'Laat
mij
nog
maar
even
zomaar
wat
ouwehoeren'
I Levenslange strijd voor uitkering
'Herkansing' voor ketters
Vijf jaar na de Golfoorlog
Toon Hermans heeft de
rouwsluier afgedaan. Het
verdriet, dat hem bijna verteerde
na de dood van zijn vrouw
Rietje, is verwerkt. Na een pauze
van bijna drie jaar keert de
79-jarige Toon terug in de
theaters. Met een geheel nieuwe,
show. Volgende maand is hij in
de schouwburg in zijn
geboorteplaats Sittard. „Ik
verdom het om stilletjes en
stiekem via een achterdeurtje te
verdwijnen. Met de stille trom.
Ik wil niet hebben dat je over
een tijd in de kroeg hoort: „Hoe
zou het toch met die Hermans
zijn afgelopen? Waar is die man
gebleven?"
is het leven
als een mooi lied'
Weekend
ZATERDAG 20 JANUARI 1996 DEEL
-ZIE WEEKEND 2
-ZIE WEEKEND 3
-ZIE WEEKEND 4
Lach is terug in leven van Toon
Door Peet Adams
Wat een symboliek. Een treffen
der tafereel van de wederop
standing van Toon is nauwe
lijks denkbaar. Voor de deur van zijn wit
geschilderde villa in Bos en Duin staat een
hometrainer. De pedalen draaien nog rond.
Bij de tweede druk op de belknop, verschijnt
het bezwete koppie van Toon uit een slaapka
merraam. Hij heeft net weer wat kilometer
tjes afgelegd op de hometrainer. „Jongens,
loop effe achterom. Daar staat wel ergens een
deur open," roept hij.
Één, soms twee uur per dag jakkert Toon op
zo'n huiskamerfiets, waarvan er wel vijf in en
rond de villa staan. Dat gezwoeg in het zadel
heeft ook alles te maken met zijn nieuwe
show. Hij wil in topconditie zijn, als hij weer
op de planken staat.
„Je begint toch te merken dat de jaren gaan
tellen. Soms willen de knoken niet meer wat
ik wil. En het zijn zware weken voor de pre- het leven je in een wurggreep. Zomaar. Dat is
miere in Haarlem eind deze maand. Vijf, zes onverklaarbaar. Zo begrijp ik ook niet waar
uur repeteren per dag. En daarbij wordt heel ik de energie vandaan haal om toch maar
wat gemopperd en gevloekt. Want ik wil weer aan een show te beginnen. Lichamelijk
gewoon nog één keer het beste uit me halen." voel ik me weer lekker sterk. Alsof het leven
Toon Hermans heeft een gedaanteverwisse- zegt: na al dat verdriet gun ik je weer volop
ling ondergaan. Begin 1993 was de clown ver- kracht. Maar dat is geen privilege van mij.
anderd in een tobber. De lach moest wijken Honderden andere mensen vergaat het pre-
voor een tranenzee. Zijn show Ik heb je liefcies zo. Omdat ik toevallig een beetje bekend
een hommage aan Rietje en een ode aan de ben als artiest, wordt alles in mijn leven uit
liefde, eindigde in een nachtmerrie. Hij dacht vergroot. In het theater lijk ik ook veel groter
de dood van zijn echtgenote draaglijker te dan ik in werkelijkheid ben. Maar ik voel
maken door zijn gevoelens voor haar te etale- mezelf maar heel klein. Alleen het leven is
ren in ontroerende liefdesliedjes. groot.
Rietje stierf zes jaar geleden aan borstkanker. |/a+tohollotioc
Toon vond echter geen evenwicht, maar raak- AaUBuei leijes
te emotioneel uit balans. Telkens verscheurde Toon zetelt achter een reusachtig bureau in
zijn hart als hij de liedjes zong in de theaters, zijn studiekamer. Overal slingeren aanteke-
Ging hij kapot aan de pijn van de zoete herin- ningen rond op velletjes papier. Hij zet z'n
neringen die in elke voorstelling tastbaar bril op en leest voor wat op een van de katte-
waren. Uiteindelijk strompelde hij geknakt belletjes staat geschreven: „Tante Cor had
van de bühne. een lang hondje."
p Hermans: „Een zinnetje dat ik zeker nog eens
rreilICnijeS ga gebruiken. Daar zit vijf, of misschien wel
En nu? Z'n ogen verraden nieuwe levens- tien minuten theater in." Malle hoedjes vor-
kracht. Vitaliteit. Er zitten weer pretlichtjes men stille getuigen van succesvolle sketches
in. De onverschilligheid, dat gelatene, heeft van vijf, tien, twintig jaar geleden. Conferen-
plaats gemaakt voor (zelf)spot, sarcasme en ces die heel Nederland kent. In de uitpuilende
humor. Toon Hermans heeft weer zin in het boekenkast onder meer werken over het leven
leven. Hij kan weer lachen. En hij wil de men- van Frank Sinatra. Hij oogt frêle achter dat
sen weer aan het lachen maken. Nauwelijks reuze-bureau. De resterende haartjes zijn
binnen, sleept hij ons echt wit geworden,
mee van zijn studieka- Toon is verbaasd over
mer naar de ruime de massale belangstel-
living. Daar maakt hij ling voor zijn nieuwe
de gordijnen open en 'DG GflG Ö3Q show, waarmee hij tot
wijst trots als een kind
op de nieuwe aanbouw
achter zijn woning. Een
kleine balzaal. Zijn toe
komstige studio. Toon:
„Hier ga ik verpozen als
ik oud en versleten ben.
Om nog wat te schilde
ren en muziek op te
nemen."
het voorjaar van 1997
wil doorgaan in Neder
land en België. Hij
snapt het niet goed. „Er
zijn tegenwoordig toch
zoveel andere bezighe
den voor de mensen."
Hij raakt zelfs een beet
je verlegen en vertederd
als hij hoort dat een meneer uit het Zuidlim-
Rietje ;s er overigens nog steeds. Thuis en burgse Schimmert midden in de nacht z'n
straks ook weer op de bühne. Want Toon kippen voerde om maar om vijf uur 's mor-
gelooft niet in voorbijHaar geest, haar ziel is gens al voor de deur van de Sittardse schouw
er overal en altijd. Elke dag opnieuw. Drieën- burg te staan voor een kaartje. „Het is niet
veertig jaar was Toon met haar getrouwd toen waar hé? Onvoorstelbaar. Dat zou een mooie
ze weg viel. „Dit is allemaal van haar. Het opening van mijn voorstelling kunnen zijn.
huis, de kinderen, ik, de tafel en de stoelen. Ze Zo van: tok, tok, tok, tok, hier ben ik.
bemoeit zich ook nog overal mee. Ze zit in De afgelopen drie jaar was er ook al vaak ver-
alles. Vluchten voor dat gevoel heeft geen zin. wondering. Dat mensen hun verdriet met hem
Dat komt van binnenuit. Gelukkig heb ik willen delen. Een lotgenoot in hem zien,
ermee leren omgaan. God, wat heb ik gehuild, omdat ze ook een dierbare, een geliefde verlo-
Ik heb nu het besef dat het een fase was, die ren. Vele tientallen intieme en ontroerende
het leven bepaalt. brieven kreeg hij uit alle delen van het land.
Zelf kun je nauwelijks iets sturen. Dat is het Van wildvreemden. Nu bekend is dat hij
mysterie van het leven. De ene dag is het terugkeert op de planken, komen er zakken
leven als een mooi lied. De andere dag heeft post binnen.
„Op de een of andere manier heb ik kennelijk niets kómt. Ouwehoeren over pietluttige din-
een persoonlijke band met het Nederlandse gen. Carnavalistische kermishumor. Dat is 't.
publiek. Alsof al die mensen toch een beetje En soms bèn ik een poëetje. Als ik zing over
van je houden. Want als je beseft dat je van mooie beélden van het leven. Gelukkig kan ik
iemand houdt, ga je erop af. Voor die klootzak dat weer. Gevoelige liedjes zingen."
die daar verderop in de straat woont, doe je Cacricticrh
geen moeite. Zo'n vent laat je links liggen. rdSCISllSCn
Maar toch blijf ik verbaasd. Wie ben ik nu Nadrukkelijker dan ooit distantieert hij zich
helemaal? Ik rommel 'maar wat aan. Vorig van wat de overige Nederlandse cabaretiers
jaar is er een boek verschenen met foto's van op de planken brengen. Toon wordt even fel.
mijn driehonderd schilderijen die hier op zol- „De teneur is ordinair en banaal. Ik vind het
der lagen. Een peperduur boek. Toch zijn er al vaak ontoelaatbaar. Soms op het fascistische
meer dan vijfduizend verkocht. Ach, stripfi- af. Ze gebruiken het toneel als spuugbak. Om
guren als Suske en Wiske zijn na al die jaren maar op alles en iedereen af te geven. Laatst
ook nog steeds populair. Wat ben ik meer dan hoorde ik zo iemand op de bühne zeggen: „Ik
een stripfiguur?" zoek een non om in de bek te schijten." Dat
Di ifi _m gaat toch alle perken te buiten. Dat is fascis-
UUU6 DOum tisch. Maar ze doen maar. Ik hou vast aan
De ouderdom. Toon zegt er niet gebukt onder mijn stijltje om iedereen in zijn waarde te
te gaan. De jaren zeggen hem niets. Zijn ver- laten. Kritiek spuwen, mensen neersabelen,
jaardagen gaan vrijwel onopgemerkt voorbij, het is zo gemakkelijk. Maar ik denk altijd: ik
Een vreemd woord vindt hij het trouwens: heb zoveel op mezelf aan te merken. Waarom
ouder-dom. „Naarmate de jaren verstrijken, zou ik dan anderen moeten neerknuppelen?
word je juist wijzer en beslist niet dommer. Trouwens, ik kan mensen geen pijn doen. Dan
Een oude boom geeft veel meer schaduw dan doe ik mezelf pijn. Zou ik mezelf verlooche-
zo'n schriel, jong stammetje. Dat staat er nen.
maar hulpeloos bij. Het inzicht in het leven Een kritische opstelling mag van mij gerust,
groeit met de jaren. De hebberigheid ver- Maar dat ze met hun grote bek dan ook eens
dwijnt ook." een keer wijzen op de positieve kant van het
Bang voor de dood is hij niet. Vanaf het leven. Op het licht. Nee, het is droevig gesteld
moment dat Rietje stierf, is hij ervan over- met de Nederlandse cabaretiers. Ze schotelen
tuigd dat de doden meer de mensen alleen maar
kracht hebben dan de duisternis voor. Laat
levenden. mij dan nog even zo-
Zijn jeugd in Sittard. maar wat ouwehoeren."
Steevast komt dat Lim- 'Dp PnHpfP Hpfl Z'n nieuwe show. Drie-
burgse verleden terug in 3 kwart jaar heeft hij
zijn shows. Hij ontkent hooft hot loi/on eraan gewerkt. Voor de
dat hij als bijna-tachti- RGGTI 1101 IGVGM pauze is het als vanouds
ger die jongensjaren pure gekkigheid. Het
steeds heviger romanti- p n PPfl WUrnOfPPD tweede gedeelte is voor-
seert. „Herinneringen namelijk muzikaal. Met
herbergen natuurlijk vrolijke songs, maar
altijd een brok melan- toch ook weer gevoelige
cholie. Mijn jeugd was nummers. „Het is alle-
armoedig, pietepeuterig en soms droevig, maal nieuw werk. Met heel korte flitsjes van
Maar wat je vroeger au sérieux nam, daar kun bekende typetjes die ik in mijn carrière in het
je na al die jaren om lachen. Ik draag nog theater heb neergezet. Terugblikjes. Als
steeds honderden beelden uit dat stadje Sit- kaarsjes op het gebak. De mensen moeten
tard met me mee. En ze zijn allemaal overigens niet denken dat ik weer als een gek
komisch. Zoals dat paard van de melkboer in ga springen op het toneel. Fysiek kan ik het
de Brandstraat. De melk zat nog in van die aan om desnoods op m'n kop te gaan staan,
grote bussen. Die geluiden. Ik hoor het nu Maar dat past toch niet meer bij m'n leeftijd,
nog. De melk die uit de bus in pannetjes Daarbij hoort gewoon enige waardigheid,"
stroomde en het gelijktijdig geklater van de grinnikt hij.
pis van-het paard op straat. Het paard moest Het is tijd voor het diner. Toon laat ons uit.
altijd plassen op de Brandstraat. Prachtig. De De avond is ingevallen in 't Gooi. Er hangen
melkboer liet toen nog heel duidelijke sporen mistslierten in z'n tuin. De hometrainer staat
achter." nog steeds bij de voordeur. De pedalen draai-
De humor van Toon. Voor de een is het te sim- en niet meer. Toon bekijkt het tafereel en zegt
pel, te zoet. Voor de ander is het geniaal. Zijn dan: „Ik hoop dat ik toch nog even mag blij-
eigen definitie; „Het is kleinkunst die uit het ven meedraaien."
iToon Hermans: 'Ik voel mezelf maar
héél klein.' foto harry heuts