SfuSMren Student moet op de kleintjes letten De dreigende teloorgang van een kennisland scursus onderwijs destem GH SCHOOL De meest populaire studierichtingen ONDERWIJSBIJLAGE F2 De kosten en baten in het studiejaar 1996/1997 IOOLJAAR IN HET] ILAND 1996/97 BREDA chool voms6 Cees van Houten Chantal Strijbos Bezuinigingen van anderhalf miljard diskwalificeert de Nederlandse student mm j 20 JANUARI 1996 x s| ZATERDAG 20 JANUARI 1996 let open armen ontvangen als lin het basisonderwijs als u aan dj precht de opfriscursus heeft i de cursus: vergroten van de i .■den van herintreders (reeds in hel Ren bevoegdheid voor het basis- Ibiedt: Igedagen :>p donderdag van 9 tot 4, rich Hagen met praktijkbegeleiding fit voor onder- en bovenbouw- hen Itie op kaderfuncties Itietraining I wordt gegeven in de maanden naart en april. sterie van Onderwijs neemt de Iten voor zijn rekening. Is of bel voor informatie met de rdrecht, |o van Gijnweg 6, Dordrecht. 1(078) 617 35 11. iol Rotterdam Omstreken VTIEBIJEEN KOMST 'lieuw Zeeland, Canada, Frankrijk Ireen tussen 14 en 18 jaar uit voor iformatiebijeenkomst in 11996 van 19.00 tot 21.00 uur llege, Emerweg 29,4814 NA Breda latis en je bent tot niets verplicht, bg de brochure aan! Stuur de bon in ps kantooruren: 0570-63 66 62 f337, 7400 AH Deventer 3>P- ...Plaats: ...Geb. datum:.. ijj^Zeehnd Boulevard Bankert 156 Vlissingen ooor Hans van den Broek pen Haag - Wat mogen jongeren verwachten als zij in het studiejaar 1996/1997 aan een Nederlandse hogeschool of universiteit gaan studeren? Hoeveel collegegeld moeten zij betalen? Hoe hoog is hun basisbeurs? Wanneer komen zij in aanmerking voor een aan- vullende beurs? Wat voor gevolgen heeft de invoering van de prestatiebeurs? Een cent- ■e bijverdienen, mag dat? En zo ja, hoeveel? Moeten zij gedurende hun studie rekening houden met nieuwe bezuinigingen? Een overzicht van de feiten en cijfers. Op een zomerse achternamiddag in augustus 1994 besloten drie 'paarse' onderhandelaars op het Binnenhof het lieve sommetje van an derhalf miljard gulden te bezuinigen op het hoger onderwijs en de studiefinanciering. Kille cijfers, met vérstrekkende gevolgen voor de nieuwkomers in het hoger onderwijs. De studiebeurs is allang geen vetpot meer, maar het is nu ook weer niet zo dat studenten op brood en water hoeven te leven. Wel moe ten zij op de kleintjes letten. Leeftijd: 22 jaar Woonplaats: Breda Studeert: Culturele maatschappelijke vorming Hogeschool West-Brabant fat wil je later worden als je groot bent? „Ik zie voor mezelf een taak weggelegd in het bevorderen van de solidariteit. Op bouwwerk eigenlijk, maar geen buurt huiswerk. Heb je voor deze studie gekozen uit inte resse of voor het grote geld? „Puur omdat het me echt aansprak. Hier voor heb ik 'maatschappelijk werk' ge studeerd, maar daarmee ben ik flink op mijn bek gegaan. Dat was meer hulpver lening, wat ik nu doe heeft meer weg van dienstverlening." Vat zijn je kansen op ie arbeidsmarkt? „Omdat de opleiding zo breed is, zie ik het positief in. Maar het ligt vooral aan je in- Vat is het interessant ste vak of onderdeel mn je studie? „Cultuurgeschiedenis en drama. Vooral drama is heel essentieel, je leert in te spelen op toekom stige situaties. Daar- oaast is het ook leuk. Ende sufste? .Ik zit in het eerste jaar en daarin heb je feel vormende vakken. Heel theoretisch dus, maar je moet door die zure appel heen. Alle vakken hebben wel relevantie, maar vaak heel indirect. 'Planmatig le ven' bijvoorbeeld, want later moet je wel eens beleidsnota's doornemen. Hoe kom je elke maand financieel rond „Ik heb lieve ouders, dat scheelt een hoop, Verder is het een kwestie van zui nig zijn. Veel gehakt eten dus. Het gaat nog wel, maar de beurs moet niet verder omlaag gaan." Waar geef je het meeste geld aan uit? „Huur en vaste lasten. Uitgaan zit er bij na niet in. Maar ik heb net zo veel plezier als ik thuis met wat maten een pilsje drink." Hoeveel tijd besteed je per week aan je studie? „Ik heb veel vrijstellingen, dus op dit mo ment niet zo veel. Buiten de lesuren om denk ik zo'n vijf uur. Daarnaast doe ik wel heel veel aan buitenschoolse activi teiten." Heb je nog tijd over voor leuke dingen? „Jawel, ik frisbee en loop regelmatig. Een enkele keer duik ik nog wel eens de kroeg in." H'/e doet de was? „Die breng ik naar huis, zolang ik nog geen wasmachine heb. Én ik kan daar ook niet voor gaan sparen." Steuntje Wie niet geheel op eigen benen kan staan, kan rekenen op een steuntje in de rug van on derwijsminister Ritzen. Maar het uitgangs punt voor dit kabinet is: 'Geven waar het kan, lenen waar het moet'. Tot nu toe heeft dat al met al geleid tot een lagere basisbeurs, hogere collegegelden en meer leenmogelijkheden. De kans bestaat dat op den duur de basisbeurs helemaal ge schrapt wordt. Maar zover is het nog lang niet. En bovendien, Rit zen heeft met de hand op z'n hart beloofd studenten die eenmaal aan een studie begonnen zijn, tijdens de rit met rust te laten. Van een eventuele nieuwe aanval van be zuinigingsdrift zullen dus alleen toekomstige schoolverlaters last hebben. Een andere zekerheid voor de tienduizenden eerstejaars in sep tember 1996 is dat zij nog niets zullen merken van de ingrijpen de hervormingsplannen van het duo Ritzen/Nuis. Voor vele stu denten na 1996 zal gelden dat zij gemiddeld ook sneller moe ten studeren. De aankomende eerstejaars studenten genieten nog het 'voorrecht' dat zij al leen te maken zullen krijgen met een minder gevulde studiebeurs en hogere collegegelden dan hun voorgangers. Dat collegegeld kost een student in het stu diejaar 1996/1997 omgerekend 200 gulden per maand. In de twee daarop volgende stu diejaren gaat het collegegeld nog eens met 175 gulden per jaar omhoog, tot een totaal bedrag van 2750 gulden vanaf september 1998. Deze bedragen gelden alleen voor stu denten die recht hebben op studiefinancie ring. Deeltijd-studenten en studenten die hun rechten op een beurs al geheel verbruikt hebben, betalen achtereenvolgens minimaal 1250 gulden en 2400 gulden (in 1996). Uni versiteiten en hogescholen hebben de vrij heid om aan deze groepen studenten een ho ger collegegeld te vragen. De stapsgewijze verhoging van het college geld wordt voor studenten van ouders met lagere inkomens gecompenseerd via een ver hoging van de aanvullende beurs. Die aan vullende beurs (een gift) bedraagt volgend jaar maximaal 4540 gulden per jaar. Be draagt het belastbaar inkomen van de ouders 46.000 gulden, dan heeft een student recht op het maximum. Naar gelang het inkomen stijgt, daalt de aan vullende beurs. Wie ongeveer 62.000 gulden of meer verdient, krijgt voor zijn/haar kind geen aanvullende beurs (deze inkomensgren zen gelden voor gezinnen met één kind). De basisbeurs voor uitwonende studenten bedraagt in het studiejaar 1996/1997 425 gulden per maand. Voor thuiswonenden is dat 125 gulden. Tegelijk met het stapsgewij ze verlagen van de basisbeurs tot 425 en 125 gulden, heeft Ritzen de leenmogelijkheid uit gebreid. Elke student kan nu bijlenen, tot aan het maximum van de studiefinanciering (1150 gulden per maand). Een student die liever een bijbaantje neemt in plaats van leent, mag jaarlijks maximaal 15.000 gulden (netto) verdienen. Eerst lenen In tegenstelling tot voorgaande generaties studenten, krijgen de nieuwkomers hun beurs niet 'zomaar'. 'Eerst lenen, dan pas een beurs', is het principe van de prestatiebeurs die het volgend studiejaar wordt ingevoerd (als de Eerste Kamer het wetsvoorstel deze keer wel goedkeurt). Dat wil zeggen dat eer stejaars minimaal de helft van hun studie punten moeten halen om hun beurs te krij gen. Willen zij ook de drie daaropvolgende jaren een beurs krijgen, dan zullen zij binnen zes jaar hun diploma moeten halen. Zo niet, dan blijven zij zitten met een (forse) studie schuld. Met de invoering van de prestatiebeurs (een 'paarse' uitvinding) wordt ook het recht op studiefinanciering verder beperkt. Studen ten krijgen een beurs zolang hun studie offi cieel duurt, mèestal vier jaar. Daarna is nog drie jaar alleen een lening mogelijk. Al het geleende geld moet na de studie in maande lijkse termijnen terugbetaald worden. De hoogte daarvan hangt af van het inkomen. Wie weinig verdient, hoeft weinig terug te betalen. De schuld die na 15 jaar terugbeta len nog openstaat, wordt kwijtgescholden. Leeftijd: 22 jaar Woonplaats: Tilburg Studeert: Volkshuisvesting (planologie) - NHTV Breda Wat wil je later worden als je groot bent? „Het liefste zou ik een baan zoeken bij een woningbouwcorporatie. Heb je voor deze studie gekozen uit inte resse of voor het grote geld? „Het eerste. De sociale aspecten van de bevolking trekken me zeer." Wat zijn je kansen op de arbeidsmarkt? „Op het gebied waarin ik afstudeer kun je vrij snel een baan vinden. Dat heb ik ten minste gehoord van mensen die al afgestu deerd zijn." Wat is het interessantste vak of onderdeel van je studie? „De praktijkproblemen die we behande len." En het sufste? „Het milieu wordt steeds belangrijker. We moeten berekenen hoeveel geluid de gevel van een woning mag ontvangen. Ik heb die vakken een paar keer over gedaan." Hoe kom je elke maand financieel rond? „In de weekenden werk ik flink bij, acht uur. Dat is best zwaar, vooral als je straks nog stage moet lopen." Waar geef je het meeste geld aan uit? „Kamer, levensonderhoud, kleding en ik betaal mee aan de auto van mijn vriend. Hoeveel tijd besteed je per week aan je studie? „Ze gaan altijd uit van 40 uur, maar met 30 tot 35 ben je toch wel klaar. Alleen in het afstudeerjaar moet je veel opdrachten maken. Dan kom je zeker aan 40 tot 50 uur." Heb je nog tijd over voor leuke dingen? „Daar moet je tijd voor maken. Alleen is het er dit jaar niet echt van gekomen. Al leen een beetje stappen." Wie doet de was? „Ik." In november vorig jaar werd door de studenten al heftig geprotesteerd tegen de b gingen in de studiefinanciering. foto de stem/johan Stuur mij informatie over. HNO HGZ° LO AOT PAB° °P de Nederlandse universiteiten is ge neeskunde de meest gekozen studierich- 'ing. Daarna volgen Nederlands recht en economie. 1 Geneeskunde 2 Nederlands Recht 3 Economie I Psychologie 5 Bedrijfskunde 6 Diergeneeskunde 7 Pedagogische wetenschappen Tandheelkunde 9 Biologie 10 Geschiedenis n net hoger beroepsonderwijs schrijven de Heeste studenten zich tegenwoordig in op een opleiding voor leraar basisonderwijs. 1 Leraar basisonderwijs 2 Commerciële economie 3 Sociaal-pedagogische hulpverlening 'Verpleegkunde Management, Economie en Recht 6 Bedrijfseconomie Fysiotherapie Personeel en arbeid "Maatschappelijk werk 10 Bouwkunde numerus fixus istellingsfixus (beperkt aantal eerstejaars). ppe (zonder postzegel) opsturen na nummer 320,4380 WB Vlissingen De Tweede Kamer buigt zich maandag 29 januari over de om streden hervormingsplannen voor het hoger onderwijs. 'Op weg naar een gevarieerd en compact hoger onderwijs' luidt kortweg de wens droom van PvdA-minister Ritzen en D66-staatssecretaris Nuis. Maar het verzet tegen de ingrij pende plannen in het Hoger On derwijs en Onderzoek Plan (Hoop) groeit. Een analyse over de langza me dood van dat Hoop. Door Hans van den Broek Den Haag - Werkgevers en werknemers trek ken eensgezind ten strijde tegen de dreigende teloorgang van Nederland als 'kennisland'. Universiteiten en hogescholen schuwen een nieuwe loopgravenoorlog niet. Studenten wor den badend in het zweet wakker na de zoveel ste nachtmerrie. En de Tweede Kamer is kreu nend en steunend op zoek naar een uitweg uit de gevangenis waarin zij zichzelf willens en wetens heeft opgesloten. 'De hel zal losbarsten', voorspelde premier Kok augustus 1994 bij de presentatie van zijn paarse regeerakkoord. Het lieve sommetje van 18 miljard gulden zou in vier jaar tijd bezui nigd moeten worden op de rijksbegroting: dat alles ter meerdere ere en glorie van 'werk, werk en nog eens werk'. Het ministerie van Onderwijs werd aangeslagen voor 1,5 miljard: een miljard op de studenten en 500 miljoen op de universiteiten en hogescholen. De immer loyale minister Ritzen, wiens terug keer op het politieke toneel een complete ver rassing was, ging ijverig aan de slag. Het mil jard op de studiefinanciering vond de doorge winterde bezuiniger razendsnel: hij introdu ceerde de gewraakte prestatiebeurs. Het half miljard op het hoger onderwijs kostte de 'mi nister van kaalslag' (een vondst van het CDA) aanzienlijk meer moeite. Via een ingenieuze constructie wist hij universiteiten en hoge scholen aan zich te binden; de studenten be taalden - via een hoger collegegeld in ruil voor meer kwaliteit - het gelag. Maar er restte desondanks nog altijd een paar honderd miljoen. Dat moest toch wel te combi neren zijn met de voorgenomen hervorming van het hoger onderwijs, dacht de creatieve onderwijsminister. Hij stuurde zijn secondant - de trouwe D66-staatssecretaris Nuis - het Minister Ritzen reist het hele land af om zijn beleid te verdedigen. Geen gemakkelijke opgave. foto persburo dijkstra land in om te horen wat voor ideeën er in on derwijsland zelf leefden over selectie, variatie en differentiatie in studieduur. Nuis graaide gretig uit de tombola aan suggesties en met veel passen en meten ontstond zo het concept Hoop, het eind vorig jaar gepresenteerde Ho ger Onderwijs en Onderzoek Plan. Bezuinigen Het tragikomische duo Ritzen/Nuis dacht het ei van Columbus gevonden te hebben: in één klap zowel het hoger onderwijs moderniseren als het laatste restje bezuinigingen binnenha len. Indachtig het principe van 'verdeel en heers' smeerden zij de pijn keurig over de uni versiteiten en hogescholen uit. Universiteiten krijgen een bezuiniging van 200 miljoen gul den op hun bordje, maar behouden de moge lijkheid om vier-jarige opleidingen te geven. Daarnaast krijgen zij de vrijheid om drie-jari ge studies aan te bieden, met een vervolgoplei ding van twee jaar voor een selecte groep stu denten. Hogescholen ontspringen de bezuini- gingsdans, maar worden gedwongen studenten met een vwo- of mbo-diploma in drie jaar tijd de hogeschool te laten doorlopen. 'Daadkracht en draagvlak' is het devies van paars. Aan daadkracht ontbreekt het Ritzen en Nuis niet. Maar het draagvlak, de steun voor het gewraakte onderwijsplan, brokkelt af. Dat komt omdat het hervormingsplan in wezen maar één ordinair doel beoogt: bezuinigen. Andere doelen - meer vrijheid voor universi teiten en hogescholen en 'maatwerk' voor de student (lees: betere, maar kortere studies) - lijken daaraan volstrekt ondergeschikt. De studiefinanciering en de inhoud van het on derwijs zijn verworden tot een Siamese twee ling. Zij kunnen niet meer zonder elkaar leven. Het gevolg is dat de politiek geen kant meer op kan, of het heeft direct financiële gevolgen. Een simpel voorbeeld: het voorgenomen be sluit van de Kamer om vwo'ers en sommige mbo'ers wel vier jaar aan de hogeschool te la ten studeren, heeft onmiddellijk gevolgen voor de studiefinanciering. Zo kunnen we niet wer ken, verzuchten - ook paarse - Kamerleden met regelmaat. Niet de inhoud van het onderwijs, maar de be kostiging ervan wordt meer en meer de belang rijkste maatstaf bij het bepalen van het rijks beleid. Op den duur leidt dat onherroepelijk tot een verschraling van het aanbod, van de kwaliteit van de afgestudeerde. Dat is ook het hoofdbezwaar van de Onderwijsraad tegen de plannen van Ritzen en Nuis. Een structurele verkorting van vier naar drie-jarige hbo-oplei- dingen voor vwo'ers en mbo'ers is 'te rigide'. Met zo'n verkorting komt de kwaliteit van het diploma onder druk te staan en zal het ook moeilijker worden om in het buitenland te werken. De Onderwijsraad is de eerste in de lange rij van criticasters om te erkennen dat de gemiddelde studieduur van de 450.000 studen ten in het hoger onderwijs omlaag moet. Hoe wel de eeuwige student al lang een zachte dood gestorven is, doen universitaire studenten ge middeld nog altijd een kleine zes jaar over hun vier-jarige opleiding. Niemand zal de wens van Ritzen en Nuis om die duur met gemiddeld een half jaar (over het hele hoger onderwijs) terug te dringen, betwisten. De kritiek van de Onderwijsraad, de Sociale Economische Raad, werkgevers- en werkne mersorganisaties, studenten en het hoger on derwijs zelf richt zich vooral op de dwang die hogescholen opgelegd krijgen. De redenering van Ritzen en Nuis is dat een vwo'er meer theoretische kennis heeft, en een mbo'er al praktijkervaring heeft opgedaan. Zij zouden dus de hogeschool in een kortere tijd kunnen doorlopen dan studenten met een havo-diplo ma. Maar wat voor de ene leerling geldt, geldt nog niet voor een ander, betoogt de HBO-raad, de koepelorganisatie van alle hogescholen. Ten onrechte scheren Ritzen en Nuis alle mbo'ers en vwo'ers over één kam. Het redelijke alter natief van de hogescholen is dan ook: Laat ons zelf bepalen welke student z'n diploma in drie jaar, en wie het in vier jaar kan halen. De ho gescholen zijn bovendien bereid het financiële risico voor het rijk (langer studeren kost meer studiebeurs) over te nemen. Loopgraven Maar de bewindslieden zijn benauwd dat zij - als puntje bij paaltje komt - toch weer op moe ten draaien voor de extra kosten. Die angst ge tuigt niet alleen van weinig vertrouwen, maar vormt bovendien het zoveelste bewijs dat de hervormingsvoorstellen puur en alleen zijn in gegeven uit financiële nood. De geschiedenis heeft geleerd dat het hoger onderwijs loopgra venoorlogen tegen hem onwelgevallige maat regelen niet schuwt. En er is geen enkele reden om aan te nemen dat universiteiten en hoge scholen zich ook nu niet met hand en tand zul len verzetten tegen deze vorm van verregaande overheidsbemoeienis. Niet alleen zij, maar ook de werkgevers, die vóór het aantreden van het paarse kabinet bij monde van VNO-voorzitter Rinnooy Kan pleitten voor zeer forse bezuini gingen op de rijksbegroting, vinden de korting op het hoger onderwijs al te gortig. Sterker, op hun verlanglijstje stond juist een extra inves tering van één miljard gulden in het onderwijs. De werkgevers roemen Ritzen en Nuis om hun besluit het mes te zetten in het woud aan oplei dingen, maar op kortere opleidingen in het ho ger onderwijs zitten zij niet te wachten. Zij zijn bang dat kortere opleidingen minder gekwali ficeerde afgestudeerden opleveren. Neder landse bedrijven hebben de concurrentiestrijd met het buitenland als het om de hoogte van de lonen gaat al lang verloren. Maar met 'Neder land kennisland' valt nog een wereld te win nen, zo verklaren de werkgevers hun behoefte aan goed en hoog opgeleid personeel. Nachtmerrie Zoals te verwachten valt, zijn de studenten het meest uitgesproken in hun verzet tegen de her vormingsplannen. Zij bestempelen die onom wonden als 'de ergste nachtmerrie'. Hun kri tiek richt zich bovendien niet alleen op de (ge dwongen) kortere opleidingen - waarbij zij zich in goed gezelschap weten van werkgevers, werknemers en de onderwijsinstellingen - maar ook op de scherpere selectie. Zo'n veertig procent van de studenten komt er kennelijk pas na ruim drie jaar achter dat een bepaalde studie toch niet is wat hij of zij ervan ver wachtte. Zonde van het geld, orakelen Ritzen en Nuis niet geheel ten onrechte. Om ervoor te zorgen dat de student eerder op de juiste plaats terecht komt, krijgen universiteiten en hoge scholen de mogelijkheid om al na drie maan den een bindend studie-advies te geven. Veel te snel, vinden de studenten die meer zien in zelf selectie. Maar veel reden voor zorg is er niet, want de universiteiten zijn niet van plan deze nieuwe selectiemogelijkheid 'al te dirigistisch, al te verplichtend' toe te passen. Waarom zou den zij ook? De werkelijke selectie vindt im mers al veel eerder plaats: op de basisschool. Geduldig heeft de Tweede Kamer de laatste maanden stapels rapporten gelezen over hoe het wel zou moeten, gedwee heeft zij de stort vloed aan kritiek op de kabinetsplannen over zich heen laten komen. Met als voorspelbaar resultaat het (deels) schrappen van de bezuini ging op de universiteiten en het sterk afzwak ken van de verplichte drie-jarige hbo-oplei- dingen. De operatie is geslaagd, zullen Ritzen en Nuis tevreden concluderen, ook al is het hart van hun hervormingsplan voorzien van een aantal by-passes. Maar deze hervormingsoperatie maakt nog lang geen einde aan de Grote Verwarring, die zich van het hoger onderwijs heeft meester ge maakt. Dat kan alleen als de Haagse politiek een antwoord heeft gevonden op de prangende vraag hoe te ontsnappen uit de wurggreep van de studiefinanciering. MmÊÊÈm WÊÊÊM I

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 43