zomer is er veel ver anderd voor Jean-Marie Malmendier. Dat hij van zijn vrouw zou gaan scheiden, lag al vast vóór de verdwijning van Cori ne. Inmiddels is hij alweer enkele jaren alleen en wijdt hij al zijn tijd aan de Stichting Mare Corine, die hij samen met de ouders van de jongen oprichtte. „We wisten dat er men sen rondliepen die even ongelukkig waren als wij. Die mensen wilden we helpen. We wilden iets doen aan hun machteloosheid. In de naam van onze kinde- De Stichting Mare Corine is inmiddels uit gegroeid tot een instituut. Malmendier heeft de dagelijkse leiding. Hij staat aan het hoofd van een uitgekiend alarmeringsnetwerk dat in actie komt zodra het vermoeden bestaat dat een kind niet vrijwillig van huis is weggelo pen. In allerijl worden er affiches gedrukt en over het hele land verspreid. De posters van Julie en Melissa hangen intus sen achter alle winkelramen in de Luikse bin nenstad. Muren en viaducten zijn beplakt en ook in het omringende buitenland zijn foto's van de twee meisjes verspreid. „Het is belangrijk voor ouders om zélf iets te ondernemen. Je kunt niet thuis op de bank blijven zitten terwijl je hele leven op z'n kop staat." Aan het woord is een bevlogen man. Iemand die tegen een wanhopige vader of moeder kan zeggen: „Ik weet wat je door maakt." Malmendier, fel: „Ik wil voorkomen dat mensen kapot gaan; aan de drank raken of nog erger dingen doen. Ik weet hoe ik mezelf op dat moment voel de." De vader van Corine wordt niet alleen te hulp geroepen door de ouders. Vorige week maandag werd voor het eerst door de onderzoeksrechter een beroep gedaan op de stichting. In een Luiks zieken huis was een dag eerder een baby ontvoerd. Mare Corine stelde haar telefoonlijnen open en verspreidde onmiddelijk robot-foto's van de vermoedelijke dader, een vrouw van onge veer 36 jaar oud. Afgelopen zondag werd de kidnapster aangehouden. Na een tip die bij de Stichting Mare en Corine was binnengeko men. Malmendier schat dat Mare Corine de voor bije drie jaar zo'n honderdtwintig zaken heeft aangenomen. Niet elk kind dat als vermist werd opgegeven, was gekidnapt of erger. „Natuurlijk waren er ook fugés bij, weggelo pen kinderen." Als het aan Malmendier ligt, ontstaat er bin nen de kortste keren een uitgebreid Europees netwerk van ouders en vrijwilligers, die samen alles in het werk stellen om ontvoerde en vermiste kinderen terug te vinden. „Daar leef ik voor. Ik ben hier zeven dagen in de week mee bezig." Nee, zijn gezin heeft hem dat niet in dank afgenomen. Malmendier zucht diep. Mis schien doet dat nog het meest pijn, dat hij in dat eerste jaar na de dood van Corine zijn zoon onbedoeld het huis uitjoeg. „Bij de scheiding kreeg ik Bruno, onze zoon, toegewezen. De jongste dochter Cathy bleef bij mijn vrouw. Ik stak echter al mijn tijd in het opbouwen van de stichting. Mijn apparte ment verwerd langzaam tot kantoor. En Bru no besloot om naar zijn moeder terug te gaan." Later ging Bruno in het leger. „Bruno had een innige band met Corine. Hij kon haar dood niet verwerken, maar het leger scheen hem goed te doen. Op een gegeven moment vertel de hij me dat hij naar Bosnië wilden. Dat heb ik hem afgeraden." De gedachte nóg een kind te verliezen, was meer dan Malmendier kon verdragen. Bruno ging uiteindelijk niet naar voormalig Joegoe- slavië. Zachtjes; „Hij is een man nu. Hij ziet in dat hij mijn zoon is en een plaats heeft in mijn leven. Mijn nieuwe leven." Ook de jongere Cathy leed onder de dood van haar zus. „In Marcs familie was de slag minder groot, omdat het gezin hem samen kon opvangen," constateert Malmen dier nuchter. Jean-Marie Malmendier in zijn kantoor naast een poster van Julie en Melissa, twee meisjes die sinds een jaar vermist zijn. FOTO PETER SCHOLS De stille, rustige man denkt ondanks alles dat Thierry M. en Thierry B. hem en zijn gezin hebben aangedaan, niet aan wraak. Hij hoopt alleen dat het tweetal nooit meer terugkeert in de maatschappij. „Het risico dat ze nog meer slachtoffers maken, mogen we niet nemen," zegt hij gedecideerd. Het duo heeft al zo veel slachtoffers gemaakt. Tijdens diezelfde strooptocht werden niet alleen Corine en Mare vermoord. Ook een andere jongen stief een gewelddadige dood, nadat hij had moeten toezien hoe de twee Bel gen zijn vriendin beurtelings verkrachtten. Ook overvielen ze een krantenbezorger in Eijsden. De man werd zwaar toegetakeld met een dolk en van zijn geld beroofd. „Nee, deze mensen mogen nooit meer vrij rondlopen," zegt Malmendier. Maar de beslissing is niet aan hem. De moordenaars van Corine werden enkele weken geleden veroor deeld tot de doodstraf. Maar omdat die in Bel gië niet in praktijk wordt gebracht, werd de straf omgezet in levenslang ofwel dertig jaar cel. Minus strafvermindering kunnen beiden over tien jaar weer op vrije voeten zijn. Zijn jongste dochter Cathy is dan net iets ouder dan Corine, op de dag dat ze stierf.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 45