Studeren 'Te weinig jongelui kiezen voor techniek' 'Het heeft niets te maken met zon, zee en strand' DE STEM ONDERWIJSBIJLAGE Een titel is een lintje voor yuppen Geld verdienen na hbo-opleiding Bernard Broeders, decaan op de polytechnische faculteit in Breda Veel studenten hebben verkeerd idee over hogeschool voor toerisme en verkeer Cindy Reininga Jelrïk Engbersen ZATERDAG 20 JANUARI 1996 poor prof. Camiel Haitians, litt drs. Ais ik een duur boek ter bespreking aanvraag, gebruik ik mijn doctorandus titel wel eens. Om te voorkomen dat de uitgever denkt dat zijn prachtwerk be geerd wordt door zo maar iemand, dat hij weet dat ik geen gierige verzamelaar ben, maar een serieuze journalist met het een en ander aan specialistische ken nis. Maar schrijven onder drs. nooit, de lezer wil ik niet met mijn academische status imponeren." In het buitenland wordt anders over ti tels gedacht dan door deze collega. Een Duitse hoofdredacteur, al is het van de kleinste plaatselijke Anzeiger, heet niet alleen voor collegae, relaties en lezers Herr Chefredacteur, hij ondertekent zijn doorwrochte pennevruchten ook nog met zijn bewijs van universitaire scho ling: Dr. Duitsers zijn dol op titels: Geheimrat, Kammersanger, Dr. hab. Wie er recht op heeft, voert de onderscheiding. Tot in bed toe. Nederland is geen titelland. Natuurlijk, een jurist noemt en schrijft zich mr., techneuten ir. of ing. en aan de weg tim merende makelaars of organisatiepsy chologen met commerciële bedoelingen adverteren als drs., maar een minister of kamerlid dat er op staat met zijn acade mische titulatuur aangeduid te worden wordt een dikdoener gevonden. Toch begint het buitenland ook op dit terrein voorbeeld te worden. Heao'ers die hun vleugels over de grenzen uit wil den slaan, beklaagden zich erover dat hun diploma nauwelijks aanzien had. Er was immers slechts in uitzonderlijke ge vallen een titel aan verbonden. Hun kan sen op een glanzende carrière werden door de vaderlandse benepenheid en ge lijkheidsdrift beperkt. Zij konden in te genstelling tot hun Amerikaanse con currenten niets voor of achter hun naam zetten. Het vaderland luisterde naar deze ge rechtvaardige klacht en vanaf 1988 mo gen alle afgestudeerden van een vierjari ge hbo-opleiding zich daarom ing. of bc. noemen. Voor technische vakken is het ingenieur. Maar wel achter de naam om het onderscheid met de universitaire in genieur, de ir., zichtbaar te houden. Alle andere gediplomeerde hogere beroepers zijn baccalaureus, letterlijk: zaad waar uit lauweren verwacht worden. Een jeugdig onderwijzer kan zijn pupil len uit groep 4 nu niet alleen hoger ge vormd, maar ook getiteld onderrichten. Hij zal het zelden doen. Een jonge violist aan de derde lessenaar mag zich, in te genstelling tot zijn oudere, met con courspalmtakken bekroonde concert meester, als bc. in het programmaboek laten vermelden. En een verpleegkun dige en maatschappelijk werkster met een recent diploma van een vierjarige cursus verrichten hun heilzaam werk eveneens onder de zegeningen van een titel. Toch voeren geen van dezen hun onder scheidingsteken. De internationaal ge oriënteerde economisch en administra tief geschoolden doen het niet, omdat hc. in het buitenland niets zegt; het is een titel die over de grenzen volledig on bekend is en dus niet het gewenste aan zien geeft. Acteurs, journalisten en so ciaal-cultureel werkers voelen er niets voor, omdat het ongewenste afstand schept. Zoals een jonge, aan een School voor Journalistiek opgeleide collega zei: „Doe mij maar de centen, aan die titel heb ik niets. Dat is een lintje voor yuppen." De hbo'ers die veel geld zijn gaan ver dienen, beschikken vaak over dezelfde kenmerken. Hieronder zijn wat eigen schappen die naar een hoog uurloon lei den op een rij gezet. Die eigenschappen kunnen overigens soms afwijken van de voorwaarden voor een flink maandsalaris. In sommige be drijfstakken wordt per maand welis waar veel verdiend, maar daar kunnen ook de werkweken wel eens de spuiga ten uit lopen. Sociaal-agogen verdienen per uur relatief veel omdat ze niet al te lange werkweken hebben en verpleeg kundigen hebben veel onregelmatige diensten. Hoog uurloon: afgestudeerd in 1993 al wat ouder - gehuwd of samenwonend van het mannelijk geslacht autochtone Nederlander ■vwo- of andere hbo-opleiding als voor opleiding afgestudeerd aan hgzo of hsao deeltijd-hbo gevolgd werkervaring of bestuurlijke ervaring vpor afstuderen niet te lang werkzoekend - langer in functie werkzaam in groot bedrijf werkzaam in het bedrijfsleven werkzaam in buitenland of in west- Nederland gestudeerd in een andere regio minder dan 30 uur per week werken vaste baan tirfn ^o-niveau in He eigen rich- 'eidinggevende functie Door Frank Lambregts Breda - Hoewel de banen in de techniek zo'n beetje voor het oprapen liggen, kampt de hts in Breda jaar-op-jaar met een onderbezetting. „Nee, we hebben nog nooit een studentenstop gehad," klinkt het lichtjes onderkoeld vanuit de Lo- vensdijkstraat in Breda. „Te weinig jongelui kiezen voor een hogere technische opleiding," bevestigt Bernard Broeders, decaan en voorlichter op de hts in Breda, ook wel bekend onder de naam Poly technische faculteit van de Hogeschool West- Brabant. Te weinig, omdat de arbeidsmarkt er meer nodig heeft. Broeders: „Landelijk neemt het aantal tech nische studenten de laatste tijd weer af. Ik denk dat de tempobeurs een van de grote boosdoeners is. De hts staat bekend als een zware studie en je bedenkt je wel twee keer voordat je zoiets aanpakt. Veel studenten zijn bang dat ze de opleiding niet op tijd af krijgen en dat ze dus met een studieschuld blijven zit ten." Daarnaast lijkt er nog steeds een en ander mis te zijn met het imago van de technische be roepen. Veel jongelui hebben nog steeds het idee dat na de opleiding aan de hts de vuile overall lonkt. En dat trekt hen niet. Anderen zien zichzelf weer niet de hele dag computer zitten te programmeren Creatief „Allemaal fout," legt Broeders uit. „De hts leidt op voor leidinggevende in het bedrijfsle ven. En onze afgestudeerden komen door gaans terecht in het middle-management van het midden- en kleinbedrijf of bij een multi national. Dus niks vette handen of heel de dag achter de computer. De hts'er vervult een be langrijke schakel tussen de directie en de pro ductie. Wat de directie wil, vertaalt de hts'er naar de mensen op de werkvloer. En hun er varingen koppelt hij weer terug naar de di rectie. Een functie waarin je dus creatief moet handelen en waarin een brede ontwikkeling noodzakelijk is. Je moet niet alleen techneut zijn, je moet bijvoorbeeld ook goed met men sen kunnen communiceren." Dat laatste was nu een eigenschap waarin de technoloog niet altijd even goed uitblonk. Een klacht uit het bedrijfsleven was in het verle den dat de hts'er zijn vak wel verstond maar dat hij het liefst op zijn techneutische eiland je verbleef. „Door dergelijke signalen uit de praktijk zijn we het onderwijs anders gaan inrichten," legt Broeders uit. „We geven tegenwoordig prak tisch geen hoorcolleges meer, maar projecton derwijs. De student werkt in een groep aan een bepaald product, zeg maar een asbak. Straks, in het bedrijf, komt hij immers ook in een groep terecht. In zo'n project komen alle technische vakken aan de orde, maar ook communicatieve vaardigheden, presentatie technieken en marketing-aspecten. Die asbak moet immers niet alleen op de best mogelijke manier gemaakt worden, maar ook ver kocht." Winkelen De hts'er krijgt dus een brede opleiding, dit in tegenstelling tot de student aan de technische universiteit, die op zijn beurt weer veel dieper in de theorie duikt. Broeders: „De hts'er weet waar hij wat kan halen. Hij kan uit de wetenschap winkelen en pakken wat hij nodig heeft. Sommige van on ze studenten willen na de hts doorstuderen aan de TU en ik adviseer hen dat alleen als ze per se 'het waarom willen weten'." Verdwijnen de meeste hts'ers in de kleinere en middelgrote bedrijven, velen zien een ron kende internationale carriere bij een multina tional als Shell of Dow de grootste levensver vulling. „Het is maar net wat je wil," zegt Broeders. „In het midden- en kleinbedrijf ben je met van alles bezig. Bij een multinational wordt er een1 vakje aangewezen: dit is voor jou. Daarom gaan de banen bij de multinatio- Bernard Broeders: „Er zit natuurlijk nog heel veel technisch talent onder de dames, maar we krijgen dat niet goed aange boord. foto de stem/johan van gurp nals ook vaak naar TU'ers, die zijn heel ge specialiseerd." Een flinke studieschuld of niet; de afgestu deerde hts'er is binnen een dikke maand ge garandeerd in staat om aan de sanering daar van te beginnen. De werkgevers zitten im mers te springen om techneuten. „Ze bellen ons vaak voor de adressen van vierdejaars," zegt Broeders. „Maar die mogen we niet zo maar geven." Volgens Broeders vindt 75 procent van 'zijn' afgestudeerde jongens en meisjes onmiddel lijk na de ontvangst van het diploma een baan met een bovenmodaal inkomen. De hts'ers slagen er echter niet gemakkelijk in om een vaste baan te bemachtigen. Ze zijn vaak ge dwongen om lang voor een uitzendbureau of op projectbasis te werken, omdat de werkge ver ze niet meteen een vast contract aanbiedt. Dertien procent studeert verder, negen pro cent moet nog even in dienst en een klein clubje pechvogels (vier procent) is gemiddeld 53 dagen op zoek. Als er al problemen zijn om aan een baan te komen, moeten die gezocht worden in de chemische technologie. „Die sector heeft een tijdje in de problemen gezeten, maar trekt nu weer aardig aan," zegt Broeders. Ook in de elektrotechniek is het soms wat langer wach ten op een geschikte baan. „Maar in de groep die lang op zoek is, zitten natuurlijk ook jongens die denken: 'ik kan nog lang genoeg werken, eerst maar eens een wereldreis voordat het te laat is'," zegt de caan Broeders. Meisjes De techniek is een mannenbolwerk en dat zal het voorlopig wel blijven. Op de duizend stu denten aan de Polytechnische Faculteit in Breda zijn slechts 25 dames te vinden. Hun voorkeur gaat met name uit naar chemische technologie. „Kies Exact en de Doe Dag voor Meisjes heeft alles bij elkaar nog niet veel opgeleverd," geeft Broeders toe. „Dat is heel jammer, want er zit natuurlijk heel veel technisch talent on der de dames. Een potentieel dat wij nog steeds niet goed krijgen aangeboord. Daar staat tegenover dat de meisjes die er daad werkelijk voor kiezen het bijna altijd halen. Degenen die zich niet af laten schrikken zijn extra gemotiveerd en die komen er wel." De beste voorwaarde om de eindstreep van de hts te halen lijkt een vwo-diploma te zijn. 85 procent van de vwo'ers haalt in een jaar de propedeuse van 14 studiepunten. Havo-klan ten scoren aanmerkelijk lager met 67 procent en de mts'ers zitten daar tussenin met 75 pro cent. „Haal je de propedeuse het eerste jaar niet, dan hoef je alleen de vakken die je niet ge haald hebt opnieuw te doen," zegt Broeders. „Iedere student creëert op die manier zijn ei gen leerroute. Blijven zitten is er niet meer bij. De klant betaalt en is dus koning." Mare Lamers: „In de wereld komt elke tweeëneenhalve seconde een baan in het toe risme vrij. Maar die groei zit vooral in de la gere functies.foto de stem/johan van gurp Door Erik Hesen Breda - „Op het eerste gezicht hebben toerisme en verkeer weinig met elkaar te maken," vertelt Mare Lamers van de Na tionale Hogeschool voor Toerisme en Ver keer (NHTV). „Maar wat zou toerisme zijn zonder verkeer? Het ligt toch in eikaars verlengde. Daarom zijn de beide opleidin gen in een school samengevoegd." Aan de NHTV kunnen leerlingen verschillen de opleidingen te volgen. De eerste afdeling is de sector Verkeer, Planologie en Logistiek. De sector bestaat uit drie verschillende rich tingen: ruimtelijke ordening en planologie, verkeerskunde en logistiek en technische vervoerskunde. In de loop van het eerste jaar moet gekozen worden voor één van deze drie opleidingen. „Verkeer is op dit moment ontzettend actu eel," zegt Lamers. „Je leert in deze sector voor het verkeer plannen te ontwikkelen. De leerlingen moeten geïnteresseerd zijn in de technische aspecten van het vervoer, maar ook in economie." Afgestudeerden van deze sector komen vooral terecht bij de overheid en adviesbureaus. De tweede afdeling is de sector Toerisme en Vrijetijd. Hier kan gekozen worden uit twee richtingen: Toerisme en Recreatie en Vrije- tijdskunde. Daarnaast is er de vierjarige richting Nationaal gids, toerisme, cultuur en communicatie. Bij deze opleiding word je voornamelijk voorbereid voor een manage mentfunctie bij een reisorganisatie. „Je wordt in deze sector heel breed opge leid," vindt Lamers. „Je moet het gedrag van mensen snappen. Daarom krijg je vakken zo als sociologie, psychologie en geografie. Je zou met deze opleiding ook heel makkelijk in een beroep buiten toerisme en recreatie aan de slag kunnen. Je bent net zo gekwalificeerd als een heao'er. Wanneer je praktisch bezig wilt zijn is deze opleiding niet de goede. Het is een algemene opleiding. Voor de mensen die een meer praktische opleiding willen vol gen, is de derde sector veel beter. Die derde sector is de opleiding kort-hbo. Deze opleiding duurt in tegenstelling tot de twee anderen geen vier, maar twee jaar. Toch is het een volwaardige hbo-opleiding. „De sector kort-hbo leidt op voor vier func ties: manager reisbureau, manager recreatie onderneming, tourmanager en manager toe ristische informatie," zegt Lamers. „De hele studie is dan ook heel zwaar gericht op een van de vier functies. Je weet vanaf de eerste dag al wat je gaat doen. Het type stu dent op deze sector is ook anders. Op de vier jarige opleiding zitten meer generalisten. De leerlingen van kort-hbo zijn meer doeners." Zo'n 65 procent van de eerstejaars in de sec tor verkeer, planologie en logistiek studeert ook daadwerkelijk af. Bij de sector toerisme en vrije tijd is dat 60 procent en bij het kort- hbo 55 procent. Volgens Mare Lamers zijn die cijfers wel te verklaren. „De meeste leer lingen vallen af in de propedeuse. Wanneer je het eerste jaar gehaald hebt, heb je alle mo gelijkheden om af te studeren. „Ook het feit dat er een hoger percentage af gestudeerden is bij verkeer, planologie en lo gistiek zijn is te verklaren. Dat heeft te ma ken met het imago van toerisme. Veel leerlin gen denken meteen aan zon, zee, strand en plezier. Daarom melden ze zich aan. Ze ko men er hier dan achter dat het toch wel hard werken is. Het blijft natuurlijk een hbo-opleiding. Veel van die mensen vallen dus af." Zoals bij de meeste hbo-opleidingen is ook de stap van havo naar NHTV groot. „Vwo'ers hebben het een stuk makkelij ker dan leerlingen die van de havo ko men," vertelt Lamers. „Maar dat betekent natuurlijk niet dat iemand met een havo-diploma geen kans heeft. De toekomst ziet er voor afgestudeerden van de NHTV goed uit. Van de geslaag den in de sector verkeer, planologie en logistiek heeft 88 procent binnen drie maanden een baan. „Bij de richting verkeerskunde en logistiek gaat het zelfs perfect," vertelt Mare Lamers. „Van de afgestudeerden in 1995 heeft nu ie dereen een baan." „Over het kort-hbo kan ik nog weinig zeg gen. De opleiding bestaat nog maar vijf jaar. Van alle afgestudeerden heeft tot nu toe 83 procent een baan. „Bij de sector toerisme en vrijetijd ligt het wat moeilijker. Zo'n 77 procent van de afge studeerden vindt binnen drie maanden een baan. De markt groeit, maar dat hoeft niet te betekenen dat ook de hogere functies mee groeien. BBC Worldwide heeft onlangs een onderzoek gedaan naar de banengroei in het toerisme. Wereldwijd stijgt het aantal banen in het toerisme van 204 miljoen naar 348 mil joen. Dat betekent dat er per tweeëneenhalve seconde een baan in het toerisme vrijkomt. Maar die groei zit vooral in de lagere func ties." Leeftijd: 21 jaar Woonplaats: Breda Studeert: Toerisme - NHTV Breda Wat wil je later worden als je groot bent? „Ik wil in ieder geval onderzoeken doen voor het ontwikkelen van toerisme. Mijn studie is ook voornamelijk op het bui tenland gericht, daar wil ik ook werken. "Heb je voor deze studie gekozen uit in teresse of voor het grote geld? „Ik heb echt gekeken wat ik leuk vond. Ik weet toch nog niet hoe de banen er over vier jaar bijliggen. Wat zijn je kansen op de arbeidsmarkt? „Omdat ik vooral op het buitenland ge richt ben, heb ik een grote kans. Het moet lukken." Wat is het interessantste vak of onder deel van je studie? „We werken veel in groepen. Je leert dan samen een produkt af te leveren." En het sufste? „Pff, daar moet ik even over nadenken. Die theoretische vakken misschien, maar ook die zijn in leuke opdrachten ver werkt." Hoe kom je elke maand financieel rond? „Naast mijn basisbeurs heb ik een aan vullende. Maar ik doe er ook wat werk bij. Voor de NHTV geef ik voorlichting op middelbare scholen, wat PR-dingen dus. Daarnaast werk ik nog wel eens via een uitzendbureau." Waar'geefje het meeste geld aan uit? „Huur, college- en boekengeld." Hoeveel tijd besteed je per week aan je studie? „Hangt van de periode af. Voor tenta mens veertig tot vijftig uur, anders onge veer dertig." Heb je nog tijd over voor leuke dingen? „Weinig. Ik kan elke week een keer stap pen en verder moet ik wer ken." Wie doet de was? „Die doe ik zelf." Leeftijd: 23 jaar Woonplaats: Raamsdonksveer Studeert: Economie aan de KUB Wat wil je later worden als je groot bent? „Iets in de administratie van een onder neming. Ik vind de administratie-vakken leuk en ook het omgaan met mensen vind ik interessant." Heb je voor deze studie gekozen uit inte resse of voor het grote geld7 „Uit interesse. Je weet nog niet of je groot geld gaat verdienen." Wat zijn je kansen op de arbeidsmarkt? „Je hoort om je heen, dat die vrij goed zijn voor mijn richting. Wat is het interessantste vak of onder deel van je studie? „Accounting als control instrument. Je leert hoe je mensen in een organisatie moet sturen. Je kijkt hoe je gedrag kunt beïn vloeden." En het sufste? „Organisatie. Misschien is het vak op zich best wel leuk, maar het wordt zo theo retisch gege ven. Je moet alles uit het hoofd leren." Hoe kom je elke maand finan cieel rond? „Ik werk heel veel bij. Ik heb een baantje bij de PTT. De beurs is eigenlijk meer aanvulling." Waar geef je het meeste geld aan uit? „Ik geef het meeste geld uit aan kleding, uitgaan en studie-boeken." Hoeveel tijd besteed je per week aan je studie? „Zo'n dertig uur per week. Daarin zitten twintig college-uren." Heb je nog tijd over voor leuke dingen? „Ja hoor. Ik besteed nog regelmatig tijd aan uitgaan, surfen en mijn vriendin." Wie doet de was? „Mijn moeder."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 47